UefÖer, JtieuroeDiep, IMfemsoorö, enj.
Jï? 461.
Vijfde Jaargang.
1865.
ZATURDAG
28 OCTOBER.
NIEUWE COURANT
VAN DEN
Verschijnt WOENSDAG on ZATURDAG.
Abonnementsprijs voor 3 maandenƒ1.30
Franco per post v 1.50
Men abonneert zich bij alle Boekhandelaren en Post
directeuren. Brieven franco aan den Uitgever S. Giltjes.
De prijs der Advertentien van 14 regels is 40
Centen voor eiken regel meer 10 Centen. Zcgclregt voor
elke plaatsing 35 Centen. Vóór des Dingsdags en Vrijdags
middag 12 uur gelieve men de Advertentien intczendcn.
Ingezonden stukken minstens één dag vroeger.
Dc laatste vergadering van den
Gemeenteraad.
Wig meenen de aandacht onzer lezers te moeten vestigen
op twee onderwerpen, in de laatst gehoudene vergadering
van onzen gemeenteraad behandeld; niet zoo zeer omdat wij
die van groot en overwegend gewigt achten voor de gemeente
zelve, dan wel omdat daaruit blijkt, hoe weinig waarde
sommige raadsleden hechten aan de toepassing en uitvoering
van eenmaal aangenomen besluiten en instructien.
In de instructie voor Regenten en Regentessen van het
weeshuis, komt o.a. het volgend artikel voor:
nJaarlijks in de maand November, wordt door Regenten
nen Regentessen ter vervulling in de vacaturen welke door
nde gewone aftreding met den 1 Januarij daaraanvolgende
nzal ontstaan, een dubbeltal voor elke openvallende plaats
aan den Gemeenteraad aangeboden, om daaruit, des goed
vindende, eene keuze te doen. Bij tusschentijdsche openvallende
"plaatsen wordt op gelijke wijze gehandeld".
Het art. der instructie zegt bepaaldelijkJaarlijks wordt",
nbvf opeiwallende plaatsen wordt" en laat dus aan het Bestuur
geen keus over om wegens deze of gene reden er van af te
wijken. Zeer teregt zeide dan ook de Hr. Strootman het
artikel is imperatief; d. i. het beveelt het doen eener voordragt.
Het Bestuur echter meende, om redenen die niets tot ons
betoog afdoen, den Raad te moeten verzoeken van het doen
eener Voordragt verschoond te blijven, een verzoek dat, in-
- ^gevolge vernield artikel, niet kan of mogt worden ingewilligd
en dus geen onderwerp van discussie voor den Raad kon
uitmaken. Desniettegenstaande stelde de Voorzitter voor:
tot de benoeming over te gaan door welk voorstel het geheele
artikel werd ter zijde geschoven maar zeer teregt merkte de
Ilr. Graat op, dat zoolang een collegie in functie ishet ver-
pligt is zich aan de bestaande reglementen te houden derhalve,
dat het Bestuur van het weeshuis eene voordragt moest doen.
Welk^ gronden nu de Voorzitter kan aanvoeren voor zijne
bewering, dat men het artikel facultatief en imperatief kan
uitleggen, is voor ons onbegrijpelijk; het artikel is zoo im
peratief mogelijk; ware het facultatief, dan zou het moeten
luidenJaarlijks kax, bij openvallende plaatsen kan op ge
lijke wijze worden gehandeld.
Ten einde nu de quaestie op te lossen doet de Hr. Stroot
man het wonderlijk voorstelom eenvoudig het artikel uit
de instructie van Regenten en Regentessen te ligten. Dat was
waarlijk met ée'n slag den Gordiaanschen knoop doorhak
ken. De Raad heeft het artikel vroeger aangenomenthans
bestaat er eenig verschil tusschen het Bestuur van het wees
huis en den Raad, en om nu daaraan een einde te maken
wil men op staanden voetzonder voorafgaande beraadslaging
of bespreking, het artikel krachteloos maken, door het uit de
instructie te schrappen. Ware dit ondoordacht voorstel aange
nomen, het zou een antecedent geweest zijn, waarvan de
gevolgen niet kunnen overzien worden. Waar zou in 't vervolg
't beletsel zijn, om a bout portant uit elk reglementuit elke
verordeninguit elke instructie artikelen te schrappenwanneer
men zulks om den een of andere reden goedvond Natuurlijk
heeft de Raad de bevoegdheid om zijne reglementen verorde
ningen of instructien te herzien wanneer ze blijken in de
praktijk bezwaren op te leverenmaar die herziening mag
niet geschieden met terugwerkende kracht, zoolang ze bestaan,
moeten ze worden toegepastde herziening kan slechts werken
voor de toekomster kon dus hier geene sprake zijn van liet
schrappen van het artikel. Het voorstel van den Hr. Strootman
kwam dus ook niet in omvraag, maar wel het verzoek van
Regenten om verschoond te blijven van het doen eener voor
dragt, iets dat lijnregt met het artikel in strijd is.
