Het programma van hot nieuwe bewind, dat zich heeft
opgeworpen, kenmerkt zich door de zelfde fouten, welke
Koning Otto hebben ten val gebragt. Hij belooft weinig
goeds voor de toekomst als meu eene magt, die zelve nog
niet gevestigd is, hoort spreken over uitbreiding van leger
en vloot; het bewijst dat de lessen der geschiedenis weinig
leering hebben achtergelaten; liet bewijst dat Griekenland blijft
streven naar een doel, waartoe zijne krachten in geen de
minste verhouding staan.
En toch zou liet moderne Hellas zich eene schoone toe
komst bereiden kunnen; maar de wapenen, waarmede het
zijne grootheid moet veroverenzijnhandel eu scheepvaart.
De Griek is een koopman bij uitnemendheid; dat kleine
Itijk telt 30,000 matrozen; zijne schepen zijn berekend
tegen de gevaren der zee; de bemanningen er van zijn ma
tig en tegen vermoeijenissen gehard; het bezit talrijke hau-
delsstatious in de Middell. Zee, dat zijn elementen voor
eene grootheid, welke op hare plaats is in de negentiende
eeuwdat zijn de middelen ter veroveringwaaraan Turkije
geen weerstand zal kunnen bieden. Met die middeleu kun
nen de Grieken het arme, bergachtige, onvruchtbare land,
dat zij bewonen, weder even rijk maken als het eenmaal
geweest is, door er heen te voeren de schatten, door zijne
schepen in den Oostersohen handel vergaard.
POLITIEK OVERZIGT.
Koning Otto is te Munchen aangekomen, waar hij met
gejuich werd begroet't Ware beter geweest als de Grieken
hun vorst van harte hadden kunnen toejuichen.
In Italië let men veel op den loop der zaken in Grie
kenland; toch zal dit niet geheel de aandacht van Rome
aileidcn. Bijna 9000 geestelijken hebben trouwens dezer dagen
een brief aan den Paus gerigt, om hem tc bewegen van zijn
wereldlijk gezag afstand te doen. Zulk een stuk is zeker nog
al van eenige waarde, en zou het hof van Turyn zeer te
stade komen. Maar Keizer Napoleon heeft de beslissing eigen
lijk in handenen 't schijnt nietdat hij zich nu wil laten
overtuigen; althans men meldt, dat in eene nota aan het
kabinet van Turyn stellig zal worden verklaard, dat het niet
op Rome als hoofdstad moet rekenen, en dat de heer Thou-
venel even als in 1849 zelf naar I,ouden zal gaan, ten einde
do Britsche regering in 't licht te stellenwaarom Erankrijk
Rome, in 1849 bezet, thans moet blijven beschermen.
Te Berlijn blijven de zaken slecht staanofschoon men
minder spreekt van een coup d'état. Te Weenen is de be-
grootings-quaestie op gelukkige wijze geschikt; het voorbeeld
van Pruissen heeft er afgeschrikt. Inmiddels heeft het con
gres te Frankfort in 't belang van Oostenrijk wel besluiten
genomen en ook hot handelsverdrag met Frankrijk afge
keurd, maar daardoor de zaak van het Groot-Duitschland
maar weinig bevorderd.
In Polen wil de natie zich nog niet door do welwillende
pogingen der regering laten winnen; weder heeft men te
Warschau arrestatiën moeten bewerkstelligen. Er is echter
nog sprake van een aanstaand bezoek van keizer Alexandcr.
De betrekkingen tusschen "Venetië en het koningrijk Ita
lië, zijn zeer wantrouwend. Als de pest te Milaan of Bologna
heerschte, zou Oostenrijk niet meer aan de grenzen op
zijne hoede kunnen zijn dan het nu is. Niet alleen dat het
van patrouilles en tolbeambten wemelt, maar zelfs de uit
Venetië leidende wegen zijn met pallissaden en de bruggen
over de Mincio met ijzeren hekken afgesloten. In de steden,
vooral in de hoofdstad, blijft het steeds even stil en de
bevolking onttrekt zich aan alles. Om bij gelegenheid dit
niet te doen blijken, worden door de overheden de ambte
naren uit gecommandeerdterwijl publieke vrouwenop bevel
der politie, de dames moeten vervangen op officiële bals
als anderzins.
Volgens de berigten uit Amerika hebben bij Lavergne, niet
ver van Nashville dc Zuidelijken weder in een gevecht het
onderspit gedolven. De verbittering wegens Lincoln's
proclamatie neemt in het Zuiden niet weinig toe; de pre
sident is zelfs door het congres tot alle represaille maat
regelen gemagtigd. Men acht het dan ook in het Zuiden,
gelijk men steeds gedaan heeft, de slavernij als eene le-
vens-quaestie.
ITIBTT7T5TIJD 11T 3 EIT.
Helder, Nieuwedicp Willemsoord, enz. 4 November 1862.
Alhier is door do loodsrinkelaar N". 6 in zee opge-
vischt en onder beheer vau den Strandvonder gesteld, eene
nog gave Scheepssloepmet de namen: ïoung, Jaimouth
Jonathan Fozzaril.
Door de commissie voor de Staats-Spoorwegen zal op
Dingsdag 9 December a.s., te 's Gravenhage worden aanbe
steed Het maken van gebouwenbergplaatsenafrasterin
gen enz., op de terreinen voor het station alhier en de
halten tc Anna Paulowna Polder en Schagenten behoeve
van den spoorweg van hot Nieuwedicp tot het Niedorperlaat.
