Dolgelukkige Gerrit Voorting wed
verdiende etappe-winnaar in Dieppe
„Ik vrees dat dit onze laatste Tour is
geweest", zei Desgrange in 1904
DE STAD VAN DE SPITSEN
EN DE PENSEN
Jan Nolten en Wim van Est
zorgden mede voor ploegzege
Nederlands team
vergroot
voorsprong
s V-Jï-*»
Vijftig jaar Tour de France (II)
Moordaanslag op organisator
bij passeren van Orleans
Concurrentie
zette voet dwars
Last van slaap
„Ik mag dat wel"
zei Levitan
„Het is Voorting"
PLOEGEN-
KLASSEMENT
Pagina 4
Dinsdag 7 Juli 953
(Telefonisch van onze speciale verslaggever)
DIEPPE, Maandagavond Langs de brokkelige resten
van wat eens de trotse Atlantic-wal was, op het spiegel
gladde strandeireuit te Dieppe, heeft Gerrit Voorting van
middag de belofte vervuld, die hij na zijn jammerlijke
tegenslag in de laatste kilometers van de Zondag-etappe
had uitgesproken. Op het bevlagde Plage temidden van
duizenden heeft de Roosendaler een maehtige overwin
ning behaald in de vierde rit van de Tour de France.
Machtig, want tot zijn rechtstreekse tegenstanders in de
adembenemende eindsprint behoorden niemand minder
dan twee Fransen, die het sprintwapen uitstekend be
heersten. Vreugde dus voor de Nederlandse fractie in
het Tourleger!
Een vreugde, die nog groter
werd, toen enkele minuten later
Nolten als nummer zes binnen
kwam, op de hielen gevolgd door
de hoofdmacht met Wim van Est
in de voorste gelederen. Daarmee
hadden de manschappen van Pel-
lenaars niet alleen opnieuw de
ploegenprijs van de dag ver
overd drie Nederlanders bij de
eerste elf doch tevens de voor
sprong in het algemeen klasse
ment der equipes verdubbeld.
Bij de start te Rijsel al, trok de
Nederlandse equipe verreweg de
meeste belangstelling van de me
nigte. De toeschouwers wezen el
kaar Wagtmans, de held van de
eerste twee etappes en met vijf
tien punten voorsprong op Bober
leider in het puntenklassement,
ze smeekten om handtekeningen
van Van Est en Roks, die er met
de dag beter gaan uitzien en van
wie ge de „forme" op hun ge
zichten kunt lezen. Ze bekeken
Nolten met bewonderende ogen,
want nog altijd praat men in
Frankrijk over die fameuze Lim
burgse klimmer van 1952, van
wie men ook in deze Tour grootse
dingen verwacht. Kan het ook
anders dat de witte sectie haast
even populair is als de tricolores
van Marcel Bidot, en de rood-wit
geuniformde soldaten van de
West Franse ploeg met Audaire
en Robic in de gelederen? Drie
dagen al had men Nederlanders
in de aanval gezien, Roks en
Wagtmans op de eerste dag,
Wagtmans in de Ardennenrit en
Voorting op de schonkige keien
van de „hel van het noorden".
Wat een verschil met de Belgen,
die slechts aarzelend doordringen
naar het front en waarvan de
jongeren zich nog op geen enkele
wijze onderscheiden hebben.
