klasse. Waarom niet in Nederland Waarom wel in Prui sische gewesten, onmiddelijk aan onze landpalen grenzende? In Nederland is daarvan bijna geen spoor te vinden. Kan men nu aannemen, dat een en ander het gevolg is van het verschil in landaardvan de bijzondere karaktertrekken der volkerenof wel mag men de oorzaak zoeken in onze handels wetgeving Wanneer ik de gegevens, die de statistiek omtrent de volkswelvaart in alle staten van Europa mededeeltraad pleeg dan ontdek ik in de meeste landen van Europa eeue aanzienlijke wolproductie. Van waar vindt men den naam van Nederland in die algemeene statistiek niet meer onder het artikel wol? Toch is de productie daarvan niet in ver band te brengen met luehtsgesteldheid of bodemgelijk met zijdeteelt het geval is? Eraukrijk brengt 60 millioenGroot- Brittanje 58 millioen, Oostenrijk 65 millioen, Pruisen ruim 19 millioen, Rusland 19 millioen, Polen IJ millioen, en België 1,350,000 kilo voort. Vanwaar dat men omtrent Nederland geene opgave vindt Wat de verwerking van het artikel betreftleest men dat, door het artikel wol in Frank rijk 371,000 arbeiders bezigheid en brood vinden, en dit nog slechts alleen aan het wasschen; 51,000 aan het spin nen; 300,000 aan het weven en 200,000 aan het verwen en appreteren. Er worden daar 90 a 95 millioen kilo's 'sjaars verwerkt'; de verkoopwaarde wordt op niet minder dan 225 millioen gulden geschat. Ik veroorloof mij slechts ééne vraag waaraan moet het worden toegeschrevendat de verwerking van wol in Nederlanddie in vroegere eeuwen aldaar zulk eene buitengewone hoogte had bereikt, tot een cijfer is ge daald, te laag om dat fabriekaat eene plaats te doen innemen in de werken, die aan de waardering der volks-welvaart in de sta ten van Europa opzettelijk gewijd zijn Is ons aandeel in het katoenverbruikom een ander voorbeeld aan te halen, in verhouding tot België in de laatste jaren een weinig toege nomen, in betrekking tot Groot-Brittanje is de verhouding onzer consumtie dier grondstof niet noemenswaard. Ik vraag wrederoin, waaraan het is toe te schrijven, dat wij in dezen tak van nijverheid geen gelijken tred met het buitenland houden? Met Engeland b. v., welks voetstappen in zake van handels-beweging Nederland zich sterk genoeg waant te mogen volgen? Wanneer ik eindelijk uwe aandacht op het ijzer vestig, de grondstof, die het levenselement van alle nijverheid mag genoemd worden, is het dan van zoo weinig beteekenis, dat wij in de beredeneerde beschrijvingen van onze handelsbe weging het feit vermeld zien, dat sedert 1857 de invoer van ijzer uit Groot-Brittanje naar ons land, jaarlijks is ver minderd. Onze economisten willen dit feit alleen verklaren met den achteruitgang van den scheepsbouw, zonder met een enkel woord te durven of te willen gewag maken van de ware oorzaak, die daarachter schuilt, namelijk de wijzigingen, ter kwader ure in onze handelswetgeving gebragt. Hoe vlugtig en oppervlakkig ik het onderwerp getracht heb met u te overziende slotsom van mijn betoog zal u duidelijk zijn. Gij erkent dat, ondanks den gunstigen indruk die eene oppervlakkige beschouwing van de handelsstatistiek omtrent de welvaart van ons volk moet verwekken, deze punten boven bedenking staante wetendat geene bron van volkswelstand minder kan gemist wordendan de nijver heid; dat de nijverheid in Nederland kwijnt; en dat de oorzaken niet zijn gelegen in het gemis aan grondstoffen, niet in de ongeschiktheid van bodem of volk voor de ont wikkeling van eeue krachtige eigene nijverheidmaar dat die oorzaken voornamelijk moeten gezocht worden in de mindere doelmatigheid onzer wetgeving. POLITIEK OVE1IZIGT. Be stemming voor de keuze eens konings van Grieken land is Vrijdag jl. begonnen en zal tien dagen duren. De Engelsche politieke bladen hebben in den beginne op alle mogelijke wijze geijverd voor de candidatuur van prins Alfreden na het zoover gebragt te hebben dat er geen twijfel meer bestaat aan de bereiking van het doeltrek ken zij de candidatuur weder inverschillende gronden aan voerende zelfs wordt beweerd dat de koningin van Engeland er zich ernstig tegen verzet. Niettegenstaande deze laat ste verklaringzal de keuze der meerderheid zeer waar schijnlijk op prins Alfred vallen, en dan zal liet blijken of die bladen door de regering zijn geïnspireerddan of zij slechts hunne eigene opinien hebben verkondigd. Als een staaltje hoe het in Pruisen gaat, leze men het volgende De Oslseezeiting meldt het volgende: Voor een paar weken vroeg een bejaard officier, die tot een hoogeren rang was bevorderd, audiëntie bij den koning, om hem voor die bevordering te danken. Terwijl