doch weldra gelastte hij ze hun allen weer te geven, hetgeen geschiedde in zeer korten tijd, terwijl de ge- neeshecren de wonden van den generaal verhonden, die rustig bleef zitten rooken. Hij vroeg herhaaldelijk of zijn been geamputeerd moest worden, en zoo ja, of zij het dan maar dadelijk wilden doen. Dit was echter niet noodig. Hij gelastte nu den chef van zijn staf, den be velhebber van het aanvallend korps te laten roepen. Na twintig minuten kwam kolonel Pallaviciui. De instructiën van Garibaldi waren //te onderhandelen, daar wij met het Italiaansche leger niet wilden vechten". Kolonel Pallaviciui, die zelf ook oude kennissen ontmoette, verklaarde oumid- delijk, stellige bevelen te hebben, op welke wijze en waar ook, aan te vallen. Hij vroeg, of wij den koning erkenden. Wij antwoordden, dat hieromtrent geene verklaringen noodig waren, maar het programma van Garibaldi voldoende was. Kolonel Pallavicini sprak van overgave. Wij antwoordden, daarover niet te kunnen onderhandelen, daar er geen ge vecht geweest wasdaar de aangevallenen het vuur der aan vallenden niet beantwoord hadden, daar er geen verdediging tegen den aanval had plaats gehad. Waren er enkele man schappen der troepen gedood of gewond, dan was dat in een oogenblik vau misverstand geschied. Kolonel Pallavicini werd bij den generaal gebragt, hij kwam met ontblooten hoofde en drukte zich in eerbiedige bewoordingen uit. Wel dra verwijderde hij zich en gingen eenige officieren van Ga ribaldi's staf hem de ontwapening der colonne aanbiedendie dan onder het eskorte der troepen gesteld en in het bijzon der den kolonel aanbevolen zou worden. Pallavicini ant woordde, dat hij meende, dat allen na 24 uren naar huis zouden gezonden worden. Men kwam overeen, dat generaal Garibaldi met een gevolg van officierendie hunne degens zonden behouden, zich naar Scilla zou begeven; dat hij zich, waar hem goeddaeht zou kunnen ophouden om te rusten en zijne wonden te verbinden; dat hij te Scilla een Engelsch schip zou verzoeken, hem cu de zijnen aan boord te nemen; dat hij op eenigen afstand door een bataillon bersaglieri geëskorteerd zou worden. Wat de inscheping betrof, merkte de kolonel aandat hij er zelf niet tegen had, maar ten deze instructiën van de regering moest vragen. De ontwapening vond plaats. Het begon duister te worden. Wij maakten een draagbaar voor den generaal. De bersaglierie liepen achter den stoet. Na een vermoeijeftden marscli van een uur kwamen wij aan een v huisje waar men de gewonden bijeenbragt. Men vroeg den generaal of hij hier den nacht wilde doorbrengen. Hij ant woordde, liever verder te gaan tot eeue hut waar hij op eene stroobos alleen kon zijn. Op grooten afstand van daar vonden wij de hut van den herder Vincenzo, een oude ken nis van diegenen onder ons, welke, in 1860 door Oalabrië trokken, llij die het eerst aan de hut kwam, liet zoo goed mogelijk een bed maken van kapotjassen en stroo. Zeer laat in den nacht en na vier uren gaans bemerkte men de hut. De maan spreidde een droevig schijnsel over het geheel. De doodsche stilte werd slechts nu eu dan door het ver wijderd geblaf der herdershonden afgebroken. Wij lieten een bouillon van geitenvleesch maken en de geneesheeren gingen dadelijk de wonden wasschen en verbinden, 's Mor gens maakten wij eeue gemakkelijker en steviger draagbaar en gingen ten 6 ure naar Scilla op weg. De weg liep over rotsen en langs afgronden. Toen de zon begon te brandeu, maakten wij den generaal eene soort van tent van laurier takken. Ten twee uur na den middag kwamen wij te Scilla. Kolonel P. kwam ons te gemoet en wij vernamen, dat de instructiën zeer streng waren. Men wilde G. zich niet op een Engelsch schip laten inschepen. Men wilde de aange wezen officieren hem niet laten vergezellen. Toen de gene raal het vernamtoonde hij zich niet verwonderd. Hij zei slechts op vriendelijken toon tot de officieren: //O! gij hebt mij bedrogen 1" De bevelen der regering luidden dat generaal Garibaldi en zijn zoon op het stoomfregat i 1 Duta d i Genova scheep moesten gaandat slechts tien zijner officieren met hem mogtcn gaan. Daar de generaal niet wilde vertoeven in het huis, in het lage gedeelte der stad voor hem aangewezen, bragten wij hem dadelijkj[aan boord De Movimenlo van Genua deelt een brief mede vau ge neraal Garibaldigeschreven 1 Sept. aan boord van het schip Duca (li Genova. Deze luidt aldus: »Zij haddeu dorst naar bloed en ik wilde het sparen. Niet de arme soldaat, die ge hoorzaamt was bloeddorstig; maar de mauueu vau de partij welke het niet aan de omwenteling kan vergevendat zij de omwenteling is en dat zij tot daarstelling vau onze Italiaan