Dat komt er van
Maandag dan startte de kara
vaan van de fabrieksstad Rijsel
met haar grauwe straten en rom
melige pleinen naar het strand
van de Atlantische Oceaan. En
weer borrelde vanaf de eerste
minuut het leven op uit de bonte
tourdivisie. Langs de spoorlijn
naar Parijs, waarover het diesel
lokaaltje abrupt Oostwaarts
kruipt, sprongen twee Fransen
uit de rijen weg. Hassenforder
altijd bereid om een snelle beslis
sing te forceren, en Walkoviak,
leider van de Noord-Oost-Centr.-
ploeg. Hoe gevaarlijk deze ont
snapping wel kon zijn, bleek uit
de reactie van Hugo Koblet, die
hoogstpersoonlijk uit het midden
der groep wegsprong en zich re
soluut bij de twee Fransen voeg
de. De „grote" Hugo probeerde de
kleine 200 kilometer in dit gezel
schap af te leggen, doch voorlopig
alleen maar om zijn twee rivalen
in het oog te houden; de Zwitser
deed tenminste geen enkele po
ging om het tempo op te voeren
en het was nu de vraag of Has-
senforder en Walkoviak bereid
waren de man, die nog altijd als
eerste Tourfavoriet geldt, naar
een etappezege te voeren. Het
antwoord kregen we al gauw.
Toen na vijftien kilometer in de
buurt van de kolenmijnen van het
district „Pas de Calais" opnieuw
vijf man de sprong waagden, lie
ten de vluchtelingen zich met een
gevaar van „ja, dat komt er van"
rustig inlopen. Bij de vijf waren
twee Fransen en natuurlijk weer
een Nederlander, Suijkerbuijk
ditmaal.
Niet cadeau
Met zijn achten kwam er al
meer perspectief in een doorstoot,
als tenminste de „mooie" Hugo
er maar niet bij was. Waarom
zou hij de Zwitser nu cadeau ge
ven, wat hij straks op de Pyre
neeën zelf zou nemen? Het ging
dan ook in gestrekte draf, al ver
loor de grote colonne, die door
een valpartij in vier delen uiteen
geslagen was, enig terrein.
Van Breenen en Roks dreven
in de eerste moot, waarin ook
Wagtmans zat, natuurlijk in de
buurt van Schaer. Kort voor het
stadje Arras, het knooppunt van
de klassieker Parijs-Roubaix, ein
digde het avontuur van de groep
Koblet-Suijkerbuijk. Het eerste
deel van de hoofdmacht streek bij
hen neer, twee minuten verder
volgde de tros van het leger.
Twee minuten? Dan was het de
moeite waard om in de voorste
iinies nieuw leven te brengen!
Zo dachten Caput, Baffert en
Desbats er over en omdat Koblet,
met de herinnering aan de voor
gaande dag, ook alle vertrouwen
had in die twee minuten, liet hij
de drie Fransen vertrekken. Deze
maakten weinig smoesjes en be
gonnen maar meteen aan een
temporit, die alle beloften inhield
voor een goede Franse etappe
zege. Na 36 kilometer lagen ze
25 seconden los. 20 km verder be
droeg het verschil al twee en een
halve minuut, in de daarop vol
gende tien kilometer werd de
voorsprong verdubbeld en aan de
voet van de vermaarde helling
van Doulens, waarof menige
grote wielerslag is ;eleverd,
kwamen Koblet en onsorten
(met Wagtmans, Suijkbuijk en
Roks) zes minuten achterop.
Alstublieft, als het u geen
Franse zege werd!
In het plaatsje Benville ech
ter, negentig kilometervoor het
eindpunt, doken opruw vijf
renners weg. Astrua, ïbet, Diot,
Quennehen en Thijs )ks. Net
toen dit quintet goed op gang
was kreeg de Sprundear kram
pen. Hij moest zich rug laten
zakken en ook Queiehen en
Diot verdwenen naaide groep
waaruit zij ontsnapt aren. Bo-
bet en Astrua dus tdernamen
de jacht op de drie ontsnapte
Franse regionalen.
Een sterke tandem, tie ovaties
kreeg langs de weg, zira de kij
kers Bobet herkenden „Ze halen
het, ze halen het", ihreeuwden
ze elkaar toe. Inderdid naderde
het Frans-Italiaanse oo snel de
vluchtelingen, maar.intussen
was ook de hoofdgroe in bewe
ging gekomen. Onderaanvoering
van de Nederlanders a de Zwit
sers werd een furieu2 jacht in
gezet op alles wat ziel nog in het
voorterrein bevond. Erst had de
groep Koblet zich ge-onnen ge
geven en daarop kregn Voorting,
Wagtmans, Hubert en Schaer, die
zich het felst weerden ook Bobet
en Astrua in het vizir. De rest
was een kwestie van mkele mi
nuten. Voor de katbdraal van
Abbeville capituleerde met Bo
bet en Astrua ook hc ontsnapte
Franse trio.
