BURGERLIJKE STAM) DEIt GEMEEXTË TEXEL. TELEGRAM. hoezeer men er naar verlangt. Het zal een blijk zijn, dat men hier den Noordholl. spoorweg als een der nuttigste lijnen acht, al moge die ook steeds het laatst genoemd worden op de lijst der in aanbouw zijnde Nederlandsche spoorwegen al moge tot nog toe, zoo het schijnt, niemand veel belang in zijne exploitatie stellen. Het zal toonen dat men hier meent, dat het weinige vertrouwen dat men in de op brengst van dezen spoorweg stelt, meer is een blijk van on bekendheid met de krachten die in Noordhollaud bestaan dan van werkelijk onderzoek naar hetgeen van de commu nicatie, die schier dagelijks vermeerdertmag worden verwacht. Herinneren wij ons dus dikwijls de gedane toezegging October 1865 zal voor bet Nieuwediep een belangrijk keerpunt zijn. Een voorstander van Spoorwegen. Nieuwediep, 12 Januarij 1865. Mijnheer de Redacteur! Ofschoon ik wel vertrouw dat Gij in het eerstvolgend nommer van Uwe courant ecnig verslag zult geven van het Concert der Zangvereeniging Cre- cilia ter benefice van haren Directeur, den Heer C. A. Rekker op den lOn dezer gegeven, zult Gij aan mijn beleefd verzoek, om ecnige ruimte voor de onderstaande regelen, ook om des doels wille, wel willen voldoen. Het doel dat ik er mede beoogismeer algemeenook voor hen die dat concert, hetzij dan ook om welke redenen, niet bijwoonden, den indruk te schetsen, die hetzelve op mij, en naar mijne bescheidene meening, op alle hoorders, heeft gemaakt. Die indruk was, althans voor mij zelve, dat ik in de eerste plaats de gedachte van de Zangv. Ctccilia toejuichte, edel en goed begrepen noemde, om door hare beschikbare krachteneen openlijk stoffelijk blijk van erken tenis en genegenheid te geven aan haren Muziek-directeurden Heer C. A. Bekker, welke dit in liet algemeen, voor haar in het bijzonder, zoo wel verdient. Dat de ingezetenen onzer gemeente, dit ook zoo begrepen hebben heeft de ruime opkomst van een zeer gedistingeerd publiek ten volle bewezen. Dat bewees ook vooral de welwillendheid waarmede men ook van andere zijden buiten Crccilagenoemden Heer B. oudersteunde0111 het schoonc genot van den avond door eene goede uitvoering te verhoogen en te bevor deren. Ik heb hier op het oog de beide zeer geachte Dames, die den Heer B. bij zijne vioolvoordragten zoo bereidwillig hebben geaccompagneerd. Eer® haardie zoo openlijk het bewijs gavenverdienste te erkenuen kunstzin te bezitten en daardoor te willen medewerken tot edele doeleinden En nu de uitvoering zelvedaarin wil ik kort zijndaar toch alle num mers goedgelukkig en genuanceerd ten gehoore werden gebragt en ondub belzinnig aantoonden, de bewijzen van studie juiste opvatting en gevoel; vooral ook van de inspanning en onvermoeide pogingen van den lieer B. om Ceecilia te doen zijn wat zij heeft bewezen. Jammer was het dat de text van den Christnacht(Kersnacht) van II1 li,er b. v. niet in dorso op de programma's was vermeld de indruk van die schoonehoewel rnoeije- lijke cantatezou meer tot aller binnenste zijn doorgedrongen en ook de oningewijde zou hebben begrepen, dat de afwisselende solo's en kooren in dat uitgebreide muziekstuk moesten uitdrukken de lofzangen van den Engel der blijde boodschapen der kooren van Cherubs, Seraphijncn en Herders, in het nachtelijk uur op de velden van Ephrata. Ik vestig nog bijzonder de aandacht