kilt'
M 319.
Vierde Jaargang.
1864:
$e(Öer, JlicutoeÖiep, IMfemsoorö,
ZATURDAG
18 JUN
WAARSCHUWING.
Zitting van den Gemeenteraad
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post „1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uilgever S. Giltjes.
De prijs der Advertenties van 14 regels is 40
Centenvoor elke regel meer 10 Centen, Zcgelregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Diugsdags en Vrijdags
middag 12 uur, gelieve mende Adverteuticu intczcuden.
Ingezonden stukkeu een dag vroeger.
Door Burgemeester en Wethouders dezer gemeente
wordt het navolgende gepubliceerd
De BURGEMEESTER der gemeente HELDER, waar
schuwt de Ingezetenen tegen het koopen en gebruiken van
water, dat door karlieden langs de huizen wordt verkocht,
als zijnde het gebleken dat zij Slootwater voor Duin
water leveren.
Ter voorkoming van bedrog en van schadelijke gevolgen,
die door liet drinken van Slootwater voor de ge
zondheid kunnen voortvloeijenzijn de karlieden gelast op
hunne karren een bordje te plaatsenwaarop duidelijk te lezen
staat of zij 81 o o t w a t e r of D u i n w a t e r verkoopen.
Door Duinwater wordt verstaan het water, dat uit de
putteu onder Huisduinen kosteloos te verkrijgen is of aan
de fonteinen der Waterleiding geleverd wordt.
Op misleiding om Slootwater voor Duinwater te leveren,
zal worden toegezien en, bij ontdekking daarvan, het halen
van water uit slooten aan den dader worden ontzegd.
Helder, den 16 Juuij 1864.
De Burgemeester voornoemd
STAICMAN BOSSE.
op Dingsdag 14 Junij 1864.
Voorzitter de heër Mr. K. J. C. Stakman Bosse.
Secretaris de lieer L. Verhey,
Tegenwoordig 14 leden.
Afwezig de heeren Haremaker, Papineau en Slebe.
De notulen der vorige vergadering worden gelezen en goed
gekeurd.
1). Uitslag aanbesteding kanaal.
De voorzitter deelt mede dat bij de op 3 Junij plaats ge
had hebbende aanbesteding, 11 biljetten zijn ingekomen,
waarvan dat van den heer J. H. Visser te Sliedreclit, tot
een bedrag van ƒ61.000 het minste was, terwijl dit werk
op ƒ64,000 was geraamd. De goedkeuring wordt gevraagd
en met algemeene stemmen verleend.
De Voorzitter brengt een woord van gelukwensching en
dank uitaan de leden van den raad en de verschillende ge
neeskundigen, die hebben bijgedragen door hunne inlichtingen
tot het voorkomen van voor de gezondheid nadeelige gevolgen.
2). Brief doorvaart spoorwegbrug.
In zake de doorvaart van het bassinberigt de Minister van
Binnenl. zaken, dat er bezwaar bestaat tegen het voorstel
van den raad (afkooping). ZExc. verlangt ten spoedigste een
positief antwoord.
De Voorzitter zegt dat deze zaak door de commissie van
onderhoudswerken en door het Dag. Bestuur, nader in over
weging is genomenen men tot de conelusie is gekomen aan den
raad voor te stellenom aan ZExc. te berigtendat de gestelde
voorwaarden, te bezwarend zijn voor de gemeenteen ze daarom
niet mogten worden aangenomen. Daartoe wordt besloten,
nadat nog door den heer Strootman in bedenking was gegeven
om in dien brief in eenige nadere details te tredenbetreffende
de behandeling dezer zaak, door den hr. vanPrehn.
De Voorzitter en de heer de Breuk verklaarden zich daar
tegen, ter voorkoming van personaliteiten.
De heer Strootman geeft beide sprekers gelijk, maar acht
liet alleen daarom wenschelijk, opdat de Minister in deze
zaak beter inzigt zou verkrijgen, hetwelk in den vervolge
zijn nut konde hebben bij het voorkomen van meerdere der
gelijke zaken.
3). Aanbesteding riool Oostgrootesloot.
De Voorzitter vraagt magtiging van den Raad, om over
te gaan tot de aanbesteding van de verdere demping van do
oostgroote sloot en het maken van een riool aldaarde ver
zekering gevende dat de begrooting van dat werk, beneden
de som is, die daarvoor op de begrooting van dit jaar is uit
getrokken.
De heer de Breuk vraagt of de Voorzitter positief over
tuigd is, dat de afwatering voldoende zal zijn. De Voorzitter
geeft eenige toelichtingen en stelt den heer de Breuk gerust
dat daaromtrent geen bezwaar bestaat.
4). Adres van den ondernemer der Duinwaterleiding.
Waarbij te kennen wordt gegeven, dat de driejaarlijksche
termijn der vrijstelling der recognitie gelden, bedragende
350.is verloopen, en verzocht om voor het vervolg daar
van geheel vrij te worden gesteld. Ten anderen wordt ver
zocht het regt te mogen behouden, om den prijs aan de
standpijpen zelf te regelen en vast te stellen.
Het Dagel. Bestuur stelt voor, bij monde van den Voor
zitter, om vrijstelling der recognitie gelden te verleenen
voor den tijd van 5 jaren en voor den prijs van het water
aan de standpijpen een maximum vast te stellen van 2 cen
ten per emmer. Dit voorstel wordt met algemeene stemmen
aangenomen.
5). Mededeeling van ingekomen stukken.
Goedkeuring van Gedep. Staten, der af-en overschrijvingen
waartoe in de vorige vergadering was besloten.
Bij de gewone rondvraag bekomt de hr. Strootman het woord,
en vraagt: lo. Wanneer de Voorzitter plan heeft discussien uit
te lokken, betreffende het jaarlijksch verslag der gemeente
over 1863en ontvangt tot antwoord in de eerst volgende
vergadering.
2o. Of het bij het Dag. Bestuur bekend is, dat de pokken
op een der op de reede liggende Oostenrljksche schepen heerscht.
De Voorzitter zegt dat het gerucht hem is ter oore gekomen
en met een der officieren Van gezondheid van 's Rijks Hos
pitaal er over te hebben gesproken, die de verzekering heeft
gegeven, dat hoewel de toebereidselen zijn gemaakt voor
dergelijke lijders, er nog geen zijn opgenomen; op grond
waarvan de Voorzitter de waarheid van het gerucht in twijfel
trekt. Door den heer Zur Mühlen wordt de Voorzitter daarin
versterkt.
De heer Strootman stelt zich daarmede te vredenen vraagt
3o. Of de raad zich niet tot den Koning en de Koningin zal
wenden met een adres van hulde, bij gelegenheid van de
25jarige echtvereeuiging van HH. MM. Daartoe wordt be
sloten en de redacti e van bedoeld adres opgedragen aan de
heeren Strootman, de Breuk en Graat.
Door den heer Maalsteed wordt de vraag gedaan, of het
Dagel. Bestuur bij magte isom te kunnen beletten dat het
slootwater binnen de gemeente voor drinkwater wordt ver
kocht.
De Voorzitter zegt hierop te moeten antwoorden met de
vraag, is het schadelijk voor de gezondheid?
De heer Maalsteed zegtdit niet te kunnen beslissenmaar
meermalen te hebben geziendatdat water in die sloot met
onreinheden was bezoedeld.
De Voorzitter repliceerter tegen te zijn om het te verbic-
deuzoolang het niet uitgemaakt isdat het voor de gezon-