™DE NAAMLOOZE ZANGER. ITIETTWSTIJDIITC'ISIT. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 9 Februarij 1S64. Zondag avond jl. woonden wij met genoegen de uitvoering bij, van het concert-gezelschap Cecilia, in het lokaal Tivoli alhier. Dit gezelschap gaf weder de schoonste blijken, dat de ijverige en onvermoeide pogingen van zijnen Directeur niet te vergeefs worden aangewendmaar op waardigen prijs wor den gesteld, en beloond met eene ijverige studie, waarvan wij thans weder de heerlijkste resultaten mogten bewonderen. Wij brengen onzen dank aan de dames B. en O. voor de schoone uitvoering van No. 2 van het progr. «Mein LieV Duet voor Sopraan en Alt van Kuchenmaar nog maals in het bijzonder aan mejufvr. B. voor hare welwillend heid om ons bij herhaling op de welluidendste solo's te vergastenreeds weder in No. 4 zong zij het »In den Vreemdevan Verhulst, met eene zuiverheid die ons ver rukte en daarna weder verschillende solo's in de meesterlijke Hymne van J. H. Bekkerdie dan ook in al hire onder- deelen door het gezelschap op eene meesterlijke wijze werd uitgevoerd, ook de overige nommers zijn dezen avond weder zeer goed geslaagd. Eere zij Cecilia. De afloop der op gisteren avond door den ontvanger der Registratie en Domeinen gehouden verkooping is als volgtHet wrak van het Britsche Brikschip «Prince AlkerC met gedeeltelijke lading en inventaris f585.Kooper, de heer P. Boon De geborgen inventaris en ongeveer 2270 muddetf steen kolen in kavelingen, aan diverse koopers. Tn publieke veiling, alhier gehouden op gisteren avond ten overstaan van den notaris W. J. Hidde Bokheeft het perceel hooiland, gelegen op het eiland Texel in den polder Iioorn, groot 2 bunders 88 roeden en 40 ellen, opgebragt f1645.Gekocht door mejufv. de wed. J. Daalder. Z. M. heeft a. aan den luit. t/z. 1° kl. J. J. de Hart toegekend den eeresabel met het opschrift: "Koninklijk eere- blijk voor betoonde dapperheid;" en l. bepaald, dat bij af zonderlijke dagorders, zoo in Nederland als in Ned.-lndie, eervol zullen norden vermeld: de luit. t/z. 2e kl. D. G. E. Wolterbeek Muller, A. J. Thurkow en P. Wittop Koning; de adelborsten le kl.W. C. A. Ziegenhirt von Rosenthal en H. de Jongh; de schipper J. de Vogel; de bootsman H. Hendriks; de hofmeester J. de Wringer de matrozen le kl. J. H. A. Moleuschot en A. van der Waalde ma troos 2e kl. IC. van Beek; de matroos 3e kl. J. H. Wurtz; en de machinist le kl. G. Phillipse; -allen aan boord van de Medusa, ter hunner bc-looning, dewijl zij zich bij een gevecht op 11 Julij 1863 tusschen genoemden bodem en de landbatterijen in de straat Siinonoseki (Japan) hebben onderscheiden. -In de vorige week had te 's Hage de vergadering van 't koul. instituut van ingenieurs plaats en zijn voor behandeling o. a. ingekomen, mededeelingen van den heer Boelen over zwaarte- en dikte bepaling van koper voor seheeps- bekleeding, van den heer v. d. Hoeven over duifsteen van den Rijn, van den heer van Kerkwijk over verschijnselen bij telegraafdradenvan den heer Stieltjes over spoorweg ontwerpen op Java, van den heer Vermeijs over een bascule- brug te Utrecht, van den heer Mirandolle monsters van gecreosoteerd houten van den heer van der Ster waarne mingen aan den Ilelder. Z. M. heeft tot burgemeester der gemeente Alkmaar herbenoemd den heer A. Maclame Pont. - Yolgens uit Japan ontvangen particuliere brievenzal wederom een Japansch gezantschap de reis naar Europa ondernemenen onder anderen Nederland bezoekenmaar ditinaaal op eigen kosten reizenen niet ten kosten der rijken welke het de eer van een bezoek zal gunnen. Den 3 Febr. jl. is te Delft overleden de heer P. J. ICipp een man, die op het gebied der chemische en natuur-weten- schappen een grooten naam had, vraagbaak van vele ouzer geleerdeneerelid van onderscheidene genootschappenen wiens bescheidenheid aan zijne geleerdheid gelijk, eenmaal de eervolle ouderscheiding der aanbieding van een leerstoel voor de geologie aan de Delftsehe akademie afwees. De. wetenschap verliest in hem een gotronw, een kundig beoefenaar. Men berigt van Rome, dat aldaar meer dnn 23000 frs. aan bankbiljetten en eene nog grootere som in goudgeld uit de kas der spoorwegmaatschappij gestolen is. 3|n0E5onbcn ^tuiilicn. