Reglement voor een nieuw op Ie rigtcn Damesgezelschap. enz. «ene geheel bijna f '100,000 aan nieuwe. vcstniggeaoeld, dat dezer da- Dit zijn toch aanzienlijke sp'onder den volgenden hoogst nuttelooze en niet tiwodewijk Napoleon, de voorspelde j^]s eenoni en toekomende persoonlijke antichrist, „en „„-.ii de profetien als zullende een zevenjarig verbond .JS de joden sluiten omtrent zeven jaren voor het duizend jarig rijk, en (na de opstanding en opneming der wijze maag den twee jaren, en van vier tot zes weken na het verbond) waarna hij cene volstrekte heerschappij zal krijgen over Engeland, en over het grootste deel van Amerika, en over de geheele christenheid, en de christenen zal vervolgenge durende de laatste helft der zeven jarentot dat hij einde lijk bij de nederdaling van Christus zal te niet gedaan wor den bij het einde van den strijd van Armageddonomtrent of kort na 1873." Sapienti sat. Aan den Prccurseur wordt het volgende uit 's Gra- venhagc geschreven Tengevolge van de zending naar Berlijn van graaf van Bijlandt, moet ons gouvernement in de vacture te Kon- stantinopel voorzien. liet meest komen daarvoor in aanmer king de heeren Mazel en van I.ansberge, thans raden van legatie te Parijs en te Londen. Door een toeval kocht ons gouvernementtoen Nederlandgelijktijdig met Engeland en Oostenrijkhet regt kreeg om zich te Konstantinopel te laten vertegenwoordigeneen prachtig hotel aan den oever van den Bosphorus. Na langen tijd onbewoond te zijn ge bleven vestigde zich daar de heer v. Zuylen v. Neyevelt. Bij zijne aankomst was het hotel in zeer vervallen toestand. Do gezant was bijna verpligt onder een parapluie te slapen. Daar hij voorzag, dat de kamers de noodige gelden voor het her stellen van het gebouw niet zouden toestaan, verkocht hij twee strooken grond vóór het gebouw. De opbrengt daarvan was nog niet voldoende. Gelukkig bevond zich de sultan in zijn normalen toestand, dat is: hij had baargeld uoodig tegen eiken prijs. De lieer v. Zuylen leende hem, ouder waarborg der kleinooden van den harem, het geld dat het verkochte terrein had opgeleverd. Op die wijze slaagde de heer v. Zuylen er in om de som bijeen te krijgen, die de restauratie van het hotel vorderde. Ofschoon weinig bekend is dit voorval niettemin waar. Ik weet zelfs dat de sultan, die bij gelegenheid van een feest, vierentwintig uren zijne kleinooden in bezit wilde hebbenvan den heer v. Zuylen eene weigering ontving. Nog meerik zou u zelfs het be drag van den interest kunnen noemen. Men zegt, dat de tegenstrijdige mededeelingen van den A ^Monileuruopens de legervermindering in Frankrijk, een voordeeltje van 5 it G millioen heeft opgeleverd aan eenige beurs-speculantendie het fijne van de zaak wisten. Er is eene nieuwe comedie van Emile Augier in studie, waarin mede de weelde der dames gehekeld wordt. Dus een nieuwe echo van den lieer Dupin. Men leest in een blad van Neurenberg: Lenigen tijd geleden ging de heer Hoffmannprofessor aan het gym nasium te Neurenberg, met zijne echtgenoot voor pleizier naar Spanje gedurende de vacantie. Toen de professor bij het hervatten der werkzaamheden niet terugkeerde, deed men onderzoek naar hetgeen van de zaak wasmaar al deze onderzoekingen bleken te vergeefs, waardoor hunne ouders ongerust werden. Eindelijk besloot men iemand naar Spanje te zendenom te zien wat de oorzaak er van was. De luitenant Erey belastte zich met die zending en hij hoorde al dadelijkdat mevr. Hoffmann te Albacèta aan de cholera was overleden en dat de heer Hoffmanninsgelijks door de cholera aangetast, haar des anderen daags in het graf ge volgd wasna eerst eenige dagen in het gasthuis te Al bacèta te hebben geleden. Maar do luitenant zette zijne nasporingen voort om zich te overtuigen en vernam het volgende: De heer Hoffmann was bijna reeds hersteld en dacht aan niets dan aan zijne terugreis, toen de doctor, die het gasthuis van Albacèta des avonds bezocht, een zekere Jose Gonzales, hem in het latijn vroeg of hij hem (eene bepaalde som) wilde betalen of niet. De heer Hoff mann weigerde op uitdrukkelijke wijze