op de lieve serenade vau Makgold, maar ook op de gelukkige executieimmers dat stuk lag nog versch in het geheugen. Voorts op de krachtige doch ook juist genuanceerde maunen- kooren: „Ruhe" en „Lecomte Ory" op het met zoolangdurig applau beloonde duo: LInganno Fortunuto van Rossini en op het lievelings zangstuk van den vroeger zoo gevierden zanger W. P. de Ciis. Viiugt „Adolf bij het graf van Maria." Wat nu aangaat de instrumentale nummers, voorgedragen door den heer B. zij zijn boven mijnen lof verhevenen ik zoude beschaamd staan om aan eene derzelve den voorkeur te schenken. Ik zeg er alleen dit van dat men vaak elders zoektwat onder eigen bereik ligt en vaak het vreemde toejuichtalleen omdat het vreemd is. De heer B. kent zijn instrument door en door. Ik eindig dit onwillekeurig uitgebreide verslag met de wensclidal Caicilia nog lang moge bestaan onder de leiding van den heer B.en zij bij de ingezetenen door een toenemend getal van kunstlievende leden het bewijs moge zien van het willen ondersteunen harer stoffelijke belangen waardoor de kunst toch altoos moet geschraagd of behouden worden. Een beminnanr van 't schoone en goede. De J u d i t h der Franse he revolutie. Door IJerual Jr. Vervolg van No. 378. De voornaamste trekken uit den brief aan Barbarouxdie voor de geschiedenis niet onbelangrijk, en welligt ook het best in staat is om deze bewonderenswaardige vrouw te doen kennenlaten wij hieronder volgen »Aan Barbaroux." In de gevangenis van de Abdij, den tweeden dag van de voorbereiding tot de vrede. "Gij hebt, burger, een verhaal verlaDgd van mijne reis, gij zult het tot de minste bijzonderheid ontvangen. Toen ik mij op weg begaf, bevond ik mij in gezelschap van goedhar tige Jacobijnendie ik naar genoegen liet uitpraten en hunne gesprekken, even zoo ongerijmd, als hunne personen onaan genaam warenbragten niet weinig toe om mij te doen in sluimeren." »Zoudt gij het gelooven Fauchet is, als mijn medestan der, in hechtenis; hij, die naauwelijks wist dat ik bestond. De reden is zeker, dat men weinig te vreden is, dat men slechts eene vrouw van geene beteekenis aan de schimmen van den grooten man ten offer kan brengen. O menschen! vergeef mijdit woord onteert uw geslachthet was een verscheurend dier, dat het overblijfsel van Frankrijk zou heb ben verslonden." »Vier leden waren bij mijn eerste verhoor tegenwoordig. Chabot had de houding van een zot. Legendre beweerde dat hij mij des morgens bij hem gezien haddaar ik nooit aan dien man gedacht heb. Ik geloof niet, dat hij hulpmid delen genoeg heeft, om de dwingeland van zijn vaderland te worden en ik heb geen doel om de geheele wereld te straffen." »Men is te Parijs zoo republikeinschdat men niet begrij pen kan hoe eene nuttelooze vrouwwelker langste leven tot niets goed zou zijn, zich koelbloedig voor het behoud van haar vaderland kan opofferen. Sedert twee dagen smaak ik de aangenaamste rust, het geluk van het vaderland is het mijne." »Ik ben uitstekend wel gehuisd in mijne gevangenis; de oppassers zijn gewis de beste lieden der wereld, men heeft mij krijgslieden gegeven om mij voor verveling te bewaren. Voor den dag heb ik dit zeer goed gevonden, maar slecht voor den nacht." Hare gewone helderheid van geest hernomen hebbende herinnert zij het geregtshof, dat het »comitd van algemeen welzijn haar beloofd had, dezen eersten brief