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders. Mijnheer de Redacteur "Wees zoo goed in uw geacht blad een plaatsje in te rui men voor het onderstaande Met ^stelling en genoegen heb ik in 1863 ontwaard dat de Kamer vau Koophandel en Fabrieken alhier, als het ware uit den dommel ontwaakt is. In Januarij van dat jaar toch zag ik in een krachtig verzoekschrift aan de Eerste Kamer der Staten Generaal, hoedanig zij met flinke uiteen gezette gronden, de doorgraving van Holland op zijn Smalst bestreed; en hoewel geen direct gunstigen uitslag aan dat verzoek ten deel viel, mag men veilig veronderstellen dat deze Kamer door dat verzoek, haar aandeel heeft in de be kende tegenkantingen die den waterweg van Holland op zijn Smalst, tot dusverre ondervonden heeft. U, Mijnheer de Redacteur! nam destijds in uw blad het verzoekschrift op en zoo ware het te wenschen dat de han delingen der Kamer meer door uw orgaan bekend werden. Immers verneem ik heden weder dat er door dezelve Kamer eenige maanden geleden een gemotiveerd adres is ingezonden aan Z. E. den Commissaris des Konings in deze Provincie, tot vrijmaking der Binnenhaven, welke haven voordegroote scheepvaart te dikwijls gesloten is door de massa Ballast- schuitenLigtersSleep- en Passagiersbooten die er niet in be- hooren en waardoor de schepende bron-ader van de wel vaart dezer plaats, genoodzaakt worden naar Amsterdam of andere plaatsen in het Groot N. H. Kanaal te verzeilen; men bragt mij dit onder het oog op eene onlangs gehoudene verkooping van hallastschepen waardoor eene 3de ballast- compagnie in het leven werd geroepen, die alweder ligters aanschaft en waardoor de Binnenhaven in het einde, alleen voor zoodanige vaartuigen een ligplaats zal aanbiedendoch ook dit moet de Kamer voorzien, en als argument aangevoerd hebben ter bestemming dezer Havenuitsluitendvoor de groote scheepvaart. Verlangend zie ik uit naar den uitslag van deze poging die, gunstig bekroond wordende, niet weinig zal bijdragen tot de welvaart van deze gemeente. Nog verneem ik ter zijde dat bij meerdere zaken de Kamer o. a. aanmerkelijke gunstige wijzigingen heeft voorgesteld, betreffende eene stoom- bootdienst voor passagiers en goederen, van Harlingen naar hier vice versa, zoo, wat billijker passage gelden als wel geringer vracht voor goederen aanbelangd, enz. Dit laatste moet in het bijzonder ook door de Plaatselijke Regering alhier met goedkeuring aangemerkt zijn. Een en ander noopt mij echter u te vragen Mijnheer de Redacteur! of er voortaan geene mogelijkheid zou bestaan, de handelin gen dezer Kamer, nu zij in liet afgeloopen jaar ontwaakt is, als die van het Gemeente-Bestuur in het vervolg in uw blad op te nemen; het publiek kan dan met grond oordeelen over hetgene dezeKamer doet en werkt X. Naar 't Iloogduitsch, door Yekual Jk. In eene helder verlichte turnzaal, zaten op zekeren avond aan de theetafel, de baron van Hochau met zijne gemalin en zijne oudste dochter Amantia. De vele lichten vonkelden en zegepraalden over liet schemerlicht van den verdwijnenden dag, die van daar buiten nog weemoedig met eenige gouden tranen de bloemen kustedie aan de westzijde der zaal met veel zorg gekweekt werden. Amantia's oogen waren aan dezen afscheidsblik van den dag gerigt, terwijl die harer moeder op een borduurwerk ge vestigd waren, dat onbewegelijk in de schoone handen harer dochter rustte. De baron Tas luide in eene Italiaansche reis beschrijving, en bespeurde geenszins, dat zijne dochter en zijne gemalin zeer weinig, of in 't geheel niet luisterden. Nadat de eerste lang genoeg naar een en dezelfde rigting gezien had, en nu het edel gevormde hoofd zijdelings wendde, de donkere lokken van het witte voorhoofd streek en met hare schoone oogen den blik der moeder ontmoette, toen schudde deze ernstig het hoofd en maakte een gebaar naar het bor duurwerk en den voorlezenden vader. Amantia nam onver schillig het borduurwerk opprobeerde eenige steken en legde het daarna zwijgend ter zijdeterwijl zij opstond en met lang- zamen tred door de zaal begon te wandelen. «Gij moet liever borduren en naar uwen vader luisteren", zeide de barones tamelijk luide. «Ik kan niet", hernam Amantia en ging met hare kamerwandeling voort. De barones zweeg eenige oogenblikkendaarna echter wendde zij zich tot haren echtgenoot met de woorden«Beveel uwe dochter dat zij aandachtiger zijanders stoort ze mij ook in 't luisteren". "Amantia!" sprak de baron en zag van zijn boek naar de langzaam wandelende gedaante. "Roept ge mij vader zeide zij en stond stil. "Plaats u aan mijne zijde," sprak de baron «en vertel mij eens wat ik heb voorgelezen." "Ik heb niets gehoord!" zeide zij zachtjes, «mijne gedachten waren in Italië." "En ik ben juist bezig over Italië te lezen«hernam de ba ron. «Ge had vergelijkingen kunnen maken tusschen deze geestige beschrijving vol natuur en waarheid en dat, wat gij gezien hebt." «Ik houdt van geene vergelijkingen," hervatte Amantia, «omdat het gevoel gewoonlijk spoedig en zeer juist beslist, alvorens liet verstand tot een resultaat zijner overdenkingen gekomen is. Enacbhet hoogste is immers voor vergelij kingen niet vatbaar en ik heb het hoogste leeren kennen." «Geene schoonheid der aarde", sprak de baronesdenkende dat de woorden van hare dochter op de natuurschoonheid van Italië betrekking hadden«is zoo hoog om niet eene hoogere opvatting, vooral die eens dichters, toe te laten."

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 2