deze gemeente, een langer uitstel, talmen noemen. Ja wij zouden het betreuren dat het niet reeds voor 20 jaar of eerder was geschied, dan zou Amsterdam reeds voor lang practisch overtuigd zijn, welligt van de uitvoerbaarheid, maar naar onze vaste meening ook van de onhoudbaarheid der ondernemingen eerst dan kan men verwachtendat Amsterdam het oog zal slaan op de uitmuntende en onver beterlijke haven van het Nieuwediep, mot de nog zoo vele onbebouwde terreinen die haar in alle opzigten geschikt maaktom tot voorhaven te dienen van eene groote en on dernemende handelstad, dan eerst, zal Amsterdam wanneer zij de regte middelen weet aantegrijpenen bij eene ver betering van het Noordhollandsch kanaalharen groothandel niet alleen verzekeren, maar ook uitbreiden. Want wat bc- teekent op eene zeereis, de afstand van Amsterdam naar het Nieuwediep, vooral bij de aanwending der stoomkracht die tegenwoordig zoo algemeen in toepassing wordt gebragt. Het li ff", blad zegt, dat Amsterdam bij eene verbetering (dat is ook verkorting) van het Noordhollandsch kanaal nog altijd 26 uren te ver van zee verwijderd blijft. Wij vragen, met hare eigene woorden, '/is hier domheid oïkwaad willigheid^ in het spel, of moet er aan een drukfout ge dacht worden. Daar toch bij de tegenwoordige situatie van het kanaal, men de reis por passagiersbooten in 6 uren kan doenen het mede dikwijls geschiedt dat een schip des s'morgeus met een sleepboot van Amsterdam vertrekkendenog denzelfden dag het Nieuwediep uitzeilt en zich in zee bevindt. Wanneer nu het kanaal verkortverdiept en verbreed is en daardoor de tegenwoordige bepalingen op de beperking der stoom kracht vervalt, zal zonder twijfel de tijd voor do reis be- noodigd, nog aanmerkelijk verkort worden. Wij begrijpen niet hoe het Effectenblad hier aan het cijfer van 26 komt. Ten slotte legt zij aan de leden derT. K. ten laste: 1°. dat zij spelen met de Amsterdamsche belangen; 2°. dat zij er hunne zaak van schijnen te maken de hoofdstad te vernederen; 3°. dat zij chicanes zoeken, en 4". vraagt de Red. of zij, (de leden der Tweede Kamer) Nero willen benijden die zich berucht heeft gemaakt door het in brand steken van Rome Het is do pligt van de Wetgevende Magt, om niet te spelen met 's rijks geldmiddelen, en, waar het eene zaak betreft, zoo als de onderhavige, van locaal belang, wel te overwegen, of de Natie daaraan IS millioen moet opofferen. De som is niet gering en wat zijn er nog eene menigte bezwaren, behalve de finantiële? Waarom roept het rijke Amsterdam, waar zo iveel ondernemingsgeest heerscht (P!) de hulp van de Hooge Regering in Men spreekt van na tionaal belang; maar niemand buiten de hoofdstad hecht hieraan geloof. Men zou het even zeer spelen met de nationale belangen kunnen noemenindien de leden der T. Kamer gaafweg voor do doorgraving gestemd waren. Wat het 2° punt betreft, "het vernederen van de hoofdstad", dit is o. i. wat ver ge zocht. De leden der Kamer hebben uit overtuiging hunne bezwaren tegen liet wetsontwerp keubaar gemaakt. Du joc des opinions jaillil la vérité. Wij noemen het eerder eene vernedering voor Amsterdam om een beroep te doen op de schatkist, tot opbeuring van zijn kwijnenden handel. Inde 3° plaats, zegt het Hand. en Effectenblad zoeken de tegen standers chicanes. Dit is zoo onbeduidend dat wij er geen repliek op willen geven. Maar om de ledeu der Tweede Kamer bij Nero te vergelijken, en hunne bedenkingen tegen de doorgraving, bij den fatalen brand in Rome, door den keizer zelveu aangestoken, om zich te verlustigen in de vlam men dit gaat al te ver. .Bij deze vraag is de geleerde Red. buiten den normalen toestaud; haar enthousiasme voor Amsterdam heeft haren blik beneveld, zij zoekt naar een sterk sprekend feit in de Historie, om de geduchte tegen standers te brandmerken. Wij zouden hier kunnen zeggen: zij heeft den zwarten rok uitgetrokken en de kiel van den sjouwerman aangedaandoch bij het schelden laat zij zich door hare klassieke geleerdheid vervoeren en kiest het beeld van den brandstichtenden Nero om de anti-doorgraving- gezinde Kamerleden bij het publiek in minachting te brengen. Tot welke middelen de pers en do publieke bladen al niet dienstbaar worden gemaakt. Het is om te klagen POLITIEK OVERZIGT. De Grieksche omwenteling, ofschoon zeker eene hoogst gewigtige gebeurtenis, is zoo kalm en rustig afgeloopen en alles gaat nog te Athene zoo goc.d en geregeld, dat zij niet die aanleiding geeft tot het mededeelen van bijzonder heden als anders met revolutiën het geval is. Dat men te Munchen protesteert, en het protest naar de beschermende mogendheden heeft gezonden, zal weinig baten, te minder als het in Griekenland stil blijft. Te Parijs en Londen denkt men aan geene