Eerste plaats inploegeiiklassement
door Nederland uitstekend verdedigd
Opoffering van Vietto verzekert in 1934
de overwinning aan Magne
DE STAD EN DE BERG
Laag-geklasseerde renners
ontvluchtten met succes
VANDAAG:
TIJDRIT!!
Vijftig jaar Tour de France (XIV)
Romain Maes tegengewerkt
door eigen ploeggenoten
Tegen „Spaanse
vlo'* niets te
beginnen
PLOEGEN-
KLASSEMENT
Onenigheid
in Nederl. ploeg
T ussensprintjes
Paeina 4
Vrijdag 24 Juli 1953
(Telefonisch van onze speciale verslaggever
LYON, Donderdagavond Rond liet gebarsten wieier-
baantje van Frankrijks derde grote stad woedde een revo
lutie, die de afmeting van 'n Parijse straatoproer dreigde
aan te nemen. Tegen een achtergrond van doorweekte
vlaggen en gescheurde guirlandes hielden duizenden
Lyonezen zich bezig met de felste disputen over het grote
vraagstuk van de dag: had Georges Meunier, die hier
alleen in naam bekend is, de overwinning in de negen
tiende etappe van de Tour de France moeten laten aan
zijn ploeggenoot, maar tevens het kind van de streek,
Jean Forestier? De tribunes lagen verdeeld in twee kam
pen, die elkaar beschuldigden van alle vormen waarin
bet begrip onsportiviteit maar aan de dag kan treden, en
die, naar gelang de voorkeur het aangaf, de namen van
de twee betrokken coureurs uitschreeuwden met een ver
betenheid, die een betere zaak alleszins waardig was ge
weest.
Temidden van dit tumult lieten
de grote bazen van de Tour de
blonde Meunier even ongestoord
z'"n ererondje rijden als Louison
Bobet dat de vorige dag in
Briangon had mogen doen. En
tegelijkertijd was op de zwaar
door de politie bewaakte Pelouse
de kleine magere Forestier zijn
verdriet aan het uithuilen in ge
zelschap van enige getrouwen.
Afspraak klopte niet
Twee manschappen van de N.
O.-centrale ploeg dus op de beide
voorste plaatsen. Natuurlijk zou
het merendeel van de toeschou
wers, die in de gestaag neerval
lende regen de intocht van het
Tourleger hadden afgewacht, het
liefst de zege ten deel hebben
zien vallen aan Forestier. Het
arme kereltje had er bovendien
vast op gerekend, dat Meunier
hem in de laatste meters zou
hebben laten passeren. Er was
tussen de twee Fransen, die in
gezelschap van de Spanjaard
Langarica de stoottroep van de
colonne vormden een en ander
gesmoesd in de laatste kilometers
voor Lyon. „Ik zal Langarica
voor mijn rekening nemen" had
Meunier beloofd, „dan heb jij de
kans om je slag te slaan". Doch
hoe gaat dat, als het stadion
dreigt te barsten van opwinding,
omdat de spits van de Tourdivisie
binnenmarcheert? Meunier vergat
alle fraaie beloften, zag alleen
maar het knapste kind van Lyon,
dat aan de finish haast bezweek
onder de bloemruiker, hij hoorde
slechts de toejuichingen en spurt
te full-speed over de kalklijn, een
paar lengten voor Forestier. Zo
had deze zeer matte rit die logisch
aansloot op het verschrikkelijke
karwei van Woensdag op de
Izoard nog een opwindend slot
gekregen, dat de gehele avond
in Lyon nog zou nawoeden.
Vacantietochtje
Op haar duizend gemakken
was de stoet 's morgens uit Bri
angon vertrokken bij hetzelfde
stralende weer dat al vijf dagen
de Tour tot een feest heeft ge
maakt.... voor ieder die zich niet
per fiets hoefde voort te bewe
gen. Maar heel in de verte, waar
zich de gletschers van de Gali-
bien hoog boven de kale rotsen
verhieven, waren de eerste wol
ken zichtbaar geworden en naar
mate de colonne verder vor
derde op haar weg Noordwaarts,
haastte de. zon zich om afscheid
te nemen en achter te blijven
boven Briangon en alles wat er
Zuidwaarts van ligt.
