tot de daarstelling van eeue poets- en builmachiuete ver- leenenonder zoodanige bepalingen dat de rigtige inning van de plaatselijke belasting niet worde belemmerd. 10). Mecledeeling van ingekomen stukken. a. Dat in kas is ƒ59,015.31overeenkomstig de boeken en schrifturen, die in orde zijn bevonden ten kantore van den ontvanger. b. Goedkeuring van Z. M. den Koning der verlenging voor den tijd van drie jaren van de concessie tot het houden der bank van leening. c. Goedkeuring van Ged. Staten der gemeente rekening over 1862. (7. Goedkeuring van Ged. Staten tot den aankoop van een huis tot brugwachterswoningaan de Westgracht. e. Dat B. en W. voorstellen om op het in. de vorige ver gadering ingediend rekest tot bestrating van de Achter Bin nenhaven, te antwoorden dat de middelen niet toelaten om daartoe over te gaanen bij gevolg de uitvoering zoo lang uitstellenwordt goedgevonden. Dat B. en W. voorstellen, om even als gepasseerde jaar, het handgeld voor de vrijwilligers voor de Nationale Militie te bepalen om 60.wordt aangenomen. g. Eene wijziging door de plaatselijke School-Commissie ingesteld op de uitdeeling van prijzen in de openbare scholen. h. Dat de vroeger bepaalde tijd bij de indieiiststelling van den opzigter Herlaar verstreken isdat op verzoek van den Bouwmeester voorgesteld wordtdien tijd met twee maanden te verlengen. De heer Bakker zegt, van oordeel te zijn, dat wanneer de opzigter in dienst wordt gehouden, twee maanden te kort is. De heer Beeringh stelt voor om de tijdsbepaling over te laten aan B. en W.in overleg met de onderhouds-commissie. Daartoe wordt besloten. De Voorzitter stelt namens het Dagelijksch Bestuur voor om zich tot den Minister van Binnenlaudsche zaken te wen den in zake de spoorwegbrug, ten einde zekerheid te beko men of het vroeger door de gemeente gedaan aanbod niet wordt aangenomen en de gemeente alzoo de vrije beschikking weder erlange over de ter dispositie van het rijk gestelde ƒ30.000. Spreker vraagt het gevoelen der leden oin daartoe eene commissie te benoemen ten einde ook andere met de spoor in verband staande zaken te kunnen bespreken. De heer Bakker gelooft dat eene commissie in deze niet noodig isen wenschte daarmede te wachten tot laterten einde dan tevens te verzoeken om de brug van de spoor te mogen gebruiken. De heer Zurmühlen is van gevoelendat het aanbod van ƒ30.000 reeds vervallen is. De heer Graat zegt dat de zaakoppervlakkig beschouwd zeer eenvoudig is en daarom van meening is dat ze bij mis sive moet behandeld worden; het is alleen de vraag, of de gemeente over die gelden mag beschikken. Dienovereenkom stig wordt besloten. De Voorzitter herinnert dat in eene vorige vergadering het plan van bebouwing in den Polder en aankoop van een ge deelte grond aldaaris goedgekeurden vraagt thans mag- tiging van den Kaad tot verdere onderhandeling over nog eenige kleine stukjes gronden tot opmaking van een contract; alles onder voorbehoud van latere goedkeuring aan den Baad. Op de gewone rondvraag vraagt en bekomt de heer Stroot- man het woord. Spreker is van gevoelen en heeft bij onder vinding, dat de schouwing der schoorsteenen in deze gemeente, om geen harde uitdrukking te bezigenwat al te ligtvaardig geschiedt, en verzoekt den Voorzitter, de brandmeesters die met de schouwing zijn belast, het op het hart te willen druk ken om geen onderscheid van personen te maken en overal naauwkeurig toe te zien. De Voorzitter geeft de verzekering daaraan te zullen voldoen. De vergadering wordt gesloten. POLITIEK OVERZIGT. Alle mogendheden zitten thans met de Sleeswijk-Hol- steiusche zaak eenigzins verlegen; Rusland en Frankrijk houden zich zooveel doenlijk op den achtergrond en Enge land is bevreesd te ver zich in zijne Deensche sympathie» te laten medeslepen. Men zegt, dat koningin Louisa van Denemarken in een dringend schrijven aan hare dochter, prinses Alexandra, gemalin van den prins van Wallis, de Deensche belangen en die van hare familie heeft aanbevolen. De laatste berigten uit Kopenhagen teekenen den toestand intusschen iets meer den vrede gunstig. Aan de Coburgsche Zeitg. wordt uit Weenen getelegrapheerd Tusschen Oostenrijk en Pruisen is hoofdzakelijk het volgende overeengekomen: Beiden hebben zich plegtig verbonden tot de definitieve regeling der Sleeswijk-Holsteinsche kwestie vereenigd te blijven; zij doen gemeenschappelijke stappen zoowel bij den bond als elders, en houden staande dat het hun even als den bond slechts op grond der overeenkomsten van 1851 en 1852 vergund is in de Sleeswijk-Holsteinsche kwrestie te intervenieren. Mogt de bond aau hertog Frederik de regering opdragen en de hertog hulp van den bond vragen, dan zullen Oosteurijk en Pruisen onder geenerlei omstandig heden volgen en de bevoegdheid van den bond met kracht