aan dezen eisch te voldoen, zoodat de doctor er niet meer op aandrong. Hij schreef den zieke zeer bedaard pillen voor, die hij om het uur moest gebruikeneerst 2dan 4 en vervolgens 6. Hij kreeg nu stuiptrekkingenwaarop de dood volgde. De luitenanl Erey (die verdere bijzonderheden opgeeft in een brief uit Albacèta, dd. 10 November), vreest niet pu bliek te maken in een blad van Neurenberg, dat de heer Hoffmau het slagtoffer van vergiftiging is geweest. Op grond van dit feit verklaart hij doctor Gonzales voor een gewetenloos menschen is gemagtigd de namen der getuigen bekend te maken, die bovengemelde handeling hebben aan den dag gebragt." Dagbl. v 's II. Gepasseerde week verlieten man en vrouw, die beide met werken de kost moesten verdienen, hunne woning, in de rue Saint-Germainte Parijs, achterlatende een kindje van 18 maanden, dat toen gerust in de wieg te slapen lag, en welke wieg door de zorg van een hond bewaakt zou worden. De vrouw had voor haar vertrek een vuurtje aangelegd, om bij hare terugkomst voor het middagmaal te zorgen. Kort na het vertrek hoorden de buren een gegil en zagen toen de hond naar hen toespringen en onophoude lijk aan hunne kleederen trekken, waaruit zij opmaakten, dat hij hulp noodig had. Zij volgden hem naar de kamer waar het kind was, welke toen in volle rook stond, terwijl het kind met de wieg was omgeslagen en de kleederen reeds vlam hadden gevat. Voorzeker zou het kind omgekomen zijn indien de waakzaamheid van den getrouwen hond niet daarvoor had zorg gedragen. Art. 1. Het gezelschap zal den naam dragen van het „stichtelijk gezel schap van opmerkzame en scherpziende vrouwen aan welks hoofd eene directrice zal worden aangesteld, met eeue adjunct directrice, die bij ziekte of afwezigheid der directrice, hare plaats vervangen zal. Art. 2. Niemand zal toegang hebben tot dit gezelschap, die den ouder dom van vijf-cu-twiutïg jaren niet bereikt heeft; echter zal het aan de ge huwde vrouwen, die met dochters boven de zestien jaren gezegend zijn, al toos vrij staan, ze mede te brengen, ten einde deze leergierige maagden zich in dc noodige kuudighedeu, in dit gezelschap gevorderd, oefenen en ons, als meer bejaarde en kuudige vrouwen tot een voorbeeld nemen. Art. 3. Tweemaal in de week zal er, nu eens bij de eene dan weder bij de andere met minnelijke schikking, vergadering gehouden worden, waarin zoolang de zamcukomst duurt, niets anders zal mogen worden gegeten en gedronken dan thee met noodige koekjes of banket naar ieders welbehagen of vermogen. Na de vergadering zal er cocholadc, slemp, punsch of warme wijn worden rondgediend tot dat de klok negen ure slaat, op welken tijd het gezelschap, na elkander driemaal gekust te hebben, zich stichtelijk en zonder gedruisch naar huis begeven moet. Art. 4. Op dc bijeenkomsten zal elke dame behoorlijk verslag doen van al hetgeen zij, of van de dienstboden gehoord of zelve met eigene oogen ge zien heeft; te dien einde zullen zij zich, zoo dikwijls als er gepredikt wordt ter kerke begeven en onophoudelijk rondzien, wat er voorvalt; ook allernaauw- keurigst opmerken, of de eeue of andere mevrouw, jufvrouw, burgervrouw of jongemeisjes zich prachtiger kleeden, dan door ons wordt goedgekeurd. Art. 5. Elke dame zal verpligt zijn één of twee spiegeltjes véo£ hare schuiframen tc plaatsen, teneinde toe te zien, wat er op de straten geschiedt; hoe dikwijls dc buren uitgaan en op welk uur zij wrederom te huis komen; voornamelijk ook zijn zij gehouden, des avonds na zonneondergang in den donker te zitten, om achtte geven welke mannen, vrouwen of jóngö' doch ters er voorhij gaan, en des zomers met een bijna half opengeschoven schuif raam om des tc naauwkeuriger naar de gesprekken tc kunnen luisteren. Art. 6. Zoo er bij toeval eene der deelgeuooten al te naauwgezet vau •- geweten zijn mogt, om hittere of heleedigende verhalen omtrent den eenen of anderen persoon, of omtrent hare bloedverwanten en vrienden aan te hooren en haren afkeer daarvan, hetzij met woorden of gebaren te kennen geeft, zal zij als medelid van dit stichtelijk gezelschap