1TIBTTWST IJ DIETSE U. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 13 Mei 1864. Heden voormiddag is alhier binnen geloopen en ten half tien ure ter reede geankerd het schroefstoomschip van de Pruisische marine Blitz. Naar men verneemt om steen kolen en water in te nemen, daarna onmiddelijk weder zee te kiezen en in de Noordzee te kruisen op een linie schip en twee gepantserde fregatten der Oostenrijksche ma rine, waarvoor de Blitz orders aan boord heeft. Uit een particulieren brief van een der Pruisische schepelingen eener kanonneerboot, die de onlangs gehouden zeeslag bijgewoond heeft, vergunt men ons het volgende over te nemen. »üe Schwarizenlerg heeft het gevecht geopend en zond de eerste kogel naar de Denendaarop brandde het in eens van alle 8 schepen te gelijk los, dat ons hooren en zien verging; het regende kogels vau de Denen die echter allen te hoog gerigt waren en over ons heen vlogen. Twee Deensche schepen werden door ons in brand geschoten die echter spoedig weer gebluscht werd. De Pruisen hebben geene dooden of gekwetsten. De Oostenrijkers hebben veel geledende Sc/iwartzenberg werd in brand geschotenwaar om de mast gekapt moest wordendit schip heeft vele dooden en gekwetsten; het zal wel 100 man zijn. De Ba- detzhy heeft minder geleden die heeft 35 dooden en gewonden. De bij het le bataillon 7e regiment infanteriealhier in garnizoen, ingedeelde militiens uit Noordholland, zijn hier gisteren aangekomen onder geleide van den le luit».. G. J. Hofstede Crull en die uit Friesland zijn hier onder geleide van den kapt. F. W. J. E. F. Leicher, heden ge arriveerd, te zamen 178 man. De zeemilitiens komen hier dagelijks aan in kleine trans porten. Heden morgen is Zr. Ms. transportschip de Heldin door den Vice-Admiraalopper bevelhebber der Marine al hier, gemonsterd en ligt tot vertrek gereed. Z. M. heeft aan den hoofd-ingenieur der marine P. A. Bruyn, met den len dezer maand, ter zake van langdurige dienst, een pensioen verleend van f2022 'sjaars ten laste van den staat. Het ingediende wetsontwerp tot verhoogiug van Hoofd stuk YI (Marine) der staats begrooting voor 1864 bepaalt dat op dit dienstjaar zal worden aangewezen f 135,000 voor de herstelling van het nieuwe drooge dok alhier. De geheele uitgaaf voor dit werk is begroot op f270,000, over twee dienstjaren te verdeelen. De beide commissiënover deze aangelegenheid gehoord, zijn eenstemming ten aanzien der meening, dat de toestand vau het dok grond geeft om aan te nemen, dat het allezius voor herstelling vatbaar is en dat de genoemde som daartoe voldoende wezen zal. Omtrent de middelen tot herstel bestond tusschen de beide commissiën geen belangrijk verschil van gevoelen. Belangstellenden worden opmerkzaam gemaakt op eene hierachter geplaatste advertentie, waarbij een Volksfeest aan de Kooi op het Koegras wordt aangekondigd, te houden op Maandag a. s. Een der te Utrecht gevestigde rederijkerskamers Jan van Beers" zal dezer dage eene circulaire verzenden aan alle bestaande zusterkamers in ons vaderlandten einde hen uit te noodigen, toe te treden tot een Rederijkersverbond. Men verneemt dat een lid van den gemeenteraad van Grijpskerk in zijn lidmaatschap is geschorst, wegens over treding van art. 26 der gemeentewet. In 1863 had hij eene partij grond geleverd aan het gemeentebestuur, wegens demping van een onde stinksloot te Kommerzijl, om de gezondheid van die plaats te bevorderen. Ter goedertrouw heeft hij dat gedaanzegt de berigtgever, omdat te Kommer zijl moeijelijk andere grond was te bekomendaarom is hij echter geschorst als lid van den raad. Men schrijft ons van Hellevoetsluis dd. 11 Mei het volgendeHeden had alhier de verkiezing voor het lid maatschap van den gemeenteraad plaats, ten gevolge van het verzochte ontslag van den heer P. Gallas daarvan wierden uitgebragt op den heer J. F. Ratell Schultz, Magazijnmeester der Marine 39 stemmen, A. Vo gelenzang, Ontvanger van het Loodswezen 25 stemmen, J. Taaie, Visiteur der In- en Uitgaande Regten 7 en op W. A. Tenekinck, Burgemeester 3 stemmen, zoodat tus schen de twee eerstgenoemden eene herstemming zal moeten plaats hebben. Onze Haagsche correspondent schrijft ons dd. 11 Mei, het volgende De Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft gisteren hare beraadslagingen over 't ontwerpregelende het Indisch onder wijs, geëindigd, en de wet aangenomen met 41 tegen 20 stemm. In de zitting der Tweede Kamer van hedenis de beraad slaging aangevangen over het wetsontwerp tot nadere bekrach tiging van het gewijzigde art. 24 der concessie voor het kanaal door Holland. De wijziging betreft, zoo als men weet, het verlangen der kanaal-maatschappijom ten behoeve der aan nemers van het werk, voor hoogstens 10 millioen aan obli- gatien te kunnen uitgeven tegen eene rente van 5 pCt. 