Gerit Voorting
Nog 55 km voor lieppe. Uit
de gesloten gelederen, in waaier
vorm over de weg uitjespreid, om
gezamenlijk de beste weerstand
te kunnen bieden aai de wind,
openden wederom twee Fransen
een bombardement. Iauredi van
de nationale ploeg en Audaire Z.
Robics teamgenoot ei.... tevens
zijn felle rivaal. Snel maakten zij
zich uit de voeten to 200 meter.
Maar daar ijlde plitseling een
lange figuur in witte trui hen
achterna: Gerrit Vooriing. Het op
vallend bewegen van zijn heupen
maïs
3HUSSEL
RIJSSEL
MAANDAG 6 JULI (S^\
LUIK%
ZONDAG 5 JUU
METZ
ZATERDAG 4 JULI
STRAATSBURG
VHUDAG 3 JULI
De eerste Ronde van Frankrijkzes ritten van in totaal
2500 km, zoals Henri Desgrange in L'Auto had aange
kondigd, was wel bij uitstek geschikt om het menselijk
uithoudingsvermogen te peilen! De kortste etappe was
immers 268 km lang (van Toulouse naar Bordeaux). De
fietsen, waarop de tachtig deelnemers op 1 Juli 1903 des
morgens om kwart over drie in Parijs startten, waren
zware karren, veel massiever dan de racefietsen van
tegenwoordig. Iedere deelnemer voerde behalve een stevige
voorraad voedsel ook allerlei reparatie-materiaal mee, een
grote pomp, enz. Ondanks het nachtelijk uur waren dui
zenden Parijzenaars op de been om de uittocht van de
karavaan mee te maken. Als een veldheer deelde Des
grange zijn laatste bevelen uit, hij inspecteerde persoonlijk
de fietsen, vond intussen nog de tijd om aantekeningen
te maken voor zijn volgende artikel in L'Auto, en gaf
tenslotte hel vertreksein.
Die eerste Tour de Francs
duurde precies negentien da
gen. Niet dat het zó langzaam
ging, dat de coureurs niet eer
der met hun zware taak klaar
konden komen. Maar uit voor
zichtigheid had Desgrange vele
rustdagen ingelast. Na de
derde etappe, die 432 km
lang was, kregen de deelne
mers vier volle dagen om
weer wat op adem te komen!
Voor de renners had Tour
de France nummer 1 een vrij
normaal verloop. Het werd
enige dagen wel lang na mid
dernacht vóór ze het eindpunt
van de etappe bereikten en
reeds na de eerste rit was er
van geen peloton sprake meer,
doordat het hele veld ver uit
elkaar _was komen te liggen,
maar dat waren verschijnselen
die in de eerste jaren van
deze eeuw als de normaalste
zaak van de wereld werden
beschouwd.
Een wegwedstrijd was im
mers nog in hoofdzaak een
kwestie van uithoudingsvermo
gen, van souplesse kon nog
geen sprake zijn, want fietsen
over behoorlijke afstanden
was tengevolge van de moei
lijk hanteerbare zware rijwie
len een zware dwangarbeid!
De man, die tenslotte op 19
•Juli 1903 met.enige uren
voorsprong in Parijs zou arri
veren en daardoor de Tour
zou winnen (er was nog geen
sprake van een algemeen
klassement) heette Maurice
Garin. Hij had bijna 95 uur
nodig gehad, zijn gemiddelde
uursnelheid bedroeg iets meer
dan 25 km.
Revolvers.
