.Redenen waarom adressant vermeent /.ich zich tot den Raad te mogen
wenden met een tweeledig verzoek
1. Dat de Raad moge goedvinden op het besluit van 17 October jl. te
rug te komen en alsnog, ingevolge het besluit van 8 April 1862, de
publieke aanbesteding te doen plaats hebben.
2. Ofdat adressant ook met de plaatsing der gemeente-annonces moge
worden belast. In dat geval biedt adressant aan die plaatsing gedurende
de drie eerstvolgende jaren kosteloos te doen.
Adressant verraeenendedat zijn verzoek op de billijkheid gegrond is,
onderwerpt het aan een onpartijdig onderzoek van den Raad en veroorlooft
zich met een enkel woord er op te wijzen datdaar publiciteit toch
het kennelijk doel is der gemeente-aankondigingendeze door het toestaan
van liet onder 2o. vermelde verzoek zeer bevorderd zal worden zonder
dat daar het minste geldelijk bezwaar voor de gemeente aan verbonden is.
Hetwelk doende enz.
Helder4 Dec. 1865
De Voorzitter stelt voor, dit stuk te stellen in handen van B. en W.
tot het uitbrengen van praeadvies in eene volgende vergadering.
De heer Graat zegtadressaut wijst op een genomen besluit, den 8 April
1862; het is mij ontgaan, maar wanneer dat besluit werkelijk is genomen,
zou ik het billijk hebben geacht, dat de Raad daaraan herinnerd ware gewor
den bij de behandeling van het rekest van den heer Bakker in de vorige
vergadering.
De Voorzitter zegt niet voorbereid te zijn tot het verleeuen van inlichtin
gen in deze, daar dit adres eerst heden morgen is ingekomen en blijft op
ecu uitstel aandringen tot de volgende vergadering.
De heer Graat ziet de noodzakelijkheid van dat uitstel niet in de no
tulen kunnen worden opgeslagen en wijst er op, dat het rekest van den lieer
Bakker ook direct is behandeld.
De Voorzitter brengt daarop ziju voorstel in omvraag er wordt met 6 tegen
5 stemmen besloten, de behandeling uit te stellen. Tegen stemden de heeren
van Kelckhovcn, de Lange, Boomsma, van Strijcn en Graat. Do hr. Bakker
hield zich buiten stemming.
d. Vier stuks uitgebotte certificaten der geldleening ten laste der gemeente,
worden door vuur vernietigd, als No. 58 en 67, uitgeloot 1 Julij 1863 en
No. 27 en 54, uitgeloot 1 Julij 1864, met de daarbij behoorende onver-
schenen coupons; vervolgens ook de sedert 1 Julij 1862 tot 1 Julij 1864
verschenen en betaalde coupons.
Op de gewone rondvraag niemand het woord verlangendewordt de ver
gadering -gesloten
vr I H TT TT S T IJ D 11T 5 B 1T.
Helder, Nieuwediep, Willemsoord, enz. 8 Deeeinber 1865.
Op Vrijdag 15 December a. s., des namiddags ten
één ure, zal aan het Raadhuis dezer gemeente, in het open
baar, bij inschrijving worden aanbesteed: De levering van
schoolbelioeften aan de openbare lagere scholen alhiervoor
1866.
Beroepen in de Anna Baulowna Rolder, gemeente
Zijpe, tot vroedvrouw T. Nieuwenhof, geboren Sieben,uit
de. gemeente Vlieland, tegen eene jaarwedde van f160.
Men schrijft ons van Alkmaar 5 December.
Heden vierde de tamboer-majoor W. Geijsen zijn óOjarige
schutterlijke dienst.- Bij die gelegenheid werd hem's avonds,
omstreeks half negen ure, eene serenade gebragt door liet rnu-
ziek-corps der schutterijterwijl H. II. officieren en onder
officieren zich ten zijnent hadden vervoegd, ten einde hem
te complimenteren.