De eerste moeiliikheid op het
traject was de ruim 2000 meter
hoae Col du Lauteret. Maar daar
het startnunt zelf al meer dan
1300 meter boven de zeespiegel
lag en bovendien de top van de
berg eerst na 25 k.m. bereikt zou
worden was de beklimming een
vacantietochtje vergeleken bij de
rit van de vorige dag. De weg
was zo breed als een fatsoenlijke
verkeersbaan moet zijn en van
enige glooiing was nauwelijks iets
te bespeuren.
Louison Bobet, nog meer mon
sieur in zijn kraakheldere gele
costuum met dito pet reed voor
aan en hield nauwlettend in de
gaten of wellicht toch één van
de concurrenten vandaag iets
voelde voor een opstandige actie.
Maar Mallejac noch Astrua of
Close, die zij het verre de
klassementsleider in de algemene
rangschikking volgen, roerden
zich. Zij lieten zich braaf mee
drijven op het voorlopig nog ma
tige tempo, bewonderden het na
tuurschoon en wuifden "alant te
rug, als de kijkers hen herkenden.
Neen, een veldslag van groot for
maat viel vandaag niet te ver
wachten.
Zes man voorop
Met de mindere goden stond
de zaak natuurlijk eventjes an
ders. Op een uur of daaromtrent
van de „grote" Bobet kon men
zelf beslissen of het de moeite
waard was een uitval te wagen.
En inderdaad, op de eerste lussen
van de Lauteret kwamen le
Guilly (26ste op vrijwel een uur)
en Meunier (33ste) naar voren
om samen de hoofdmacht vooraf
te gaan. Langarica (no. 75 in het
klassement) was de derde die
zich present meldde. Vervolgens
besloot ook Lorono, ongevaarlijk
op zijn 53ste plaats, zich aan een
avontuur te wagen. Forestier, op
ruim anderhalf uur van Bobet,
verliet eveneens de rangen en
tenslotte zette nummer 29 uit het
algemeen klassement, de Belg
Couvreur, een trapje bij. Zes man
dus voorop en daarachter de door
Bobet afgegrendelde hoofdmacht.
Natuurlijk speelden In de hoof
den van Forestier en Meunier de
gedachte om Nederland van de
eerste plaats in het ploegenklas-
sement te verdrijven. De ver
moeide soldaten van Pellenaars,
die in de bergrit wel wat boven
hun stand hadden geleefd, zou
den zeker vandaag niet voldoen
de tegenstand kunnen bieden. Het
plannetje zou evenwel niet luk
ken.
Van enige reactie der groten
op de ontsnapping was geen
sprake. Zij lieten de drie Fransen,
in gezelschap van de twee Span
jaarden en de Belg, een voor
sprong nemen van enkele hon
derden meters en toen tot ver
rassing van allen die nog steeds
op een serieuze berg hadden ge
rekend, plotseling een spandoek
aankondigde dat hier de top van
de col was, lag le Guilly ruim
twee en een halve minuut voor.
Een kleine minuut achter de
jongste van Marcel Bidot's sol
daten kwam Lorono voorbij, 20
seconden daarachter Langarica
met Meunier en Forestier en ver
volgens Couvreur. In de hoofd
macht reden zes Nederlanders,
want Wagtmans was in moeilijk
heden geraakt en kwam enkele
minuten achterop. Tijdens de af
daling nam hij zijn plaats in de
grote groep weer in.
Geen Galibier
De tocht van de Lauteret naar
Grenoble leverde evenmin be
zwaren op. Met welgevallen be
keken de heren renners de Gali
bier, die Jacques Goddet dit jaar
niet op het program had ge
plaatst. En voor het overige hield
men zich bezig met de vraag
wanneer de eerste regendruppels
zouden vallen. Dat bleek al het
geval te zijn voor Grenoble, waar
de colonne de Alpen en de zon
verliet. Het warme Zuiden bleef
achter haar liggen.
