Driehonderdtwintig orgels
tekenen een lange weg
De wegverbinding tussen
Hoorn en Amsterdam
Autobestuurder weigerde
bloedproef te ondergaan
Een vreemd telefoontje
Minder straf voor
helpende deserteurs
Dijk van
De Eendracht
weer dicht
Verleden
en heden
Fa B. Pels en Zoon
bestaat 'n halve
eeuw
„U spreekt met de loco-burgemeester
van Stavenisse"
Rijk bereid voor 60 pet in kosten
van verbetering bij te dragen
Aanleg rijksweg
uitgesteld
Het werk gaat door
/V
aar wij vernemen
Officier van Justitie
stelde hem in het gelijk
De „Piet Hein"
in Malta
Donderdag 26 Februari 1953
Pagina 5
enaaMBH
EEN ALKMAARSE INDUSTRIE, wier reputatie groeide
tot ver over de landsgrenzen, viert op 3 Maart a.s. haar
vijftigjarig bestaan. De grondlegger van deze industrie
was de heer Bernard Pels, die in het jaar 1903 met één
knecht in een perceel aan de Nieuwlandersingel het
eerste orgel bouwde voor de Ned. Hervormde Kerk te
Graft; dit eerste orgel, dat later verhuisde naar de Ned.
Hervormde Kerk te Aalsmeer, is onlangs uitgebreid en
verkeert nog in prima conditie. Toen de firma Bern.
Pels Zoon haar zilveren jubileum vierde, hadden
reeds 80 orgels hun weg naar de kerken en kapellen in
ons land gevonden in de tweede kwart-eeuw werd deze
productie verdrievoudigd, zodat bij dit gouden jubileum
op een productie van 320 orgels kan worden terug
gezien.
De meeste orgels werden in
ons land geplaatst, doch ook naar
het buitenland vonden zu hun
weg. Zo plaatste de firma Pels
een orgel in de Abbey de Notre
Dame de Citeau in de Cote d Or
er. in Gevrey-Chambertm in
Frankrijk; in de St. Laurentius-
kerk te Antwerpen en in de kerk
van Édegem. waar Mgr. Carton
de Wiart het orgel inwijdde. In
Zuid-Afrika werd een vijftal or
gels geleverd, in Amerika staat
in een drietal Gereformeerde
kerken (Pretoria. Cicero en Hol
land) eveneens een orgel van de
fa Pels. En dezer dagen ontving
de jubilerende firma twee op
drachten voor de bouw van kerk
orgels voor de Memorial Chapel
van de universiteit van Michigan
en voor de universiteitskapel van
Illinois.
Ook naar Indonesië (Bandung)
Mexico. Belgische Congo en Lu
xemburg vonden de orgels van
de fa. Pels hun weg.
Export
Bij het begin van de na-oor-
losse periode kwamen de firman
ten voor nieuwe problemen te
staan. Sinds 1909 was het bedrijf
gevestigd aan het Verdronken-
oord. Toen de firma echter ook
ging exporteren, deed zich de
behoefte gevoelen aan een grote
montagehal, waarin de orgels ge
heel konden worden opgebouwd
en beproefd, alvorens naar het
buitenland te worden verzonden.
Deze montagehal, in 1948 aan het
Wolfpad gebouwd met een op
pervlakte van 10 bij 20 meter en
12 meter hoog. werd volgens het
acoustisch ontwerp van ir. B. J.
A. Pels ingericht en kan een uni
cum op dit gebied genoemd wor
den.
De heer Bernard Pels die de
firma oprichtte 50 jaar
geleden.
Ir. Pels. die in '48 aan de
Technische Hogeschool afstudeer
de als natuurkundig ingenieur,
kreeg hier ook een laboratorium
tot zijn beschikking, waar de
nieuwste vindingen op het gebied
van de geluidstechniek konden
worden toegepast. Op dit labora
torium ontwierp ir. Pels ook het
systeem van de vijf vrije com
binaties. dat hij in 1949 voor het
eerst toepaste op een orgel voor
de R.K. kerk te Vreeswijk en
daarna op het orgel voor de St.
Hippolytuskerk te Delft, een or
gel met 3807 pijpen en een speel
tafel met drie klavieren. 53 re
gisters omvattend het grootste
orgel tot dusver door de fa. Pels
gemaakt.
