THffiTHTiriHil HE
Volgens bérigten uit Florence heeft daar een onge
hoord stoute poging tot diefstal plaats gehad. De politie
was onderrigt dat eene bende dieven het voornemen had
opgevat oin in te breken in het gebouw, waar de kas der
openbare schuld gevestigd is en waar op dat oogenblik
voor ruim 600,000 livres aan specie aanwezig was. De
politie legde zich diensvolgens in hinderlaag en betrapte de
dieven toen zij zich, na de hoofddeur opengebroken te
hebben, reeds in het gebouw bevonden. De dieven bo
den een hevigen tegenstandwaarbij een agent van politie
door een pis'nolschot doodelijk en een ander door een dolk
stoot ligtelijk werden gekwetst. In liet gevecht werden ook
twee der bandieten gewond. Men is er in geslaagd, drie
hunner te overmeesterenterwijl later nog drie anderen
werden gearresteerd.
De Royal ffational Lifeboat Institution heeft thans 137
reddingsbooten op verschillende punten der Engelsche kus
ten gevestigd, waarbij nagenoeg 12,000 personen in dienst
gesteld zijn. Gedurende de laatste twee jaren hebben deze
booten al de van verongelukte of in nood verkeerende sche
pen afkomstige schipbreukelingen aan wal gebragt, uitgeno
men twee personendie in hunnen angst nabij het strand
over boord sprongen en in de branding omkwamen.
Dat de JankcAn al op eeue rare manier hunne va
derlandsliefde aan dan dag leggen, moge het volgende,
dat wij uit de Neto-Xork-Times overnemen, voldingend be
wijzen Een groot alntal van beide seksenhebben zich
schuldig gemaakt stusken van de venstergordijnen, canapé
en stoelbekleedsels van het Witte Huis te Washington af
te snijden. Zij gaan zelfs zoover dat zij liet behangselpapier
van de muren rukken, ja, zij ontzien zich niet, zware
plinten uit de ramen, en de roeden uit de gordijnen te
stelen. De gordijnen in de Oost- en Groene Kamers zijn
danig toegetakeld, en negentien van de twintig plinten zijn
uit de Oost-Kamer allea gestolen. Deze praktijk geschiedt
alleen met het doel oirfzich eenige relikwien van de woning
van den president te verschaftendames en heeren uit de
hoogste standen hebben zich aan deze misdaad schuldig ge
maakt. Drie dames wier namen niet bekend zijn gemaakt werden
voor eenige dagen op lieeter daad betrapt, de eene viel in
flaauwte toen zij ontdekt werd. De overlast, die vader
Lincoln van zijne aanbidders heeft, is zoo groot dat men
strenge maatregelen beeft moeten nemen om aan dergelijke
uitingen van vaderlandsliefde paal en perk te stellen.
Uit Praag wordt het volgende grappige qui pro quo
gemeldVoor eenige dagen ging een raadsheer van het
booge geregtshof laat in den avond naar huis. In eene
smalle straat liep hem een onbekend persoon tegen het lijf
ie^zich daarop plotseling omkeerde en toen het op een
loopen zette. Onze raadsheer kreeg dadelijk kwaad vermoe
den, tastte in zijn vestzak, en ziedaar hij was zijn horolo-
gie kwijt. Pijlsnel loopt hij den man nahaait hem in
en eischt dreigend zijn horologie terug. De man aarzelt,
doch geheel van zijn stuk jrfbragt door den dreigenden toon
van zijn aanvaller haalt kozijn horologie uit den zak en
reikt het den raadsheer/over, die het bij zich steekt en nu
weltevreden zijnen „weg" naar huis vervolgt. Docii wie schetst
- zverbazin^"toeu hij in zijne kamer tredend zijn horo-
'1 zag liggen. Den volgenden morgen be-
Ö'P On rl j
gaf ue.' van de regtbank naar den directeur van
politic 'lem mec'e hij een vreemd horologie
had T7-e'hs ook reeds de andere heer geweest, die aan
gifte |)a,'.iraan, dat hij in den nacht aangevallen en be
roofd 'geworden. Deze herkende het door den raadsheer
{?ebraW10l0'0§'e v001' zijne dat hij den edel achtbaren
heer A* overgegeven om verdere geweldadiglieid te ontgaan,
daar 3 zijn edel achtbare voor een straatroover had aangezien.