Van de officieren ontviug hij een zilveren tabaksdoos en
van de onder-officieren een gouden horologie tot aandenken
beiden van eene toepasselijke inscriptie voorzien.
Genoemde tamboer-majoor Geijsen had ook het voorregt
bij de door Z. M. geïnviteerde oude militairen van Waterloo
te Heijdente behooren, waarvoor hij het door Z. M. uit
gereikte eermetaal dan ook ontving.
Geijsen is nog steeds dienende bij de schutterij.
Men schrijft van Ellecom, 1 Dec.
Nadat mevrouw de Douairière gravinne Beutincknaar
het bestek van harenhier steeds diep betreurdenechtge
noot een geheel nieuw, smaakvol en weliugerigt woonhuis
voor den predikant dezer gemeente had doen bouwenen
D3. B. G. Clement, die als zoodanig op den 9U April jl.
werd bevestigd en zijn dienstwerk aanvaardde, doch tot nu
toe zijn gezin te Arnhem liet wonen, op lieden die woning
met de zijnen zou betrekkenmaakten de leden dezer ge
meentein zeer groote getale, van deze gelegenheid gebruik,
om hunne dankbaarheid voor deze huisvesting van hun
predikant, en niet minder hunne ingenomenheid met dezen,
voor hen gekozen, herder en leeraar te betuigen.
Aad de grenzen der gemeente Rheden, waartoe Ellecom
behoort, wachtte hem een aantal jongelieden te paard ge
zeten, op, en begeleidde hem op zijnen weg. Te Ellecom
hadden de meisjes zijner catechisatienaan den ingang van
zijn tuin, een eereboog opgerigt, met groen en vlaggen
versierd, den weg naar het huis met groen getooid en voor
het huis een anderen boog geplaatst. Daar werden eenige
geweerschoten gelost en hij achtervolgens door den rentmeester
van Middachtennamens do vrouwe Collatricede leden
van den kerkeraad, de kerkvoogden en vele notabele leden
der gemeentenwelkom geheeten en met de zijnen ten huize
binnengeleid. Hij beantwoordde die toespraken op de hem
eigene innemende wijzemet woorden uit het hart gevloeid.
Aan de vreugdebetuigingen was nog geen einde. De leden
van de kerkeraad van de kerkvoogdij en velen uit de ge
meente, noodigden den predikant uit zijne studeerkamer te
bezoeken, en boden hem daar een sierlijk tapijt aan,waar-
waarmede de vloer was bedekt. Toen schoten de woorden
ter betuiging zijner erkentelijk, den wclbespraakten prediker
bijna te kort.
Hij bood den tc zameu gevloeiden gemeenteuaren den
beker der dankbaarheid aan en deze dag werd ingewijd tot
een voor Ellecom gedenkwaardigen feestdag der Christelijke
liefde.
Naar men verneemt wordt in de bureaus van het mi
nisterie van biuneul. zaken ijverig gearbeid aan ontwerpen
van wet, strekkende om ten behoeve van sommige gemeenten
uitzonderingen vast te stellen op de wet tot afschaffing der
gemeente-accijnsen. Het schijnt dat de regering daaromtrent
vrijgevig is en zelfs meer uitzonderingen wil toestaan dan
sommige collegién van Gedeputeerde Staten, bv. van Zuid
holland, noodig hebben geacht.
De bedoeling van den minister schijnt te zijn tijdelijke
heffing van den gemeente-accijns op het gemaal toe te laten
maar in eene afdalende schaal.
Zoo zouden wel ruim 50 gemeenten in de voordragten
begrepen zijn.
In het Utr. Dagblad leest men
Als een vernieuwd bewijs van de ellende, door den jenever
berokkend, deelt men ons mede, dat de vrouw van een dronk
aard, onlangs in de gemeente Havelte op sterven liggende,
bij 't zien van haren als naar gewoonte beschonken' tehuis
komenden echtgenoot stamelde Zoo leef ik dan nogik
had gehoopt mijn man niet weder te zien Hem voegde
zij deze woorden toe»Gij hebt mij door uw drinken mijn
gansche leven verbitterd."