's jaars en gevestigd als eene preferente last op de inkomsten der landerijen, zoodra deze zullen zijn droog gemaakt. De heer v. Bosse verklaarde tegen de wet te zullen stem men, hoofdzakelijk om finantiele bezwaren. Hij drong tevens aan op de indiening eener wet op het verleenen van conces- siënen hield vol dat bij deze wijziging het belang der aan nemers alleen op den voorgrond stond. De onderneming zou toch niet tot stand komen, omdat finantiele bepalingen geen amortisatie van schuld waarborgden. Geen kapitalist zou obligatiën nemenindien hij wist hoe de zaak werkelijk in elkander stond. Spreker verklaarde dat het crediet van het land het niet wenschelijk maakte deze onderneming te steunen. De heer v. Foreest hield eene merkwaardige en zeer sar castische rede. Hij wees er ophoe de symphatie voor de zaak verflaauwd wasimmers de tribunes waren niet met toe schouwers gevulder reden thans geene extra-treinenen er waren geene adressen ingekomen van Koeverden en Sappemeer om aan te toonen het belang dier gemeenten bij de doorgra ving; zoodat spreker dan ook niet geloofde dat de rouw te Amsterdam, bij eene verwerping der wet, zoo groot zoude zijnals de vreugde was toen ze is aangenomen. Zyns inziens was eene radikale verbetering van het Noordholl. kanaal de eenige goede waterweg voor Amsterdamde plannen daarvan lagen gereeden het zou niet meer kosten dan thans gevraagd wordt, en dit was te meer van belang, bij de uitnemende ligging van de haven aan het Nieuwediepdie toch altijd veel heter zou blijven dan de nieuwe aan te leggen havenwelke, volgens het oordeel van deskundigen verzanden moet. Hij eindigde met de verklaring, dat hij hoopte, dat het met de nieuwe onderneming niet zou gaan als met de toren te Kampen, die men afbreken moest omdat men verzuimd had daarin een trap te maken om haar te kunnen bereiken. Nadat onderscheidene sprekers nog het woord hadden ge voerd hebben de Ministers van Financien en Binnenl. Zaken op financiële en technische gronden het wetsvoorstel verdedigd. Ten slotte is het wetsontwerp aangenomen met 32 tegen 27 stemmen. De stemming over deze concessie was zeer in het oog loo pend. 32 leden verklaarden zich daar vóór en en 27 daar tegen, terwijl er 13 ontbraken. Bovenal trekt de aandacht dat drie Limburgers tegen de wet gestemd hebbente weten de heeren de Lom de Berg, v. Wintershoven en Kerstens; alleen de heer de Bieberstein verklaarde zich daarvoor, ter wijl de heer de Keverberg afwezig was. Maar onder de te genstemmers vindt men ook de heeren Blussë en v. Eekdie anders gewoon zijn het Kabinet te steunen, terwijl de Voor zitter der Kamerde heer v. Reenën, afgevaardigde' uit Am sterdam zich tegen de wet heeft verklaard. Het lijdt dus geen twijfeldatwanneer de Kamer voltallig ware geweesthet lot der wet hoogst twijfelachtig zoude geweest zijn. Op merkenswaardig is het bovendien, dat drie Amsterdamsche afgevaardigden den wensch hebben geuit, dat dit de laatste proeve mogt zijn, om op deze wijze de onderneming tot stand te brengenwaarbij zij tevens de hoop uitdruktendatzoo ook deze proef mislukte, de Regering mogt kunnen goedvin den zelve de handen aan het werk te slaanwant deze na tionale onderneming mogt niet blijven steken, daar de Rege ring zedelijk verpligt was Amsterdam aan een verbeterden waterweg te helpen. De heer v. Foreest heeft nog opgemerkt dat de Ingenieur Conrad, in de vergadering van Ingenieurs heeft verklaard, dat de haven aan het Nieuwediep niet verzanden kon. Na al het gebeurde, is het hoogst twijfelachtig, of zelfs bij aanneming dezer wet de zaak zal slagenen of er kapitalisten zullen worden gevonden, die gereed staan hun geld in deze onderneming te steken, welke, zoo als de heer v. Bosse be weerde, de beloofde rente niet zal afwerpen. 's Hage 12 Mei. In de zitting der Tweede Kamer van heden, heeft de heer de Keverberg den Min. van Finantiën geïnterpelleerd over de voornemens van de Regering, met betrekking tot de ingediende belastingplannen. De heer de Keverberg begon met te verklarendat die Minister zich voor namelijk bij zijne optreding tot taak had gesteld eene gelei delijke en stelselmatige hervorming van het belastingstelsel te ontwerpen. De door den Minister ingediende ontwerpen heb ben echter velen teleur gesteld. Hij vraagt dus lo. trekt de Regering het wetsontwerp tot verhooging der grondbelasting in Limburg in 2o. zoo neenkan dan het antwoord op het verslag spoedig worden te gemoet gezien, en 3o. is de Rege ring voornemens spoedig wederom 't ontwerp tot afschaffing van den accijns op de zeep in te dienen. De minister van Finantiën zette daarop de plannen der re gering uiteen; hij wees er op dat de interpellatie juist ge schiedde op 't oogenblik dat de Kamer uiteen zoude gaan, en dus voorloopig geene ontwerpen zouden kunnen behandeld worden. Het zou te uitvoerig zijn de rede des ministers hier te ontleden. Wij stippen aan dat zooveel doenlijk aan de bezwaren der kleine bierbrouwers zal worden te gemoet ge komen; de heffing van den accijns op het zout zal worden gewijzigd, dewijl de minister geheel vrij wenscht te blijven in 't al of niet weder indienen van de wet tot afschaffing van den accijns op de zeep. Wat de afschaffing der plaatse lijke accijnsen betreftde minister durft daartoe niet plotse-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 2