«geföer, RteutöeÖiep, IMfemsoorÖ, C115. BERIG T. \o. 162. T wecde Jaargang. 1862. fc- NIEDWE COURANT VAN DEN Verschijnt "WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 3 maanden1.30 Franco per post y «1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan denllitgever S. Gii.tjes. WOENSDAG De prijs der Advertentien van 14 regels i9 40 Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelrcgt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur, gelieve mende Advertentien intczendcn. Ingezonden stukken een dag vroeger. 17 DECEMBER. Zijdie zich met 1 Jauuarij op dit Blad abonnerenont vangen de nog in deze maand verschijnende nommers gratis- TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Op Vrijdag 12 December zijn de beraadslagingen over art. 1 van het wetsontwerpDoorgraving en verbetering der Rotterdamsche waterweg voortgezet. De heer Godefroi heeft de verschilleude redenenwelke ter bestrijding van bet plan zijn aangevoerd bestreden. Spr. doet daarbij o. a. uitkomen dat Amsterdam zelf zeer gunstig voor liet plan gestemd iswelke stad geacht mag worden hare eigene belangen wel op het oog te zullen hebbeu. Voorts betoogt spr. dat de stoomvaart wel degelijk en wel in de eerste plaats bij het plan in het oog moet ge houden worden; omdat die de zeevaart voor de toekomst is, terwijl het Noord-Hollandsch kanaal nimmer voor die vaart geschikt kan gemaakt wor den. Omtrent het nederleggen in de wet van dc verpligting voor den staat om liet werk uit te voeren daarover behoudt spr. zich voorzijn oordeel te doen kennen nadat de regering gesproken heeft. Dc heer Dullart zal zich bepalen bij het amend. van den heer v. Bossc. Spr. betoogt daaromtrent dat het werk bij concessie, alleen door ontwikke ling van groote energie zal kunnen tot stand komenen ziet in bedoeld amend. de strekking om de energie te dooden. Overigens doet spr. uitko men dat de aanneming van het amend. toch eigenlijk tot niets verbinden zou. Overigens meemt spr. dat de Regering het auiend. niet kan overnemen met het oog op liare houding tegenover den concessionaris. Werd het amend. aangenomen dan zou de Regering om diezelfde redende wet moeten intrekken. De heer v. Heiden Reincsteiu zal tegen art. 1 stemmen als het amend. niet wordt aangenomen omdat spr. is voor de uitvoering van Staatswege en omdat hij vertrouwen stelt in het advies bij deskundigen ingew onnen die het tegenwoordige plan onuitvoerbaar achten. In dat advies stelt spr. meer vertrouwen dan in de verzekering vau den concessionaris. De lieer van Goltstcin geeft als zijne overtuiging te kennen dat de uit voering bij concessie weinig kans heeft van slagen, maar dat de Staat nood wendig zal moeten optredenomreden de Regering de zaak zelve heeft goedgekeurd. En zoo zijn wij zegt Spreker op den rand van een afgrond geplaatstwaarin de diepte niet le peilen is. Honderd millioen en meer zijn bestemd geworden voor den aanleg van publieke werken en men heeft zich daarbij willen bepalen. Thans wil men eene onderneming aanvaarden waarmede 2030 ja 40 millioen zijn gemoeid. En dat doet men terwijl men de bronnen tracht te doen ophouden waaruit die millioenen moeten vloeijenZoo ooitmoet hier de Koning ccrbiediglijk verzocht worden het voorstel in nadere overweging te nemen want er heer sekt volslagen duisternis omtrent deze zaak en geen ingenieur zal het vaderschap over dit plan willen aanvaarden. De Regering zegtdat onzekerheid bij de des kundigen bestaatmaar dat wij ons naar die zaakkundigen moeten gedragen en daarom zeide dc Minister met de spade op den rug maar aan het werk Spreker kan den moed des Ministers niet bewonderen maar betreurt den overmoed. Jade Minister is verantwoordelijkgelijk hij zegtmaar voor de uitvoering van het werk is hij verantwoordelijk; bij het beramen en vaststellen van het werk echter is ook de "Wetgevende Magt verantwoorde lijk en kan zijne verantwoording niet op de Regering overdragen. Zij moet met volle kennis van zaken beslissen en die kennis ontbreekt. Men ver beelde zich echter voor een oogenblik dat liet kanaal tot stand zal komen dat de millioenen met cenig resultaat zullen kunnen worden aangewend en de elementen ons niet zullen overwinnen. Men ouderstclle dat het kanaal aanwezig is. Is dan het voorgestelde doel bereikt Spr. ontkent het. Het doel is om de stoomvaartlangs den korsten weg op Engeland te verzeke ren en daardoor met Rotterdam te kunnen wedijveren. Dat doel zal niet bereikt worden want Rotterdam zal eene vrije een open rivier hebben. Hier echter zal men een gesloten kanaal hebben met sluizen waarop men stuitterwijl men kanaal- en havengelden moet betalen. Mededinging is dus niet mogelijk. Maar is er dan zooveel aandrangis er zooveel spoed noodig dat men de zaak niet behoorlijk kan onderzoeken? Ook dat ontkent Spr.Amsterdam wordt door een kanaal aan het Nieuwediep verbonden en de toegang daartoe is behoorlijk verzekerdhet Schelpengat is diep genoeg voor de schepen. Die toegang is verre verkieslijk boven den toegang van het geprojecteerde kanaalterwijl Amsterdam door een spoorweg op nieuw met liet Nieuwediep zal worden verbonden. Men kan dus vooraf onderzoe ken voordat men een besluit neemt. Dal besluit zal afhangen van de vraag of het kanaal inderdaad behoorlijk tot stand kan worden gebragt en of het verdient dat daaraan zooveel kosten worden besteed. Of komt het hier ook aan op de vraagOf het Ministerie moet ondersteund worden Maakt men er eene politieke kwestie van Spr. hoopt dat de Regering deze ou derstelling met verontwaardiging van zich zal werpen. De heer van Diggelen treedt in eenige beschouw iugen ten betooge dat deze geheele zaak meer is besproken dan doordacht, lo. betwist hij dat de prijs der aan te winnen bunders land zou zijn ƒ1200 ii ƒ1800, hij stelt dien prijs hoogstens op 700 a 800 gulden. 