De Judith der Franse li e revolutie.
Door IJerual Jr.
Vervolg van No. 373.
D^beide broedei^Wan^^ -i» het leger van den
de drie meisjes wiCtijlÉifc,. ook Chai-iuuc vonuen y
der kloosters, die bestemd waren voor arme adelijke meisjes,
een toevlugtsoord. De revolutie in Frankrijk deed echter dit
klooster, even als vele anderensluitenen de vrome be
woonsters verspreidden zich alzoo in het gansche land.
Terwijl hare beide zusters naar haren vader terugkeerden,
begaf zich Charlotte naar eene oude, eveneens in behoeftige
omstandigheden verkeerende tantemevrouw de Betteville
te Caen. Hier, in het oude vervallen huis der dame met
deu eenzamen tuin, hield zij zich bezig met het huislijke
werk en het lezen van Plutarches Heldengeschiedenis Jean
Jacque Rousseau's Natuurevangelie en den Bijbel, en terwijl
de wereld daarbuiten er zich immer meer en meer van ver
wijderde droomde zij nog steeds van het schoone ideaal
der vrijheid.
Na de vlugt der Girondijnen, uit Parijswas Caen hun
toevlugtsoord geworden. Daar zag Charlotte de aanvoerders
dezer 'partij, en hoorde van hunne lippen den naam van Marat
vervloeken. Men is van verschillende meening over de be
weegreden der daad, welke haren naam tot dien eener heldin
gemaakt heeft. Eenïgen geloovcn, dat het de liefde wasvoor
\een der dappere vrijwilligersdie zich na de oproeping bij de
Girondijnen schaarden voor den vernielingskamp van het de
partement tegen de Terroristen en het graauw van Parij's.
Anderen zeggen dat de Girondijn Barbaroux, zelf met het
vuur zijner rede en de schoonheid zijner gestalte de ziel van
het meisje ontvlamd heeft. Doch zij ontkent elk dergelijk gevoel
in haren laatsten brief, die zij uit de gevangenis kort voor
haren dood aan Barbaroux geschreven heeft. «Gij herinnert
uschrijft zij«dat ik mij had voorgenomen het Petion te
doen berouwen over hetgeen hij aan mij gezegd heeft aan
gaande de beweegreden mijner daad. Ik dacht echter, een
mensch als Marat is de eer niet waarddat zooveel dappere
lieden moeite deden om ziju hoofd te krijgen daarenboven
kon de expeditie wel mislukken eu dan nog een groot aantal
goede brave burgers den dood kosten. Yoor Maratdacht
ik, is eene vrouwenhand goed genoeg."
Hare daad had geen andere beweegreden dan voor baar
vaderland te sterven.
Voor zij heenging, nam zij van het ouderlijke huis af
scheid. Zij vond haren vader nog slechts alleen met eene
zuster de andere zuster was gestorven en hare beide broe
ders waren als emigranten vertrokken. Zij zeide haren va
der dat zij ook naar een ander land wilde vertrekken en wel
met eene familie die naar Engeland ging. Hetzelfde zeide
zij aan hare tante, maar zij verliet haar in't geheim, zonder
afscheid, om de oude dame het verdriet te besparen.
Tegenover haarhuis, in Caen, woonde een jongeling, die ge
woon was eiken morgen vroeg eenige uren te musiceren.
Charlotte opende dan haar venster, en luisterde naar de
heerlijke toonen. Op zekeren morgen bleef het venster digt.