Intussen hadden de zes vluch
telingen van de Lauteret hun
voorsprong nog niet opgevoerd.
'MONTLUCON
l ZONDAG 26 JIM
V
•••"1
2? HTT
"SEwW LY0N
VRIJDAG 24 JULI
ST. ETIENNE
ZATERDAG 25 JULI
-
DOND« BRIANCON
CAP,».
WOENSDAG 22 JULI
ar rtipfotrnFou
MfMrsu*v38u«
BEZIERS
VRIJDAG 17 JULI
■£§55 Ml ZATERDAG 18 JULI
UBAlW
NIMES Xf/j DINSD4C
MONACO
MARSEILLEgsÊJÉf
ZONDAG 19 JULI
In Italië staat Fiorenzo Magni bekend als de grootste
waaghals bij het afdalen van de bergen en in de jongste
Giro d'Italia heeft menig volger zijn hart vastgehoudei
toen hij Hugo Koblet van de Dolomieten-toppen nam
beneden zag schieten. De meest befaamde van alle dalers
is echter de Fransman Speicher geweest. In de Tour d<
France 1933 smeet hij zich in zo'n ijzingwekkende vaar'
naar beneden, dat men meende dat hij waanzinnig wai
geworden. Aan deze waaghalzerij dankte hij zijn zege in
deze 27ste Tour, een wedstrijd, waarin de Fransen weder
om aan alle andere ploegen een schitterend voorbeeld van
teamgeest gaven.
echter ook niet behouden. Hij
moest het afstaan aan de Bei.g
Lemaire, maar deze ondervond
veel te weinig steun van zijn
ploeggenoten. Opnieuw kwam
Archambaud aan de leiding,
maar zoals gezegd sloeg zijn
landgenoot Speicher iedereen
met verstomming tijdens het
afdalen der bergen. Toen de
laatste vlakke ritten begonnen,
had hij ruim 5 minuten voor
sprong die hij tot in Parijs wist
te behouden. Guerra eindigde
als tweede en de „toerist" Mar-
tano als derde.
„Le roi Rene"
Een roemrijk jaar voor de
Fransen was ook 1934. Van de
23 etappes wonnen Roger La-
pébie, Speicher, Vietto, Le
Grevès, Magne en Louviot er
liefst 19. De benjamin van de
Franse ploeg was de 20-jarige
Vietto, die het ook na de oor
log nog eens geprobeerd heeft.
„Le roi René noemde men
hem omdat hij zo eigenzinnig
was. Aan de voet van de ber
gen stond hjj slechts 39e in '1
algemeen klassement met bij
na een uur achterstand op
Magne de drager van de gele
In deze Tour moest de kara
vaan de Alpen nemen vóór dc
Pyreneeën. Evenals in 1932
kregen de etappewinnaars tijd-
vergoedingen, n.l. 2 minuten.
De nummers twee kregen een
minuut bonificatie. Voor hel
eerst voerde Henri Desgrange
een bergklassement in, dat ge
wonnen zou worden door True-
ba, een schaapherder, die de
„Spaanse vlo" genoemd werd
De Fransman Maurice Ar
chambaud won de eerste etap
pe met voorsprong. Hij begon
daarna een verwoed duel met
de Italiaan Guerra, die echter
door tegenslagen verachterde.
In de bergen was er tegen
Thueba eenvoudig mets te be
ginnen, maar zijn achterstand
van de vlakke etappes was te
groot om nog een gooi te doen
naar de gele trui. Archambaud
kon het kostbare kledingstuk
Vietto, zwijgzaam, eigen
zinnig en altijd somber.
trui. Maar in de Alpen kwam
de grote kracht v-an het zwijg
zame en altijd somber kijken
de mannetje aan het licht.
Als door een geheimzinnige
kracht voortgestuwd, kroop hij
als een gems naar boven, on
houdbaar voor iedere tegen
stander. Liefst vier bergetap
pes bracht hij op zijn naam en
toen hij ook in zijn geboorte
stad Pau als winnaar over de
finish kwam, viel hem 'n hulde
ten deel zoals een vorst slechts
zelden ontvangen heeft! Hij
was opgeschoven naar de der
de plaats in het klassement,
nu I8V2 minuut achter Magne.
