Tweede Jaargang. 1862. fa <§efÖer, JïieuraeÖiep, IMfemsoorÖ, eiift. WOENSDAG 20 AUGUSTUS. Zitting van den Gemeenteraad J[o 128. NIEUWE COURANT n VAN DEN Verschijnt "WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden1,30 Franco per post „1.50 Men aböuuecrt zich bij alle Uoekhandelarcn en Post directeuren. llricven franco aan deuUitgever S. Gii.tjes. De prijs der Advertenties' van 14 regels is 40 Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve mende Advertcnticu iiitczcnden., Ingezonden stukken ecu dag vroeger. op Dingsdag 12 Augustus 1S62. Vervolg en slot van het vorig nommcr). De lieer Strootman wijst op den weinigen voortgang, die gemaakt wordt met de aanschaffing van het materieel voor liet ziekenhuis en verlangt bestelling daarvan. Do Voorzitter antwoordt hierop, dat de gelden daarvoor niet anders gevonden kunnen worden dan op de begrooting van 1S63, omreden de daarstelling van liet ziekenhuis ge heel buiten de begrooting is omgegaandat ecliter een model- krib gemaakt zal worden, en met aankooping of aanbeste ding vervolgens een aanvang zal gemaakt worden. Vervolgens geeft de lieer Strootman te kennen, dat hij met verwondering in de Staals-Courant heeft gelezendat op eene officieele wijze den naam //Nieuwediep" genoemd wordt, en wol bij het vergunnen aan den Notaris llidde Dok om zijne standplaats van den Helder naar Nieuwediep over te brengen. Spreker zegt geen ander Nieuwediep te kennen dau de haven, terwijl het alles ééuc gemeente is; van wege het gemeentebestuur is mede in 1S58 aan het Gouvernement een brief verzonden, tot meerdere hand having van den naam //Helder", waarbij is aangevoerd, dat de naam der haven (Nieuwediep) aan de in de nabijheid staande buizen is gegeven, dat dat gebruik of misbruik in geworteld is, zelfs ten onregte in officieele stukken. Hoewel het geenszins de bedoeling is en ook niet veron dersteld kan wordendat zulks tot eene intrekking van het besluit zoude kunnen leiden achtte spreker het wen- schelijk dat van wege het gemeentebestuur een adres aan den Minister van Binnen!. Zaken worde gerigt, waarbij de be vreemding over het genomen besluit, wat den naam van Nieuwe diep betreft, wordt te kennen gegeven. Daartoe wordt besloten. Vervolgens komt de heer de Breuk aan het woord, die het volgende heeft gesproken: Mijnheer de Voorzitter Aan het slot van ons politie-rapportwas cr sprake van onzen Commis saris van Politic. Ik wenschte in deze vergaderiug een oogenblik nog over dien titularis te sprekenen dat wel om te verklaren dat ik als lid der com missie voor de uitbreiding van het politic-wezen in deze gemccutc, bij mijne overdenkingen daarover, voor een oogenblik in een inoeijelijk parquet ben geweest. In de raadsvergadering van 17 Juuij 11. toch, werd door een onzer raadsleden eene breedc lijst overgelegd van plaatselijke verorde ningendie, naar het oordeel van dat geachte lid, niet naar behooren werden nageleefd. Een ander lid was ook van meening dat dit werkelijk liet geval was. Alhoewel ik mij met die zienswijze al dadelijk niet wel verccnigcn kon, omdat mij den ijver van onzen titularisgedurende den korten tijd dat ik hem werkzaam had gezienal vrij duidelijk gebleken was zoo besloot ik evenwel om deze zaak eens naauwkcurig te onderzoekenook omdat die ambtenaar zich te dezer plaatse niet kan verantwoorden en het mij billijk voorkwam hem niet te veroordeelenalvorens hem gehoord te hebben. Ik ging tot dat onderzoek ook daarom over, Mijnheer de Voorzitteromdat als het mij blijken mogt, dat de beschuldiging naar waarheid was, ik mijn ontslag als lid onzer politic-commissie genomen zou hebbenwant den moed om onze uitgaven voor dat deel der gemeente-dienstzóó aanzienlijk te ver- hoogen, en de magt daarover in handen te stellen van eenen ambtenaar, Veronderstellende onzen lezers daarmedo gecnc ondienst te doendoelen wij met toestemming van den heer de Preik, zijne rede hier woordelijk mede. die zijn pligt niet zou hebben gedaan, dien moed, Mijuh. de Voorzitter, zou ik niet gehad hebben. Ik oudcrzoclit dus, en wat is mij uit dat onder zoek gebleken Ten eerste. Dat onze Commissaris van Politic is een fatsoenlijk man, uit deftigen stam gesproten en van een goed maatschappelijk gedragin één woord, een man die prijs stelt op zijn naam dat is op zijn eer, dat kostbaar eigendom van ieder beschaafd menschl lk heb geineend, Mijuh. de Voorzit ter dit voorop te moeten stellen. Ten ticeede. Dat hij zeer geschikt is voor zijn belangrijken en hoogst