STATEN-GENERAAL.
De Zitting 1861-62 der Staten-Qeneraal is Zaturdag jl.
door den Minister van Binnenlandsclie Zaken namens Z. M.
gesloten.
Op gisteren ten 12J- ure werd het zittingjaar 1S62-63
weder op de gebruikelijke wijzo geopend en is door Z. M.
even als vroegere jaren eene troonrede uitgesprokendie
zich op geene in het oogloopende wijze van die van vroe
gere jaren doet onderscheidenze vangt aan met de vol
gende zinsneden uMijne betrekking tot andere mogendheden
is voortdurend die van vriendschappelijke verstandhouding."
//Zee- en landmagt kwijten zich loffelijk van hare taak."
En eindigt met de verklaring dat de toestand van 's Rijks
geldmiddelen bij voortduring gunstig is.
Na het houden dezer rede, verliet Z. M. de vergaderzaal.
De vereenigde zittiug der Kamers werd daarna gesloten.
Z. M. keerde, even als bij het komen, met de voor
schreven plegtigheden naar het paleis terug, onder het ge
juich der talrijkezoo wel uit de residentieals van elders
zaamgevloeide menigte.
POLITIEK OYERZIGT.
Belangstellenden in het lot van Italië blijven steeds het
oog gevestigd houden op Napoleon III, die het orakel schijnt
te zijn, om over het lot van volken en landen te beschikken.
Victor Emmanuel gedraagt zich als geheel afhankelijk van
den keizer, en heeft, naar met vrij groote zekerheid wordt
beweerd, zich tot hem gewend en op eene beslissing aange
drongen uithoofde de staat van zaken op deze wijze niet
langer kan voortduren. Daarop zou de keizer, voorzigtig genoeg
om in deze zelf geene beslissing te nemengeantwoord heb
ben, dat hij in deze zaak Frankrijk wilde raadplegen, dat
hij de volksvertegenwoordiging in deze wilde laten be
slissen. De politiek is in deze niet ver te zoeken: de volks
vertegenwoordiging van geheel Frankrijk moet de verant
woordelijkheid van een besluit op zich nemen, maar Napo
leon zal de middelen wel trachten te vinden om dat besluit
in zijnen geest te doen uitvallen, en hoedanig zal dan het
lot van Italië zijn Wij hebben slechts Laguérounière in
het oog te houden, die men als de echo van den keizer beschouwt.
In een laatste artikelvan la Prance, toont hij de onmogelijk
heid aan om op het tractaat van Villafrauca terug te komen.
Wanneer de eenheid zonder Rome eene hersenschim is,
een verbond met Oostenrijk, als ltaliaansche mogendheid in
Venetië, is eene illusie. Het is ook onmogelijk om de kleine
staten te herstellen, die, tot ongeluk van de bevolking en
de vorsten, garnizoensplaatsen waren van Oostenrijk. De
lieer de Lagéronnière verlangt een grooten Jtaliaanschen
bond, bestaande uit twee belangrijke staten: Noord-ltaliëen
Zuid-Italië. Rome, tusschen beiden geplaatst, zou den band
van vereeniging tusschen hen uitmaken, liet Pausdom zou
door moreel dit verbond te behccrschen, ltoine tot hoofdstad
van Italië maken, en Rome zou tevens het exceptionele ka
rakter van hoofdstad van de Christen-wereld behouden. De
lieer de Laguéronnière houdt vol, dat het onmogelijk is,
om den tegeuwoordigen staat van zaken in Napels te behou
den, en beweert dat de middelen, om tot eene schikking met
Rome te geraken, zijn uitgeput: het is dus noodzakelijk,
dat er een congres bijeenkome, om de qumstie tot een einde
te brengen. Dit congres zou over de volgende punten han
delen 1". eene vcrdeeling van Italië in drie staten, veree-
nigd door één band, die door Europa zal worden gewaar
borgd. 2°. Het Pauselijk gebied, bestaande uit Rome en
het patrimonium van den II. Petrus zal, benevens de sou-
vereinitcit over de Marken cn Umbriö, aan den Paus voor
behouden blijven, met betaling van eene schatting door den
vorst, die de administratie over die landen behoudt. 3°. Eene
militaire, diplomatieke, juridieke eenheid en gelijkheid van
douanen- en muntstelsel in de drie staten.
De schrijver eindigt met de verklaring, dat hij zich niet
aanmatigt, de tolk te zijn van de Fransche regering.
Volgens berigten uit Turijn, schijnt in beginsel tot de
amnestie te zijn besloten. De qurostie schijnt nog slechts
te zijn, of zij het onderwerp ccner wet of eenvoudig van
eene koninklijke ordonnantie zal wezen. Het laatste schijnt
het verkicslijkst, naardien eene wet noodwendig tot discus-
ciën in de twee kamers moet leiden, cn dit zou welligt ten
gevolge hebben, de animositeiten, die men wil verwijderen,
nog meer op te wekken. Intusschen wordt eene amnestie
door de Garibaldische bladen verworpen; //wij willen geene
gratie", roept do Dirillo uit, //wij willen regt".
Nog incldt men uit die stad, dat in eenige clubs bedrei
gingen van dood tegen Ratazzi zijn uitgesproken.
