zal zijn wanneer bij zal beproeven de door de Kamer ver
oordeelde koloniale politiek van den beer Rochussenwederom
te zien zegepralen. Dan zal bij ondervinden dat de meer
derheid der Kamer niet gezind is eene weifelende en onvaste
staatkunde in onze overzeescbe bezittingen goed te keuren
dat de tijd van gunstbetoon moet geëindigd zijn, en dat een
bekwame en vaste band Indië moet besturen.
Een tweede incident zal zich waarschijnlijk voordoen bij
het onderzoek der geloofsbrieven van den beer de Brauw
met dien afgevaardigde is bet anders gesteld dan met den
beer van Zuylenen wij zijn van meeDing dat zijne verkie
zing aan gegronde bedenkingen onderhevig is. Zoo 't waar
is toch wat de br.Groen beeft gepubliceerd in een zijner vliegende
blaadjes (over den heer Groen en zijne bemoeijenissen bij de
verkiezingen spreken wij in een volgend artikel), dan heeft
de heer de Brauw in een' brief aan een' vriend in het kies
district Gouda verklaard, dat hij gezind was toe te treden
tot het gevoelen van den heer Groen met betrekking tot de
opvatting van het woord christelijk onderwijs in art 23 der
wet op 't lager onderwijs, en dat hij met geheele afwijking
van zijne vroegere daaromtrent bestaande meening eene
eventuele wijziging zou ondersteunen.Wij achten nu zóóda
nige verklaring, afgelegd vóór de verkiezing, met het doel
om stemmen te werven van eene partij op wier ondersteu
ning men anders niet kon rekenen, in strijd met artikel 82
der Grondwet; want, wat de heer Groen ook moge beweren
dat zoodanige verklaring geene verbindende belofte is ieder
eerlijk manen wij bedoelen daar nog niet eens mede hetgeen
men daaronder in de politiek begrijpt, zal gaaf toestemmen
dat men door dergelijke verklaring zedelijk gebonden is, en
datzoo de brief echt isde heer de Brauw zal verpligt
zijn te stemmen voor een voorstel van den heer Groen tot
wijziging der onderwijs wet. En juist dit wordt door de
Grondwet verboden. De vrijheid van stemmen wordt zoo
doende belemmerdwant men komt ter vergadering met een
vooraf ontvangen bevel om over een bepaald onderwerp een
vooraf vastgestelde stem uittebrengen. En dit moge nuzoo
als wij zeiden goed zijn geweest in den tijd van het Gemeene-
best de Grondwet van 48 maakt een einde aan een toe
stand waarin de afgevaardigden der vergadering, stemden
zooals de burgemeester het verlangde.
POLITIEK OVERZIGT.
De beraadslagingen in den Deenschen rijksraad geven een
valsch beeld vau de tegenwoordige stemming van het land.
Terwijl de politieke artsen en kwakzalvers raadplegen over
de beste geneeswijze, staat het volk als bedwelmd. Het ge
voelt dat het land door de regering ten verderve is gevoerd;
het verwenscht alle knoeijers, maar weet alleen geen raad te
vinden. De rijksraad is het volk niet. Dit gaf de minister
van finantien dan ook aan dat staatsligchaam te kennen.
Onder den indruk der bedreiging, dat het ministerie, eer
den rijksraad zou ontbinden dan zich door diens besluit te
laten leiden, werd den 23sten de discussie over hetgeen ge
beurd is, voortgezet. Die discussien worden hoe langer hoe
heftiger, en algemeen geeft men nu het vorige kabinet de
schuld van hetgeen er heeft plaats gehad De rijksraad deed
inderdaad wel, indien hij Europa geen getuige maakte van
die zamensprekiugen over gebeurde zaken.
De hertog van Augustenburgdie weinig geneigdheid aan
den dag legde om te voldoen aan de uitnoodiging van
den bond tot het inzenden van de bewijzen zijner aanspraken
op het bestuur in de hertogdommen, schijnt zich bedacht
te hebben. Althans volgens een dópêche uit Kiel, voorko
mende in het Dresdener Journalheeft hij die bewijzen naar
Frankfort gezonden.
Officiële berigten uit Tunis melden: De rust is hersteld
in het geheele land. Maar daarentegen neemt de vijandschap
vau den heer de Beauval tegen de ministers toe; de veete
heeft een geheel anderen grond dan zuivere belangstelling
in de welvaart des lands. Welligt deelen wij spoedig dien
grond mede.
De geconfedereerden hebben het fort Gaines overgegeven
en het fort Powell in de lucht doen springen. De vloot
der zuidelijken is deels in den grond geboord, deels bemag-
tigdeen schip is het gelukt te ontkomen.
1TIE TT TT S IJ D 11T E1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoordenz. 30 Augustus 1864.
Ds. Lamping, theol. dr. en predikant bij de Herv.
gemeente te Noordwijkerhout, heeft het beroep naar hier
aangenomen.
In ons vorig nommer hebben wij melding gemaakt
dat de politie alhier een ijverig onderzoek instelde naar een
verloren geraakten brief met geldswaarde, en dat daardoor
vermoeden was ontstaan tegen een der huisgenooten van den
geadresseerde.
Ter opheldering daarvan is dienende dat door den zaak
waarnemer E. P. P. Saraber alhier aangifte was gedaan, dat
een per post uit Yeenhuizen hem toegezonden brief, inhou
dende een muntbiljet No. 700, groot ƒ10.niet aau zijn
adres was bezorgd. Bij een ingesteld onderzoek, onstond
er bij den Commissaris van politie alhier, genoegzaam ver
moeden om de huishoudster van genoemden Saraber te ar
resteren, en haar heden morgen naar Alkmaar te doen
transporteren, als verdacht de bewuste brief te hebben aan
genomen en verduisterdna het muntbiljet daaruit te hebben
ontvreemd.
