45cfÖer, IlteumeDiep, IMfemsoorÖ, enfi.
M 141
van den
Tweede Jaarganar.
18G2.
NIEUWE GOURANT
Verschijnt WOENSDAG cn ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor 8 maandenƒ1.30
Franco per post v v «1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren cn Post
directeuren. Brieven franco aan douTJitgèvcr S. Giltjes.
ZATERDAG
De prijs der Advertentie* van 14 regels is 40
Centen; voor eiken regel meer 10 Centen. Zegel regt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags cn Vrijdags
middag 12 uur, gelieve mende Advertentien intezouden.
Ingezonden stukken ecu dag vroeger.
4 OCTORER.
Het wetsontwerp betreffende de doorgraving van
Holland op zijn smalst en verbetering van
den waterweg van Rotterdam naar zee.
Dit wetsontwerp is op nieuw aan de Tweede Kamer aan
geboden. De Regering wederlegt in de eerste plaats de
bezwarengerezen tegen de vereenigiug der beide werken
in één ontwerp. Beide plannen, zegt de Regering, beoogen
één doelden aanleg eener haven naar zee. Aan beide plan
nen zijn technische bezwaren verbonden; mislukking vanéén
werk, dat men als proef zou willen doen plaats hebben,
zou het andere niet uitsluiten. Het eene werk zoowel als
het andere hebben gelijke aanspraak op de zorg der Regering.
De Regering kan niet toegeven dat ook voor andere havens
en waterwegen te gelijker tijd moet worden gezorgd. Alles
kan niet tegelijk ondernomen worden. Evenwel wil het gouver
nement voor andere handelsplaatsen nu reeds doen wat het kan.
De finautiöle bezwaren, aan de uitvoering dezer werken
verbondenworden door de Regering niet ligt geachtmaar
zij wijst, met de Kamer, op het groot, het nationaal belang
der beide ondernemingenwaaraan liet welgelukkeu ook op
's lands geldmiddelen gunstig moet terugwerken. En in dat
opzigt gedoogt de tegenwoordige finantiële toestand de uit
voering reeds voor de voltooijing der staatsspoorwegen. Do
Reg. wijst dat met cijfers aan. Zij erkent echterdat onze
finantiële voorspoed van wisselvallige koloniale baten afhangt.
Maar zij vraagt of onze gansclie nationale ontwikkeling moet
worden vastgehecht aan, en afhankelijk gemaakt van de markt
prijzen der koffij De Reg. is ganscli andere denkbeelden
toegedaan en meent, dat de ontwikkeling van Nederland moet
worden bevorderdal mogten ons daarvoor geene koloniale
baten worden verstrekt. Alles hangt af van de vraag of de
waterwegen werkelijk van zoo overwegend belang zijn, dat
daaraan een groot od'er behoort te worden gebragt. En dat
moet de Regering bevestigend beantwoorden.
De Reg. erkent de mogelijkheid van het gevaar van staking
van 't werk der doorgraving van Holland door den conces
sionaris en de verpligte uitvoering in zoodanig geval door
het gouvernement, maar is toch van gevoelendat men alles
zal vermijden, wat tot het bedoelde uiterste kan leiden, en
mogt het werkelijk zoover komen, dan zou het Rijk ten
gevolge van de bepalingen der concessie, op voordeelige
wijze geraken in het bezit van een onvoltooid werk, dat
zoo er geene concessie verleend ware, waarschijnlijk toch
op Staatskosten zou ondernomen zijn. Maar het komt haar
voor, dat de finantiële vooruitzigten van de concessie veel
te donker gekleurd zijn cn zij toont aan, dat er geen zoo
groote misrekening kan bestaan, als men denkt.
Betredende de verbetering van den waterweg van Rotter
dam naar zeemeent de regering, dat men te veel ervaring
aangaande dergelijke werken bezit, om te kunnen vreezen
voor eene misrekening van millioencn. Zij deelt liet gevoelen
dier leden, die een werk, waaraan geene inpoldering van
landen te verbinden is, onvatbaar achten voor concessie.
Ten aanzien der weigering van Rotterdam om eene bijdrage
tot dit werk te verstrekkenwordt opgemerktdat het
hier geen lokaal belang geldt, maar de verbetering van
eene onzer hoofdrivieren.
De kosten voor de verdedigingswerkenwelke ter ver
sterking van Amsterdam zullen moeten aangelegd worden
begroot de Regering op ƒ1,000,000maar al kwam liet
kanaal niet tot stand, dan zou toch f3 ii 400,000 ter ver
sterking van Amsterdam aan de Noordzijde moeten aange
wend worden. De Rotterdamschc waterweg zal de noodza
kelijk aan te leggen verdedigingswerken slechts van 300,000
tot ƒ400,000 verhoogen.
Dat de doorgraving van Holland op zijn smalst den
Noorder-spoorweg en de verbetering van het Noord-llolland-
sclie kanaal overbodig zouden makenwordt door de Rege
ring bestreden. Bedoelde spoorweg toch staat in verband
met andere en hoogere belangen dan die ceuer verbinding
van Amsterdam met het Nieuwediep, en liet behoud en de
verbetering van het N.-Hollandsclie kanaal mag evenmin de
doorgraving belettenals deze liet eerste mag doen vcrwaar-
loozen. Nopens de uitvoerbaarheid der doorgraving, be
roept de Regering zich op hot adviesdaaromtrent in gunstigeu
zin door den raad van den waterstaat in 1859 uitgebragt.
Verzandingen van havens kan men nergens voorkomen.
Do Regering acht liet billijk, dat de stad Amsterdam hare
bijdrage tot het werk niet levcre voordat de gemeente
werkelijk iu bet genot der verbetering zal zijn gesteld.
De vroeger in de concessie gemaakte wijzigingen behoefden
geene verandering in het begrootingscijfer van ƒ18,090,000
mede te brengen. De nu gemaakte wijzigingen iu de con
cessie zijn van ondergeschikt belang.
Toen de Regering voor liet eerst een wetsontwerp bij de
de Tweede Kamer indiende tot verbetering van de water
wegen naar zeewaarbij ook het kanaal door Holland op
zijn smalst behoorde, was men vrij algemeen van oordeel,
dat zij zich van deze zaak wilde afmaken, èn wegens de
bezwaren aan de onderneming van zulk een kostbaar werk
verbonden, èn wegens den tegenstand, dien liet geprojec
teerde kanaal buiten de hoofdstad van het rijk verwekte.
Het op nieuw ingediende ontwerp van wet levert echter
het bewijsdat de Regering wel degelijk aan het onstuimig
verlangen van Amsterdam wil voldoen. Wat zullen de
Kamers doen? Zullen hare leden de voorgestelde door
graving van zoo overwegend belang achten, dat daaraan
een zoo groot ofi'er uit de schatkist behoort te worden
gebragt om onze nationale ontwikkeling te bevorderen?
Wij zullen zien.
Veronderstellen wij, dat het wetsontwerp aangenomen,
't kanaal gegraven wordt en op de vereischte diepte ge
houden kan worden, zal dan de handel van Amsterdam
werkelijk uit zijn kwijnenden toestand opgebeurd worden?
Wat helpt een kortere waterweg, wanneer de kapitalisten
der stad hun geld steken in effecten, buitenlaudsche spoor
wegen of andere vreemde ondernemingen?