volgens opschrift te bezorgenten einde Barbaroux dien aan zijne vrienden kon mededeelenen wat de eerste aangingberoept zij zich op de menschelijkheid van hare regters, om dien aan haren vader te doen toekomen. De openbare aanklager stelt, bij vernieuwing, de overwe gingen voor. Chauveau Lagardedoor het geregtshof in het begin der zitting tot haren verdediger benoemd in plaats van hemdien zij spotgewijzc gekozen hadhoudt vervolgens deze redevoering: »De beschuldigde bekent koelbloedig het verschrikkelijke wanbedrijf, door haar gepleegd. Zij bekent even koelbloe dig het voorbedacht opzet. Zij bekent de afgrijselijke om standigheden van hetzelve. Met één woord, zij bekent alles, en tracht zich niet eens te verdedigen. Ziedaar, gezworen burgers, hare geheele verdediging. Die onberoerbare kalmte, die geheele verloochening van zich zelve, die geene wroeging verraadt, zelfs in het aanzien van den dood, die kalmte en zelfsverloocheningin zekere betrekking verheven, zijn niet in de natuur; zij kunnen niet verklaard worden, dan door de verrukkingen der staatkundige dweeperij, die haar den ponjaard heeft ter hand gesteld. Thans staat het aan u, ge zworen burgers, te beoordeelen, van welk gewigt deze ze delijke bedenking in de schaal der geregtigheid behoort te wezen. Ik laat de beslissing daarvan aan uwe wijsheid over." Na eene korte beraadslaging spreekt het geregtshof het na volgend vonnis uit Gezien de eenstemmige verklaring der gezworenen waar uit gebleken is »Dat op den 13den der tegenwoordige maand Julijdes avonds tusschen zeven en acht ure, Jean Paulu3 Marataf gevaardigde ter nationale conventiein zijn huis is vermoord gewordenen wel in zijn baddoor den steek van een mes in de borst, aan welke wond hij dadelijk overleden is." »Dat Maria Anna Charlotte Cordayuit het voormalig Armans, vijf en twintig jaren oud, dochter van Jacob Frans Cordayvoormalig edelman en inwoner van Caönin het departement van Calvados de bewerkster is van dezen moord." «Dat zij dezen moord met voorbedachte rade, en met mis dadige en oproerige oogmerken verrigt heeft.', "Veroordeelt Maria Anna Charlotte Corday tot de straffe des doods." «Beveelt, dat zij met een rood hemd gekleed, op de plaats der strafoefening wordt gebragt." »Dat hare goederen ten voordeele van de republiek ver klaard worden". »En dat het tegenwoordig vonnis, welks voltrekking aan den openbaren aanklager wordt aanbevolenop het plein van omwenteling ten uitvoer gebragt zal worden." Slot volgt. Van 5 12 Jannarij 1S65. ONDERTROUWD en GETROUWD: Geene. GEBOREN: Trijntje, d. van Jurrien Bcmkes en Annaatje Selser. Gerrit, z. van Jau Timmer en Jantje Kuiper. Jacob, z. van Jacob Rz. Eclman en Aaltje Eelman. Johauncs Hcuricus, z. vau Cornelia de Lange en Engeltje Peesch. Willem, z. van Ercdrik Dijksen en Trijutjc van Hert. OVERLEDENCornelis Theodoor Kikkert 2 jaar. Autje Koning wed. van Pieter Koorn 75 jaar. Heden Vrijdag13 Januarij 1865. EFFECTEN Beurs van Londen n Parijs n Weenen Vast. Berlijn u Frankfort AMSTERDAM Metalliek (oude) Vercenigde Staten van Noord-Amerika Vereenigde Staten 1882 Geconfedereerden 5°/0 Russische Spoorweg-Aandeelen 5°/0 Blaauwe Grieken 3 °/0 Mexico 3 °/0 Mexico (nieuwe) 1 g °/0 uitgestelde afgestempelde Grenada 6°/0 Turken 2°/u Venezuela 5°/o 5°/o 6 8°/o 58' 17, 23 J. 27' 471

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 3