Een orgel van de fa Pels is
niet een fabrieksproduct zonder
meer; elk orgel op zich is een
schepping van een bouwmeester,
een kunstenaar op het gebied
van de klanken en het geluid.
Niet voor niets maakte de fa.
Pels ook een tweetal orgels voor
de R.K. Muziekschool te Utrecht,
een orgel voor het Conservato
rium van de Leergangen te Til
burg en het orgel voor Sint Pau-
lus-Abdij der Benedictijnen te
Oosterhout. Een vererende op
dracht kreeg de fa. Pels ook in
1950 van de Teyler's Stichting te
Haarlem, waarvoor zij in samen
werking met prof. dr. A. D. Fok
ker, curator van het physisch
kabinet dier stichting een orgel
maakte met twee klavieren van
elk 319 toetsen, waarbij het sys
teem- van de middentoonstem
ming werd toegepast naar de be
rekening van de 17de eeuwse
physicus Christiaan Huygens. Dit
orgel, waarop elk octaaf 31 toet
sen omvat, en dat niet op het
gehoor gestemd wordt, doch met
behulp van een toongenerator en
een kathodestraal oscillograaf.
maakt het mogelijk in alle toon
soorten met veel grotere zuiver
heid te spelen dan op gewone or
gels mogelijk is: het leent zich
dan ook speciaal voor oude com
posities. zoals van Sweelinck en
Hurlebusch. Dit zuiver-weten-
schappelijk werk werd door ir.
Pels op voortreffelijke wijze uit
gevoerd; het instrument, dat enig
is in de wereld, bevindt zich in
het Teyler's Museum te Haarlem.
Talrijk zijn de kerken in ons
land. waar een orgel van de fa.
Pels bijdraagt tot de luister van
de eredienst. In 1928 reeds kreeg
de katholieke kerk op Ameland
een orgel van de fa. Pels en het
was de tegenwoordige kardinaal
de Jong. toen professor te Rij
zenburg. die een feestpredikatie
hield. In 1950 wijdde Mgr. Hui-
bers het door de fa. Pels ge
maakte orgel in voor zijn vroe
gere parochiekerk aan de Chas-
séstraat te Amsterdam.
Niet alleen in Alkmaar. Heiloo
en Bergen, doch ook in de verste
provincies van ons land staan de
orgels, afkomstig uit de ateliers
van de jubilerende firma. De or
gels in de katholieke kerken te
Hoorn en Enkhuizen werden
evenals zovele elders door de fa.
Pels gerestaureerd.
De firma Pels, die in 1928 bij
haar zilveren jubileum met tien
man werkte, geeft thans werk
aan circa vijftig man; in 1950
werd reeds een gedeelte aan de
nieuwbouw van 1948 toegevoegd
en binnenkort hoopt de jubi
lerende firma haar bedrijf aan
het Wolfpad wederom uit te
breiden om onderdak te ver
schaffen aan de nas-opgerichte
metalen orgelpijpmakerij.
In 1935 werd te Lier (België)
een filiaalbedrijf van de firma
Pplc crpcfipVif
Óp 14 September 1950 bracht
Z.K.H. Prins Bernhard een be
zoek aan deze bekende Alkmaar-
se industrie; hij werd toen rond
geleid door de directeur, de heer
Ant. Pels en diens zoon. ir. B. J.
A. Pels, en toonde grote belang
stelling voor dit interessante be
drijf. dat de naam van Alkmaar
en Nederland tot ver over de
grenzen heeft uitgedragen.
i 'i bept emoer laoü Loonde fries Bernhard tijaeas zijn
bezoek aan Alkmaar ook zijn belangstelling voor de
orgelfabriek.
Tussen het Rijk en de provincie Noordholland vinden
onderhandelingen plaats betreffende de verbetering
van de provinciale weg Amsterdam-Purmerend-
OosthuizenHoorn. Na deze verbetering zou de ge
noemde weg voorshands voldoende geschikt kunnen
worden geacht om hel doorgaande verkeer langs deze
route op te nemen, zodat de aanleg van de op het Rijks
wegenplan onder no. 7 vermelde weg van het overeen
komstige gedeelte uitgesteld kan worden.