Charlotte was vertrokken. Op het bed vond men een bijbel
waar in het boek Judith eenige volzinnen met potlood waren
aangestipt, als volgt: «Maar de Heer, de almagtige God,
heeft hem gestraft en heeft hem in de hand eener vrouw ge
geven. Want geen man noch krijgsknecht heeft hem gedood,
geen reus heeft hem aangevallen, maar Judith, de dochter
van Merari, heeft hem gedood."
Charlotte Corday had vast besloten Marat te dooden en
dan te sterven. Doch hare daad wilde zij in het openbaar
uitvoeren. Het liefst zoude zij den ellendeling, wiens dood
zij bepaald had, in het aangezigt des hemels voor het ver
gaderde volk willen treffen. Doch Marat was zeer ziek, hij
kon zijne woning niet verlaten, en, gekweld door aan
houdenden angstdeze geessel alleen hij tyrannenleefde hij
in afzondering. Wantrouwend jegens een iederwas het voor
vreemden bijna onmogelijk hem te naderen. Charlotte moest
dus besluiten eene leugen te zeggen. Dit schijnt haar zeer
moeijelijk te zijn geweest. Haar besluit, dat haar vrolij k en
zonder dralen tot een moord bewoog, was een oogenblik
wankeld voor de gesloten deur van haar offerwelke zij slechts
door list kon openen. «Ik weet," schrijft zij in den gemel-
den brief aan Barbaroux, «dat ik eene list verzonnen heb
om hem te bewegen mij bij hem te laten komen
Op den tweeden dag na hare aankomst te Parijsdes mor
gens vroeg, kocht zij in het palais Royal een scherp puntmes,
hetgeen zij onder haren boezemdoek verborg. Vervolgens
nam zij een rijtuig en riep den koetsier toe«Naar de rue
des Cordeliers No. 44."
Daar woonde Marat.
Eenige oogenblikken later hield het rijtuig voor het ge
noemde huis stil. Charlotte steeg uit en naderde den haar
naauwkeurig beschreven ingang. Het was eene bouwvallige
muur, met eene smalle deur, waardoor men op eene kleine
open plaats kwam. Daar zag men een klein onrein gebouw
in een vervallen toestand, met kleine vensters op de eerste
verdieping. Dat waren de kamers van Marat. Charlotte
trok aan de bel en kort daarna verscheen eene oude onvrien
delijke dame, dit was de portierster. Charlotte zeide haar:
«ik ben eene burgerdochter van Caen, en moet noodzakelijk
den vriend des volks spreken. Zoo noemde zich Maratnaar
het tijdschrift 1' ami du peuplewaardoor hij zulk een schrik-
kelijken invloed maakte op het bloedgierige volk van Parijs.
Doch de oude vrouw antwoordde dat niemand bij Marat werd
toegelaten dat liij ziek wasdat bij voor niemand was te
spreken. Daarna wilde zij de deur weder sluiten. Doch
Charlotte was op deze weigering voorbereid. Zij nam eeo-
briefje uit den zak en vroeg aan de „Qiuie dife
tfl'i Vewaakie'niets op tegen. Charlotte ging naar haar
hotel terug en wachtte op Marats antwoord. Doch vergeeft.
Marat liet niets van zich hooren. Des namiddags schreef zij
een tweeden brief. "Ik kom van Caen," schreef zij ..van
den zetel des oproers, ik heb berigten voor u medegebragt,
die van groot belang zijn voor het heil der republiek. Als
gij heden morgen mijn brief had ontvangenzoudt ge mij niet
geweigerd hebben bij n te komen. De brief is waarschijnlijk
niet in uwe handen gekomenik herhaal daarom dit vezoek.
Buitendien ben ik eene ongelukkige, die men om hare liefde
voor de vrijheid vervolgt."
Ook op dezen brief bleef het antwoord achterwege.
Worclt vervolgd.
yan 16 23 December 1864.
ONDERTROUWD: A. A. de Breakkoopvaardij-kapitein 31 jaren en
li. M. Buwalda27 jaren. J. H. Stijgers. werkman, 32 jaren, «vcdu-