$efÖer, JïteumeÖiep, IMfemsoorÖ, eii5. M 285. Vierde Jaargang. 1864. li ZATURDAG 15 FEBRUARIJ. Zitting van den Gemeenteraad NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 8 maandenƒ1.30 Eranco per post 1.50 Men abotineert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Advertentien van 1—4 regels is 40 Centenvoor elke regel meer 10 Centen. Zegelregt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags middag 12 uur,gelieve mende Advertentiènintezeuden Ingezonden stukken een dag vroeger. op Dingsdag den 9 Februarij 1864. Voorzitter de beer Mr. K. J. C. Stakivian Bosse. Secretaris de beer L. Verhey. Tegenwoordig 13 leden. Afwezig de heeren ZurmublenPapineau, Slebe en Harema ker; van eerstgenoemde is eene verontschuldiging ingekomen. De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed gekeurd. 1). Aanbesteding van schoollokalen aan de Hoofdgracht. De Voorzitter doet mededeeling dat bij de op Vrijdag jl. plaats gehad hebbende aanbesteding, 13 biljetten waren in gekomen, waarvan dat van den beer H. J. Janzen, ten be drage van 6424 bet minste was.;, hoewel nog 225 beneden de begrooting' van het werk, meent de Voorzitter de speciale goedkeuring van den Raad voor die uitgave te moeten vra gen omreden voor dit werk niet meer dan 6000 op de ge meente begrooting voor dit jaar is uitgetrokken. De heer v. Strijen brengt in bet midden, dat bij zich zelf beeft afgevraagd of de begrooting ook vooraf bij de leden van de onderboudscommissie is bekend geweesten komtna eenige bedenkingen te hebben geopperdtot de conclusiedat in allen 7gevalle de weg voor .die leden openstaat om daarvan inzage te nemep; bij grond daarop zijn vermoeden, dat ten opzigte van de minste inschrijver bij deze aanbesteding eenige partij digheid bestaat. Spreker ontwikkelt zijne denkbeelden, door er op te wijzen, dat de minste inschrijver, de beer H. J. Janzen, de zoon is van den heer J. S. Janzen, lid van den Raad en lid van de onderhouds-commissiedat de zooneerst onlangs in de zaken gekomenin vele geval len de meerdere ervaring en leiding van den vader zal be hoeven, en dat naar zijne wijze van zien, de aannemer, de zoon, onder controle staat van den gemeente-bouwmeester, terwijl de gemeente-bouwmeester weder onder controle staat van het lid der onderhouds-commissiede vader. Hij zegt vol strekt niet aan oneerlijkheid te willen denken omdat de beer Janzeü als soliede genoeg bekend is, maar bij vermeent dat ook zelfs de schijn daarvan vermeden moet worden. Spreker vraagt nadere inlichtingen opdat bet hem blijke dat in deze niet met partijdigheid is gehandeld, daarvan zal bij zijne stem afhankelijk stellen. De Voorzitter zegt, wat het eerste betreft, dat de begroo ting niet alleen bij de onderhouds-commissie bekend was, maar dat bet bestek en de begrooting ook voor de leden van den Raad ter inzage heeft gelegen, dat een geheim, dat bij 17 personen bestaattoch geen geheim meer isen ten andere dat het Dag. Bestuur alleen de goedkeuring van den Raad vraagt omdat de bij de jaarlijksche begrooting uitgetrokken som overschreden is. "Wat echter het tweede punt betreft noemt spreker een /speciaal punt van wan trouwen» De heer v. Strijen valt de Voorzitter in de rede, met de vraag, bier op te mogen repliceren, dat bij niet van oneer lijke bedoelingen beeft gesprokenmaar van partijdigheid. De Voorzitter zegt verder, dat liet denkbeeld van wan trouwen, bier ook niet passend is; maar dat de beer Janzen bet werk voor minder kan maken dan anderenomreden zijne werkplaats naast de bedoelde school is gelegen, /m bij gevolg de kosten bespaart voor liet opslaan van loodsen en voor bet verdere transporteren der