hij zich op het paleis in het voorvertrek der audiëntie-zaal bevond, wachtende dat hij zou geroepen worden, kwamen achtereenvolgens twee in het zwart gekleede hoerendie hem de les voorlazen van hetgeen hij moest antwoorden, wanneer de koning hem mogt ondervra gen naar de stemming der bevolking, betreffende het huis der afgevaardigdende leger-orgauisatie enz. De officier be paalde zich met eene buiging te maken als dank voor de fraaije instructie. Toen hij echter eeue poos later tot den koning werd toegelaten en deze hem weldra vroeg: //Ho» is de stemming in uwe provincie?" antwoordde de officier kortweg: //Om U M. te dienen, ik weet het niet. Ik bemoei mij alleen met mijne dienst, en de politiek gaat mij niets aan". De koning glimlachte; en groette waarmede de audi ëntie was afgeloopen. WIETTTrSTIJDXlTÖEN. Helder, Nieuwediep Willemsoord, enz. 9 December 1862. Bij de heden te 's Hage plaats gehad hebbende aanbeste ding, van het maken van gebouwen, bergplaatsen, afraste ring, enz. op de terreinen van het spoor-station alhier en de halten te Anna Paulowna Polder en Schagen, was de minste inschrijver de heer A. Visser Pz., tegen de som van ƒ146,000. Bij de gister alhier gehouden aanbesteding van verseh rundvlecsch voor de Marine, is de laagste inschrijver ge weest de heer A. L. Leuw, tegen ƒ52.90 de 100 Ned. 'ffi. In ons vorig nommer hebben wij vermeld, dat aan het Postkantoor alhier, dagelijks de weerkundige waarnemingen, genomen op vier verschillende plaatsen van ons landzullen worden gepubliceerd. Wij kunnen er thans bijvoegen, dat ook aan het Raadhuis alhier hetzelfde geschiedt en dat tevens op nog meerdere punten, aan het Hoofd en de Binnenhaven deze bekendmaking voor het publiek in practijk zal worden gebragt. Het doel i hiervan is om de berigten van de vermoe delijke veranderingen in de weersgesteldheidmeer populair te maken niet alleenmaar den Zeeman en den Visscher in de gelegenheid te stellen, daarmede hun voordeel te kunnen doen. Wij vernemen dat het systeem dat hier gevolgd is, dat is vau Profr. Buis BallotDirecteur van het Konkl. Nederl. Meteorologisch Instituut te Utrecht. En wij raden belang hebbenden bijzonder aan, om zich eene brochure aan te schaffen door genoemden Profr. geschreven, getiteld: Eenige regelen voor aanslaande weersveranderingen in Nederland prijs ƒ1.80, uitgegeven bij de Boekhandelaars Kemink Zn. te Utrecht en ook nog een ander werkje dat door Profr. B. B. wordt aangeprezen getiteldEenige bijzonderheden over MeteorologieIer verklaring van weerkundige berigten enz. door den oud-gezagvoerder F. II. Klein. Prijs ƒ0.25, bij P. E. van Staden Zn. te 's Hage. Beide werkjes zijn ook bij alle Boekhandelaren verkrijgbaar. Wij hopen in de gelegenheid gesteld te worden op dit onderwerp later meer breedvoerig terug te komen. Zaturdag jl. is alhier een marinier overleden aan eene verwonding in de keelveroorzaakt door het inslikken van een sehelvischgraat. De keel werd geweldig opgezet waar door het spreken geheel belet en de ademhaling bemoeijelijkt werd. De ongelukkige heeft 8 dagen geleden en is een smartelijke dood gestorven. Wanneer hij eerder geneeskundige hulp had ingeroepen, ware hij mogelijk behouden gebleven. Vrijdag avond jl. werden twee manschappen vau de wacht dor mariniers, die de ronde maakte op 's Rijks werf alhier, door een op wacht staande zeesjouwer aangehouden, omreden zij in het bezit waren van een eind touw, dat zij op hunne ronde hadden opgedaan, en waarmede zij, naar het vermoeden van den zeesjouwer, geene eerlijke voornemens hadden. Laatstgenoemde heeft rapport gemaakt van zijne bevinding en beide mariniers zijn in verzekerde bewaring genomen. In de zitting der Tweede Kamer van 4 dezer is in gekomen: een verzoekschrift van C. Diepering en andere kooplieden en uitdragers alhier, betrekkelijk de onlangs in werking gestelde verordening op hun vak. Naar wij vernomen zal het detachement mariniers onder bevel van den kapitein W. G. Tuning, niet door een der oorlogsbodems, die eerstdaags van hier zullen ver trekken maar per particuliere scheepsgelegenheid naar West-Indië worden overgebragt. De Minister van Oorlog heeft ter kennis van het leger gebragt, eeue breede lijst van namen, van officieren die gemagtigd zijn om het cijfer aanwijzende het getal dienst jaren, als officier, en voorkomende in het vroeger aan hen uitgereikte onderscheidingstecken, thans te verwisselen. Op die lijst komen voorvan de officieren alhier in garnizoen De majoor C. G. A. van Gorkum, die gemagtigd is het cijfer van XXX in XXXV te verwisselen. De majoor

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 2