sche maatschappij heeft medegewerkt. Ja, dezen wilden bloed zien vloeijcnik bemerkte dit met smart en heb dien tengevolge alles gedaan om te zorgen, dat het bloed onzer aanvallers niet werd vergoten. //Ik liep langs het front mijner troepen en gaf bevel niet te vuren; aan den linker-en regtervleugclwaar mijne stem en die mijner adjudanten kon gehoord worden, is geen schot gevallen. Van den kant der aanvallers had het tegen overgestelde plaats. Op 200 ellen afstauds gekomen, be gonnen zij eene helsche fusillade, en do bersaglieridie zich vlak tegenover mij bevonden, troffen mij met twee kogels, eene aan de linkerzijde, die van weinig gewigt is, de an dere aan den enkel van den regtervoet, waardoor eene ern stige wond outstoud. //Daar dit geschiedde in den eersten aanvang des gevechts eu ik dadelijk naar den kant vau het bosch werd vervoerd kon ik verder niets zien; eene groote menigte stond ron dom mijterwijl men mij verbond. Ik kan echter uit overtuiging verzekeren, dat er vau den linkervleugel der mijnen geen enkel schut is gevallen en daar er niet werd geschoten, konden de koninklijke troepen gemakkelijk nade ren. Toen men mij zeidedat er geëischt werddat wij de wapens zouden nederleggen, gaf ik teil antwoord, dat men de koninklijke troepen zeiven moest ontwapenen. De bedoelingen mijner krijgsmakkers waren echter zoo weinig vijandig, dat er slechts eenige officieren en soldaten van de koninklijke troepen zijn ontwapend. //Aan mijn regtervleugcl ging het auders toe. Door de koninklijke troepen aangevallen, werd er door hen terugge schoten eu niettegenstaande er seinen werden gegeven om het vuur te stakenhad er eene hevige fusillade plaats, die echter niet lauger dan een kwartier duurde. //Mijne wonden waren oorzaak, dat mijne makkers een weinig van huh stuk wareu gebragtdaar zij mij niet meer zagentrokken zij naar hun bosch terugzoodat de menigte die mij omgaf, langzamerhand aftrok en er slechts eenige getrouwen overbleven. Toen vernam ik, dat mijn staf en kolonel Pallavicini over de volgende voorwaarden onderhan delden 1°. dat ik met mijn staf vrij zou zijn, om te gaan, waar heen ik verkoos (ik antwoordde: aan boord van een En gelsch schip). 2°. dat, wanneer wij eenmaal in zee waren, mijne ove rige makkers in vrijheid zouden worden gesteld. //Kolonel Pallavicini heeft zich als dapper en kundig krijgsman gedragen en heeft alle zorg en beleefdheid jegens mij en mijne makkers in acht genomen. Hij betuigde zijne droefheid wegens de verpligting, die hij had gehad om Italiaanseh bloed te vergieten, maar hij had beslissende or ders en moest dus gehoorzamen. Mijne plannen waren ge weest om slechts defensief te handelenen ik had gewenscht een conflict te kunnen voorkomendaar ik bekend was met mijue sterke positie, en hoopte, dat de koninklijke troepen minder bloeddorstige bevelen zouden hebben gehad. Ware ik niet van den beginne gewond geweest en iudien mijne soldaten, bij elke gelegenheid, het bevel niet hadden gehad om elk conflict met de koninklijke troepen te vermijden, dan zou de worsteling tusschen leden van het zelfde huisge zin verschrikkelijk zijn geweest. //Beter is het echter zoo als het thans is. Wat ook het gevolg mijner wonden moge zijn, welk lot mij de regering ook voorbereidde, ik ben overtuigd mijn pligt te hebben volbragt en de opoffering mijns levens is eene geringe zaak indien zij er toe mogt hebben bijgedragen om het leven van velen mijner medeburgers te redden. //Bij de door mij gewaagde onderneming, heb ik nooit iets goeds van de regering van een Itatazzi gehoopt. Maar waarom heb ik niet minder gestrengheid van den kant des konings mogen hopen, daar ik niets van het oude programma heb verauderd en besloten heb er nimmer, tot welken prijs ook, eene verandering in te zullen maken Wat mij het meeste bedroeft, dat is het verschrikkelijke wantrouwendat er niet weinig toe bijbrengt om het werk der nationale een heid onvervuld te laten. //Hoe het zij; nog eenmaal sta ik met opgeheven hoofde vóór Italiëdaar ik zeker ben mijn pligt te hebben gedaan. Nog eenmaal is mijn levendat voor mij onverschillig, en dat van zoo vele jongeliedendat mij veel dierbaarder is als zoenoffer gebragt voorde heiligste aller zaken, die niet bezoedeld is met cenig laag eigenbelang. [Get.) G. Gaotbai,Dr. 1T13 TT TT S LT D 11T 31T. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 12 September 1862. Z. M. heeft aan don loodsschipper lc kl. bij het loods wezen alhier, S.C. Visser, vergunning verleend tot het aan nemen eu dragen van de door Z. M. den Keizer aller Bus sen aan hem toegekeude gouden medaille.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2