Kennis-Mij meringen. Tc Dordrecht is gevankelijk binnengebragt 11. A., vroe ger kantoorbediende bij de heercn Penn en Bauduin aldaar beschuldigd vanten nadeele zijner meesters, te hebben ont vreemd de som van ƒ8500-. waarmede hij zieh heimelijk naar Engeland had begeven, terwijl alle pogingen ter zijner op sporing vruchteloos waren. Niet lang na zijne ontvlugting, was echter dit kapitaal reeds verdwenen, cn heeft hij zich te Birmingham, na aldaar welligt alleen uit armoede een kistje met zeep te hebben ontvreemd, in arrest begeven, vanwaar hij door een Nederlandsch politic-beambte is afgehaald en eerst naar 's Hage vervoerd. Na een verhoor bij de Arron- dissements-ltegtbank te hebben ondergaan is hij naar het huis van verzekering te Dordrecht overgebragt. Over de afd. Nederland op de Londensche tentoon stelling sprekende, zegt het J. des Héb., ik maak ook hier met leedwezen melding van den genever, den beken den hollandschen drankwaarvan het algemeen gebruik even als dat van alle noordsche sterke dranken zal verdwijnen, als uitgaande regten en spoorwegen den franschen wijn vau 25 centen de kan, ook daar zullen doen komen, hetgeen beter middel tegen dronkenschap zal zijn dan alle mogelijke matigheidsgenootschappen. Dezer dagen ontving de burgemeester vau Gent, ten behoeve van de zonder arbeid zijnde werklieden, cene som van 200 frankverzegeld in een brief, gedagteekend uit 's Gravenhage en onderteckend: //iemand die te Gent ge boren is." Naar het schijnt is deze gift afkomstig van prinses Anna van Saksen-Weimar, in 1S29 in genoemde stad geboren. Van do verschillende Infanterie-corpsen zijn weder eenige korporaals bij liet leger in Oost-Indië overgegaan, inct de bepaalde gratificatie van ƒ125. Zij zullen bij liet koloniaal werfdepot te Harderwijk verblijventot zij hunne bestemming naar Indiè volgen. Men schrijft van Harlingen, dd. 11 Julij: Heden kwam alhier met cene vangst van p. in. 3000 robben binnen do Groenlandsvaarder Dirkje Adema, onder recderij van de firma Barend Visser cn Zoon, kommandeur H. Wildts. In vergelijking van de beide vorige jaren is deze vangst zeer gunstig te noemen. Uit Groningen schrijft men dd. 11 Julij //Naar men verneemt moot tegen den burgemeester der ge meente Tcrmunten, die onlangs door hot Provinciaal Hof alhier, in hooger beroepter zake van moedwillige mishan- deling, veroordeeld werd, thans ter zake van knevelarij eene instructie te Winschoten gevoerd worden. In den avond vau den 17" Mei jl.is te Batavia aangekomen liet Ned. schip Stad Enschedé, gezagvoerder J. W. Retgers, aan boord hebbende een detachement sup- plctietrocpenonder bevel van den van verlof terugkeerenden kapitein der infanterie van Bijlevelt, medegelijders de 2do luitenants der infanterie Werkbofi', Hocli enBodien, enden ofiicier van gezondheid 3° kl. Arntzenins. Dit detachement 't welk den volgende dag zou ontschepenheeft zich ge durende de reis zeer goed gedragen. Den 20stcu arriveerde aldaar ter recdc liet schip SUedrec/d, gezagvoerder Y. Fccnstra, mede met een detachement sup- pletietrocden, sterk 150 onderoffic. cn manschappen, onder bevel vau den van verlof terugkeerenden majoor der Infanterie Docrrleben, medcgeleidcrs de 2". luitenants der Infanterie Stcciifelt en Gewinder Kavclerie aan Wodderen en Stull'ken, en der Genie de Vos en de Iluijtcr. Dit detachement heeft zich mede zeer goed gedragen. Het gerucht loopt dat de kiezer van Rusland dezer dagen Warschau zal bezoeken. Men hoopt dat de staat van beleg, die in de laatste dagen strenger werd gehandhaafd, er spoe dig zal worden opgeheven. Uit Warschau verneemt men, dat keizer Alcxaiuler drie aanzienlijke Polen heeft aangesteld tot burgerlijke gouver neurs, ter vervanging van drie Russische generaals. Dien ten gevolge zijn alle vijf gouvcrneursplaatsen in liet koning rijk op dit oogcnblik toevertrouwd aan Poolsche edellieden. Daaruit blijkt dat de keizer ernstig voornemens is om aan de administratie van Polen een zooveel mogelijk nati onaal karakter te geven. Intusschen wordt van eene andore zijde berigtdat twee van de drie benoemden, uit vrees voor het terrorismus der bewegingspartij, de hun aangeboden waardigheid niet durven aannemen. Uit Bamberg wordt het volgende gemeld: Een ge zelschap Fransclie zangers was er aangekomen en had aan de polieic verlof verzocht, zich er te doen hooren. De po- licie evenwel vond het niet geraden dat toe te laten, en