En slechts met ëe'n stem werd het verzoek verworpen. Van
de 13 aanwezige leden waren er zes die over het wettelijk
van kracht zijnde artikel heenstapten, en onder die zes be
vonden zich de drie leden van het dagelijksch bestuur en zelfs
de Hr. Strootman, die eenige oogenblikkeh te voren met kracht
op de lezing van 't artikel had aangedrongen en daarna ver
klaard had, dat het imperatief was.
Op dergelijke handelingen van onzen Gemeenteraad meenen
wij de aandacht onzer denkende lezers te moeten vestigen.
Het andere punt, dat ons blad meer persoonlijk betreft, is
het verzoek van den Hr. Bakker Jr.zoon van den Wethouder,
om weder belast te mogen worden met de plaatsing der
gemeente-advertentiënaan welk verzoek door den Raad
dadelijk bereidwillig is voldaan. Waarom heeft voor dit
artikel de publieke aanbesteding of verpachting niet plaats,
zoo als door den Raad in eene vroegere vergadering wettig
is besloten Wanneer heeft do intrekking van dit besluit plaats
gehad? Waarom hier*geene concurentie toegestaan, die toch
in elk geval moet strekken ten voordeele der Gemeente?
Waarom worden in onze gemeente niet aan alle burgers dezelfde
regten geschonkendaar ze toch wel in alle lasten deelen
mogen? Waarom den een boven den ander bevoorregt? lvan
dat zijn omdat die een is de zoon eens Wethouders? En
omdat de leden van den Raad, wetende dat die Wethouder
personeel in de zaak betrokken is, alleen hem ten genoege
stemmen
Partij als wij zijn in deze quaestiezullen wij die vragen
niet beantwoordenmaar ons vergenoegen ze te onderwerpen
aan de overweging van onze onbevooroordeelde lezers. Wij
twijfelen niet of ze zullen ze ligtelijk oplossen maar of ze
daaruit tot het besluit zullen komen van zelfstandigheid en
onpartijdigheid van onzen Raad, meenen wij temogen ontkennen.
Een enkel woord hierover ten slotte. Nog weinige weken en
eene gebeurtenis heeft plaats, die van het hoogste gewigt is voor
onze gemeente, die weldra groote materiële voordeden zal
opleveren en ons opheffen uit den staat van isolement, waar
in we zoo lang hebben verkeerd. Dan zal den Helder meer
dan vroeger de aandacht onzer landgenooten trekken dan
zullen wij niet meer beschouwd worden als de Chinezen van
Nederland.
Maar wat moet den indruk zijn, die wij naar buiten zullen
teweeg brengen wanneer men van dergelijke raadsvergade
ringen verneemt, wanneer men ziet, dat mannen, die men als
de uitstekendste onzer gemeente zal aanmerkenzich niet sto
ren aan wettige bepalingen instructien of voorschriftenmaar
bij het eerste bezwaar er van spreken, ze kort en goed te
vernietigen
Wanneer onwettige, partijdige en kleingeestige handelingen
blijven plaats hebben wanneer men opmerkt, dat het dc leden
van den Raad aan kracht ontbreekt, om zich tegen intriguerende
handelingen te verzetten van een Wethouderdie telkens en
wederom telkens, wanneer er een klein voordeeltje is te be
halen, zich zeiven of de leden van zijn gezin onbeschaamd op
den voorgrond durft stellen en alle eerlijke concurrentie door
onwettige middelen tracht te couperen.
Wanneer dat allesblijft voortbestaanzal onze gemeente
nimmer den rang kunnen innemen die baar in de rei der
Noordliollandsclie gemeenten toekomt; zij zal buiten af steeds als
eeno eenvoudige plattelands gemeente worden beschouwd waar
dergelijke intrigues, door de ingezetenen zeiven, niet eens worden
opgemerkt of met onverschilligheid worden toegelaten.
Hoewel zonder twijfel bij het nieuw aanbrekende tijdvak,
in vele zaken eene veranderingeene verbetering zal komen,
achten wij het echter thans onzen pligt, op de bestaande feiten
te wijzen, in het vertrouwen, dat onze stem niet geheel en
al zal zijn als die eens roependen in de woestijnin de hoop,
dat enkele leden die het goede willendie regt en billijkheid
handhavenmeer en meer opgewektheid en steun mogen vinden
om zich met kracht tc verzetten tegen baatzuchtige, klein
geestige en onwettige handelingen.
rrg.