nuttigen werkkringeene geschiktheid, sints jaren geblekenen die geap precieerd wordt door hooggeplaatste regtcrlijke ambtenaren bij wie hij in hougc achting staat, en die mede gcblckcu is in zijne vorige standplaatsvan waar men hem niet dau met leedwezen heelt zien vertrekken. Op het oogenblik, waarin ik tot u spreek, bevindt zich ouzc titularis met verlof te llellevoetsluis en toen het naauw elijks bekend was dat hij zijne vorige standplaats bezoeken zou, werden hem van alle kanten offerten gedaan voor huisvestiug bij invloedrijke ledeu dier gemeente. VerderMijuh. de Voorzitteren dit is het punt in qucsticonderzocht ik in de derde plaatsof liet werkelijk waarheid was, dat de politic tc dezer plaatsedoor onzen titularis zoo slecht gehandhaafd word als onze ambtgenooten den 17 Juuij vau inectiing waren. Met de lijst van beschul diging in de handis mij uit dat onderzoek geblekena. dat niet alle y punten, op die lijst vermeld, behooren tot de bevoegdheid vau ouzen Comm. van Politieen b. dat cr alles behalve llaauw is omgesprongen met de hand having der politic in deze gemeente, gedurende den tijd dat onze titularis hier in functie is. Ik heb de eer, Mijuh. de Voorzitter, hierbij over to leggen eene opgave van geconstateerde feiten waarop de algemcenc wet en de plaatselijke verordeningen boeten en straffen hebben gesteld, welke feiten alhier zijn gesignaleerd, en die door de correct, regtbnuk tc Alkmaar zijn behandeld of nog behandeld moeten worden, alsmede de feiten welke bij het kantongcr. alhier zijn, of nog behandeld moeten w orden waarvan echter door velen der bekeurden het maximum der boete, tot voorkoming van vervolging, is betaald geworden, loopcudc deze mutatien over de drie eerste maanden, waarin onze titularis hier in functie is geweesten wel vau af de maand Maart tot de maand Junij dezes jaars. liet getal dier mutatien Mijnh. de Voorzitter bedraagt een cijfer van niet miudcr dan 12G zegge 12G feiten. Alleen om die te constateren, zijn er honderde bladzijden beschre ven moeten worden. Als men hier nu bij in aanmerking neemt, dat onze titularis, toen hij hier word aangesteld, geheel en al onbekend was met deze uitgestrekte ca woelige gemeente, en liet personeel waarover hij te beschikken had, voor deze gemeente veel te gering is, dan meen ik tot u de vraag te mogen rigtenMijnheer de Voorzitterof onze geachte ambtgenooten aan wier ijver ik overigens lof brengwel op de juiste hoogte der zaak warentoeu door hen die breedchier naast mij liggen de lijsthoudende klagten over trage pligtsvervulling van onzen Com missaris ter fine van onderzoek aan den raad werd overgelegd. Ik verzoek uMijuh. de Voorzitterdeze officieele opgaaf van geconstateerde feiten gedurende vier weken op de Secretarie der gemeente ter inzage van de raadsleden tc deponeren, en, wanneer uit die inzage blijken mogt dat do feiten onjuist zijn, dat ik alzoo in eene dwaling verkeer, en mij dit be hoorlijk zal kunnen worden bewezendan zal ik mij gewonnen geven en op deze zelfde plaats verklaren, dat ik tc dezer zake niet in de waarheid heb gestaan. Dit geldt natuurlijk ook voor het door mij bij punt één en twee besprokene. Tot zoo langMijnh. de Voorzitter dat istot op het oogenblik dat men mij bewezen zal hebben dat ik mis heb gezienboude ik onzen Comm. van Politie voor een fatsoenlijk man die prijs stelt op zijn eer voor een kundig en ijverig ambtenaardie zich tot op den 17 Junij 11., en tot hedeu (waarvan ik weder vele bewijzen zou kunnen overleggen) op loffelijke wijze van zijn pligt heeft gekweten, in één woord, voor een man, aan wicu wij de bescherming van onze personen cu goederen zoowel als de algemcenc veiligheid gerust kunnen toevertrouwen, en met wiens benoe ming tot Comm. van Politic alhier Z. M. onze geëerbiedigde Koning onze aanzienlijke en belangrijke gemeente een goede dienst heeft bewezen. Maar stel nu eens Mijnh. de Voorzitterdat ik waarheid heb gesproken zal ik dan niet mogen vragen of het zedelijk ovcrwigt der politiczoo hoog noodzakelijk voor die dienster bij winnen kanw anneer men in het openbaar onzen titularis aanvalt en of liet niet hard moet vallenvoor een man van eer die zijn pligt heeft gedaan, vau pligtverzuim beschuldigd te worden. Maar, Mijnh. de Voorz.ik geloof hier meer aan overhaasting dan wel aan opzettelijke krenking. lk mag dit laatste zelfs niet aannemen. Of or evenwel in zulk eene uitgebreide en sterk bevolkte gemeentehet

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1