Hierin is een financieel voor
deel gelegen, daar de aanleg van
dit rijksweggedeelte wegens de
slappe ondergrond zeer grote kos
ten met zich mede zou brengen:
bovendien zou veel cultuurgrond
aan zijn bestemming worden ont
trokken. De aanleg van genoemde
rijksweg zelf is geeri punt van
onderhandeling met de provincie
geweest: deze aanleg zou, indien
hij werd ondernomen, geheel ten
laste van het Rijk komen.
Aanvankelijk is in analogie met
andere gevalen van de zijde van
het Rijk een bijdrage toegezegd
in de bedoelde wegverbetering op
grond van de begrote kosten, en
wel tot een percentage van 60
pet. Naar aanleiding van een na
der vertoog van Gedeputeerde
Staten van Noordholland wordt
evenwel aan dit college bericht,
dat het Rijk 60-pet. zal bijdragen
in de werkelijke kosten van twee
onderdelen van het werk, waar
van de plannen reeds in details
zijn uitgewerkt, terwijl het Rijk
zich voorts ten aanzien van het
overblijvende gedeelte van de
verbetering in beginsel, doch vrij
blijvend, bereid verklaart op de
zelfde voet mede te werken. Naar
mag worden aangenomen, zal de
provincie Noordholland met deze
regeling instemmen en de werken
aan de twee bedoelde onderdelen
dit jaar aanvangen, waardoor
spoedig de slechtste gedeelten van
het traject verbeterd zullen zijn.
In verband met de grote waar
schijnlijkheid datde verbetering
van de bestaande weg aangevan
gen zal worden, ingevolge een
overeenkomst tussen Rijk en pro
vincie, zijn alsnog geen plannen
ontworpen van wat te doen zou
staan, indien die overeenkomst
niet tot stand zou komen.
Een spoedige verbetering van
gedeelten van de route Amster
damHoorn is voor het verkeer
van groot belang: uit hoofde van
het verschaffen van werkgelegen
heid bestaat echter geen behoefte
aan de uitvoering van grote wer
ken in deze streek. Deze mede
delingen heeft minister Algera op
schriftelijke vragen van de com
munist Gortzak gegeven.
99
99
Polder binnen een week
droog
DEN BURG. Gisteren is het
gat in de dijk van de Texelse pol
der „de Eendracht" gedicht. De
werkzaamheden konden bij gun
stige waterstand worden ver
richt. Op 1 Februari des morgens
te acht uur had de dijk het be
geven. Er was een 130 m. breed
gat ontstaan waardoor de 240 ha.
grote polder volstroomde en de
landerijen hier en daar tot 1.80 m.
onder water kwamen te staan.
Men hoopt nu de polder binnen
een week te hebben drooggema-
i len.
ran de Stichting
oud'politieke delinquenten
Naar wij bij informatie bij mr
Wolthuis te GroAingen vernemen,
is zijn uitleg van het vonnis, dat
door de Kantonrechter te 's-Gra-
venhage is uitgesproken in de
door deze Stichting tegen de Staat
en tegen dr W. Drees aanhangig
gemaakte procedure over de slui
ting van het oorlogskerkhof in de
Peel, dat de Kantonrechter de
Stichting niet heeft gekwalifi
ceerd als een verboden vereni
ging. Volgens mr Wolthuis zal de
Stichting derhalve haar werk
zaamheden blijven voortzetten.
Periodieke keuring van
onderwijspersoneel
(Van onze parlementaire
redacteur)
De Tweede Kamer aanvaard
de gistermidddag z. h. st. het
wetsontwerp inzake bescherming
van leerlingen tegen de gevol
gen van besmettelijke ziekten
(periodieke keuring van onder
wijspersoneel). Een amendement
Peters (kvp). dat de Kamer wil
de inschakelen voor het geval de
in, de wet genoemde termijn van
twee jaar zou moeten worden
bekort, werd ingetrokken. Mi
nister Cals zei toe dat in dat
geval eerst de betrokken organi
saties zullen worden gehoord.
Het is gebleken, dat sommige
mensen van de naam der meest
getroffen gemeenten en van de
nood der slachtoffers van de wa
terramp een „handig" gebruik en
tevens een deugd weten te ma
ken. Een deugd. voor zichzelf
dan. Want, wat te denken van
iemand, die, hoe dan ook in Sta-
venisse verzeild geraakt, de Ford
fabrieken in Amsterdam opbelt
en, zich uitgevend voor de loco
burgemeester, aan de directie
vraagt of deze voor het zo zwaar
getroffen Stavenisse twee perso
nenwagens en een vrachtwagen
ter beschikking wil stellen. Wat
de directie in Amsterdam natuur
lijk niet weigerde.