In de eerste Pyreneeënrit,
van Perpignan naar Aix-les-
Thermes, brak Magne tijdens
het dalen een wiel. Als goed
ploegmakker bleef Vietto
wachten om zijn kopman zijn
eigen wiel te geven. Magne
blééf klassementsleider.
De volgende dag liep Mag-
le's ketting af en raakte ver
wrikt in het achterste kamrad
Herstellen was uitgesloten. De
iverwinning scheen voor goed
mrloren.
Daar kwam plotseling Vietto,
lie een seintje gekregen had,
erug naar de top om zijn
oloegmakker te helpen. Hui
lend om de tegenslagen gaf hij
lijn eigen fiets aan Magne en
bereikte zelf in de achterhoede
de finish. Maar aan de hulp
vaardigheid van „le Roi René"
was het te danken dat Magne
mk deze Tour op zijn erelijst
nocht schrijven.
De Italiaan Martano werd
weede, Lapébie derde.
Met de Belgen was het hele
maal misgegaan. Van ploeg-
geest was geen sprake geweest
en slechts twee van de acht be
reikten het Prinsenpark :Bon-
duel en Romain Ghijssels.
Ondanks
Zo slecht als het de Belgen
in '34 gegaan was, zo uitste
ken ging het een jaar later.
Romain Maes ging al in de
eerste etappe aan de haal, pro
fiteerde van een overweg, die
juist achter hem gesloten werd,
en veroverde de gele trui, die
hij niet meer zou afstaan! We
moeten zeggen: ondanks zijn
nloeggenoten, want Silvère
Maes en Felicien Vervaecke
openden zowaar het offensief
op de leider. In de bergen
weerstond Romain Maes de
aanvallen van zijn eigen land
genoten en van Italianen en
Fransen, maar in heel België
sprak men over 't schandaal
der verdeeldheid. Als Magne
tijdens deze Tour door een
ernstige val niet zou zijn uit
geschakeld, zou de uitslag er
wellicht heel anders hebben
uitgezienTweede in de
Tour 1935 was Morelli en der
de Vervaecke.
Na 60 km lagen Forestier, Meu
nier, le Guilly, Lorono en Langa
rica ruim drie minuten voor en
tussen dit vijftal en de hoofd
macht zweefde Couvreur, die net
hard genoeg trapte om niet in
gehaald te worden, maar er niet
in slaagde om zich bij de voorste
troep aan te melden.
Zelfs toen le Guilly. die in de
bergritten wat te veel hooi op
zijn vork genomen had, zich terug
moest laten zakken en enige tien
tallen kilometers in gezelschap
van Couvreur vertoefde, kon de
Belg de sprong naar de eerste
linie niet maken. In Grenoble lag
hij drie minuten achter op de
vier kopbazen, die intussen zelf
meer dan dertien minuten op de
hoofdmacht hadden genomen.
Deining was gauw over
Het twe.ede bergje in deze
etappe, de 'Cote de Moirans, was
al een even simpel geval als de
Lauteret. Aan de kijkers zou men
het overigens niet gezegd hebben,
want zij gingen naar aloude tour
traditie te keer of Bobet en Nol
ten opnieuw de Izoard aan het
bestijgen waren. Voor de spits
was dit de stimulans om hard
nekkig de beklimming voort te
zetten, maar de grote groep liet
zich niet opzwepen en wandelde
kalmpjes tegen de helling op.
Alleen Suykerbuyk, die een breuk
in zijn stuur had geconstateerd,
moest achterblijven in gezelschap
van van Breenen. Van Est raakte
een moment aan de sukkel met
zijn ketting, herstelde het euvel,
wachtte nog even op Suykerbuyk
en van Breenen, doch moest zich
daarna wee.' voortspoeden om
alle risico van een slag zonder
hem te vermijden.
