MUM STANK lllilt ÜBMTE UB. ment dat hem toekomt, en dat wel uit voorzorg dat niet de militienals hij met groot verlof gaatte veel schuld hebbe. Daarentegen kosten de grootendeels onnoodige generale staven, intendance, enz.niet minder dan twee honderd acht en zestiij duizend acht honderd en negen gulden, (ƒ268,809). Vordert die toestand geene verandering? Het antwoord hierop laten wij aan- den lezer over. ÏTIEU'TT'STIÏDIUO'BIT. Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 29 November 1864. De herstemming voor een lid voor de kamer van koophandel en fabrieken tusschen de heeren Mr. Ch. Bosch Reitz en A. J. van Kelckhoven zal plaats hebben op Vrijdag 9 December a. s., tusschen elf en een uur, aan het Raad huis alhier. H. M. de Koningin heeft aan de Dames-Directrices, van het fonds tot ondersteuning van behoeftige kraamvrouwen alhier, weder even als vroeger jaren, de som van f 100. doen toekomen. Zr. Ms. schroefstoomschip Watergeusis Zaturdag jl. alhier van Amsterdam aangekomen is reeds Zondag begonnen steenkolen in te nemen en zal nu spoedig gereed zijn om bij gunstig weder, welligt Donderdag a. s., een proeftogtje te ma ken op de reede en in het marsdiep. Dit stoomschip blijft alhier gestationeerd, zoolang de Valkdie voor de dienst alhier bestemd isnog niet gereed is of de Prinses Mariavan de reis naar de kust van Guinea is teruggekeerd. Zr. Ms. schroefstoomschip Coehoornkomraandant W. T. L. de Vriese, is den 24 October zeilende gepraaid op 7° NB. en 23° WL. De offic. van gez. le kl. bij de zeemagtJ. G. Slieker, dienende op Zr. Ms. Wachtschip te Batavia, is met den 1 October jl. als zoodanig afgelost en zal repatriëren. Op Dingsdag 6 December a. s., des middags 12 ure, zal aan het departement van Marine te 's Gravenhage wor den aanbesteedde levering van acht honderd duizend ponden grove maatkolen, ten behoeve van de directie der Marine alhier. //De zaak der doorgraving van Holland op zijn smalst is eindelijk en voor goed beslist. De leening is volteekend waardoor de uitvoering van het werk is verzekerd." Dit lazen wij dezer dagen in een der nieuwsbladen; wij raden dus Amsterdam andermaal te juichen en te jubelen, te vlag gen en te illumineren dan heeft men er ten minste toch weer dat -vanwant het zou later wel weder eens kunneu blijken dat de zaak nog lang niet is ^beslist" en dat het werk nog verre zeer verre is van //verzekerd" te zijn. Uit den tegenstand die er te Amsferdam heerschtezouden wij moeten opmaken dat er aldaar velen zijn die met ons instemmen dat de onderneming nimmer aan haar doel zal be antwoorden. Op Donderdag 15 December, des namiddags half drie ure, zal in het lokaal van het prov. bestuur te Haarlem worden aanbesteedhet afbreken vau de bestaande en het bouwen van eene nieuwe school te Oosterend op Texel, met het uitvoeren van eenige verbeteringen aan de onderwijzers woning aldaar. Het bestek ligt ter inzage bij den Opzigter van den waterstaat, de heer P. J. Krieger te Alkmaar. Naar men verneemt is door de heerS. C. Coster con cessie aangevraagd voor eene stoombootdienst van Alkmaar naar de Oude Sluis. De Java-berigten loopen tot 15 October. De laatste veertien dagen zijn aan algemeen belangrijk nieuws bijzonder schraal geweest. Op verschillende plaatsen van Java hebben, als gewoonlijk, tegen het einde van den droogen mousson, branden plaats gehad. De spoorweg van Samarang naar de vorstenlanden maakt snelle vorderingen. Op een te Batavia gehouden gouvernements suikerveiling heeft de suiker den prijs van f17.12 per pikol opgebragt. Yan de buitenbezittingen zijn geen belangrijke berigten ontvangen; alleen in de Pasoemahlanden (Sumatra) schijnt een onrustige geest onder de bevolking te heerschen. Benoemd: tot hoofdkomm. bij de hoofd-admiu. den op verzoek eervol ontsl. luit. t. z. 2e kl. G. den Bergertot derde komm. bij de hoofd-admin. de klerk A. M. Rocker. Bij het personeel tot machinist-leerling. 