De wagens zouden naar de Di-
foga-garage te Bergen op Zoom
worden gestuurd, bij welke gara
ge de „loco-burgemeester" van
Stavenisse 's nachts present was.
Of de wagens uit Amsterdam er
al waren? In Bergen op Zoom
wist men van niets. Toen 's an
derdaags de wagens inderdaad
arriveerden, meldde zich later
weer een andere „loco-burgemees
ter" van Stavenisse, die de chauf
feurs van de uit Amsterdam ge
arriveerde wagens weer naar Mo-
kum terugbracht. De vraohtwagen
werd per boot naar Stavenisse
vervoerd, hoewel de twee ver
schillende loco-burgemeesters van
Stavenisse natuurlijk wel te den
ken hadden gegeven. Toen zich
daarop de volgende dag weer een
andere „loco-burgemepster" meld
de met het verzoek of de Difoga
een auto ter beschikking wilde
stellen, werd het de directie in
Bergen op Zoom toch wel wat te
gortig, temeer daar het vermoe
den was gerezen, dat loco-burge
meester 2, die de chauffeurs met
een Opel naar Amsterdam had ge-
nam mr H. A. J. Reumer gis
termorgen, in verband met het
bereiken van de pensioengerech
tigde leeftijd, afscheid als advo
caat-generaal bij het Haagse Ge
rechtshof;
werden drie Amsterdammers,
wegens het importeren van por
nografische lectuur, veroordeeld
tot betaling van geldboeten. Twee
van hen kregen f 500.en de
derde f 300.boete;
wordt in de gemeente Ede
onder de boeren een actie ge
voerd om bij de minister, op
grond van hun godsdienstige
overtuiging, te protesteren tegen
de inenting van rundvee tegen
mond- en klauwzeer;
zal hedenmiddag in het Rijks
museum te Arasterdam de ten
toonstelling „De Nederlandse let
terkunde in honderd schrijvers"
worden geopend, die tot 7 April
a.s. te bezichtigen zal zijn;
hebben vertegenwoordigers van
de regeringen van Zweden en
Nederland, tijdens hun besprekin
gen van 18 tot 24 Februari, een
accoord bereikt, dat thans ter
goedkeuring aan beide regerin
gen zal worden voorgelegd.
Drie van zes Indië-deserteurs,
die op 1 Februari te Schoon
hoven in voorarrest zaten en
dadelijk hun diensten voor hulp
verlening in het rampgebied
aanboden. stonden Woensdag
voor de krijgsraad te velde West
terecht.
Deze Amsterdamse jongens,
behorende tot een groep van
1700, die in 1946/48 weigerden
naar Indonesië te vertrekken en
die eerst drie maanden gele
den gearresteerd konden wor
den, zagen hun dienstvaardig
heid beloond met een half jaar
vermindering van straf.
Omdat zij dadelijk hadden
aangepakt en zich te Ouderkerk
aan de IJssel en elders flink ge
droegen, vorderde de auditeur
militair tegen twee hunner, die
van inschepingsverlof waren
weggebleven, zes maanden ge
vangenisstraf met aftrek van
voorarrest.
Tegen de derde deserteur werd
een jaar met aftrek gevorderd
De auditeur-miltair zeide, dat
deze verzachting van straf, in
het licht der daden van de ver
dachten bij de watersnood, op
haar .plaats was.
Dr. mr. dr. W. Schuurmans
Stekhoven, verdediger van de
drie deserteurs, was het met
deze opvatting eens. De krijgs
raad velde aan de eisen con
forme vonnissen.
Eind Maart zullen de ander»
drie deserteurs van deze groep
vrijwillige helpers voor de krijgs
raad terecht staan.
De Officier van Justitie bij de Amsterdamse rechtbank
Mr H. J. van Nouhuys heeft gistermiddag tijdens de be
handeling van een zaak tegen een autobestuurder, die
er van verdacht wordt zijn wagen onder zodanige invloed
te hebben bestuurd, dat hij hiertoe niet meer naar be
horen in staat was, gezegd, dat de verdachte zijn weige
ring zich aan de bloedproef te onderwerpen niet mocht
worden verweten.