betwisten. Bij de discussie» die te Turijn over het handels-traetaat met Frankrijk plaats hadden, besprak de president het vraag stuk van'een fhiantiëel standpunt en constateerde, dat dit tractaat bestemd is om de banden tusschen Frankrijk en Italië te versterken. Hij nam deze gelegenheid te baat om de verontwaardiging des lands over de poging tot moord op keizer Napoleon uitte drukken, en eindigde aldus: Italië veroordeelt des te meer deze misdaden, omdat het eeue levendige dankbaarheid gevoelt ten opzigte van den Keizer. Deze woorden werden met levendige toejuichingen begroet. Uit Napels wordt gemeld, dat Garibaldi opentlijk aan zijne kiezers heeft verklaard, dat hij zich met het tegen woordig regeringsstelsel niet kan vereenigen en de houding der regering en der meerderheid in de kamer in de Sicili- aansche kwestie ten sterkste afkeurt. Aan het slot van dit schrijven verklaart hij aan zijne kiezers dat zij hem overal waar het de bevrijding van Rome en Venetie geldtkunnen wedervinden. Te Napels wendt de regering alles aan om hare oor logzuchtige plannen te verbergen. Terwijl vroeger in mi litaire kringen opentlijk over de krijgstoerustingen gesproken werd, worden deze thans wederlegd. De feiten spreken echter duidelijker dan de démentis. Het vierdejaar van den Ainerikaanschen oorlog is begonnen. Men doet opmerken, dat deze krijg tot dusverre alleen de vrijverklaring van honderdduizend negers, op een cijfer van vier millioenheeft bewerkt; maar dat deze uitkomst niet is verkregendan door millioenen en millioenen schats en meer dan 300,000 in of ten gevolge van den strijd ge- dooden, dat is ten koste van drie menschenlevens voor eiken vrijgemaakte» neger. Gold het geen groot humauiteits- begiusel, het verkregen resultaat zou al zeer luttel beteekenen. Men meldt uit Warschau: Onze toestand wordt steeds ondragelijker. Het getal dergenen, die zonder voldoenden grond verbannen wieden, is zoo groot, en de vervolging treft thans zulke hooggeplaatste ambtenaren, dat Warschau, wanneer het zoo voortgaat, weldra eene woestijn en eene reusachtige kazerne zal worden. Men heeft geen voorwend sel noodig om iemand te grijpen en naar Siberie te trans porteren. Het eenige doel schijnt te zijn, om zooveel bur gers als men maar met mogelijkheid kan vattennaar Siberie over te brengen. Daar generaal Berg ziet, dat het hem niet lukkeu wil de Nationale regering te ontdekken, laat hij links en regts, de burgers in massa opligten en weg voeren in de hoop dat hij door het toeval zal bereiken wat hij door andere middelen niet vermag. In Eugelsch-Indië ziet men vreemde dingen te gemoet. Overal in de zuidelijke provinciën leeft het volk in verwachting van de aankomst van een inlandschen koning en de verdrijving der Engelschen in het jaar 1865. Eene geschrevene profetie gaat van dorp tot dorp, en elk afschrift daarvan wordt als een document van goddelijken oorsprong begroet. Uit Japan is bij de Londensche Times het berigt ontvangen dat, na langdurig beraad, gedurende meer dan drie dagen, de agenten van prins Satsuma zijn overeenge komen onmiddelijk de door de Engelschen verlangde schade loosstelling te gevenen schriftelijk hebben beloofd naauw keurig dc moordenaars van den heer Richardson op te sporen en henbij ontdekking dc doodstraf te doen ondergaan in tegenwoordigheid van een of meerdere Britsche officieren. If I E TT W S T II r> 11T C- 3 IT. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 15 Januarij 1S64. De heeren van Ollefenen Haspels hebben gedurende deze winter zeer lang op zich laten wachtendat zij door zeer velen met groot verlangen gewacht werdengetuigde de buitengewone talrijke opkomst op gisteren avondbij de eerste voorstelling van dat gezelschapin het lokaal gegeven. Eu moge de Directie te vreden zijnover een zoo tal rijke bezoek, ook hel publiek gaf door een herhaald ap- plaudissement de sprekenste bewijzenmede voldaan te zijn over de verdienstelijke opvoeringen van het tooneelspel de Giftmengster en de vrolijke vaudeville onder den titel Neef en Nicht in één Persoon. Vooral de dames Korlaar Sablairolles en Gijswijt; en de heeren D. van Ollefen en Korlaar, mogten door hun uitmuntend spel eene uitbun dige lof inoogsten. Ook de overige personen kweten zich zeer loffelijk van hunne taak. Ongeveer 50 Indische militaire die wegens' volbragten diensttijd of ligchaamsgebreken alhier gerepatrieerd zijn en te Harderwijk uit de dienst worden ontslageuzijn gisteren morgen van hier over land derwaarts vertrokken, onder geleide van den luitenant Sachse en eenige onderofficieren Van die lieden die meer op een bandelooze troep gelijken dan op gediciplineerde militairen, vreezen wij dat de dorp bewoners alwaar ze ingekwartierd zullen wordenzeer veel

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 2