3fngc5onbcn ^tuhficn.
Z. F.rc. de Minister van Finanliën niet legaal Minister was,
omdat de Koninklijke benoeming was gecontrasigneerd door
den Hr. 1'horbecke op een dagdat de laatste de functie van
Minister van Binnenlandse/ie Zaken nog niet bekleede.
Met verwachting zien wij 's hots beslissing in deze zaak,
met welke wij ons vroeger in dit blad hebben bezig gehou
den, te gemoet. (In do No. 76-79).
Z. M. heeft eervol ontslag verleend aan L. ten ICate
als burgemeester der gemeente Enschedé, onder dankzegging
voor zijne bewezene dienstenbenoemd tot burgemeester der
gemeente Enschedé G. A. Loell', ontv. der registratie aldaar.
-Bij arrest van het provinciaal gcregtshof van Noord
holland is J W. Schuurman schuldig verklaard aan moord
en dien ten gevolge veroordeeld tot de straffe des doods,
te ondergaan op eene der pleinen binnen Amsterdam.
Men weet dat de veroordeelde beschuldigd waszijn lStjarig
zoontje vau de brug iu het water te hebben geworpen,
waaruit het kind door anderen is gehaaldaan de gevolgen
was de kleine den volgenden dag overleden, na verklaard
te hebben dat zijn vader hein in het water had geworpen.
Het vonnis maakte geen indruk op den veroordeelde.
-Te Arnhem is een lSjarig meisje, verdacht van kin
dermoord, in hechtenis genomen. Een 17jarig meisje is
aangehouden, beschuldigd van diefstal met braak en in-
klimming, om hare ....snoeplust te voldoen.
-Omtrent 's konings verblijf in Zeeland wordt nog
gemeld, dat Z. M. te Vlissingen herhaaldelijk betuigd heefl,
innig te zijn getroffen door de hartelijke ontvangst. Bij
het iuspekteren van de Medusa vroeg Z. M. opgaaf vau
alle officieren van het état-major, om hun zijn portret te
zenden. Aan het fonds van gebrekkige zeelieden gaf Z. M.
ƒ200. De illuminatie der stad was tweemaal allerkeurigst;
de weerspiegeling in het water was heerlijk; de Prins Mau-
rits lag in schitterend blikvuur gehuld, overal was ver
blindend beugaalsch vuur; aan de dokhaven stonden 80 man
met fakkels en pekkransen geschaard. *De Zeeuwen heb
ik lief' zei Z. M. bij zijn vertrek. De burgemeester
v. üuuren Dutilh is door Z. M. benoemd tot offic. vau de
Eikenkroon.
Te Aardenburg, waar sinds 1540 geen gekroond hoofd
was geweest, was voor 's Konings ontvangst een eerewacht
van 60 leden vereenigd, waarvan een deel met buksen ge
wapend.
Men schrijft uit GorinchemOnder de steden, die in
verfraaijing en sierlijkheid iu den laatsten tijd vooruit zijn
gegaau, mag de stad Gorinchem wel niet het minst worden
genoemd. In de laatste jaren toch telt men er ongeveer 15
nieuwe publieke gebouwen. Het stadshuis, de korenbeurs,
de groote kazerne, de militaire bakkerij, de groote kerk,
de R. C. kerkde synagogede afgcsch. kerkhet Roomsch
C. gesticht, verscheidene scholen, de gemeente-bewaarschool
en de concertzaal. De groote markt, waarop kerk en stads
huis in volle ruimte prijken, mag een sieraad der stad
heetentusschen de beide genoemde gebouwen zal weldra
een fraai plantsoen een schoon efl'ekt maken, tot genot
en gezondheid der stadbewoners.
Het Prov. geregtshof te Utrecht heeft uitspraak ge
daan in de zaak van P. P. v. der Wart, conducteur baga-
gemeester in dienst van de Nederl. Rijnspoorwegmaatschap
pij hom schuldig verklaard aan de misdaad van vij f dief
stallen door een bediende van een voerman gepleegd, ten
aanzien van goederen, die hem als zoodanig waren toever
trouwd en hem veroordeeld tot tuchthuisstraf van vijf jaren.
Dr. Czernanski, oud professor in de kruidkunde»
zoölogie en gcognosie bij de academie van Hembergis den
15" Mei vermoord door een zijner oude schoolmakkers, ze
kere Brijlinski, die gekomen was om geld van hem te
leenen. Op de weigering van den hoogleeraar bragt Brij
linski hem met eene bijl, welke hij ouder zijne kleederen
verborgen had, drie slagen toe, daarna sneed hij zich met
een scheermes den hals af.
Woensdag nacht heefteen brand, in de wijk Cripple-
gatc te Londen, aan vier personen het leven gekost; eene
vrouw die naar beneden viel, terwijl men haar met de red-
dingladdcr wilde aflaten; eene oude dame van 60 jaren;
een man van 37 en eene dienstbode van 23 jaren werden
letterlijk verbrand.
Iu den winkel van den heer Mondei, juwelier in de
Regentstreet te Londen, is eene behendige diefstal geschied,
Twee personen kozen diamanten, ter waarde van £715,
en hadden een doos bij zich, waarin zijde diamanten plaat
sten. Deze doos lieten zij in handen van den juwelier,
met de verzekering dat die den volgenden dag tegen betaling
zou afgehaald worden. Na hun vertrek kreeg men achter
docht en opende de doos die echter gceno diamantenmaar
keisteentjes bevatte.