Waren de deelnemers over
deze eerste belangrijke etappe
wedstrijd. waarin vijf-en-twin
tigduizend (gouden!) Franse
francs te verdienen waren, wel
content, de organisator had
De Tour de France heeft
wel heel oude rechten,
maar toch schijnen er meer
danvijftig jaar vóór
Henri Desgrange zijn eerste
grote Ronde organiseerde,
reeds wegwedstrijden ge
houden te zijn! Vólgens de
Franse schrijver Paul Ha-
melle zouden n.l. in 1850
al courses gehouden zijn op
„tweewielige vehikels die
door de drijvende kracht
van de benen voortbewo
gen werden". In 1878 kwam
de eerste fiets met ketting
en kamrad op de markt:
een Franse uitvinding! Een
-en-twintig jaar later won
Cassignard het eerste kam
pioenschap van Frankrijk
op een fiets met hoog voor
wiel en het zadel 1.20 m.
hoog van de grond. Maar
al acht jaar eerder waren
de wegwedstrijden Parijs-
Brest-Pariis en.... Bor
deaux-Parijs ontstaan. De
fiets waarmee Terront in
1891 Parijs-Brest-Parijs
won, woog 28 kg. Laval,
die ook aan deze rit deel
nam, had een klein half
uur nodig om een nieuwe
band te leggen. Deze cou
reur kreeg tijdens de 1200
km. lange tocht zo'n slaap
dat hii langs de kant van
de wég in het gras ging
liggen en acht uur aan een
stuk sliep. Toch lag hij niet
zo ver achter bij aankomst
te Parijs!
onderweg niet veel plezier be
leefd. In tal van plaatsen im
mers was de bevolking hele
maal niet gesteld op het pas
seren van de Tour. Men liet
de renners rustig verkeerde
wegen nemen en weigerde hen
slaapgelegenheid te verstrek
ken. Bovendien was. de strijd
tussen L'Auto en Le Vélo, de
twee concurrende sportbladen,
nog feller opgelaaid en dit had
ten gevolge dat de lezers van
Le Vélo, daartoe aangezet dóór
dit blad, op alle mogelijke
manieren de wedstrijd dwars
boomden. Er schijnen zelfs re
volvers bij te pas zijn geko
men!
Ondanks deze bittere erva
ring, maar gesteund door het
sportieve succes dat de Tour
had gehad, begon Desgrange
nog hetzelfde jaar aan de
voorbereiding van nummer 2.
En in 1904 werd op precies
hetzelfde parcours, wéér in
zes etappes de tweede Tour de
France gereden.
Opnieuw had het doorzet
tingsvermogen van Henri Des-
grange getriomfeerd, maar hij
ad nog veel meer moeilijkhe
den moeten overwinnen dan
bij zijn eerste wedstrijd, want
Lè Vélo bleef het publiek op
zetten tegen L'Auto en nog
altijd was het aantal tegen
standers van wielerwedstrijden
zeer groot.
Geen wonder dat de course
onder tal van incidenten ver
liep. Bij het passeren van Or
leans werd zelfs een moord
aanslag op Desgrange ge
pleegd! Hii bleef gelukkig on
gedeerd.
Ook de renners maakten
het de organisator danig moei
lijk. Ze begingen de grofste
onrechtvaardigheden en nadat
aanvankelijk in het eindklas
sement opnieuw Maurice Ga
rin de eerste plaats had inge
nomen met Pottier als tweede,
evenals in 1903, moest Des
grange later de uitslag radi
caal wijzigen:' de eerste vier
renners werden gedisqualifi-
ceerd en Cornet werd tot win
naar uitgeroepen. Hij had
gemiddeld ruim 27 km. per
uur gereden.
Henri Desgrange was door
de campagne die tegen hem
gevoerd werd, zo ontmoedigd,
dat hij op 25 Juli 1904, daags
na de tweede Tour, in L'Auto
schreef:
Ik vrees dat deze tweede
editie wel de laatste zal zijn.
Mijn voornemen was om de
Tour te laten worden 't mo
nument der sport-organisatie.
maar neen, het was te mooi.