In het plaatsje Le Frette kwam
er dan toch enige deining. Wij
hoeven u natuurlijk niet te ver
tellen dat het weer een Neder
lander was, die zich ging roeren.
Gerrit Voorting had genoeg ge
kregen van het tamme kuierpar
tijtje, vreesde bovendien, dat de
twee N.O.-centralen al te ver
zouden uitlopen en daardoor de
leiding in de ploegenrangschik-
king zouden heroveren en met de
Fransman Rotta wipte hij naar
voren.
Op hetzelfde moment echter
boog Bobet zich wat dieper over
het stuur. Schaer, Mahe, Morvan
en Vitetta volgden het voorbeeld
van de Maillot Jaune en na een
korte jacht waren Voorting en
Rotta weer tot de orde geroepen.
Nee, er mocht en zou vandaag
niets bijzonders gebeuren.
Sprint voor Magni
Aan de kop had intussen we
waren al 150 km aan het trekken
le Guilly Couvreur in de steek
moeten laten en begon intussen
Lorono sporen van vermoeidheid
te tonen. De slanke Spaanse klim
mer kon het tempo van zijn drie
gezellen niet langer bijbenen.
Toch slaagde hij er in voor Cou
vreur te blijven en aldus de
vierde plaats voor zich te reser
veren.
De ontknoping van de rit, waar
in verder hoegenaamd niets meer
gebeurde, is u al bekend. Achter
Meunier en Forestier kwam in
dezelfde tijd Langarica als derde
in Lyon aan, anderhalve minuut
later volgde Lorono, die in de
alteratie bijna een batterij pers
fotografen tegen het gescheurde
cementen baantje reed en op
ruim zeven minuten zwoegde
Couvreur zich over de streep.
Bijna tien minuten na Meunier
ritste de hele hoofdmacht over
de piste en haalde Fiorenzo Magni
zijn zoveelste slag in de sprint
thuis. Het wachten was nu alleen
nog op Suykerbuyk, die welis
waar ver achteraan kwam, maar
toch nog ruim op tijd deze tamste
van alle tourritten besloot. In het
algemeen klassement kwam, wat
de topposities betreft, niet de
minste wijziging en Nederland
blijft ondanks de voorsprong van
Meunier en Forestier de ploegen-
rangschikking commanderen in de
stellige hoop ook na de lastige
tijdrit van deze Vrijdag nog aan
het hoofd te zullen blijven.
De uitslag
1. Meunier (Frankrijk N.O.C.)
6.18.15.
2. Forestier (Frankrijk N.O.C.)
z.t.
3. Langarica (Spanje) z.t.
4 Lorono (Spanje) 6.20.51.
5. Couvreur (België) 6.25.25.
6. Magni (Italië) 6.28.14.
7. Audaire (Frankrijk W.) z.t.
8. Corrieri (Italië) z.t.
9. Schaer (Zwits.) z.t.
10. Impanis (België) z.t.
11. Tonello (lie de France) z.t.
12. ex aequo het grote peloton,
waarin Nolten, van Est,
Roks, v. Breenen, Wagt
mans, Gerrit Voorting.
Verder maakten van deze
groep deel uit Bobet, Deledda.
Geminiani, Lauredi, Remy,
Rolland, Teisseire (allen Fr.
Vandaag naar
St Etienne
IN 1832 zag Frankrijk de
eerste spoortrein rijden.
Het was in de buurt van St
Etienne, waar de bevolking
angstig kruisen sloeg, maar
op een veilige afstand toch
bleef toekijken.
Het is geen wonder dat
die eerste spoorlijn juist bij
St Etienne gelegd is, moet
men nu constateren. Want
deze stad van de H. Stefa-
nus is de hoofdstad van een
van de drukste industriege
bieden van Europa, met alle
lawaai en dikke rook, die
dat meebrengt. En kolen
stof! Het schijnt overal te
zijn.
Elke dag vegen stofdoe
ken het van de meubels iv
de huizen van de fabrieks
stad. De monumenten zijn
bedekt met een fijn stof,
gruis van de kolen, waar
aan de bodem zo rijk is. St
Etienne ligt in het middel
punt van een uitgestrekt
kolenbekken.
