bloeddorstig uit, spreekt Fransch en Engelsch en is van
een tolk vergezeld.
Onlangs i3 brand ontstaan in eene apotheek te Lau-
sauna (Zwitserland) en wel door de onvoorzigtigheid van den
preparator, die, in weerwil van het ernstig verbod van zijn
patroon, met eene kaars in den kelder was afgedaald, om
petroleum te halen.
Den trap weêr beklimmende, deed hij een misstap. De
kruikwelke hij in de hand hield braken met snelheid
deelde de vlam zich mede aan de petroleum. In weinige
oogenblikken breidde de brand zich uit en de jongman, die
getracht had dien te blusschen, werd ernstig gewond. Inde
woedende pijn, welke hij gevoelde, snelde hij het huis uit,
zonder zijn meester te waarschuwen en liep naar de nabu
rige putten. Toen men den brand bespeurde was reeds een
groot gedeelte van het huis vernield. De ongelukkige jon
geling is den volgenden dag aan zijne vreeselijke wonden
bezweken.
De politie te Antwerpen heeft onlangs een jongentje
van 14 jaren gearresteerd, welke aan 't hoofd van een bende
dieven stond. Niettegenstaande zijn jeugdige jaren is hij tot
8 gevangenisstraffen veroordeeld. Juist toen men hem aan
hield was hij bezig met een baal koffij open te snijden
die aan de voordeur van een winkel stond.
Een kruidmagazijn te Toumissan is in de lucht ge
sprongen waarbij vier arbeiders het leven verloren hebben.
Men deelt daaromtrent de volgende bijzonderheden mede.
De plaats der ramp leverde een hartverscheurend schouw
spel op. De naaste huizen in dc nabijheid der kruidfabriek
hadden schrikkelijk geleden, en ecnigen dreigden in puin te
storten. Hier en daar vond men stukken van kleederen en
ijselijk verminkte menschelijke ledematen; hier een voet in
een schoen daar een hand giudsch een armiets verder been
deren en hersens. En wat't ontzettendst was de vrouw van
een der slagtoffers raapte bij de herberg, waar de ongeluk
kige gewoon was te eten, eene hand op, welke zij als die
haars echtgenobts herkende.
Op de plaats waar 't gebouw gestaan heeft, ontwaart men
thans geen spoor meer daarvan. Niets is overgebleven dan
eene kale vlakte, zwart gebrand door 't buskruid.
De portier der kruidfabriek was afwezig tijdeus de ont
ploffing. Meer dan 30 personen zijn getroffen en meer of
minder zwaar gekwetst door brokken steen of glasscherven.
Men begroot dc schade op 100,000 fr.
Zekere Leonide Blanc, eene actrice bij het Thédtre
des Vaudevilles te Parijs en schrijfster, is dezer dagen plot-»
seling van het tooneel verdwenen. Als reden daarvan noemde
men een schandaalwaarin zij na de laatste opvoering te
Compiègne met twee heeren van liet hof betrokken was.
Dit is echter het geval niet. Mejufvrouw Blanc heeft een
contract gemaakt met een oostersch vorst, om gedurende
vijf jaren in zijn harem te vertoevenzich in alles te on
derwerpen aan de oostersche wetten en zeden en geen aan
spraak te maken op hare regten als fransche vrouw. Na
verloop van dien tijd ontvangt zij van den vorst 500,000
francs en een hotel op den boulevard Bourbon. Het geld
is gedeponeerd bij een Notaris en het contract in forma
opgemaakt. Men heeft den mcnschenhandel in het oosten
verbodende markt schijnt zich nu naar het westen verplaatst
te hebben.
//Dc Anmy and Navy Gazelle bevatte dezer dagen
het volgende artikel: //Wat gekke rol mijnheer Louis
Noir, in zijne aanteekeningen uit den Krimoorlog" een
armen Engelschen tourist laat spelenOnze Brit w as smoor
lijk op een Schotsche marketentster verliefd geraakt, en
hield niet op haar met zijne liefdesverklaringen te vervolgen.
De jonge vrouw, die dat gezanik danig begon te vervelen
verbood hern de deur. Na vele en vergeefsche pogingen
om haar tot andere gedachten te brengen besloot onze tou
rist een zelfmoord te begaan, maar, tegenover het groote
drama dat hier opgevoerd werd, op geen armzalige manier.