interventie; zelfs moet lord Russell in eene nota daarop hebben aangedrongenen tevens op liaudhavina der bepaling, dat geen prins de Grieksche kroon mogt dragen, die verwaut was aan een der vorstenhuizen van de beschermende magten. Van het oorlogstooneel verneemt men uit Noord-Amerika weinig. Daarentegen verheft zich de demokratische par tij die vroeger met de Zuiderstaten was vereenigd tc Brooklijn hoeft zij zich tegen de vrijmakingsproclamatie van Lincoln verklaard. Mac Clcllandie met onderscheiden andere generaals ook tot die democratische partij behoorde, talmt thans ook zoo, zegt men, omdat hij de zegepraal der republikeinsche partij niet wil; zijne werkeloosheid tegen het Zuiden zou dus in partij-belang zijn grond vinden. Als daarvoor zooveel mcnschenlevens en schatten werden opge offerd zou het wel schandelijk zijn. 1TIE "J7TS TIJD 11T3-31T. Helder, Nieuwediep Willemsoord, enz. 7 November 1862. Heden morgen om 10 uuris de Noordsche brik Gold Star, kapt. Sjenk, geladen met hout, komende van Drammen, en naar hier bestemd, verzeild geraakt op de Haaks, door dien hij geen loods aan boord hebbende, waarschijnlijk het vaarwater gevolgd is van een visscherschuit die naar binnen zeilde, echter op dat punt geen genoegzame diepte zijnde voor een zeeschip, geraakte hij aan den grond, waarvan het het gevolg wasdat bij de fiksche bries en hoogloopende zee het schip geweldig stootte en spoedig de groote mast over boord viel. Door een visschuit, schipper C. de Boer, zijn 4 man der epuipage, de kapt., de bootsman, de kok eu een matroos met levensgevaar gered; na eenige vruchtelooze pogingen om de nog aan boord achtergelaten 4 personen te redden hooft schipper do Boer koers gezet naar het Nieuwediep, en de geredden aan wal gezet. Inmiddels is eeh der sleepbooten, voorzien van een paar vletten, naar de plaats des onheils gestoomd, terwijl er te vens sprake was om ook de reddingboot van Huisduinen te water te brengen. Ben oo^enblik voor het afdrukken dezer, vernemen wij dat het schip aan stukken is geslagen, en de overgebleven 4 man der equipagie hun graf in de golven hebben gevonden. Zr. Ms. transportschip Heldin, is van de geledene schade hersteld, en zal bij gunstig weder morgen de reis weder aanvaarden. Te vermoeden is het, dat bij de meer en meer aanwakkerende noordwesten wind, dit vertrek zoo spoedig niet zal plaats hebben. Zr. Ms. stoomschip Cycloop zal morgen naar Vlissin- gen vertrekken om 60 manschappen van daar over te bren gen tot aanvulling van de equipage van Zr. Ms. fregatschip Prins Alexander. Naar wij vernemen zal Zr. Ms. stoomschip Djambi, liggende alhier, in den loop der maand December naar Oost-Tndifi vertrekken en deszelfs koers nemen over Lissabon Montevideo, rond Kaap Hoorn, Sydney en Batavia, om aldaar gestationeerd te worden. Mot den ln Dec. is benoemd tot komm. van de Propatria, alhier, de luit. t/z. lekl. C. Eeg, thans lc offic. op de Cornelis Dirlcs. Uit Harderwijk meldt men, dat op den 17 dezer naar hier zal vertrekken een detachement van 60 militairen, bestemd voor het West-Indische leger, ten einde dienzelfdeu dag bij aankomst onmiddelijk te embarkeren aan boord van het op dien datum alhier liggende schip Albaslrosgezag voerder II. II. Koch, welk detachement suppletie-troepen naar Suriname zal overgebragt wordenonder bevel van den 2° luit. der artillerie B. A. F. Creutz, die door Z. M. voor drie jaren bij de landmagt aldaar gedetacheerd is. De Minister van Marine heeft ter kennis van de daarbij belanghebbenden gebragt, dat op een nader te be palen tijdstip, aan het locaal van het Departement van Ma rine te 's Gravenhageeen vergelijkend examen zal plaats hebben van jongelingen, die tot scheepsklerk bij de Ne- derlaudsehe zcemagt wenschen benoemd te worden. Het getal der opene plaatsen bepaalt zich tot tien. Ouders of voogdendie verlangen dat hunne zonen of pupillen tot dat examen worden toegelatendienen vóór of uiterlijk op don 15" November aanstaande, een op zegel geschreven verzoekschrift inaan den Minister van Marine, waarin zal moeten zijn vervat de naam, voornaam, het be roep, de woonplaats en geboorteplaats der ouders of voogden. Naar men verneemt, heeft de Minister van Binnen- landsche Zaken bereids de memorie van beantwoording op het voorloopig verslag omtrent het wets-ontwerpbetrekkelijk de doorgraving van Holland op zijn smalst en de verbete ring van den waterweg van Rotterdam naar zee ingezonden. Daarbij is gevoegd een gewijzigd ontwerp van wet, bestaande in eene bijvoeging van artikelshoudende "dat nadere con- cessiën tot indijking en droogmaking van gronden in de Zuiderzee zullen onderworpen zijn aan de bekrachtiging bij de wet".

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2