Wordt dit vermoeden bevestigd, dat levert het weder een
voorbeeld te meer op, dat het vermissen van brieven met
geldswaarde, niet altijd aau het personeel van het postwezen
behoeft te worden geweten.
Zr. Ms. stoomschip Prinses Maria is heden naar Vlissin-
gen vertrokkenoverbrengende een transport manschappen ter
completering der ekwipagie van den Adolf Hertog van Nassau.
Het schoouerstoomschip Frans Naereboutten dienste
van het Loodswezen opmetingen hebbende gedaan iu de Noor
delijken zeegaten is heden morgen alhier in de haven geloopen.
Zr. Ms. stoomschip 1" kl. Zoutmanheeft Zaturdag
jl. een proeftogt gemaakt op de reede en in het Marsdiep,
het resultaat was zeer gunstig. Het vertrek van dien bo
dem naar Japan, via Batavia, blijft bepaald op 5 Septem
ber aanstaande.
Het état-major is zamengesteld als volgt: kapt. ter zee
J. van der Meersch, kommandant; luit. ter zee le kl. J.
J. Boelen, 1° officier; luits. ter zee 2° kl. G. Doorman, F.
H. Baron van VerschuerR. D. Crommelin; adelb. 1° kl.
W. F. Wesselink, F. G. M. van der Wijek, C. Adriani,
D. L. M. E. KeusP. M. W. T. Kraijenhoff van de Leur
C. H. Cornelissen, A. W. Vinkhuijzen, C. J. Damine, offic.
van gezondh. 2e J. Lamie offic. van gezondh. 3® kl. D.
Dronkers, offic. van admin. lc A. A. Gijsberti Hodenpijl,
scheepsklerk H. Horneer.
De luit. ter zee 2® kl. J. A. Itoëll wordt met den
15" September a. s. eervol ontheven van de betrekking van
Adj. bij den Directeur en Kommandant der Marine te
Amsterdam en op non-activiteit gebragt, en met den 16"
September daaraanvolgende in die betrekking vervangen door
den luit. ter zee 1® kl. D. Schuurman, thans non-actief.
Uit Brouwershaven schrijft men ons: Ook uw blad
heeft het half ware half onware berigt betreffende het ver
trek vau Zr. Ms. stoomschip Prinses Maria, naar hier,
als zouden er ongeregeldheden hebben plaats gehad, opge
nomen. Het stoomschip is ja hier aangekomen, met het doel
om de gestoorde rust te herstellen, maar wie er meer ver
wonderd was, onze burgemeester of de kommandant, toen de
eerste vernam dat per telegraaf de hulp van een oorlogsbodem
was ingeroepen, en de laatste dat aan die hulp hoegenaamd
geene behoefte bestond of bestaan had, is moeijelijk te zeggen.
Maar dan die telegram? die ligt voor rekening van den
afzender. Iemand schijnt het noodig geoordeeld te hebben
dat zoodanige hulp kwam opdagen, nu, nota bene, een
particulier persoon zich in het bezit had gesteld van een
gestrand Fransch schipdat door den kapitein en de bemanning
verlaten was en dat men, toen deze korten tijd daarna
terugkwamen, niet meer aau hen wilde afstaan. Dat het
stoomschip nog al een gek figuur maakt en de lachtspieren
in beweging heeft gebragt, al is men ook verontwaardigd
dat het hooger bestuur door zulk eene zonderlinge handel
wijs wordt om den tuin geleidis een axioma. Nu het
toch fait accompli ismoet men zich maar troosten met
de gedachte, dat het toch beter is dat die hulp niet, dan
dat zij wel noodig was en zich wachten voor de herhaling
van zulk eene mystificatie. Amh. Cr.
Men leest in de Gorinchemsche Courant
Zijn wij wel onderrigt, dan heeft een Amsterdamsch heer
het museum van zeldzaamheden van wijlen den heer C. G.
Boonzajer aangekocht, zoodat onze stad spoedig weder een
harer weinige merkwaardigheden zal moeten missen.
De stad Sueek neemt voor f 250,000 deel aan de
N.-Holl. Frieschen spoorweg, te betalen in 10 jaarlijksche
termijnen. Ook partikulieren te Sneek interesseren zich zeer
voor die zaak.
Te Z. had dezer dagen in een hotel het volgende
plaats. De nachtlijst moest geteekent worden; hieraan werd
voldaan, en hoe ongeloofelijk ook, waren daar toevallig
vereenigd de volgende reizigers, bij meest alle handelaren
bekend: de Bruyn, Groen, de Wit, de Swart, de Grijs,
BlaauwRootBrandligt en Brauddonker. Aan het po-
litie-bureau was men met deze zouderlinge kombinatie van
namen niet tevredenzelfs verstoorddewijl men aan gek-,
scheren dachtzoodat sommigen verzocht werden eenig bej
wijs te vertoonen. Het bovenstaande herinnert aan eene
andere toevallige vereeniging van namen: In eene sociëteit
van zeekapiteins te A. werd de presentielijst geteekenddaar
onder waren er verscheiden geboortig of af komstig van Texel
en Terschelling op welke eilanden vele familienamen van vogels
zijn afgeleidzoo teekenden op die lijstde kapiteins Spreeuw