Zr. Ms. schroefstoomschip Prinses Marie, is te Hel-
levoetsluis binnengekomen, komende van de kust van Guinea.
Het état-major van dien bodem bestaat uitluit. t/z. 1® kl.
W. K. v. Gennep, komm., luit. t/z. le kl. W. J. Seholten van
Aschat, le offio.luits. t/z. 2® kl. jhr. C. C. Six J. H. Beuthem
Reddingius, M. F. ReeringhH. W. Stefl'elaar, W. M. E. Ber-
voets, offic. vangez. 2e kl. T. J. J. Gori; offic. van adm. 2° kl.
J. E. J. Mahieu.
Deze bodem zal11a te Hellevoetsluis gedokt te hebben ,1 naar
hier komen om op nieuw voor eene zeereis te worden uitgerust.
Naar wij vernemenis de heer T. Corn. van der Sterr,
benoemd tot adjunet-opzigter bij den waterstaat alhier, ter
vervanging van den heer W. Ph. de Kruijff, onlangs bevor
derd tot opzigter en verplaatst naar Hoorn.
De mutatien bij den Burgerlijken Stand der gemeente
Wieringen, zullen voortaan in dit blad worden opgenomen.
Door dijkgraaf en hoogheemraden van de Hondsbos-
sche en duinen tot Petten zijn aanbesteed, de navolgende
werken: 1°. het herstellen van 29 rijs- en steenen hoofden
en van het paalwerkminste inschrijver J. de Graaf te Alk
maar op a f25,000, afgemijnd door J. Janzen te Nieuwe-
diep op f 24,800. 2°. het maken van een basculebrug over
en het driejarig onderhoud van de groote sluis teZaaudam,
gegund aan Leguit aldaar, voor 9,100. 3°. de levering
van materialen, rijs, palen, gordingen en ijzerwaren, minste
inschrijver Goedkoop, te Amsterdam, voor f7,700. Deleve
ring van stroo is opgehouden op f109 per 50 voer.
Van de ingekomen antwoorden op de prijsvraag uit
geschreven door het hierboven genoemd collegie, over de
beste middelen tot herstel en instandhouding der Hondsbos-
sche zeewering, heeft dat van den heer J. P. W. Gonrad,
ingenieur van den waterstaat te Alkmaar, den eersten en dat
van den heer P. J. de Quartelingenieur van den waterstaat
te Venlo, den tweeden prijs verworven.
Z. M. heeft op verzoek eervol ontslag verleend aan
dr. J. Roos te Zaandam, als schoolopziener in het 12° distr.
van Noordholland-, pensioen verleend aau de gewezen hoofd
onderwijzer G. J. Dibrinkte Oude Schild op Texel, van f 125.
Men berigt uit Harlingen dat aan een handelshuis al
daar uit Riga geschreven is, dat het nog in geen 4 weken
geraden is schepen te zenden, aangezien de Oostzee in die
streken nog overal met ijs is bezet.
Meermalen is gewag gemaakt van een raad van eer,
die sedert eenigen tijd te 's Hage vergaderd is geweest, ter
beoordceling der handelingen en gedragingen van den majoor T.
der kavallerie. Men verzekert thans in de residentie alge
meen dat de raad van eer zijn rapport in die zaak zou
hebben uitgebragt en aan de hooge autoriteiten ingezonden,
en dat daarbij de feiten, den majoor ten laste gelegd, als
bewezen zouden zijn aangenomen, ja zelfs zou zijn geoordeeld
dat geen verzachtende omstandigheden in aanmerking kun
nen genomen worden. De slotsom van het gehouden onder
zoek zou dus zijndat naar het gevoelen van den raad van
eerde bedoelde majoor niet meer in de militaire dienst
zou kunnen blijven.
De regtbank heeft te Zwolle uitspraak gedaan in de
bekende zaak tegen den gewezen predikant J. G. van Rijn,
en daarbij verklaard dat het wettig bewijs voor de schuld
van den beklaagde niet is geleverd. Zij heeft hem mitsdien
vrijgesproken met ontzegging van den eisch der civiele partij.
- Men berigt van Eindhoven, 31 Maart. Dezer da
gen had het volgend betreurenswaardig voorval in onze na
burige gemeente Woensel plaats: Een jongeling vroeg
zijne moeder geld om uit te gaan. De moeder niet genoeg
naar zijn zin gevende, raakte hierover met haar zoon in
twist; de stiefvader werd te hulp geroepen en nu ontstond
er eene worsteling tusschen vader en zoou waarbij de laatste
den eersten eene wond in het aange2igt en eene aau de
keel toebragt. Nog dienzelfden dag is de zoon alhier ge
vankelijk door de marechaussees overgebragt, terwijl de
justitie de zaak in instructie heeft genomen.
Uit Curac;ao schrijft men dat bij het afsteken van
vuurwerk op Maandag 20 Pebr.ter eere van 's Konings
verjaardag, plotseling het groote stuk, de W, met groot
geweld in de lucht sprong. Men had onvoorzigtig genoeg
granaten aangewend waardoor een matroos van de Attalante
werd gedood, en onderscheidene personen werden gewond.
Een stuk ijzer vloog in het raam van het gouvemeurshuis;
gelukkig stond de famillie voor een ander raameen ander
stuk ijzer vloog in de slaapkamer der kiuderen van den
procureur-generaal, 't Is dus wel een gelukdat men het
verlies van slechts één menschenleven te betreuren heeft.