De aanhangers van Garibaldi hebben eene gravure laten
maken, die hem met den martelaars-palm voorstelt. Hcze
gravure, waarvan een aanzienlijk getal exemplaren zijn ge
trokken, wordt in alle steden cn dorpen verspreid, waar zij
het lauatismus der bevolkingen ten zeerste opwekt voor hem,
die haar wordt voorgesteld als de nieuwe martelaar van het
ltaliaansche patriotismus.
Met het uitzigt hierop zal Ratazzi wel geduldig wachten.
Het is echter de vraag of hij dat zou kunnen doen, als
onverhoopt Garibaldi's dood in gansch Italië de agitatie en
verbittering mogt doen toenemen. De berigten omtrent
den toestand van den held zijn verre van gunstig en een
nieuwe ramp voor Italië is dus geenszins zoo onwaar
schijnlijk. De minister van buitenlandsche zaken zou hem
zeker niet overleven, al ontkwam de heer Ratazzi al
aan den dolk of kogel, die hier en daar al ligt een wraak-
oefenende hand tegen hein zou rigteu. j-
De berigten uit Amerika luiden geenszins gunstig voor
de Noordelijken. Pope heeft weder bewaarheid, dat de
aanvoerders van het Noorden de noodige geschiktheid mis
sen. Hij heeft zijne troepen te veel verstrooid en de
vijand heeft daar natuurlijk partij van getrokken en ze van
het leger afgesueden. Hij heeft zich wel weder met Banks
vereenigd, maar niettemin Centreville moeten ontruimen en
zelfs tot achter Washington terugtrekken. Een gerucht
dat reeds eenige dagen in omloop en toen onjuist was,
is nu tot waarheid gewordenen de Zuidelijken hebben nu
geheel hunne vroegere positien om Washington hernomen,
terwijl Nieuw-Orleanswaar Butler den baas speelt, door
50,000 man hunner troepen bedreigd wordt. Werd ook
dit genomen, dan zou men, na al het bloedvergieten en
vernielen, geen stap verder zijn. Betreurenswaardig inder
daad! want dan is, bij de heerscheude verbittering, nog
geen einde aam den strijd te voorzien.
f 1TI3U W S TIIDIIT g 31T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 16 September 1862.
De onlaugs van hier naar Vianen beroepen predikant
der Hervormde Gemeentede Wel Eerw. ZeerGel. heer
F. D. J. Moorrees, heeft Zondag avond jl. in de Nieuwe
Kerk alhierzijne afscheids-rede gehouden, naar aanleiding
van II Corinthen 13, vers 13.
Jl. Zaturdagavondtusschen 7 en 8 ure, werd door
eenige bewoners van Huisduinen eene vlam gezien in de
rigting van het Koegras, naar gissing bij eene hofstede aan
den nieuwen weg. De brandmeester werd gewaarschuwd, de
klok zou met korte tusschenpoozen geluid wordenen men
maakte toebereidselen om met de brandspuit uit te rukken,
toen inen van de duinen kwam berigten dat de vlam niet
meer te zien was. Later bleek dat het slechts een stop-
pelbrand was. liet branden van stoppelen na zonsondergang
is verboden. De jongens, die zich hiermede vermaakten, zullen
hiervan wel onkundig geweest zijn; doch de boeren mogen
dit niet toelaten.
Naar wij vernemen is de zeildag van Z. M. trans
portschip de Heldinbepaald op 1 October as., de bestem
ming is Oost-Indie.
Zr.Ms. schroefstoomschip 2ckl. Vice-Admiraal Koopman,
onder bevel van den kapt.-luit. t/z. J. E. Buijs, is, volgens
de laatste berigten uit Japan, den 11 Junij 11. van Hako-
dadi te Yokohama gearriveerd.
Z. M. heeft benoemd tot ontvanger der directe belas
tingen en accijnsen te Wieringerwaardden heer W. F. 11. F1,
de Salenge, thans surnumerair der directe belastingen, in
en uitgaande regten en accijnsen te Rotterdam.
Men schrijft ons van Utrecht dd. 11 Sept.
Alhier heersohen in het grootste gedeelte der stad, in
eenen niet hevigen graad do mazelen en kinkhoest, vooral
onder kinderen van 3 tot 12 jaar.
Door de Ned. Handelmaatschappij zijn bevracht, de
navolgende vijf schepen: Voor Amsterdam: Australië, kapt.
D. B. JochemsP adang-P ackctkapt. P. HuidekoperMaria
Mlise, kapt. II. Schut; Zeenymph, kapt. J. F. Graadt v. Roggen.
Voor Rotterdam: Salaligakapt. J. Ketter.
Uit Leiden schrijft men
Jl. Zaturdag heeft hier ter plaatse een geduchte volksoploop
plaats gehad, tengevolge van een nieuw genomen maatregel
van den commissaris van politie, den heer Hendriks, om
de wandelaars op de Botermarkt in ecu afzonderlijke rigting
te doen loopenzoodat zijdie van de Karnemelksbrug kwa
men, onder de boomen moesten wandelen, en zij die van
de zijde der Korenbeurs kwamenlangs de huizen van do
Klinkerstraat moesten loopen. Een fatsoenlijk man geraakte
met een agent in verschil; de eerste, zeer bekend met den
oudsten wethouder, den heer Stoffelsbeklaagde zich bij dezen
laatstendiebij ontstentenis van deif burgemeester, last gaf