Deze drie feiten, waarvan de slagtoffere zich tot een zestal
personen bepalengaven aanleiding tot het bevel dat de
inwoners van Veile hunne wapenen moesten inleveren.
Ook in Sleeswijk blijft de geest Deensch. Men blijft er
voor den koning van Denemarken bidden en op andere wijzen
zijne getrouwheid aan het vaderland betoouen. Maar de civiel-
commissarissen nemen maatregelen om ook deze "sourde"
oppositie tegen te gaan. De zwarte gendarmes, gelijk men
de predikanten, onderwijzers, enz. noemt, die als de ziel
er van beschouwd worden, worden aehtervolgens ontslagen
en de kerkbesturen georganiseerd. Zonderling echter dat die
organisatie plaats heeft door den Oosteurijkschen commissaris
Revertera, den Italiaansche overlooper, gelijk men hein noemt,
die de Roomsch-Cathoüeke godsdienst belijdt.
De telegraaf heeft van Christiauia dd. 15 Maart het
berigt aangebragt dat de openingsrede der Noonveegsche
storthing, een wetsontwerp wordt aangekondigd, waarbij een
krediet van anderhalf millioeu rigsdalers wordt aangevraagd
voor het verleenen van hulp aan Denemarken als dit noodig is.
De Fransche Moniteur zegt dat er sedert eenige dagen open
bare bijeenkomsten plaats hebben in de. volkrijkste deelen van
Parijs, waarin, onder voorwendsel dat men de verkiezingen
besprak, het gouvernement heftig werd aangevallen. Die
vereenigingen zijn thans ontbonden; eene regterlijke vervol
ging is ingesteld. Geene bijeenkomst mag er plaats hebben
zonder magtiging van het gouvernement, dat zal blijven
waken voor de handhaving van de wet.
Reeds vóór geruimen tijd werd melding gemaakt van een
brief, die door Garibaldi aan koning Victor Einanuel zou
zijn gerigt, zonder dat men echter daaromtrent iets naders
vernam. Thans wordt van eene goed onderrigte zijde
evenwel met de noodige reserve het volgende medege
deeld De bevrijder van Italië heeft inderdaad onlangs aan
den konig van Italië een brief geschreven, waarin hij ver
klaart, dat hij van zijne zijde het gebeurde vergelen heeft,
in de vaste hoop dat weldra de tijd zou gekomen zijn
waarop het hem vergund zou zijn, met den koning vereeuigd
op nieuw tegen den gemeenschappelijkeu vijand het zwaard
te trekken. Zijne leus is nog steeds als voorheen"Vic
tor Emanuel op het kapitoolDe koning was door dien
brief zeer getroffen doch had terstond als antwoord en
als een blijk zijner onmagt de schouders opgehaald.
1T13 "J 7T S IJ 12 X1T O" 3 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 18 Maart 1864.
Gisteren namiddag, circa 2 ure, is alhier door de
Belgische vischsloep 2 Jeannelleschipper Nicolaas Korrewy,
aangebragt de equipage van het Hanoversche kofschip Ber-
tiard, kapitein Jan Schipman, komende van Londen en be
stemd naar Dordrecht, geladen met glas. Het schip heeft
gestoten op een wrak en is gezonkende bemanning be
staat uit 3 personen en is bij den kastelein van Leek
in de Gouden Star verpleegd geworden.
Zr. Ms. transportschip Ileldin., wordt alhier gereed
gemaakt en uitgerust voor eene reis naar Oo'st-liulië.
Naar wij vernemen zal genoemd schip naar Indie over
brengen de machine van het hier te lande afgekeurde stoom
schip Merapi, welke machine bestemd is om in Indie te
worden geplaatst in een aldaar gebouwd wordend stoomschip.
De machinist le lel. II. Prins is belast met het toezigt
bij de inscheping, de overbrenging en de nieuwe plaatsing.
De luitenants t/z. 1E kl. J. C. Oudraat en W. Maas
Geesteranus, alsmede de offic. van gezondh. 2e kl. bij de
marine M. T. Manden, laatst behoord hebbende tot het
eskader in Oost-Indië en met particuliere scheepsgelegenheid
onlangs in Nederland teruggekomen, worden met den 7"
dezer op non-activiteit gebragt.
- De heer G. C. Meijer, telegraphist alhier, en de heer
Schokker, telegraphist te Alkmaar, zullen met 1 April a.s.
van standplaats verwisselen.
Den 15 Maart heeft de Ilooge ltaad kamer van straf
zaken uitspraak gedaan in de zaak van G. A. Vorstenman
van Oijen en G. P. Roos. Op grond, dat de. geïncrimineerde
woorden geene aangeduide ondeugd tegen den beleedigde
bevatten, noch de eer en kieschheid van bedoelden burge
meester konden aanrandenen evenmin bij eenige wet zijn
strafbaar gesteld, heeft de raad verklaard, dat het te last
gelegde feit noch misdaadnoch wanbedrijf, noch overtreding
oplevert, en zijn de requiranten mitsdien ter dier zake, met
vernietiging van de beide vorige uitsprakenvan alle regts-
vervolging ontslagen.
Men schrijft uit Harlingen 15 Maart:
De scheepvaart van ons land schijnt eene meerdere leven
digheid te beloven dan in het vorige jaar, althans de vrach
ten zijn r,u hooger dan- toen en zullen denkelijk nog meer
stijgen. Misschien is dit een gevolg van den Deensch-
Duitschen oorlog en do sluiting van vele havens, waardoor
de handel der Noord-Duitsche steden eene groote belemme
ring ondervindt. Yele daar tehuis behoorende schepen loopen
elders binnen. Zoo zijn hier ook twee Haunoversche vaar
tuigen ingezeild, die de reis huiswaarts niet dnrfden te ver
volgen.
