dan ook slechts e'e'11 dag duurden. Merkwaardig was echter de beraadslaging over de artikelen die betrekking hebben op het personeel en de gebouwen van de quarantainenaar aan leiding der afgestemde wet tot intrekking der publicatie van 1805en waarover wij reeds gesproken hebben in ons nommer van 20 April jl. Zoo als men weet is die publicatie, hoewel geheel onuitvoerbaartoch niet ingetrokkenen voor die quarantaine was dan ook een post op de begrooting uitge trokken. Het onderwerp, door den heer Godefroiter sprake gebragt, gaf tot eene levendige woordenwisseling aanleiding, die eindigde met een nederlaag voor den Minister van Bin- nenlandsche Zaken. De heer van Kerkwijk had een amen dement voorgesteld omaangezien die publicatie toch niet uit te voeren was, de kosten voor de gebouwen te laten vervallenhetgeen van verschillende kantenalsook door den Minister bestreden werd. Dit amendement werd verworpen met 39 tegen 27 stemmen. De Minister van Marine beantwoordde de vraag of men spoedig eene nieuwe wettelijke regeling der quarantaine mogt te gemoet zienmet de verklaring dat hij zijn' ambtgenoot van Binnenlandsche Zaken had gevraagd of deze voornemens was eene nieuwe wet daaromtrent in te dienenhetgeen deze echter eenvoudig met een zeer lakoniek »Deen" had be antwoord. Het schijnt echter dat de Kamer daarmede geen genoegen konde nemen, en dat ze zeer teregt inzag dat de tegenwoordige toestand onhoudbaar was en noodwendig ver andering vorderden. De heer Wintgens stelde dan ook eene motie van orde voor luidende: »de Kamer, overwegende dat de quarantaine bij de wet moet worden geregeld, gaat over tot de orde van den dag, welke motie met 44 tegen 23 stemmen werd aan genomen. De Kamer stelde dus haar./a tegenover het neen van den Minister van Binnenlandsche Zaken. Het zal echter te bezien staan of deze spoedig aan het verlangen der Kamer zal gevolg geven. 1TIB TT W S g IJ D 11T 3 B 1T. Helder, Nieuwediep, Willemsoord enz. 20 December 1864. Per telegraaf wordt berigt dat bij de beden te 's Hage plaats gehad hebbende aanbesteding van de herstellingen aan het nieuwe drooge-dok alhier, de minste inschrijver is de heer D. Tool, te Wognum, voor de som van f149,980. Bedankt voor het beroep naar de Chr. Afg. Geref. gemeente alhier, door Ds. J. Bavink, pred. te Almkerk. Wij vestigen de aandacht van belanghebbenden op de advertentie, in dit nornnier voorkomende, waarbij aan be- hoeftigen in deze gemeente de gelegenheid wordt verschaft om gedurende den winter brandstoffen te bekomen tegen inkoops-prijzen. Gewis een voorbeeld dat wel na volging verdient door andere handelaren in noodwendige levensbehoeften. Z. 11. heeft de hoofdingenieur der Marine H. A. van der Speek Obreenmet ultimo dezer, onder toekenning van wachtgeld, eervol uit die betrekking ontslagen.. Den 11 Oct. 11. is aan boord van Zr. Ms. schroef- stoomschip Meialen Kruisreede Yokohama, overleden de wel-ed. gestr. heer J. J. Hoogstraatenoffic. van adm. le kl_ Door (1e gemeenteraad van Texel is ter vervanging van den heer A. D. Voigt, tot gemeente-secretaris gekozen de heer P. Stikkel, thans deurwaarder aldaar. Uithoofde de toewijzing van de vorige aanbesteding niet heeft kunnen plaats hebbenzal op Donderdag 29 Dec. a. s. des middags ten half drie ureaan het provinciaal be stuur te Haarlemvoor rekening van het gemeente bestuur van Texel, worden herbesteed, het afbreken der bestaande en het bouten eener nieuwe school te Oosterend op Texel, benevens het uitvoeren van eenige werkzaamheden aan de ouderwijzerswoning aldaar. Op Donderdag 29 Dec. a.s., des middags ten half drie ure, zal aan het provinciaal bestuur van Haarlem worden aanbesteedhet driejarig onderhoud der duinen op het eiland Terschelling, gedurende 18651867. Men schrijft ons van Schagen 18 Dec. 1864: In den nacht van Donderdag op Vrijdag jl.omstreeks twaalf ure, werden de ingezetenen alhier, op hoogst onaan gename wijze in hunne rust gestoorddoor klokgeklep en het geroep van brand.Werkelijk bleek deze te zijn uit gebarsten aan de Laan, ten huize van den smid Jan Cam, en verkeerde een aanmerkelijk gedeelte van het dorp, in groot gevaar door het vuur vernield te zullen worden, daar de felle oostewindde vlammen op zeer onrustende wijze aanwakkerdeen de vonken ja zelfs een paar ligte stukken brandend hout, tot aan de markt voortjoeg. Het mogt echter, na een geduchten arbeid (welke nagenoeg vijf uren onafgebroken voortduurde, en door de felle vorst zeer werd bemoeijelijkt) de bevolking gelukken den brand meester te worden en te beperken tot het perceel waarin die was ontstaan, iets wat in den aanvang bij den telkens toeneroenden wind onmogelijk scheen. De brand schijnt in den schoorsteen te zijn ontstaan. Huis en inboedel zijn verzekerd. Om van iets anders te spreken (wij zijn nu toch met de elementen bezig) betreffende onzen nieuwen waterweg, is den ongunstigen uitslag, van de poging der commissiedoor onze courant vermeld. Toch geloof ik niet dat daar mede het kanaal ten eenemale in het water is gevallen en hoop