2 kl. J. J. van Tooren. HAAGSCIIE CORRESPONDENTIE. sHage27 Nov. 1864. Mijnheer de Redacteur! Zonder eenige inleidiug ga ik over tot mijne opmerkingen omtrent de discus- sien over de begrooting van gisteren en eergisteren deze toch waren allerbelang rijkst. Ik zal daarom misschien heden over eenige meerdere ruimte in uw blad beschikken. Ik kan dit gerust doen omdat ik niet voornemens ben de behande ling der vijf eerste hoofdstukken der begrooting tot het onderwerp van mijne artikelen te maken en daar de algemeeue beschouwingen gisteren geëindigd zijn hebt gij geen nader schrijven daarover vau mij te verwachten alvorens het zesde hoofdstuk (marine) aan de orde zal zijn. Eerst dan vat ik mijne taak weder op. Nog meer dan de beide eerste dagen wareu vrijdag de tribunes bezet. Hoewel de beraadslaging eerst ten half twaalf aanvangt waren reeds dadelijk bij de ope ning der deuren alle beschikbare plaatsen ingenomen, waarschijnlijk daar men vernomen had dat de heer Thorbecke het woord zou voeren en dus zou repliceren op de rede van den heer van Zuylen. Ik heb noch lust noch gelegenheid U de rede van den Minister van Binuenlandsche Zaken in haar geheel mede te deelen j haar te ontleden is ondoenlijk zonder haar het verband te doen verliezen maar, het was een meesterstuk van waardigheidbedaardheid feitelijkheidpracti— schen zin; en wat h ier meer zegt dan dat allesze was een blijk van overtui ging ze was do taal van den geloovige tëgen den zonder overtuiging afgeval- lenen broeder, ze was de taal van den strijder voor regt en billijkheid, tegen hèm die tegen beter weten aan genoodzaakt is eene slechte zaak te verdedigen. Immers wat deed de heer Thorbecke? Hij deelde historische feiten medehij ging de geschiedenis van 4854 na; en het was toch wel niet zijne schuld dat geen onpartijdigezelfs die meewarigheidkon gevoelen met den heer vau Zuylendie de Minister van Koloniën betuigd had voor hem te hebben. Versta mij welM. d. R.Ik voor mij koester geene overdreven liefde voor den heer Thorbecke, ik zie in hem niet den eenigen man die zijne liberale beginselen in toepassing zou brengen zoo hij in zijne betrekking optrad ik acht weinig de overdreven loftuitingen van den heer Heijdenrijck op zijn persoon en bestuurik acht den heer van Foreest hoog hoewel ik zijne beginselen hoogst verderfelijk en nadeelig acht. Maarde heer Thorbecke is een man van over tuiging en dat is ook de heer van Foreest. De spreuk moet waar zijn, M.d.R., „II n' y a que la vérité qui blesse". De heer van Zuylen hield toen eene redevoering die, hoewel in den gematigden vorm dien men van hem verwachten kon en met zijn rcdenaars-talent uit gesproken, duidelijk en klaar aautoonde dat die spreker op een slecht stand punt stond en het zelf gevoelde. U zijne redevoering mede te deelen zal ik evenmin doen als die des heeren Thorbecke (iu pareuthesi zij gezegd dat de redo des heeren vau Zuylen thans reeds geheel te vinden is in het Dagblad van gisteren), daardoor zou ik afwijken van hètgeeu ik mij als doel heb voorgesteldnlmijne eigene indrukken als onderwerp mijner correspondentie mede te deelen. Maar de heer v. Z. heeft zich in zijne rede voorgesteld als de martelaar, als de man door de dagbladen (let daarop M. d. R.) verguisd en versmaad ja, hij de aanbevoleue door het Orgaan werd verguisd en versmaad door de liberale bladen hij werd door de liberale organen door het slijk gesleept en toch door zijne verkiezing in onze residentie, hebben de Haagsche kiezers hem gerehabiliteerd. Maar, de afgevaardigde uit Middelburg, de heer van Eek, had het woord gevoerd tegen den heer v. Z., hij had hem bestreden op grond vau beginselen die ik iu mijn vorig schrijven niet kon opnemen, en daarom moest ik mij bepalen tot de mededecling dat hij het woord had gevoerd, zonder in bijzonderheden te kunnen treden. "VVelk ver wijt deed nu de heer van Zuylen aan dien spreker „Ik ben gerehabiliteerd door de verkiezing in de residentie, maar gij, gij zijt secretaris van eene andere kiezersvereeniging, die in den laatsten tijd in clandisic verloren heeft, en daarom bestrijdt gij