Nog steeds worden er treurige gevolgen van den
ontzaggelijken diefstal van brieven door den bcruchten post
beambte Kalab, tc Weeneu, openbaar gemaakt. Den 2
Oct. van het vorige jaar, heeft een dokter in de regten te
Weenen, zich om het leven gebragt. Thans is liet bekend
geworden, dat hij vergeefs op brieven met geld, of in allo
gevalle, om antwoord op de zijne, van zijn ouders gewacht
had. Toen hij deze niet ontving, heeft hij zich uit wanhoop
van het leven beroofd. Dc vader vau den ongelukkige,
heeft dezer dagen de twee brieven van zijn zoon, die door
Kalab gestolen waren, ontvangen; maar had den moed niet
ze te openen.
Een grijsaard wonende te Schaerbeek had een hond
van de gemeenste soort, die hem nimmer een oogeublik
verliet. Na eene korte ongesteldheid; kwam de oude man
te sterven. Het arme dier, dat men gedurende de ziekte
zijns meesters niet van hem had kunnen scheiden, wilde
hem ook na zijn dood bewaken en gedurende bijna drie
dagen bleef hij onder het bed van den overledene liggen,
alle voedsel en drank versmadende. Eindelijk was het uur
der begrafenis gekomenen daar men vreesde dat de houd
het lijk niet zou laten weghalen, maakte men zich met
geweld van hein meester en sloot hem tot den volgenden
dag op. Eindelijk gaf men hem zijne vrijheid weder en
hoopte men dat hij nu eenig voedsel zou gebruiken Niets
van dat alles, hij weigerde alles wat men hem voorzette en
vlugtte iu allerijl heen, steeds akelig huilende. Den vol
genden morgen veruam mendat hij na twee uren zoekens,
het kerkhof en het graf had gevonden, alwaar men den
vorigen dag zijn meester had ter aarde besteld, en dat hij
daarop een geruimen tijd had doorgebragt, de aarde om
wroetende en onophoudelijk huilende en jankende, als om
hulp roepende. Sedert gaat er geen dag oin dat hij het
graf zijns meesters niet bezoekt. Hij weet zelfs den tijd
wanneer het hek geopend wordt. Hij komt met hangende
staartde kop neergebogenen loopt zoosteeds omkij
kende voort, als vreesde hij, dat men hem weg zoude jagen.
Op het graf gekomen gaat hij stilletjes liggen en krabt
met eene poot de aarde een weinig weg. De doodgravers
hebben eene soort van eerbied voor dit vernuftige en zoo
zeldzame trouwe dier gekregen. Wat de hond aangaat, hij
is geheel onverschillig voor alles wat om hem gebeurt en
merkt volstrekt de nieuwsgierigheid niet op waarvan hij
het voorwerp is; na een kwartier in de grootste droefheid
op de laatste rustplaats zijns meesters vertoefd te hebben
vertrekt hij om den volgenden dag weder terug te keeren.
In een der jongste Eransche bladen lezen wij het
volgende verhaaltje, dat, alhoewel het ons niet nieuw toeschijnt,
echter der vermelding nog wel waard is. Een rijke gierig
aard bewoonde iu de nabijheid van Doornik een afgelegen
buitentje. Hij was bevreesd voor dieven en oin die op een
eerbiedigen afstand te houden, zou een groote hond noodig
zijn. Een hond at cciitcr en daartegen zag de gierigaard op.
Wat nu gedaan? Hij leerde blaffen, en 's nachts stond hij
bij tusschenpoozen op, om een tijd lang te huilen cn te blaf
fen, even als de beste blcekershoiid.
De dieven bleven weg, maar do ontvanger verscheen in
de gedaante van een aanslagbillet, wegens belasting voor een
hond, tevens ontving hij eene kennisgeving dat hij beboet
was, wegens het niet aangeven van zijn hond.
Twee minderjarige kinderen eener groote Eugelsche
familie, door den tweeden man hunner moeder aan hun
voogd ontvoerd, zijn tegen hun zin en geweldadig door
dien voogd met behulp der politie hernomen en naar Lon
den ingescheept. De jongen cn zelfs het meisje hebben
een levendigen tegenstand gebodenzéé zelfs dat een po
litic-agent van het meisje een dolksteek ontving.
Nieuwediep 28 Mei 1802.
Dc maatregelen tot liandliaving der orde door het bestuur genomen,
tijdens 't (Jon eert van Dingsdag avond, voor de noodlijdenden tc Enschedé,
komen ons voor, in alle opzigten lofwaardig tc zijn.
Het deed ons dus onaangenaam aan, te moeten zien dat 't bestuur vcr-
pligt was, eene minder heusche opmerking te moeien rigtcn, tot iemand,
wiens maatschappelijke betrekking alléén, reeds een waarborg moest opleveren
voor ccnc goede opvoeding; welke opmerking echter bij het minste savoir
vivrc onnoodig zou geweest zijn.
Wij moeten dus in het belang van 't publiektegenover hetwelk ceno
dergelijke handelwijze ongepast ishet bestuur ten dringendste verzoeken
de maatregelen tot behoud van orde en betamelijkheid grstrengelijk te blijven
handhaven, voor bet geval dat onverhoopt dergelijke feiten wederom mogtcu
voorvallen.
Wij vertrouwen daarin het bestuur te kunnen borg staan voor de onder
steuning en sijmpathie vau het publick. P.