En toch.
geeft de indruk, dat hij moeilijk
op de fiets zit, maar niets is min
der waar dan dat. Opvallend soe
pel gleed hij van de grote colonne
weg en slechts met moeite kon
Mirando van de Franse Zuid-Oost-
ploeg, die hem achterna gespron
gen was, hem bijhouden.
Met een triomfantelijk gebaar
doken de Roosendaler en Miran
do bij Lauredi en Audaire neer
en gevieren spurtten zij op de
kust af. Achteraf maakten ook
Nolten en Daarigade zich los,
maar tegen het geweld van de
vier stoottroepers waren zij niet
opgewassen. Op het strandeireuit
van Dieppe zette Voorting, die
vrijwel doorlopend het zwaarste
werk had gedaan, zich 75 meter
van de finish resoluut op kop.
Vijftig meter voor de streep lan
ceerde Lauredi een laatste tegen
aanval, maar zijn voorwiel kwam
niet verder dan het stuur van
Voorting, die vijftien meter voor
de witte lijn juichend zijn beide
handen in de hoogte kon steken.
Dank zij de radio kon sportief
Nederland de Tourtriomf van
Pellenaars' equipe gelijktijdig vie
ren met ons, die de held van de
dag meenamen naar de reusach
tige bloemënruiker en wat daar
in de Ronde van Frankrijk zoal
bijhoort.
Vijf minuten later kwam Nol
ten zonder te sprinten als zesde
binnen en enkele seconden na de
Limburger stoof de hoofdmacht
met Koblet, van Est en Robic in
de voorste gelederen en met alle
overige landgenoten achter- zich,
onder het spandoek door. Schaer
behield zijn eerste plaats in het
algemeen klassement en trok, ge
holpen door Bobet, zijn derde gele
Tour-jasje aan.
Uitslag vierde etappe
1. Gerrit Voorting (Ned.) 5.20.19
2. Mirando (Fr.Z.Ó.) z.t.; 3. Lau
redi (Fr.) z.t.; 4. Audaire (Fr.W.)
z.t.; 5. Darrigade (Fr.Z.W.) 5.25.21
6, Nolten Ned.) z.t.; 7. Koblet
(ZWltSJ 5.20.20, O, <it.> =.t.
9. Robic (Fr.W.) z.t.; 10. Van der
Stockt (Belg.) z.t.; 11. Van Est
(Ned.) z.t.; 12 Schaer (Zwits.) z.t.
13. ex aequo een grote groep ren
ners in dezelfde tijd als Koblet
(5.25.28), bij wie alle overige Ne
derlanders: Jansen, Roks, Stevens
Suykerbuyk, van Breenen, Wagt
mans en Adri Voorting. Voorts
o.m.: de Italianen Astrua, Bartali
en Grosso, de Belgen Close en
Couvreur, Kirchen (Lux.), Ern-
zer (Lux.), Bobet (Fr.), Deladda
(Fr.).
Garcia (Spanje) en Prouzet (Fr.
Z.W.) staakten de strijd.
Na sluiting van de controle
kwamen in 5 uur 56 min. 30 sec.
binnen: Dacquay (N.O. Centrum)
Gil (Spanje), Forestier (N.O.C.)
en Privat (Z.O.).
DIEPPE, Maandagavond Fe
lix Levitan, onderdirecteur van
de Tour de France en rechter
hand van maarschalk Goddet,
maakte me Maandagmorgen in
Rijsel een compliment over de
Nederlandse ploeg. „Ik mag dat
wel, die aanvalslust van uw land
genoten", aldus de heer Levitan.
„Aan hen is het te danken, dat
de Tour vanaf het begin zo le
vendig is verlopen. Als we had
den moeten wachten tot een van
de kopstukken in de aanval
was gegaan op het ogenblik, dat
zij dat beslissen, dan zou onze
Tour op den duur op de Ronde
van Italië gaan lijken, een
wieleroptocht zonder sfeer. Maar
de Tour leeft dank zii jongens
als Schaer. Wagtmans, Hassen-
forder, Roks en Voorting. Zii
hebben mij deze dagen van
echte sport laten genieten."
