«QefÖer, Jïieumeötep, WtffemsoorD, «15. j\p 457. Vijfde Jaargang. 1805. ZATURDAG 14 OCTOBER. BEKENDMAKING. NIEUWE COURANT VAN DEN Verschijnt WOENSDAG en ZATURDAG. Abonnementsprijs voor 8 maandenƒ1.30 Franco per post u ,1.50 Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post directeuren. Brieven franco aau den Uitgever S. Giltjes. De prijs der Ad veiiten Ti en van 14 regels is 40 Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zcgolrcgt voor elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags cu Vrijdags middag 12 uur gelieve mende Advertentiênintezenden. Ingezonden stukken minstens eóu dag vroeger. Door het Bestuur dezer gemeente wordt het navolgende gepubliceerd BURGEMEESTER en WETHOUDERS der gemeente IIELDERmaken bij deze bekenddateven als vroeger van den 16 dezer tot en met den 15 April 1866, de quaran taine zal gehouden worden achter in het Nieuwediep bij het Nieuwewerki en dat alle vroegere bepalingen opzigtelijk het stoppen of ankeren en in quarantaine liggen in den mond van de Havenvan volle kracht blijvenzullende de schepen aldaar de eerste visitatie moeten ondergaanna welke visitatie de visiteur der quarantaine indien daartegen geene bedenkin gen bestaan, vrijheid verleent om naar het Nieuwewerk te verhalen of te zeilendoch ingeval er onverhoopt ziekte of besmetting aanwezig of to vermoeden iszoodanige schepen zal gelasten om in den mond der haven aan den Steenendam te meeren, alwaar zij tot nadere orders van Hoogerband steeds zullen bewaakt worden. Het zal echter aan schepen welke slechts aan visitatie zonder quarantaine onderworpen zynvrijstaanom de visi tatie op de reede af te wachtenindien het met hun belang in strijd is om in het Nieuwediep te komen. Ieder wordt ernstig gewaarschuwd, om zich zonder schrif telijke vergunning van den Heer Directeur en Kommandant der Marine, aan boord van quarantaineschepen te begeven, ten einde zich te vrijwaren voor de toepassing der zware straffenwelke op de overtreding zyn vastgesteld. Helderden 9 Oct. 1865. Burgemeester en Wethouders voornoemd STAKMAN BOSSE, Burgemeester. L. VERHEY, Secretaris. De Regering en de Veeziekte. In bijna alle onze bladen is de houding der Regering, tij dens het uitbarsten der zoo gevreesde veeziektebesproken en natuurlijk op verschillende wijzen beoordeeld. Terwijl de conservative organen de handelwijze der Regering ten scherpste en in de nadrukkelijkste bewoordingen afkeurden, werd van de andere zijde beweerd, dat ze niet anders handelen kon of mogt en dat de wet haar geene bevoegdheid gaf tot het nemen van andere maatregelen dan ze genomen heeft. Onze lezers zullen ons vergunnen met een enkel woord op dit belangrijk onderwerp terug te komen. Aanspraak als wy maken op den naam van onafhankelijk bladmeenen wij thans het stilzwijgen niet te mogen bewarenzonder den schijn van partijdigheid op ons te laden. Hebben wij vroeger de optre ding van dit kabinet een geluk genoemd voor de natie en zijn wij nog in het algemeen met hart en ziel de beginselen der regering toegedaan, wij zouden aarzelen de vraagof het Ministerie in deze materie alles gedaan heeft wat het algemeen belang vorderde, bevestigend te beantwoorden. Wij gelooven bet tegendeel. Wij meenen dat de Minister van Binnenlandsche zaken verzuimd beeft de noodige maatre gelen te nemen tegen de veepest, tot dat het te laat was. Wij zijn met de oppositie van oordeel, dat het vaderlandsch belang niet voldoende in deze is behartigd. Laat ons kortelijk de reden van ons gevoelen opgeven De groote klagt, die zoowel in de Eerste als in de Tweede Kamer der St.