„De president heeft zojuist ge
zegd, dat verdachte, als hij wer
kelijk nuchter was, juist het be
wijs -van zijn onschuld had kun
nen leveren door zich aan een
bloedproef te onderwerpen", zeide
mr. Nouhuys, „doch tenslotte eist
de wet niet van een verdachte, dat
hij zijn onschuld bewijst, integen
deel, de wet stelt, dat het Open
baar Ministerie, in dit geval dus
ik zelf, het bewijs van zijn schuld
moet leveren. Dat bewijs wordt
mij soms geleverd door het resul
taat van de bloedproef, soms ook
door de verklaringen van getui
gen, die de verdachte autobe
stuurder zijn wagen slingerend
over de weg hebben zien rijden.
In deze zaak heeft de verdachte
de bloedproef geweigerd. Even
min zijn er getuigen, die met ze
kerheid kunnen zeggen, dat hij
dronken was, zodat ik geen be
wijs heb en derhalve vrijspraak
vraag".
Het betrof hier geen alledaagse
zaak, want naar de officier voorts
mededeelde, was zij aanvankelijk
door hem geseponeerd. Later ech
ter was deze strafzaak echter toch
doorgezet en wel op last van de
procureur-generaal.
Terecht stond „een der meest
vooraanstaande geheime agenten,
die tijdens de bezetting tot twee
maal toe in ons land aan een pa
rachute is neergelaten", zoals de
president, mr. M. J. Hutschler,
bet tijdens de zitting uitdrukte.
In de verdachtenbank stond de
32-jarige P. T„ tegenwoordig
aquisiteur in Den Haag. Op zijn
borst droeg hij de Militaire Wil
lemsorde.
Op de morgen van 22 Novem
ber j.l. kwam deze P. T. op de
Rozengracht te Amsterdam met
zijn wagen in aanrijding met een
wielrijdster, die lichte verwondin
gen aan haar knieën bekwam.
„Op het bureau Marnixstraat
begreep ik aanvankelijk niet, dat
men mij als verdachte beschouw
de", vertelde T. gistermiddag.
„Ik was even te voren een restau
rant bij de Westermarkt binnen
gegaan, omdat ik moest opbellen
en had als vertering één glas
bier gedronken".
„Toen ik de bestuurder onder
vroeg", vertelde een als getuige
gehoorde agent van politie, „rook
ik de lucht van sterke drank,
waarop ik hem heb gevraagd mee
te gaan naar het bureau".
„Op het bureau", vervolgde de
voormalige geheime agent, „zei de
brigadier mij: ga maar op dat
bankje zitten. Ik dacht, dat hij
dit beleefdheidshalve zei en ant
woordde dus: i'k blijf wel even
staan. Ik was nog zenuwachtig
van de aanrijding, waarbij ik erg
geschrokken was. Maar toen wer
den er harde woorden gezegd en
een agent begon mij op het bank
je te drukken".
Uit verdere verklaringen ter te
rechtzitting bleek nog, dat daarna
harde woorden waren gevallen en
de verdachte „een emotioneel
man" volgens zijn verdediger
uitlatingen had gebezigd als „het
is hier nog erger dan in Bergen
Belsen".
„Gezien het feit, dat deze ver
dachte in 1941 in Amsterdam op
onaangename wijze kennis heeft
gemaakt met de politie", zei de
president, „is dit misschien niet
te excuseren, doch wel ietwat be
grijpelijk. Hij is in dat jaar be
wusteloos geslagen".
„Daarna sloten ze mij in een
cel op", vervolgde verdachte.
„Toen de dokter kwam heb ik
plotseling geweigerd me aan die
bloedproef te onderwerpen. Ik
had er eenvoudig geen zin meer
in. Ik kan er niet goed tegen om
in een cel te worden opgesloten".
De dokter, als getuige gehoord,
verklaarde, dat verdachte zeer
opgewonden was en naar drank
rook. Enige zekerheid over 't feit
of hij „onder zodanige invloed
was, dat hij zijn auto nietmeer
naar behoren kon besturen" kon
hij echter niet geven.
De rechtbank zal op 11 Maart
uitspraak doen.
VALETTA, Malta, 25 Febr.
(A.S.) De Nederlandse tor-
pedobootjager „Piet Hein", onder
bevel van kapt. ter zee A. H. W.
von Freytag Drabbe heeft van
daag op de thuisreis van Korea
Malta bereikt.