Pellenaars glunderde
Het laatste deel van de etappe
naar Dieppe voerde over een
smalle weg. Vandaar dat de wa
gen van Pellenaars, die zo lang
mogelijk bij de renners moet blij
ven, geen gelegenheid had om de
koplopers te passeren. Eerst toen
het grote peloton over de finish
snelde stoof de witte jeep op het
vrijgehouden weggedeelte het bad
plaatsje binnen. Rechtop naast de
chauffeur: Kees Pellenaars. Zijn
donkere ogen vol verwachting,
maar ze riepen hem al toe: „Het
is Voorting". Nog vóór de jeep
met een laatste sprong stilstond,
was de ploegleider er al uitge
wipt om bij zijn mannen te zijn.
Voorting liet de baas royaal in
de vreugde en de krans delen.
Trouwens de Franse en de Ita
liaanse fotografen, die de eerste
vier dagen al honderden plaatjes
„geschoten" hebben, wilden win
naar en ploegleider bij elkaar
hebben. „Ze hebben het allemaal
best gedaan vandaag", aldus het
compliment van Pellenaars. „Van
Est is bij de val in het begin
betrokken geweest, maar het liep
goed voor hem af."
Wagtmans stond glunderend in
de drukte rondom Voorting mee
te genieten. „Vanmorgen bij het
f
iv i m
Caen: Tussen het puin toch nog stedenschoon
stad van de spitsen"
werd 't mooie oude
Caen, aan de samenvloeiing
van de Ome en de Odon
eertijds genoemd. Het was
geen gezochte naam, een
kind had haar zo kunnen
noemen, want hoog boven
de stad rees een woud van
torenspitsen op. En nu nog,
na de barre, moordende ge
vechten waarmee de gealli
eerden hun bruggenhoofd
veroverden in Caen dat de
startplaats voor de zege
tocht door Europa werd, is
Caen nog ,,de stad van de
spitsen". Honderden huizen
zijn in elkaar gezakt, maar
de meeste torens bleven
rechtop staan temidden van
het puin. Zelfs de St. Jans
toren stond er nog na de
gevechten. Het was - een
scheve toren voor het ge
vecht, zoiets als de beziens
waardigheid van Pisa en
regelmatig knikt ook dit
bouwwerkje een eindje ver
der voorover. Maar het ge
dreun van de ontploffingen
had aan die regelmaat niet
kunnen tornen. De toren
staat nu veel schever dan
vóór de oorlog.
En ook de delicatesse van
't vriendelijke stadje, dat
van een vredige landstreek
een centrum is, is er nog.
Het is de beroemde „tripes
a la mode de Caen", „Caense
pensen" zogezegd, een vor
stelijk gerecht, zelfs voor de
tourist die nooit iets van
pens heeft willen weten. En
zoals de meeste torens heb
ben ook de vele musea en
de rijke bibliotheek het ver
woestende vuurwerk over
leefd. Op de plaatsen waar
huizen en gebouwen in puin
geslagen werden, zijn intus
sen weer vele nieuwe frisse
woningen verrezen en grote
modern ingerichte hotels:
Caen heeft zich snel her
steld.
vertrek voelde ik me alsof ik aan
een galg hing", zei de Bredanaar.
„Ik heb de eerste twee dagen een
hele last op me genomen en ben
nu verplicht om mijn tweede
plaats te verdedigen. En Schaer
is geen gemakkelijke."
De ogen van Wout Wagtmans
twinkelden daarbij zo ondeugend,
dat het wel lijkt of hij iets in
zijn schild voert. Zal deze week
de gele trui dan toch door een
Nederlander veroverd worden?