Na eerst zijn geheele vermogen aan de marketentster ver
maakt te hebben, liet hij een diep gat graven, waarin hij
een vaatje met twintig pond buskruid plaatste, daarboven
weer een steen, en op dien steen, ging de ongelukkige
versmade minnaar met een geurige havanna-sigaar in den
mond heel gelaten zitten. Hij rookte heel bedaard zijn si
gaartje (dat hem tusschen twee bijzonder lekker moet
gesmaakt hebben)tot het laatste stompje af, en stak toen
het loopvuur naar het magazijn beneden aan. VExplosion
eul lievV en twee minuten later zag men een vreemdsoor
tige. massa uit den hemel inde haven vallen, eene massa,
die de Britsche zeelieden voor een menschelijk ügchaam
erkenden en dadelijk uitliet water vischten. Men schreeuwde
daar valt een man uit den hemelEenigen beweerden
dat men hem uit de zon geschopt had, en een ander dat
hij een verongelukte luchtreiziger was. Dc man kwam er
echter heelhuids af en de marketentster, door dit bewijs
van liefde getroffen kapituleerde. Deze luchtreis is niet
zooveel bijzonders als menig een wel meent, zegt mijnheer
Louis Noir, want kapitein Pernicr vloog met eene batterij
in de lucht, en ziedaar, men vond hem op 500 ellen af
stand zittende, roepende wat drommel wat is er gebeurd?
De man was niet in het minst bezeerd.
HAAGSCHE CORRESPONDENTIE.
'8 Hage, 3 December.
Mijnheer de Redacteur!
Hoewel wij nog eerst in het begin van December zijn, is de begrooting
over het volgend jaar reeds in haar geheel aangenomen, iets dat sedert ver
scheidene jaren geen plaats heeft gehad verleden jaar kon zelfs de Eerste
Kamer hare discussien niet voor Januarij ten einde brengen. De redenen
van dit verschijnsel liggen voor dc hand vooreerst zijn de beraadslagingen
vroeger aangevangen, ten tweede zijn de discussien over onze koloniale aan
gelegenheden grootendeels verdaagd tot de behandeling der cultuurwet, maar
voornamelijk, en ik schreef u dit reeds vroeger, heerscht er sedert de Lim-
burgsche quaestic eene spanning die zich ook in de Tweede Kamer heeft
geopenbaard, en die van invloed is geweest op de behandeling der begrootings-
wetten.
Bij mijn laatste schrijven, was de begrooting voor het Departement van
Oorlog aan de orde, welke, zoo als u bekend is, met 40 tegen 21 stemmen
is aangenomen. Dit is een vreemd verschijnsel voor lieu die het voorloopig
verslag der Kamer gelezen hebben en meenden dat dit verslag de uitdrukking
was van het gevoelen der Kamer. Wanneer men daarnaar oordeelde, was
eene verwerping der begrooting niet te betwijfelen, en toch, voorspelde ik
u reeds vroeger, dat zc zou worden aangenomen. Wij zien hier het ongewone
verschijnsel, dat een minister gesteund wordt door de oppositie tegen het
ministerie. De hr. Blanken wordt gesteund door de tegenstanders van den
hr. Thorbecke, en door sommige liberalen, die zich hebben laten overtuigen
dat een hoog budget van Oorlog noodzakelijk is voor 's lands verdediging.
Daarenboven was de hr. Blanken vóór zijne optreding in het Kabinet vol
komen onbekend zonder politieke anticcdenten, en dus door deze niet ge
bonden, zoodat hij zich in alle omstandigheden zóó gedragen kon, als hij voor
het behoud zijner ministriële portefeuille noodig oordeelde. Van daar is hij
een conservatief minister in een liberaal ministerie, die dus stemmen krijgt
van beide partijen.
In dezelfde zitting waarin de begrooting van Oorlog werd aangenomen, werd
ook die van Koloniën afgehandeld. Het is daaruit duidelijk, dat dc dis
cussien daarover slechts zeer kort waren; zelfs de jaarlijksche speech,
van den hr. van Foreest, bleef achterwege. Ze werd aangenomen met 47
tegen 20 stemmen, daarna werd het koloniaal batig slot over 1803, in
behandeling gebragt au aangenomen.
Wanneer ik u boven schreef, dat al dc begrootingswetten reeds aangenomen
zijn, moet ik daarvan die van Einantien uitzonderen. De minister van Ei-
nantien ad interim, heeft voorgesteld, deze bij wijze van crediet wetten te
beschouwen. Waarom die wetten zijn ingediend bij ministriele missive en
niet bij Koninklijke boodschap, is mij niet duidelijk.
Dingdag a. s. zal de interpellatie plaats hebben van den hr. van Goltstein,
over de vraag of de Regering het wetsontwerp nopens de grondbelasting in
Limburg zal verdedigen dan wel intrekken, daarna zal de Kamer onmiddc-
lijk in de afdeeliugen een aanvaug maken met het onderzoek der cultuurwet.