dadelijk worden 'uitgeschrapt Art. 7. Voornamelijk zal men zich beijveren, wanneer twee jonge lieden met elkander verkeeren en wenschen een wettig huwelijk aan te gaan, om alsdan alle pogingen in het werk te stellen, dat, nu eens de jongeling dan wederom de jonge dochter, door alle dames van liet gezelschap zoodanig in hunnen goeden naam benadeeld worden, dat dc ouders of voogden zich eindelijk in gemoede zullen verpligt vindeu, geene toestemming tot dit hu welijk te geven; daarentegen nogtans zullen alle dames plegtig moeten belo ven, dat zij, zoodra eene der dochters van moeders, die tot dit gezelschap behoorcu, ten huwelijk gevraagd wordt, ze alomme te prijzen en een schilderij van haar te malen, alsof er zulk eeuo maagd op dezen aardbol niet meer le vinden ware. Art. 8. Uit de toelage, welke de dames maandelijks tot onderstand van dit gezelschap betalen en waarvan de prijs nader zal worden vastgesteld, zal een gedeelte worden afgezonderd tot kleine geschenkjes voor dusdanige dienstmaagden, die opcuhartig en zonder omwegen vertellen, al wat er in hare dienst plaats heeft en dat niet alleen hij de aauzicnlijken, maar ook hij den burgerstand, al hetwelk in de zamenkomsten eene aangename stof tot veelvuldige gesprekken opleveren kan. Wij kunnen hier bijvoegen, dat tot directrice vau dit aangenaam en nuttig gezelschap benoemd is mevrouw dc wed. Kakelaar, geb. Babillardc, cu tot adjunct directrice mevr. Muzzle, terwijl de eerste vergadering geopend werd met eene rede van den directrice, die drie uren duurde „óver het nut der Medisancc." In de Arnh. Crt. van gisteren leest men het volgende ingezonden stuk: Korps Mariniers. Da 4e verandering van uniform in de laatste 12 jaren. Na pas 3 jaren geleden aan de uniform der mariniers zeer kostbare ver anderingen tc hebben gebragt, om haar meer in overeenstemming met de marine te brengen, gebeurt zulks waarlijk nu reeds weder, om, naar men zegt, thans in overeenstemming met dc laatste veranderingen vau de landmagt tc zijn. De eerste, hoewel hier en daar nog wat tc wenschen overlatende, beantwoordde ten minste in sommige opzigten aan een goed doel, maar met welk nuttig doel deze laatste is ingevoerd kan zeker niemand ons voldoende uitleggen, daar een ieder ze met ons doelloos, nutteloos, stelselloos, smake loos en daarbij kostbaar vindt, terwijl men bovendien onberedeneerd en on doordacht daarmede is te werk gegaan. IIoc kan men b. v. op het denkbeeld zijn gekomen om aan dc offic. in klein tenue metalen heugels op de schouders tc geven, die door hun sterk blinken geen ander doel kunnen hebben, dan om hen reeds op verre afstanden tot mikpunt voor den vijand tc doen strekken, want in den regel wordt gevochten door de officieren in klein teune en door de manschappen in marsch-tenue cu in de koloniën in linnen haatjes. Hoe kan men bij het weder invoeren van dc pompon boven op de schacok uit het oog verloren hebben, de vele moeite en last welke men vroeger al-' toos aan boord had om die regt en vrij van deuken te houden, door het stooten met zoodanig hoog uitstekend voorwerp tegen de dekken, dekbalken enz.; heeft de ontwerper hiervan dan nooit aan boord van een schip gediend Met welk doel kan men aan de officieren hetzelfde lcelijke versiersel van dc landmagt voor de uniformmuts gegeven hebben, en niet het meer eigen aardige van hun wapen of element, b. v. een onklaar anker of iets dergelijks, meer in den geest zoo als de officieren vau dc zecmagt in het algemeen zulks hebben. Hoe kan men toch zoo weinig denkbeeld van doelmatigheid hebben door te bepalen, dat de officieren op marsch, bij brand enz. niet de uniformmnts, maar de groot tenue schacot opzetten, zoodat juist bij gelegenheden, die dc doelmatigheid en liet gemak van dat hoofddekssl het meest zouden doen ge voelen, daarvan geen gebruik zal mogen worden gemaakt? Kan die reden, wat brand betreft ook zijn om hij mogelijk gebrek aan emmers dc alsdan voorhanden zijnde schacots daartoe tc doen dieucn

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuwe Courant van Den Helder | 1865 | | pagina 2