Door de regering is bij de kamer ingediend een wets
ontwerp tot regeling van de pensioenen der protestantsohe
predikanten en predikantsweduwen, ter vervanging van een
vorig ontwerp, dat onafgedaan bleef.
Het reeds lang toegezegde, wetsontwerp op de schut
terijen hetwelk reeds in de maand October naar den raad
van state werd verzonden, is thans doordat collegie onder
zocht en zal de memorie, met bedenkingen eerstdaags aan
den minister van binnenlandsche zaken worden overgelegd.
Men berigt van Deventer 15 Maart: Heden vernemen
wij het treurig berigt, dat onze stadgenoot Willem van Essen,
die voor weinige jaren als 2e stuurman op kloekmoedige
wijze een Fransch schip met zijne bemanning redde en des
wege o. a. door den Keizer van Frankrijk met 't ridderkruis
van 't Legioen van Eer werd versierdop jeugdigen leeftijd
als koopvaardij-kapitein te Honkong is overleden.
In eene beschouwing, voorkomende in de Timeswat
de houding van Engeland in deze oogcnblikken zijn moet,
komt onder anderen het volgende omtrent Nederland voor
Er is een tijd geweest, waarin Nederland, klein van
grondgebied, maar rijk in commerciële en maritieme hulp
bronnen, de ziel was der Europesche coalitien. Van Neder
land hebben wij zelfs alles geleerd wat wij ten opzigte van
dit punt weten. Maar de Hollanders zijn sints dien tijd veel
veranderd. Zij stellen zich tevreden met zich, even als Belgie
en Zwitserlandonder de neutrale staten te rangschikken
hunne schulden te betalen en geene schulden meer te maken.
Zij hebben er van afgezien om in de aangelegenheden van
Europa eene stem te hebben. Zij interveniëren nergens. De
debatten hunner staten-genernal hebben geen echo. Zij hebben
geene meetings ten opzigte van het buitenland. Zij laten
ten opzigte van het buitenland geene sympathien blijken, en
eigenlijk volgen zij omtrent het buitenland geen andere po
litiek dan die van onthouding. Van daar dat Holland met
al die buitenlandsche beroeringen niets te maken heeft. Het
zou in een Europeschen oorlog overweldigd of geannexeerd
kunnen wordenmaar tot nog toe heeft het altoos bij den
vrede zijn ouden naam behouden. Tevens trekt het uit zijne
koloniën groote voordeelen. Het houdt zich bezig met den
handel en liet geniet stilte en rust. Deze politiek had En
geland ook kunnen volgen maar tot nog toe is die politiek
ons nog niet aanbevolen cn wij zullen er dan ook maar niet
verder over spreken.
Te Bradfield, in Engeland, in de nabijheid van Shef-
field, is in den nacht van den lltlen dezer, een ontzagge
lijk reservoir van water, dat bijna eene mijl lang was, in
gestort, waardoor eene overstrooming is ontstaan die gansche
dorpen heeft verwoest. Ilonderde dorpbewoners zijn ver
dronken. De schade is onberekenbaar. Te Scheffield hebben
de fabrieken den arbeid gestaakt.
In bet Utr. Darjblad leest men
Gaarne nemen wij 't volgende op.
Op den 13 Maart 1861 overleed te Utrecht, in den ouder
dom van ruim 86 jaar, de lir. Fokke Jonker, kolonel kapt.
ter zee; een man, in allen deele degelijk indenken, spreken
en doenonafhankelijk zich bewegende met opzigt tot alle
eerbejag, pronk en loftuiging, doch niettemin hoogst verdien
stelijk in zijne werken.
Eenig kind zijnde eener weduwebelastte een oom des-
tijds gezagvoerder op een koopvaardijschip, zich met de zorg
en opleiding van den knaap voor de zeevaarten Jonker, toen
nog beneden de 10 jaar, deed met dien reeds zijne eerste reize
naar Arcliangel, gelijk daarna naar de havens aan de Oostzee.
Als aankomend jongeling werd hij geplaatst op de kweek
school voor de zeevaart te Amsterdamen trok toen weldra
door zijne vlijt zoowel als door zijn ongemeen vlug en naauw-
keurig rekenen en zijne vatbaarheid voor de wiskunde, de
aandacht van prof. van Swinden, en dat, hetgeen Jonker van
wetenschap leerde, degelijk en even grondig bij hem was
gevestigdbewees reeds zijn eerste examen als luitenant ter
zee 2e klasse. De examinator had hem om uit te cijfereu
opgegeven een voorbeeld van bepaling der breedte door eene
maanshoogte. Toen Jonker met zijne gewone vlugheid dit
vraagstuk had opgelost, verklaarde de examinator, dat de
verkregen uitkomsten niet overeen kwamen met de waarheid
«dan zal ik het voorbeeld nog eens overcijferen"zeide
Jonker; doch vraagde straksna wederom dezelfde uitkomsten
te hebben verkregen den examinatorwat diens uitkomst
dan wel zijn mogt? Deze nu zijne berekening opgevende,
ontdekte Jonker al aanstondsdat die fout was en dat de
examinator zijn abuis begaan had met de maansdeclinatie te
berekenenin plaats van voor den tijd aan boord, voor dien
op Toneriffe (waarbij valt op te merken, dat toen nog de be
rekeningen voor hemelligchamen werden genomen van. den
piek aldaar).