Zulke ongelukkige vrouwen zijn er in Nederland in me
nigte. Door oorlogen en staatsmansgrillen wordt menig men-
schenlevên vernieldmaar de grootste moordenaar der bur
germaatschappij is de jeneverllesch.
De laatste berigteu uit Oost.-Indië, loopen tot 29 -
October; wij ontleenen daaraan het volgende:
Met den landbouw is de veeteelt op het naauwst verbonden.
Over het algemeen ziet het daarmede op Java zeer be
droevend uit, iwaaraan het zeer zeker is toe te schrijven,
dat zelfs te Batavia, de hoofdstad van het rijke Insulinde,
het karbouwen vleesch zoo zeer in zwang is 1
Gedurende de laatste dagen dreigt het steeds aanhoudend
te regenen, de lucht is betrokken maar desniettemin blijft
de schrale droogte en bijna ondragelijke hitte aanhouden.
De laatste berigten van de Zuid- en Ooster-Afdeeling
van Borneo doen ons ziendat mijn beweren van vroegere
jaren bevestigd wordt. Het laatste kanonschot is in die
streken nog niet gevallen.
Willen wij daar volkomen meester blijven ons bestaan
in Indië staat daarmede iu de toekomst naauwer in verband
dan menigeen wel vermoedt dan zal men het stelsel van
kolonel V. moeten handhaven, namentlijk door het opwer
pen en het bezetten van bentings op alle punten van aan
belang, zoodoende den vijand in een gedurig échèc houden
hem beletten zich hier of daar te nestelen en hem dwingen
door uitputting de wapens neder te leggen of te sterven.
De Bandjermasingsche krijg is nog niet geëindigdzoo
lang er nog telgen bestaan van Antatsarie en Soerapatie.
Wij beklagen intusschen de arme Daijaksdie par force
majeure onze zijde hebben gekozen en wier vertrouwen op
onze krachtdadige bescherming niet zelden jammerlijk wordt
teleurgesteld.
De berigten luiden Bijna alle kleine kampongs en ge
huchten tusschen Boentok en de Teweh zijn door de opstan
delingen verbrand
Die beklagenswaardige bewoners
Zij staan tusschen twee vuren. Zijn zij ons vijandig dan
worden hunne kampongs door ons iu de asch gelegd en
zijn zij ons bestuur genegendan doen het de opstande
lingen, somwijlen in het gezigt onzer vuurmonden.
Dat een dergelijke toestand van zaken onhoudbaar is,
zal wel geen betoog behoeven.
Te Bandjermasingte Siak, ter Westkust van Borneo
moet ons gezag door middel van kanon en banjouet wor
den gehandhaafd.
Welnu aux grandes mauxles grands remèdes.
Als een voorbeeld vau brutale diefstal diene het onder-
volgende
Voor eenige dagen geleden zond de heer Gvan
Bouthaintwee paarden naar Makasseronder geleide van
drie vertrouwde inlanders. Deze lieden halverwege Torathea
gekomenovernachtten in een boschin stede van in één
der kampongs te verblijven. De eerlijke lieden vau Thorathea
kregen hiervan de luchten 't duurde niet lang of er ver
toonden zich eenige losloopende merries in den omtrek. Al
heel spoedig scheurde zich het paard (een valk) losen liep de
merries achterna. Instede nu te trachten het paard te vangen
bleven de geleiders stilletjes zitten. Eenige oogenblikken daarna
kwam een onbekende inlander bij hen, beklaagde hen over
het wegloopen van het paard, en zeide: "Geef mij even het
andere paard dan zal ik u dadelijk den valk terug brengen.
NB.Onze drie vertrouwde inlanders vonden dit voor
stel prachtig en zonder zich te bedenken, gaven zij het an
dere paard, een fraaijen ijzerschimmel, aan den slimmen Tora-
theër, die het vlug beklom en er lagchende mede doorreed
Na tot het aanbreken van den dag te vergeefs op zijne terug-