materialen. De tmindere inschrijvingssomdie echter niet veel verschilt bij die van de daaraan volgende aannemers, is alzoo hoofdzakelijk ontstaan door locale aangelegenheid. Ook de beer Janzen meent dat bier geen wantrouwen te pas komt, want dat bij niet alléén de commissie van onder- houds-werken uitmaakt. De heer v. Strijen herbaalt nogmaals zijne meening, dat bij geen wantrouwen genoemd heeftmaar alleen partijdigheid. De Voorzitter zet nader uiteen, dat niet de onderhouds- comissie het toezigt beeft bij de daarstelling van gemeente werken, maar dat zulks door B. en W. aan den gemeente- opzigter wordt opgedragen. De beer v. Strijen bedankt voor de ontvangen toelichting en wijst er opdie te hebben gevraagd in het belang van de andere inschrijvers en belanghebbende burgers dezer gemeente. Daarna wordt het voorstel in omvraag gebragt, om de som van 424.waarmede de begrooting is overschreden t,e brengen op de post van onvoorziene uitgaven. Wordt met 12 tegen eene stem die van den beer v. Strijen, aangenomen. 2.) Voorstel tot het beschikken van gelden voor de uitvoering van werken, ten gevolge van een antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken. Wordt gelezen eene missive van den Minister, waarbij wordt kennis gegeven, dat liet voorstel in der tijd door de gemeente gedaanten opzigte van de bouwing eener brug aan den mond van het Heldersche kanaal, te bezwarend is be vonden en daarom niet is aangenomenten gevolge waar van bet voorstel is vervallen. De Voorzitter brengt in herinnering, dat de gemeente al- zoo weder de vrije beschikking beeft over de 45,000 die steeds in de gemeentekas disponibel lag voor de bedoelde brug dat in overleg met de onderhouds-commissiebet Dag. Bestuur voorstelt om circa ƒ30,000 disponibel te houden, tot vernieuwing van de bestaande brug aldaaren ruim 15,000 aan te wenden tot verbetering van straten en wegen; als: 1. het maken van een riool aan de Oost Groote Sloot, de verlenging van bet riool in de Molenstraat geraamd op 4800.2. bestrating van de Achtergracht van bet Hoofd tot den Kruisweg, geraamd op ƒ7800.3. een voetstraat langs den Dijkwegvan den Kruisweg tot de Post- steeg, geraamd op 2000.4. bestrating van een geelte Bas singracht, geraamd op ƒ1700. De beer de Breuk wil erkennen dat de opgenoemde werken noodig zijn maar maakt de bedenking dat er nog twee door den Raad genomen besluitentot daarstelling van werken onuitgevoerd zijn moeten blijven uit gebrek aan de noodige fondsen 1. het maken van een gebouw op het kerkhof, eu 2. de vernieuwing van de woning van den hoofdonderwijzer van der Haar. Het verwondert hem dat de onderhouds-com missie daar niet aan gedacht beeft. De Voorzitter antwoordt daarop, dat bet huisje op bet kerkhof wel raadzaam is, doch eenigzius overtollig genoemd mag worden, en dat de woning van den hoofdonderwijzer van der Haar, nog bruikbaar genoeg is om de verbouwing uit te stellen tot de gemeente fondsen in beteren staat zijn, en ingeval onverhoopt liet buis onbewoonbaar inogt worden, dan zou men spoedig genoeg eene woning voor dien onder wijzer kunnen buren zoo dat men de mindere noodzakelijk heid dezer werken zal moeten erkennen in vergelijking van de nu voorgestelde. De beer de Breuk zegt daartegen niets in te brengen, bij erkent de noodzakelijkheid van de voorgestelde werkenmaar vindt bet niet rationeel om genomen besluiten onuitgevoerd te laten en daarvoor andere plannen in <Je plaats te stellen. De Voorzitter hoopt dat de gemeente f kas spoedig moge toelaten om ook die werken uit te voeren. De heer de Breuk zegt op die hoop geen vertrouwen te

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 1