DE PEL HEEFT
EEN GRIEPJE
DIEPPE, Maandag „Die Pel
lenaars van jullie is een ploeg
leider van goud", heeft Karei
van Wijnendaele mij vandaag in
een openhartige bui toever
trouwd. „Maar hij moet oppassen
dat hij zich niet over de kop-
draait. De nestor der Vlaamse
journalisten zei openlijk wat wij
van de kleine Nederlandse kolo
nie in de Tour met de dag meer
gaan vrezen: zal de Pel dit vol
houden?
Onze ijzerharde kapitein sjouwt
alsof er ook nog een klassement
voor de actiefste ploegleider ge
wonnen moet wordenAls
iedereen al lang en breed onder
de wol ligt (hetgeen door de Pel
hoogst persoonlijk wordt gecon
troleerd) loopt en draaft de ka
pitein, nog rond. Even dit rege
len voor Wim van Est en voor
die spullen zorgen waar Wagt
mans om heeft gevraagd. En als
de heren renners dan fit en
wel aan het ontbijt verschijnen
heeft de Pel er minstens al
weer een uur sjouwen en dra
ven opzitten
Wij 'moeten U niet vertellen
wat voor toeren de ploegleider
in zijn witte jeep uithaalt.
Rechtopstaande in het kleine
voertuig, als was hij Napoleon
tijdens de opmars door Rusland,
vuurt hij zijn mannen aan. Dat
de regen bij bakken over hem
heen stort schijnt hem niet te
deren.
Schijnt, want sedert gisteren
hoest de Pel op akelig vader
landse wijze en iedereen maakt
zich zorgen over het aankomend
griepje dat hem belaagt. Men
heeft er in Rijsel de Nederlandse
arts Tetzner, die ook in de vol
gerskaravaan is verzeild geraakt,
bijgehaald en die heeft er zich
werkelijk ernstig mee bemoeid.
Laten we hopen dat de kapitein
niet „plat valt" om het jargon
van onze tien te volgen
1. Schaer (Zwits.) 22.53.51;
2. Wagtmans (Ned.) 22.54.53
op 1.02;
3. Renaud (lie de Fr.) 22.57.21
op 3.30;
4. Roks (Ned.) 22.57.46 óp 3.55;
5. Meunier (Fr. N.O.C.) 22.58.34
op 4.43;
6. Van Est (Ned.) 22.59.17 op
5.26;
7. Close (Belg.) 22.59.30;
8. Ex aequo Anzile (Fr. N.O.C.).
Astrua (It.) en Robic (Fr. W.)
in 22.59.51;
11. Ernzer (Lux.) 22.59.56;
12. Gerrit Voorting (Ned.)
13. Lauredi (Fr.) 23.01.39;
14. Impanis (Belg.) 23.01.56;
15. Serra (Sp.) 23.02.15:
16. Bauvin (Fr. N.O.C.) 23.02.44;
17. Hassenforder (Fr. N.O.Centr.)
23 03 03'
18. Rolland' (Fr.) 23.03.10;
19. Geminiani (Fr.) 23.04.19;
20. Rossello (It.) 23.04.21;
25. Bobet (Fr.) 23.06.28;
26. Ex aequo in dezelfde tijd als
Bobet: Bartali (It.) Koblet
(Zwits.) en Magni (It.);
50. Nolten (Ned.) 23.12.52;
52. Jansen (Ned.) 23.13.59;
55. Van Breenen (Nederl.)
23.15 29*
66. Adri Voorting (Nederl.)
23.19.45'
69. Suykerbuyk (Nederland)
23.23.15:
87. Stevens (Ned.) 23.33.26.
Het algemeen ploegenklasse-
ment na de vierde etappe luidt:
1. Nederland 68.37.48;
2. Frankrijk Noord Oost Centr.
68.50.31;
3. Frankrijk 68.52.39;
4. Ile de France 68.56.23;
5. Italië 68.59.12:
6. Frankrijk West 69.00.52;
7. België 69.02.25;
8. Zwitserland 69.04.43;
9. Luxemburg 69.17.39;
10. Frankrijk Zuid West 69.18.59;
11. Spanje 69.29.39;
12. Frankrijk Zuid Oost 69.41.00.