Gedurende de negen maanden
in de Koreaanse wateren heeft
de „Piet Hein" ruim 45.000 mijl
afgelegd en bijna 4000 granaten
op de vijand afgevuurd.
bracht, deze wagen op dezelfde
manier bij de G.M.C. had losge
kregen als loco-burgemeester 1
de wagens bij de Fordfabriek. Een
vermoeden, dat bewaarheid werd,
toen de politie in de zaak ge
mengd was. Deze aohterhaalde
de Opel, verlaten, bij St. Anna-
land. Door de interventie van de
(heuse) burgemeester van Sta
venisse is de vrachtwagen thans
in Stavenisse gebleven.
Vervolg van pag, 1.
Aan deze tijd van sociale werk
zaamheid van het eerste uur,
waarin problemen aan de orde
kwamen, die onze generatie
eigenlijk al voor een belangrijk
deel niet meer begrijpt, hebben
de heren Oud (V.V.D.), Stapel
kamp (A.R.) en mej. Tendeloo
(P.v.d.A.), bij het debat van de
afgelopen week nog eens terecht
herinnerd. „Ik denk in het bij
zonder", aldus mej. Tendeloo,
„aan de ellendige toestanden in
de tachtiger jaren ten aanzien van
de arbeid van vrouwen en kinde
ren. Er kwamen arbeidsdagen
voor van 19 uur, waarna de huis
vrouwen nog haar gezin moesten
verzorgen. Een toen gehouden
parlementaire enquête bracht aan
het licht, dat kinderen van 4 en
5 jaar de meest gewenste arbeids
krachten in het textielbedrijf wa
ren, omdat die zodanige afmetin
gen hadden, dat ze onder de ma
chines konden kruipen om het
afgevallen wolpluksel op te ra
pen
De arbeidswetten van 1889 en
1911 hadden dan ook betrekking
op de arbeid van vrouwen en kin
deren. De arbeid van de man liet
de overheid nog ongemoeid. Zulks
voelde men nog teveel als een
aanslag „op de vrijheden van
arbeid". Maar de ontwikkeling
ging voort. In 1911 werd ook al
de motie-Aalberse in de Tweede
Kamer aanvaard, die de gedach
ten bepaalde bij de tien-urige
arbeidsdag voor de arbeider. De
naam Aalberse, die hier voor het
eerst opduikt, bewijst andermaal,
dat de voorstelling alsof de sociale
ontwikkeling niet vanuit de ka
tholieke en christelijke politieke
visie werd gestuwd, zeker niet
juist is. Wei is juist, dat hierbij
in eigen kring nog grote weer
standen moesten worden overwon
nen. Maar men bedenke dat het,
toen veel meer dan nu, ging om
een radicale ombuiging van ge
vestigde gedachten en inzichten.
Het dramatische en grootse van
deze strijd vindt men belichaamd
in de figuur van de christelijke
sociale werker, minister Talma.
Hij probeerde de arbeidstijd van
de arbeider te regelen door mid
del van afzonderlijke wetten.
Zijn beroep op het christelijke
kamp om de weg van de nieuwe
ontwikkeling te gaan, bij de be
handeling van de Ziektewet,
komt ons tegemoet als een stem
uit een ver overwonnen verleden,
maar het houdt anderzijds toch
ook nog zeker een aanwijzing in
voor de huidige, daarop aanslui
tende taak van de christelijke
partijen: „Wij hebben aan de
rechterzijde het geloof gehad, dat
aristocraten en democraten samen
konden werken en ik heb jaren
lang in 'het volk gestaan en ik
heb met innige overtuiging tegen
de mensen gezegd: gij kunt er"op
aan, dat wij er ons voor zullen
zetten en dat wij de behoeften,
die opkomen in ons maatschap
pelijk leven in vervulling zullen
brengen. En nu geloof ik, dat de
rechterzijde zich wel tienmaal
mag bedenken, voordat zij dat
vertrouwen, dat het volk in haar
heeft, zal beschamen".
(Slot volgt).
Gistermorgen is het stoffelijk
overschot van pastoor L. H.
Wanna in het priestergraf te
Obdam bijgezet. De hoogeerw.
deken H. J. Kuyper verrichtte
de absoute. Naast hem de wel-
eerw. heer kapelaan C. v. d.
Wel. Vele priesters en gelo
vigen woonden de plechtig
heid bij.