2o. wijst hij op de verdere misrekeningen die gemaakt zijn bij de raming van uitgaven. Sp. meent o. a. dat alle grondslag voor de raming van ƒ200,000 voor het jaarlijksch onder houd ontbreekt. Bovendien kunnen zoovele evenementen dc uitgave van ton nen schats in korten tijd noodig maken. Daarbij heeft men ook niet gelet op de kosten, die noodig zullen zijn voor de middelen van uitwateringdie evenwel in het ontwerp zijn opgenomen. Ook de kosten voor de afsluiting van het Pampus zijn te laag begroothetgeen Sp. bewijst uit eene prijsvraag, reeds onder de regering van Koning Willem I uitgeschreveu. Men heelt dus het finantiëele plan slecht berekend en wat dan ook dc heer de Meester moge zeggen van de ingenomendheid der schipperij op de Zuiderzee blijft hij volhouden dat dc schipperij groote nadeelca van de afsluiting van liet IJ zou ondervinden. Spr. merkt hier verder op dat groote zorg aan dc buiteuwerken zal moeten worden besteeden dit niet zoo oppervlakkig moet worden opgenomen. Hij constateert verder dat hij, deze zaak besprekende, voor een Nederlandsch belang spreektdat is de vaart voor groote schepen. En nu i3 daarvoor toch in dc eerste plaats een hoogc waterspiegel noodig. Daarentegen begint men dieu waterspiegel met 5 palm te verlagen. Dit is niet geringgelijk dc Spr. aantoont. Dit zijn daadzaken die ieder een kan begrijpen. En nu komt onder het bedrag van onderhoud niets voor van dc kosten welke die verlaging kunnen na zich slepen. Toch zijn dit sommen van veel belang. Er zijn nog meerdere posten vergeten en daaruit blijkt hoe oppervlakkig het geheele project gemaakt is; onder anderen is ook dc post voor risico vergeten. Bij het geheele groote werk is daarvoor slechts een zeer miuiem bedrag uitgetrokken. Eu nu zal een man die in zcewerken ervaren is zien dat die post nog geen 20 pCt. bedraagt van hetgeen men bij dergelijke werken voor risico moet ramen. Spr. meent door een en ander aangetoond te hebben dat de zaak niet genoegzaam is doordacht. Een ander bezwaar dat dc Spr. uit een technisch oogpunt ontwikkelt is dat het kanaal door het Y naar de duinendc noodige breedte zal missen voor de schepen omdat het kanaal zal worden aangelegd op veel te kleino schaal. Spr. komt daarna tot de aan te leggen haven. Aannemende dat die haven daar is, moet zij worden uitgebaggerd op de Noordzeekust tot ceno diepte van 8 a 10 el. Intussclien zal men met dat baggeren niet kunnen volstaan, want gesteld dat dc golfslag zoo laag niet komtdan bestaat ook nog de stroomschuring. Spr. is dus overtuigd dat hier aanleiding zal bestaan tot verzanding, dat daartegen baggering op den duur niet bestand zal zijn. Het eenige middel oiu hierin te voorzien zou zijn spuijing. De ruimte die men echter hier tot spuijing zou noodig hebben wordt dc eigendom van den conces sionaris om te bedijken waarvoor men dan later gerust weder op eene uitgave van 3 millioen kan rekenen. Spreker wordt niet geleid door oppo sitie-zucht want in den regel is hij geneigd liberale miuisterien te onder steunen. Hij hoopt nietdat het politieke vraagstuk in deze discussie zal worden gemengd, want dan zou de strijd in zijn binnenste zeer moeijelijk worden. Dc hr. Poortman is op dezelfde gronden als dc hr. Dullert tegen liet amend. van den hr. v. Bossc, en noemt het onaannemelijk voor beide partijen. Spr. ver klaart vóór het ontwerp gestemd te zijn teneinde daardoor eene eerste schrede te doen op den weg om vau Amsterdam eene wereldstad te maken. De hr. v. Voorthuijsen verklaart dat hij thans meer dan voor een paar dagen geneigd is om het ontwerp aan te nemen. Maar spr. zegt dat er nog vele bezwa ren zijn van technischen aard, en aangezien die bij hem zwaar wegen, zag hij ze gaarne opgelost. De heer van Diggelen licht nog eenige punten betreffende het spuijen toe. De heer Cool bestrijdt sommige argumenten der heereu van Foreest en van Diggelenen betoogt dat door eene afdamming van het IJ, Amsterdam met Rotterdam in concurrentie zal kunnen treden. Hij toont verder aan in strijd met de bewering des hecren van Goltstcindat de zaak wel dege lijk doordacht en het plan rijp voor uitvoering is. De heer Blussc beantwoordt den lieer Godefroi en betwist dien heer dat spr. zou gedreven worden door naijver jegens Rotterdam, zoo concurrentie tusschcn de beide koopsteden dc eenige reden der wet ware, en niet het Nederlandscli belang, dan kon men de wet gerust afstemmen. Spr. toont verder aan dat het Nieuwediep eene voldoende haven isdaar de groote schepen met 7 ellen diepgang kunnen binnen vallen; dat de nieuwe haven slechter eu

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1862 | | pagina 1