ik u eerlang iets beters dienaangaande te melden. De voorstanders dezer zaak zullen om een paar Oud-Hol- landsche spreekwoorden te bezigen wel weten, en het zich ter goeder ure herinneren dat alle beginselen moeijelijk zijnmaar tevensdat de boom niet valt door ééuen slag. Eenige dames te Zwolle hebben het goede voornemen, om voor ongeveer 400 behoeftige kinderen een kersboom op te rigten. Zij vragen daarvoor allerlei voorwerpen, ook van kinderen, die een goeden spaarpot hebben en speelgoed en boekjes kunnen missen. Onder de 7000 eiseiien tot schadevergoeding, waartoe de overstrooming te Sheffield aanleiding heeft gegevenbe hoort ook die van een rattenvanger uit die stad. Dat nut tig lid der maatschappij eischt van de vennootschapwier waterreservoir de overstrooming veroorzaakte, vergoeding omdat zij hem zijn levensonderhoud ontnomen heeft, daar alle ratten van Sheffield verdronken zijn en niemand dus zijne diensten meer noodig heeft. Zijn advocaat betoogde, dat de ratten behooren tot de diereu ferae 7iaturae, waarop alle Engelsche onderdanen het regt van jagt hebben; dat regt nu was zijn kliënt door de schuld der maatschappij ontnomenen dat eischte schadevergoeding. De advokaat van den gedaagde betoogde datal was het objekt verdwenen toch het regt aan mijnheer den rattenvanger niet benomen was, en dat voorts, als ieder Eugelsch onderdaan het regt had op ratten te jagenook de maatschappij dat regt had, en het haar dus allezins vrijstond, door het radikale mid del van overstroomiug al die dieren ferae naturae in eens uit te roeijen. De regter gaf nu den eischer ten troost den raad ter wederbevolking van zijn district en om zijne zaak weder leven te geven, proeven te nemen met het akklima- tiseren van ratten uit Leeds of Manchester, of zich voor den invoer van het artikel in verband te stellen met de opzigters der Parijsche riolen, Een kruidenier eischte van de maatschappij vergoeding, omdat zijne beste klanten door hare achteloosheid waren verdronkengelijke eisch werd verder ingesteld door een geneesheer en door een heel- en vroedmeester, wiens verwachting vele dames tegen goed ho norarium in een kritisch oogenblik van dienst te zijn, door de overstrooming was teleur gesteld. Men zegt dat Italië gekl zoekt, en dat de minister van financiën geen raad weet, daaraan te komen, wanneer er op 't leger niet bezuinigd wordt. Als een der groote mo gendheden op die wijs gedwongen werd tot vermindering van uitgaven, welligt zou dat nog het sein kunnen worden om op den goeden weg te komen Eenige dagen geleden vierde men te Berlijn het huwelijk van eene dochter van een ambtenaar aan een der rninistcriën met een jeugdig advokaat. Zij had tegen haar zin, maar op aandrang harer familie,dit huwelijk aangegaan, wijl zij sinds geruimen tijd met een koopman uit die stad~~ in relatie stond. Toen de bruilofstgasten in het huis van den bruidegom waren gekomen, verliet de pasgehuwde, on der eenig voorwendsel de kamer en ging naar haar slaap vertrek. Toen zij niet terugkeerde ging men aan het zoeken maar vond haar niet. Des anderen daags kwam zij terug, maar daar zij haren echtgenoot geen voldoende ophelderingen kon geven, wilde hij haar niet in huis opnemen, pakte zijn boeltje en vertrok weer naar zijn geboorteplaats, met het voornemenom wettig van haar te scheiden. 3|n0e5onöcn ^tuïitien. De Redactie onderschrijft niet altoos de gevoelens der inzenders Mijnheer de Redacteur Met veel belangstelling lieb ik het verslag gelezen der zitting van den Gemeenteraad van 13 dezer (waarop dan ook reeds vooraf veler aandacht was gevestigd) ten aanzien van de bestrating aan de Achterstraat Ik wil hier geen oordeel in het midden brengen over de zaak waarover sprake was. Daarover is reeds genoeg gezegd. Alleen moet ik bekennen niet te weten, of ik bij de verdediging dezer zaak, huilen oflagchen moest. "Wie nu den heer Bakker nog kan miskeunen, is van zijn verstand be roofd. Immers ZEd. zegt zelve, aanspraak te maken op den dank der ver gadering in plaats eeuer reprimande. Als ik den Wethouder B. wasik hield dadelijk op Wethouder en lid van den Raad te zijn want zooveel ondank en miskenning tot loon voor de edelstede bclauglooste bedoelin gen en handelingen in het lelang der gemeentedaar moet wel de sterkste geest ontmoedigd onder worden. Wat is de heer B. al niet dikwijls het. mikpunt geweest der aanvallen van een hoop ondankbaren en weetnieten 's mans uitstekende verdienstenzóó zonder bijoogmerken zóóó zonder ceenig eigenbelang, in hunne domheid geheel verkeerd beoordeelende en miskennende. En nu in plaats van eene serenadeeen reprimandeen welligt niet eens zijne herkiezing bij ZEds. aftredingals zóó verdienstelijk Raadslid en WethouderDat is de oudankbaarheid ten toppunt gevoerd. Dit is maar al te dikwijls het lot van groote geniën. Een troost blijve u over, o grooote Bakker! Zij is deze, dat de nakome lingschap u beter regt zal doen wedervaren, zijn niet voor de grootste

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1864 | | pagina 2