Ik zal u niet behoeven te schrijven, M. d. R., dat het voorstel van den
hr. vau Zuijlen tot het houden eener enquête, nog aller aandacht tot zich
trekt. De strijd daarover tusschen het Dagblad en de Nieuwe Rott. Cour.
gevoerd, is dan ook buitengemeen hevig de andere dagbladen bezien de vraag
uit een verschillend oogpunten inderdaad, zc kan van twee zeer onder
scheidene standpunten worden hcschonwd. De N. R. Cl. is van oordeel, dat
na de verklaring van dc hr. T., dat er zijneutwege geen inmenging in do
verkieziugeu heeft plaats gegrepeu en geeue brieven geschreven zijn, do
aanneming vau 't voorstel tot 't houden eener enquêtte, reeds dadelijk een
votum van wantrouwen tegen dien minister zou daarstellen. De Kamer zou
daardoor verklaren in de woorden des ministers geen vertrouwen te stellen,
iets dat hij zich niet zou kuuuen lateu welgevallen en hem in elk geval tot
aftreding zou noodzaken.
De andere partij meent daarentegen, dat de minister, thans beschuldigd, zelf
op het houden eener enquête moest aandringen, om zijne onschuld aan het licht
te brengen en het lasterlijke van het beweren zijner beschuldigers te staven.
Beide gevoelens kuunen w orden verdedigd. Daar ik ondertusschen volstrekt
niet geloof dat de Kamer het voorstel zal aannemen, acht ik 't onnoodig hier
in gissingen te treden over de waarschijnlijke gevolgen eener enquête.
's llage, 4 December.
Het voorloopig verslag op 't voorstel tot liet houden eeuer enquêtte, be
trekkelijk de verkiezingen in Limburg, heeft thaus het licht gezien. Hoewel
er bij mij geen oogeublik gedachte bestoud dat het zou worden aangenomen,
ben ik toch verrast door den uiterst heftigen en scherpen toon, die in dat
staatsstuk doorstraalt, die onmogelijk in weinige woorden is teruggegeven.
Dc groote spoed waarmede het in de afdcclingen is behandeldwordt ver
klaart door de opmerking, dat een voorstel, dat tot strekking heeft verden
king te doen rusten op een' minister des Konings, niet te spoedig kan
worden behandeld, terwijl het ongepast en onkiesch isom een afgetreden
minister nog lastig te vallen over eene mogelijke onvoorzigtigheid. In elk
geval behoorde het tweede gedeelte der enquête (de aanschrijving van den
hr. Betz, om kleine overtredingen door de vingers te zien) niet tot de
competentie der Kamer, maar moest, in geval men daarin eene wets-over-
treding zag, eene aanklagt geschieden voor den bevoegden regter.
Het is niet doenlijk u in weinige woorden een overzigt te geven van 't
verslag. De groote meerderheid vond reden tot bevreemding, dat een staats
man, als de voorsteller, zoo ligtvaardig daartoe is overgegaan, daar in elk
r/eval, het voorstel een insidieus karakter heeft, omdat men de verwerping
aan politieke redenen zou kunnen toeschrijven, de Kamer bejammerde het
zoowel voor hare waardigheid als voor die der Regering, dat voor zoodanig
voorstel niet is teruggedeinsd. Ten slotte zegt het verslag Dat het ge
dane voorstel, naar het gevoelen der groote meerderheid, ligtvaardig is ge
daan, een hoogstvcrfclijke strekking verraadt, en nog daarenboven, wat vorm
en inhoud betreft, ten eeue male verwerpelijk is.
In mijnvolgend schrijven kom ik op dit onderwerp terug. Adieu.
De Parifzeiiaars voor de Heg-mank.
Bigorrot zou zeker dc gelukkigste van alle kamerbehangers wezen als het
geluk bestond in ceu lief wijfjeeen net huishoudentjealtijd proper en
schoon linnengoed, en het eten precies op zijn tijd op tafel. Hij is echter
niet gelukkig; streng van zeden, heeft hij zijne vrouw nooit de minste aan
leiding tot jalouzic gegevenhij heeft zelfs op dat punt den naam van een
echten Joseph te zijn maar dat is nog lang niet genoeg voor dc gerustheid
van zijne vrouw. Wat of hij ook doet, wat hij ook zegt, zijne vrouw houdt
hem voor een heertje, voor een looper, voor iemand die gemakkelijk te ver
leiden is, en zij heeft hem haar willetje goed doen kennen. Hier heb je
de condities: Als hij van zijn werk komt dadelijk naar huis, alleen met
ongetrouwde kameraden omgaan, nooit in dc kroeg of het koffijhuis komen
en nog miuder naar banketwinkels gaannooit een kameraad tehuis bren
gen, nooit eene uitnoodiging voor een doop- of danspartijtje aannemennooit
bij een ander gaan ontbijten eten noch 's avonds op een familiaar boter
hammetje blijven zonder dat zijn vrouw er bij is en dan nog alleen op
die conditie, dat cr geen getrouwde vrouw of meisje boven de acht jaar bij
wezen mag.
Behalve dat was Bigorrot meester van zijn tijd en vau zijne daden en