Jjefder, IlieuroeÖiep, WiffetnsoorÖ, ciift. «J&158. Tweede Jaargang. 1802. WOENSDAG 5 DECEMBER. SCHELPENGAT. NIEUWE COURAN'T VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATUHDAG. Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30 Franco per post „1.50 Men abonneert r.ieh bij nlle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven frunco aan dcnL'itgevcr S. Giltjks. Dc prijs der Advertentikn van 14 regels is 40 Centen; voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve mende Advertcnticn intezenden. Ingezonden stukken een dag vroeger. {Ingezonden) Mijnheer de Redacteur De lieer iï. A. Insinger, de bekende voorstander van de verzanding der Texelsche zeegaten, heeft dezer dagen over die zaak weder eene brochure uitgegeven, en wel naar aan leiding van het gebeurde bij het binnenkomen door het Schelpengat met het schip Ilelena Anna, kapitein Lupke, op den 17 October 11., met een diepgang van 57 j- palm. Even als vroeger, heeft nu ook de heer Insinger weder de omstandigheden niet geraadpleegd, waaronder dat schip is binnengebragt. Ziehier eenige nadere bijzonderheden omtrent liet binnenkomen vau genoemden bodemdie ik UEd. vrien delijk verzoek een plaatsje in uwe geachte Courant te gunnen. liet is waar wat de heer Insinger schrijftdat het hoog water wasdat de zee zeer hol stond in het gat en dat het schip even gestooten heeft, maar hij had er bij kunnen voegen dat de loods E. Boonmet eene 3üjarige ondervinding achter zich, met zulke hoogloopendezeeën nooit het schelpengat isbinnengekomen, en dat er op dien dag 5 palmen minder water stond dan bij gewoon volzee.Dit laatste gebeurt, hoewel zeldzaam, wel eens meer. Het is hier de plaats niet om de gegevens daarvoor te be spreken. Het schip is daarbijeen buitengewoon slechte stuurder, en op het oogenblik dat het achterschip even stootte, (waarschijnlijk doorliet slechte sturen vau het schip een weinig buiten het vaarwaarter geraakt) was er eene grondzee over gekomen zoodat er naar gissing wel 5 palmen water op het dek stond, tengevolge waarvan, op last van den kapitein, de poorten moesten geopend worden. Haar berekening stootte het schip, tengevolge der buitengewoon hooge zeeën, min stens 20 palmen door. Om het stooten aan den grond, in dit geval, nu als bewijs te laten dienen om de verzanding van het schelpengat te bewijzen, kan wel door den heer Insinger en onkundigen, maar door geen bevaren zeeman worden aangenomen. Kort na dien storm is hel Schelpengat naauwkeurig, door allezins bevoegde personen, onderzocht, eu geen de minste zweem van verzanding heeft men kunnen bespeuren. Dat onderzoek geschiedde door een mau, wiens dagelijksche ondervinding onzer Texelsche zeegaten 30 jaren telt, en aan wiens bekwaamheid en goede trouw door niet een zijner superieuren getwijfeld wordt. Ook bij het Departement van Marine is van die, door den heer Insinger zeer ten onregte besproken verzanding niets bekend. Dit is nog al •opmerkelijk. Verder spreekt de heer Insinger nog in zijne brochure over het schip Rato, dat gelijk met kapitein Lupke voor- gaats was. Datschip zou, volgens den heer Insinger, niet naar binnen hebben durven zeilen, en zou daardoor 10 dagen later binnengevallen zijn. Ziehier wat er van die zaak isHet schip is niet buiten gebleven om den waterstand, die vol doende is bij volzee, als men het vaarwater houdt en een schip heeft dat goed stuurt, maar omdat de Rato dien dag de lengte niet kon halen om bij dag vóór het Schelpengat te zijn; daardoor is do Rato door het aanhoudende storm weder weer benoorden Texel geraakt. Aan boord daarvan be land op zijn smalst varen dat men beproeven zal om eene diepte var» p. m. 10 zulk stormweder heeft als vond zich de kundige zeeloods J. J. Krijnen. Of de kapitein zeer ten onregte, te weinig vertrouwen in dien ervaren loods stelde en zijn raad niet opvolgdeis niet onmogelijk. Genoeg, dat het schip vroeger uitzee had kunnen zijn. liet schip is later door het Schelpengat met harde wind en hooge zee, met een diepgang van 63 palmenbinnen gebragt, zonder de min ste hinder gehad te hebben van den grond. De heer Insinger, en niemand vau het thans levend geslacht, zal het ooit zien dat er een schip door nol- zal, maar het is niet onmogelijk hoofden in zee te leggen op ellen, en wanneer men dan toen kapitein Lupke binnen viel, kau men er op rekenen dat de mond der nieuwe haven niet alleen niet bevaarbaar zou zijnmaar dat de gemaakte werken uit elkander zouden slaan. Er is geen enkele loods die onder zulke omstandigheden op die nieuwe haven zou durven afhouden. Schip en menschenleveus zouden er mede gemoeid zijn. Nieuwediej) Nov. 1862. POLITIEK OVERZIGT. In zake den Griekschen troon schijnt tegenover prins Alfred van Engeland geene enkele kans meer goed te staan. Daarom ware het mogelijk geweest, dat de mogendheden zich aan de omstandigheden onderwierpenwaanneer het Brit- sche hof de keuze der Grieken mogt aannemen. Maar Eraukrijk schijnt zich nog niet met de zaak te kunnen vereenigeneen tweede artikel van den Con- stit. beweert namelijk, dat de optreding van den prins als koning der Grieken de Engelsche politiek in het Oosten eene geheel nieuwe rigting aau geven, welke Erankrijk ge heel vrij zou maken in zijne verdere houding aldaar. Ook ltusland moet ernstige bezwaren tegen de caudidatuur van den Eng. prins hebben, 't Blijft echter altijd de vraag, of de geheele caudidatuur geen polieke manceuver is geweest, en of, gelijk nu het Koburgerblatt zegt, ecnc keuzo van prins Alfred niet, onder betuiging van erkentelijkheid jegens de Grieksche natie, op Windsor zal worden afgewezen. Uit Konstantinopel wordt vau den 22u berigt, dat de Porte aan de Grieksche regering een nota heeft gezonden houdende bezwaren over de demonstratiën der in die stad gevestigde Grieken, die door huune handelingen de rust in gevaar brengen. Tijdingen uit Athenea van den 22n melden, dat hetvoor- loopig bewind volkomene vrijheid van verkiezingen waar borgt, eu de ambtenaren, die zicli daarmede bemoeijen, met" ontslag bedreigt. Voorst verneemt men, dat zich eene oppositie tegen de regering vormt. De heer Cassiomedianiheeft te Turijn in de Kamer een telegram voorgelezen houdendedat 10Ü roovers in eene kleine Napolitaansehe stad gedrongen zijn en er groote wreedheden bedreven hebben. De min. Ratazzi voegde er bijdat de municipaleu overheden de medepligtigen der roovers waren eu afgezet zijn. Op voorstel van den min. heeft dc Kamer ecnc komui. benoemdom kennis tc nemen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1