-Generaal is geuiten die zich ook daarbuiten algemeen doet. booren, is: het gemis aan tijdige maatregelen. De Minister was bij het uitbreken der veeziekte buiten 's lands on bleef buiten 's lands, hoewel het bestaan der ziekte reeds lang uit de Engelsche en ook uit onze bladen gebleken was. Het zou onzin wezen te bewerendat de terugkomst des Mi nisters den voortgang der ziekte zou hebben kunnen stuiten doch door zijne afwezigheid zijn de maatregelen achterwege gebleven, die men had moeten en kunnen nemen. De verdediging des Ministers in de Kamersdat in deze de benoodigde maatregelen moesten genomen worden door de gemeenten en niet door de Regering, kan niet opgaan. Hoe toch konden dezen den invoer van vee van buiten 's lands beletten (want daarin lag het grootste kwaad Integendeelhet centraal gezag was in deze aangelegenheid de bevoegde auto riteit, waarvan de maatregelen van voorkomen en beteugelen der ramp hadden behooren uit te gaan. En niets zou ge makkelijker geweest zijn. Had toch de Minister, terstond nadat hij kennis had gekregen van het heerschen der ziekte in Engeland, de grenzen van ons land voor den invoer en uitvoer van vee geslotendan zouden de gemeenten niet noodig gehad hebben de grenzen hunner gemeenten te bewaken. Maar, zal men vragen (en die vraag is door de voorstan ders des Ministers gedaan en ontkennend beantwoord), had de Regering het regt dien maatregel te nemen, bezat zij daartoe de magt Vooreerst herinneren wij aan de oude spreuk»Salus pu- blicasuprema lex (het algemeen heil is de hoogste wet)maar bovendienin de onderstelling dat ze die bevoegdheid niet be zat, waar was het beletsel do Staten-Generaal bijeen terocpen en de magtiging te vragen tot het nemen van do benoodigde maatregelen Immers het zittingjaar van do Staten-Generaal was niet gesloten, want iedereen weet dat die sluiting plaats had op Zaturdag 16 September jl.terwijl de tegenwoordige zitting reeds op Maandag 18 September en dus met tusschenruimte van dén Zondag wederom geopend werd. Iladde de Mi nister dat gedaan, hij zou van alle verantwoordelijkheid ont heven zijn geweest en niemand liad hem eenig verzuim kunnen verwijten, terwijl thans daarentegen, niettegenstaande al het verhandelde gedurende de vierdaagsche discussieniettegen staande de verdediging des Ministers en van de ministeriele partijieder onpartijdige nog blijft zeggen of denken de maat regelen zijn te laat genomen men heeft de put gedempt nadat bet kalf verdronken is. Onder de bladendie dit onderwerp hebben besproken en die tot hetzelfde resultaat zijn gekomen, behoort de Tijd. Dat blad knoopt daaraan nog eene beschouwing vast, die wij geheel beamenen die wij daarom hier laten volgen „Immerswat al beweging is er in het land om de veepestwat al zorgen worden besteed om die te beteugelenWij misprijzcu 't niet. In tegendeel. Het is loffelijk dat ineti alles aanwendt tot w ering van deze ramp. Maar naast de veepest heerscht in Europa de cholera, die tal van mcnschen in bet graf sleept. Zijn of worden er eenigc middelen aangewend om te verhoeden dat de cholera uit den vreemde bij ons wordt overgebragt Geen de minste. De Minister vau Binnculaudsche Zaken als wij ons niet vergissen moet voorleden jaar in eene openbare discussie, zelfs tegenover den Minister van Marine, zijn collega, hebben verklaard, dat hij niet voor nemens w as een wcttelijkeu maatregel als b. v. de quarantaine voor tc dra gen. De verklaring deu Minister misschien in een oogcublik van kwaad humeur ontvallenluidt vreemd als men thans het land vol quarantainen. ziet van dorp tot dorpen van stal tot stal voorgeschreven voor het behoud van het vee. Zou bet uit dieu hoofde nu mogelijk zijn geworden dat cr ook eindelijk iets gedaan worde voor het behoud vau de menschcn opdat huu de cholera niet uit Marseilleen andere besmette zeehavens worde aauge- bragt? Doeltreffende, tijdig genomeu maatregelen kunnen evenzeer ver hinderen, dat de cholera in een land uitbreektals geschikte voorzorgen de verspreiding van de veepest verhoeden." En de Tijd vergist zich niet. Het is volkomen waarde Minister heeft in het vorig jaar verklaard, geene wettelijke maatregelen te zullen nemen betrekkelijk de quarantaine doch de gevreesde ziekte breidt zich vau het Zuiden tot het Noorden uit. Overal lezen wij dan ook, dat elders voorbehoed^ maatregelen genomen worden, om zooveel mogelijk diekwa&l tegen te gaanof ten minste hare verspreiding te voorkomen Bij ons zijn tot nog toe, voor zooverre ons hekendis, gejme

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 1