Bij de Vrijdag jl. gehouden aanbesteding voor de le
vering van het benoodigde Rundvleesch, voor het gedeelte
Mariniers alhier, was de minste inschrijver de heer A. Ia
vau Geldervoor de somma van ƒ39.40 de 100 kilo.
Geplaatst op Zr. Ms. fregat Alexanilerbestemd naar
Oost-Indiüals adelborsten le kl. de heeren C. A. Woldringh
P. MetmanB. M. v. d. Weide, W. A. v. AkenA. P. Taderaa
en W. A. Baron Neukirchen genaamd Nijvenheimallen van
Zr. Ms. stoomfregat Zeeland.
Naar wij vernemen is de kapt.-luit. t/z. F. L. Geerling
door den Sultan vau Turkije met liet commandeurskruis der
Keizerlijke orde van Medjidié vereerd, welke onderscheiding
hem te beurt viel wegens de door hem bewezen diensten als
bevelhebber van Zr. Ms. stoomfregat Zeelandtijdeus het
verblijf van het Nederlandsch escader op de kust van Syrië,
in het najaar vau 1861.
Dc luit. t/z. le kl. C. Eeg, le offic. aan boord van
het schroefstoomschip Cornelis Dirlcs wordt met 10 Nov.
a. s. op nonactiviteit gebragt en vervangen door den luit.
t/z. le kl. J. M. Broersle offic. aan boord van Z. M.
raderstoomschip Cycloop.
-Zr. Ms. korvet Prins Maurits der Nederlanden
onder bevel van den kapt. luit. t/z. H. Kemperis den
30 Oct. jl. van de reede van Ylissingen naar zee vertrok
ken, met bestemming naar Oost-Indie.
De 2C luits. der genie de Bloemen en v. Oirschot,
embarkeren den 15 dezer aan boord van het Koopvaardij
schip Jason naar Oost-lndie.
De offic. vau gezondh. de Jong, gaat met het schip
Petronella Qatharina naar Java.
Z. M. heeft benoemd tot burgemeester van Urk, den
heer B. van Putten.
Yoor een paar dagen meldde men dat de lieer baron
v. Hall door eene beroerte was getroffenthans meldt men
dat hij van zijne jongste ongesteldheid in zooverre hersteld
is, dat hij wederom eene wandeling heeft kunnen doen.
Het Weekblad van V JRegt heeft het nieuwe ontwerp
van wet op het regt van zegel medegedeeld; de daarom
trent voor enkele dagen medegedeelde hoofdbeginselen blij
ken ten volle juist te zijn geweest.
Naar aanleiding van de benoeming vau Dr. J. J. van
Oosterzee tot hoogl. in de Theologie te Utrecht, doet men
opmerken, dat hij te Eemnes-binnen zijnen maatschap-
pel ijken werkkring aanving, zoodat Eemnes-binnen thans
drie nog levende Hoogleeraren in de Godgeleerdheid heeft
opgeleverd, namelijk de heeren ter Haar, Prius en van
Oosterzee.
Het dep. Delft der Ned. Maatschappij ter bevordering
van Nijverheid heeft eenige prijsvragen uitgeschreven voor
beeldhouwers, kunstdraaijers en schrijnwerkers. De mede
dinging is opengesteld voor alle te Delft gevestigde werk
lieden en leerlingen. Algemeen wordt dat besluit van het
departementsbestuur toegejuicht, om op die wijze, door
het opwekken van den edelen naijver, de sluimerende krachten
en energie van de arbeidzame en nijvere mannen te doen
ontwaken, en langs dezen weg mede te werken tot berei
king van het doel der Maatschappij//Bevordering van
Nijverheid".
Op de paardeumarkt van 30 Oct. waren tc Zwolle
1000 stuks paarden eu venlens aangebragt. Er was niet
veel handel.
Zaturdag avond jl. ging de werkman S., te 's Graven
hage in eene kroeg gezetende w eddingschap aandat hij
bij iederen klokslag een borrel zou drinken. De wedding
schap werd aangegaan ten zeven ure en tot laat in den avond
zette S. dat jammerlijke spel voort. Hij won dan ook de
weddingschap, maar moest die duur boeten. In den volgen
den nacht vond men in dat ongelukkig gezin een lijk, eene
weduwe en twee weezen.
Men meldt uit 's Ilagc
In den vroegen morgen van eergister kon men vau een
vreemsoortig schouwburg getuige zijn. Twee werklieden,
die waarschijnlijk in do meening verkeerden hun zuur ver
diend weekgeld niet beter te kunnen besteden dan door
zich tc laven aan het Schiedamsche vocht, kwamen in ta
melijk beschonken toestand aan den Boschkant. Als middel
van uitspanning verzonnen zij om voor elkander den hond
te spelen eu beurtelings hout te apporteren, dat een van
hen in het water had geworpen. De minst beschonkene
zoo althans onderstellen wij wierp een stuk hout in de
gracht cn getrouw aan de afspraak, sprong de ander in het
water om het er uit te halen. Zoo als trouwens te ver
wachten was, zonk hij als een baksteen, cn men is niet
dan met groote moeite er in geslaagd hem tc redden.