Opmerkelijk is hetdat in 't vorig jaar op 's Konings ver
jaardag een jongen onder een rnuur werd verpletterd en voor
twee jaren een militair eene vrouw doodstak.
Het volgende dat door velen in twijfel zal worden getrok
ken, berigt men van Berlicum (N.Braband). De heer de B. van
S. wedde met den heer K. dat hij met een rijtuig met vier
wielen en bespannen met één paard, den afstand van zeker
huis in die gemeente tot in zijne stal onder Rosmalen in
7 minuten tijd zou afleggen.
Wanneer men nu weet dat die afstand een groot half
uur bedraagt en dat de koetsier van de heer de B. dien
rid in 6 minuten aflegde, dan kan men nagaan hoe snel
het paard moet geloopen en ten wiens gunste de wedden
schap is uitgevallen.
Talrijke nieuwsgierigen, waren getuigen van deze zeld
zame harddraverij.
Voor den heer Rogeard die de vermetelheid heeff
gehad den Julius Cesar van den Eranschen Cesar naar
waarde te beoordeelen en derhalve de vlugt moest nemen,
om de gramschap van den geweldigden schrijver te ontgaan
is te Parijs eene collecte gehouden, die ruim 7000 francs
heeft opgebragt.
Ongeloofelijk is de graagte waarmede de brochure vau den
heer Rogeard in Frankrijk gelezen wordt. Na de in be
slagneming der tweede oplaag werden voor enkele nog ver
krijgbare exemplaren enorme sommen betaald.
Den 2" April jl.is te Londen overleden de heer
Richard Cobden, de beroemde vredesapostel en voorstander
van handels vrijheid. Hij was geboren in 1804.
De Hanoversche regering heeft een wetsontwerp aan
gekondigd tot opheffing van de twee staatsloterijen, die
daar sedert jaren hebben bestaan en altijd door de kamer
zijn goedgekeurd.
Te Antwerpen heeft zich een vreemd geval voorge
daan. Den 16den dezer had een heer van reeds gevorder
den leeftijd, ziph noemende Riah Allah Beij, kolonel in
Tursche dienstin een hotel alhier zijn intrek genomen
vergezeld van zijn neef, een jongman van 20 jaren, C.
Readley genaamd. Beiden hielden zich, zoo het scheen,
buiten alle aanraking met anderen en gingen veel te zamen
uit wandelen, waarbij zij steeds Tursch of Engelsch spraken
en de oude heer alle verteringen betaalde. Op zekeren
morgen vond een bediende van het hotel deu jongman dood
te bed liggen, blijkbaar meteen schot hagel nabij het oor
gewond. Naast het bed lag een geweer op den grond, en
op de tafel vond men een briefje, inhoudende de woorden:
//Ik heb mij zelf vrijwillig van het leven beroofd." Het
vreemdste evenwel was dat hij, met de armen onder de
dekens, in geene houding lag die aan zulk een zelfmoord
deed denken. Riah Allah Beij die zich in het hotel be
vond, is gearresteerd.
Den 23° Eebr. is te Port au Prince, door onvoo.-
zigtigheid bij het aansteken der lampen in den schouwburg
brand ontstaandie zich weldra over het geheele gebouw
uitstrekte en van daar op andere gebouwen zijnde overgeslagen
zulk eene snelle uitbreiding kreeg, dat eindelijk de schoonste
wijken en straten der stad eene prooi der vlammen zijn ge
worden. Er zijn minstens 400 gebouwen vernield gedeeltelijk
ten gevolge van gebrek aan water tot blusschinggedeeltelijk
wegens gemis van een genoegzaam aantal spuiten bij het
begin van den brand. In slechts zes uren tijds was die
verwoesting voltooid. De schade wordt begroot op 40 a 50 mil'.
Voor het hof van gezworenen te Augsburg wordt
thans de zaak behandeld tegen de 48jarige slagersweduwe
Josepha Ried van Blouhofen, die in den nacht van 5 Oc'
des vorigen jaars haren maneen groot dronkaardmet
wien zij iu onmin leefde en die dikwijls gedreigd zou hebben
haar te vermoorden, 11a hem vooraf door stokslagen in een
staat van bedwelming gebragt te hebben met een koord ge
wurgd had. De beschuldigde bekende, dat zij uit vrees
dat haar misdaad ontdekt zoude worden, het lijk op eene
vreesselijke wijze verminkt had. Eerst had zij het met een
bijl in den hals gehouwen, vervolgens met een mes het
hoofd afgesnedeneenige ligchaamsdeelcn in een ijzeren
ketel gekookt om bederf tegen te gaan en deze tot den
15 October verborgen gehouden. Toen had zij door een
nachtwacht die tevens koolsnijder was, kool laten inma
ken en ongemerkt de afgesneden deelen, den linker- en
regter arm, den linker en regter voet, het bovengedeelte
van den romp zonder hoofd, en eindelijk het benedenge
deelte van den romp en de beide knieën in haar ton tus
schen de kool gelegd. Het hoofd had zij in een met klei
en meel gevuld vat geborgen.
De beschuldigde wordt algemeen als eene wraakgierige
vrouw beschreven en van een zeer ruwen aarddien zij
o.a. daardoor aan den dag legde, dat zij er een bijzonder
vermaak in schepte met lijken om te gaan. Eens was zij
tegenwoordig bij het kisten van eeu gebogelde, waarmede
men veel moete had; zij zette echter de knie op het lijk
en brak het den nek, met de woorden: //Ik zal je er wel
iu krijgen." De koolsnijder verhaalde, dat zij, toen zij de