gaf voor hare weigering de volgende reden, een toonbeeld van logica: //Het publiek verstaat geen Frausch, cn dus zouden de zangers in hunne liederen onvoegzame dingen kunnen lasschen." Is dat nu practische of reine vernunl'tp Uit Oostenrijk wordt gemeld, dat het daar met den oogst veel beter gesteld is dan in Frankrijk en Belgie. Er zijn zelfs provinciën, o. a. Bolicme waar hij zeer veel belooft, zoowel in kwantiteit als kwaliteit. Hongarije zal waarschijnlijk niet, gelijk verleden jaar, voor 100 millioen florijnen aan graan voortbrengen, maar in allen gevalle zal het toch nog ruim over hebben voor de buiteulandsche consumfcie. In Sussex heeft een lSjarig jongeling, die sinds 5 maanden aan hevige kiespijn leedzich daarom van 't leven beroofd. Het officieel dagblad van Warschau deelt mede: dat de aanslag op het leven van den grootvorst Konstantiju gepleegd is door Bodewijk Jaroszynski, 22 jaren oud, kleermakersknecht, uit de omstreken van Radom geboortig, en zoon van een landbouwer, met bijvoeging dat die jonge man eene zeer verwaarloosde opvoeding gehad heeft, en naauwelijks lezen of schrijven kan. Sedert den aanslag is de staat van beleg weder verscherpt; na tien ure des avonds mag niemand zonder lantaren op de straat komen, en een paar uren later mag niemand zich daar meer vertoonen. Er hebben bestendig arrestatien plaats. De beeren in de menageriën zien er gewoonlijk wat lobbezakkig uit. Dat maakt dat sommige personen liet wel durven wagen, om hen allerlei toeren voor het kijk- graage publiek te maken. Dat men wel eens buiten den waard rekend, blijkt uit liet volgend voorval: In de stad Airdrie, in Grool-Brittanje, was dezer dagen, op de ker mis aldaar, de menagerie van Egmond opgerigt. Op een avond, dat liet speotakel zou beginnen en liet publiek reeds plaats genomen had op de houten banken, scheen het uoo- dig het traliewerk van een hok, waarin een zwarte beer zat, te herstellen. De beer lag op do bodem van het hok al gapende en scheen een dutje te willen gaan doen. De beerentemmer zeide tot de werkmandie gekomen was om de noodige reparatie te doen, dat hij van den beer niets te vreezen had en om hem moed in te boezemen, ging hij zelf met hem in liet hok. Zoolang de laatste in het hok wasverroerde de beer zich geen zier; alleen scheen hij met zijne oogen de bewe gingen der beide mannen te volgen. Toen de beerentemmer het hok zon uitgaan wilde de werkman, die niet zeer op zijn gemak was, hom volgen. Maar de eerste plaagde den man, dat hij zoo bang was en terwijl hij pochte op de zachte geaardheid vau den beer, verwijderde hij zich al lag- ehende. Naauwelijks was hij echter weg of de beer sprong eensklaps op den werkman toe, greep zijn been, waarin hij een vreesselijkeu hap deed. Op het gejammer van den ongelukkige, schoot een mail ijlings toe, maar twaalf meu- schen waren er noodig, om den armen man te bevrijden van dien lastigen vriend. Nn do werkman op zijn bed in eone beklagenswaardige positie ligt, kan hij eens nagaan hoe die beeren te vertrouwen zijn. (Van X.) <7'urri! Juni! wat verval je, En wat wordt je dun en smal, zegt een oud lied, cn waarachtig de schrijver had die woor den tot resultaat van onze kermis kunnen nemen, 't Is Zaturdag, het regent zoo hard dat men geen hond naar buiten zou jagen zonder hem oen regenjas aantedoen, 't waait, 'tis guur, iu één woord 'tis hondenweer, en welk meusch zal 't dan wagen naar de kermis te gaan om te mijmeren. Ik zeker niet. //Mijmer dan maar voort over nacht cn morgen, waarmee ge ons den vorigen keer in den steek hebt gelatenals ge nu toch niets anders weet zullen we dit voor lief nemen"zegt de een of de ander. //Neem mij niet kwalijk, 't is buiten mijne schuld dat deze mijmeringen zijn afgebroken, belangrijker zaken vor derden plaatsruimte; kieskollegien, die zich met geen kermis ophouden, kiezers die 't belang der gemeente op 't oog hebbende kermis zelve met hare wonderenmaakten 't noodzakelijk niet al te lang te philosopherenen daarom //Maar we vragen geen explicatie, we vragen naar geen kicsvercenigiugenwe willen beschouwingen over de kermis". //Ge hebt gelijk lezeres en lezer, ik heb beloofd over de kermis te mijmeren en ik moet mijmeren; belofte maakt schuld, even als dikwijls schuld belofte maakt; ware ik in de plaats van Mw. Korlaar-Sablairolles ik zou uitroepen: Odie kermis! kermis kermis

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2