M 165.
Tweede Jaargang.
1862.
V
JjefÖer, JTieutoeÖiep, WiffemsoorD, enj.
ZATURDAG
20 DECEMBER.
(INGEZONDEN.)
NIEUWE COURANT
VAX DEX
Verschijnt "WOENSDAG en ZATERDAG.
Abonnementsprijs voor 8 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Wen abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan denUitgeverS. Gii.tjks.
De prijs der Advertentikn van 14 regels is 4
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zegelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur, gelieve mende Advcrtentien intezenden.
Ingezonden stukken een dag vroeger.
Op weinige plaatsen van ons land is liet van zooveel
belang als hier, om met eenige waarschijnlijkheid iets van
het weder te kunnen voorspellen. Want niet alleen de
zeeman, die wacht op den oostewind, maar ook zijne fa
miliebetrekkingen zelfs allen wier bedrijf meer of minder
met de scheepvaart in betrekking staat, hebben bij het
aanstaande weder een wezenlijk belang. Vooral is het voor
onze zeevarendenbelangrijk te weten of er gevaar isdat
zij, welligt met schoon weder uitgezeild, reeds spoedig door
een aankomenden storm op onze kusten worden teruggeworpen.
Indien men zoo iets had kunnen voorziendan zou geen
voorzigtig gezagvoerder, hoe voortvarend anders, de veilige
haven verlaten hebben.
Voor de kennis van het weder (Meteorologie) hebben zich
in de laatste jaren dan ook velen zeer veel moeite gegeven.
Men heeft naauwkeurige en goed geregelde waarnemingen
gedaan, niet slechts hier, door den heer C. van der Sterr,
maar nagenoeg evenzoo te Groningen, Utrecht, Vlissingen
en Maastrichtmen heeft dat alles jaren lang te boek ge
steld en zoo kou men dus een overzigt krijgen van de
weersverschijnselen, over eene groote uitgestrektheid en over
een geruimen tijd.
De Hoogleeraar Buys Ballot, Hoofd-directeur van het
Meteorologisch Instituut te Utrecht, heeft het eerst mede
gedeeld dat uit die tabellen van waarnemingen een
paar hoogst belangrijke gevolgtrekkingen te maken zijn.
De Hooge Regering heeft toen in Mei 1860 den Rijks-te-
legraaf dienstbaar gesteld voor het overseinen van de da-
gelijksche gelijktijdige waarnemingen naar de voornaamste
zeeplaatsen, en bepaald, dat die aldaar in het havenregister
zouden worden ingeschreven, ten gerieve van hen, die zulks
mogten verlangen te weten.
Door de zorg van het Plaatselijk Bestuur worden
nu die waarnemingen op vier plaatsen in de Gemeente
zoo spoedig mogelijk ter algemeene kennisse gebragt,
cu het is daarom niet ongepast, om een paar regels voor
het herkennen van aanstaande windrigling en slorm langs
dezen weg meer algemeen bekend te maken.
Voor eene volledige uiteenzetting en verklaring is het
hier echter de plaats niet, en wij verwijzen daarvoor naar de
boekwerkjes in de onderstaande noot genoemd, waarvan
toch het eerste in veler handen is.
Tot een juist begrip van die weerkundige opgaven is
het noodig te weten, dat de barometer voor iedere plaats
eene gemiddelde hoogte heeft, die weder naar de verschil
lende tijden des jaars eenigzins wordt gewijzigd. Deze ge
middelde hoogte noemt men de normale hoogte, en nu
heeft men opgemerkt dat het weder in betrekking staat tot
de afwijkingen van dien normalen stand op verschillende
plaatsen. Omdat echter de wezenlijke stand nu ouder en
Volks-Almanak voor 1859 uitgegeven door de Maatschappij „tot
Nut vau 't Algemeen;" hl. 50 tot 61.
Brrs Iïam.ot. Eenige regelen voor aanslaande weersveranderingen in
Nederland, voornamelijk in verband met de dagelijkschc telegraphischo seinen.
Utrecht. 1860*
F. H. Ki.eix. Verklaring van de tclcgraphische meteorologische seinen,
's Ilagc hij F. van Stadcn pr. ƒ0.25.
dan hoven de normaal is en dat dit ligt verwarring kan
veroorzaken bij het overseinen en overschrijven, voegt men
bij de afwijking altijd 50 strepen hij; voor 19 Decem
ber bijv. leest men in die opgaven IIeldeii 36.46, het
geen dus beteekent13.54 strepen beneden den gemiddelden
of normalen stand. Staan dus in de 2e kolom voor
de barometer-afwijking de getallen boven 50dan staat
de barometer op die plaatsen zooveel te hpog. In dit
geval regent het zeldzaam en dan nog meestal zeer weinig,
ook is de wind dan in het algemeen gematigd. Zijn de
getallen voor de barometer-afwijking echter lager dan 50
dan is de stand ook zooveel te laag, men heeft dan kans
,sm regen te krijgen, te meer hoe lager de stand is; ook
is de wind dan gewoonlijk sterker, vooral wanneer de daling
snel heeft plaats gehad.
Doorgaans heeft men bij eene langzame rijzing schoon,
bestendig weder te wachten; snelle rijzing geeft dikwijls
onbestendig weder.
De bovenstaande regelen waren echter reeds lang bekend
en kunnen vooral nuttig zijn voor personendie een baro
meter of weerglas bezitten en dus meermalen daags kunnen
acht geven op de rijzing en daling van de kwikkolom.
Uit de gelijktijdige waarnemingen op verschillende plaat
sen, die nagenoeg op de vier uithoeken van ons land gelegen
zijn, en die ons kort daarna, door den telegraaf bekeud
worden gemaakt, kan men met veel waarschijnlijkheid deze
gevolgtrekkingen maken, die bijna woordelijk aan den
Hoogleeraar Boys Ballot zeiven ontleend zijn.
Indien in het Noorden des Rijks de barometer hooger
staat dan in het Zuidenzal de wind eene O in zijn naam
voeren (dat is: Oostelijk zijn) bijna zonder uitzondering. Is
het eens eene enkele maal anders, dan slaat de wind waar
schijnlijk tot storm over. Een verschil van 4, 5 of 6 stre
pen duidt wel eene sterke en langdurige Oostewind aan
maar voor storm is dan geen gevaar.
Indien in het Zuiden des Rijks de Barometer hooger staat
dan in het noordon zal de wind eene W in zijn naam voeren
(dat is: Westelijk zijn), insgelijks bijna zonder uitzondering;
is en blijft de wind dan toch Oostelijk, zoo komt er goed
weder.
Indien bet verschil in barometer-stand van Maastricht of
Vlissingen, boven Groningen of den Helder meeii dan vier
Ned. strepen bedraagt, dan is er gevaar voor een Westelij
ken storm;en bijna nooit komt een storm voor, zonder
dat zulk een verschil voorafgaat.
In de jaren 1857, 1858 en 1859 bedroeg dat verschil
121 malen meer dan vier strepen, 48 maal klom de wind
daarop nog denzelfden dag tot boven de 30 ffi op de vier
kante Ned. el; daarbij komt nog dat soms de wind, eerst
den tweeden of derden dag na zulk verschil en terwijl dit
voortduurt, die kracht erlangt; te spoedig dus, dan dat
schepen, die den storm te gemoet gaan, de volle zee kun-