mij'5. De heer v. Eek antwoordde met de verontwaardiging van elk fatsoenlijk man die op zulk eene wijze wordt aangevallen. Hij ging na hoe de verkie zing van den heer v. Zuylen had plaats gegrepen. Hij wist meer dan hij als lid der Kamer inogt zeggenen toch constateerde hij dat de partij die den heer v. Zuylen in de Kamer had gebragt, ziende dat ze niet kon slageu door overreding of overtuiginghare toevlugt had genomen tot geld. De heer vau Eek, door den Voorzitter verkeerd verstaan zijnde, werd tot de orde geroe pen doch de Voorzitter trok zijne woorden in toen hij de beteekenis der- zelve had vernomen. Ik voor mij M. d. R.die niet bloot sta aan den hamer van den Voor zitter die mij tot de orde roeptzou gaarne willen weten wat er bij dio verkiezing is voorgevallen. Is er geld gegeven Misschien wel. Heeft men de verkiezing des heereu v. Z. door geld in de hand gewerkt? Misschien, welligtmogelijk ik spreek onderstellend zou men in staat zijn iemand aan te wijzeu die daaromtrent nadere en juiste inlichtingen zou kunnen geven Zeer opmerkelijk is dan ook de toon die het Bagblud van heden daarover aan slaat, en dat het de namen noemt van drie leden der Tweede Kamerw elke de Haagsche Courant zouden ondersteunen, en die de caudidatuur van den heer van Zuylen heftig zouden hebben bestredenWaarom zou het Bugblad zichjuiit het verwijt van den heer van Eek zoo sterk aantrekken Onwillekeurig deuk ik aan de spreuk Wien de schoen past trekt ze aan. Het is mij zelfs met den besten wil niet mogelijk mijne beschouwingen in dit artikel te eindigen de geheele zitting van den laatsten dag blijft mij nog ter be handeling over. Daarin treffen wij eene tweede rede vau den heer van Foreest die ik weuschte te ontleden om aan uwe lezers de staatkundige belijdenis te doen keuneu van hunnen vertegenwoordiger. Bisinark zal waarschijnlijk ons land den heer van Foreest benijden, die onder de Pruisische jonkerpartij eene waardige plaats zou bekleedeu. Adieu 28 Novomber. In de zitting van de Tweede Kamer zijn de beraadslagingen over de begrooting voortgezet. Het eerste hoofdstuk (Huis des Konings). was reeds Zaturdag met algemeene stemmen aangenomen. Heden is ook het tweede (Hooge Collegiën van Staat) na eenige discussiën met algemeene stemmen aange- nomea. Bij de behandeling van het derde hoofdstuk (Buitenlandsche Zaken) hebben verscheidene sprekers over verschillende onderw erpen het woord gevoerd en zijn door den Minister beantwoord. Morgen voortzetting. De heer van Zuylen is teruggekomen op de rede van den heer Thorbecke vau Zaturdag waarop dc heer Viruly heeft geantwoord, waarna de heer van Zuylen wederom het woord heeft gevoerd. De heer Rochussen heeft verlof gevraagd en bekomen tot het doen van eenige vragen aan den Minister van Koloniën omtrent een vonnis door het Hoog Ge- regtshof in Indiën gewezen dat gisteren met de mail is aangebragt. De dag dier interpellatie zal later worden bepaald. Van 18 25 November 1864. ONDERTROUWD: J. P. A. Graat, machinist 1ste klasse, 26 jaren on H. Giltjes, 26 jaren. J. L. von Leschen ingenieur bij de Marine, .23 jaren en A. C. L. Dittlof Tj assens18 jaren. A. J. Bruin, broodbak ker 32 jaren weduwnaar van W. Bregman en C Bregman 33 jaren. G. van Willigen, timmerman, 22 jaren en G. Veen, 22jaren. J. Tim merman zeeman, 27 jaren en M. II. Weetniet, 26 jaren. GEHUWDW. J. Ostenbrug en D. Dekker. P. Minneboo en C, Zwisslaar. P. Hoogmoed en A. Groet. BEVALLEN G. van Neck geb. Schoute Z. W. M. Verhoeve Bruin vis geb. Morée D. L. Bomhoff geb. Griep D. P. J. de Looze geb. Compans D W. F. F. van Sprang geb. d' Harvant Z. M. Arents geb. Verhagen D. B. Kramer geb. Lastdrager Z. G. Drijver geb. Kleijen- burg Z. C. J. Louw geb. Leijer Z. OVERLEDEN: C. van Rigteren(bijna 3 maanden). A. L. K. Hart- siuck (10 maanden). J. A. Sperling, (32 jaren).I. de Groot(18 dagen).— J. Gude, (bijna 5 maanden). A. S. Vos, (74 jaren). G. A. Snaphaan (19 maanden). G. Smit(53 jaren).

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 2