Maar de bevolking van de
drukke en werkzame stad
heeft toch veel voordelen
boven die van het industrie
gebied in het Noorden van
Frankrijk. Het heeft een
heerlijke omgeving.
St Etienne is een vallei-
stad. Het heeft zich uitge
breid tot aan de bergen,
maar verder ging het niet.
Het ligt pal tegen het ge
bergte aan en vindt het als
een hinderpaal op de weg
naar nog grotere uitbrei
ding. Wel heeft men de stad
nog enigszins kunnen ver
groten door gebruik te ma
ken van de kleinere dalen,
maar de berg betekent on
wrikbaar de grens van de
bebouwing.
Toch is St Etienne al veel
groter geworden dan de
eerste bewoners ooit had
den kunnen dromen. Bijna
'n kwart millioen inwoners
zijn er thans ingeschoven.
Zij houden zich bezig met
mijnbouw en wapenfabri-
cage, zijde-industrie en in
fabrieken van auto's, loco
motieven, rijwielen, staal en
knopen. De oorspronkelijke
kern van de stad is duide
lijk te onderscheiden van de
moderne nieuwe gedeelten.
Het ligt met enkele fraaie
bouwwerken rond de in
drukwekkende oude kerk
van St Etienne, rond de
grote weg die de stad door
snijdt en haar verbindt met
Parijs en de Azurenkust.
nationaal), Bober (lie de
France), Astrua, Baroni, Bar
tali, Isotti, Rossello (allen
Italië), Huber, Metzger, Pia-
nezzi, Schellenberg (allen
Zwitserland), Adraenssens,
Close, de Bruyne, v. Geneug-
den, van Genegten (allen Bel
gië), Gelabert, Massip, Serra,
Trobat (allen Spanje), Anzile,
Bauvin, Dacquay, Quennehen,
Walkowiak (Frankrijk NOC)
en Mallejac (Frankrijk W.).
75. Suykerbuyk (Nederland)
6.41.13.
Na de 19e etappe ziet het alge
meen klassement er als volgt uit:
1. Bobet (Frankrijk 111.29.19.
2. Mallejac (Frankrijk West)
111.37.54, op 8.35.
3. Astrua (Italië) 111.39.07, op
9.48.
4. Close (België) 111.41.14, op
11.55.
5. Schaer (Zwitserland) 111.44.16
op 14.57.
6. Rolland (Frankrijk) 111.45.45,
op 16 26.
7. Lauredi (Frankrijk) 111.46.04,
op 16.45.
8. Geminiani (Frankr.) 111.46 09,
op 16.50.
9. Wagtmans (Nederland)
111.46.33, op 17.14.
10. Mahe (Frankrijk-W.) 111.50.43
op 21.24.
11. Bartali (Italië) 111.54.18, op
24 59
12. Mirando (Frankrijk Z.W.)
111.58.08, op 28.49.
13. Serra (Spanje) 112.00.12, op
30.53.
14. Magni (Italië) 112.03.14, op
34 55
15. van Est (Ned.) 112.06.04, op
36.45.
16. G. Voorting (Nederland)
112.06.27 op 37.08.
17. Nol ten (Ned.) 112.08.52. op
39.33.
18. Ernzer (Lux.) 112.09.15, op
39.56.
19. Bauvin (Frankrijk N.O.C.)
112.09.29, op 40.10.
20. Lazarides (Frankrijk Z.O.)
112.11.25, op 42.06.
26. R 0 k s (Nederland) 112.31.19,
op 1 uur en 2 min.
35. Suykerbuyk (Nederland)
112.49.20. op 1.20.01.
36. van Breenen (Nederland)
112.51.53, op 1.22.34.
Het algemeen ploegenklassement
luidt:
1. Nederland 333.50.59.
2. Frankrijk 333.59.03.
3. Frankrijk N.O.C. 334.08.31.
4. België 334.33.23.
5. Frankrijk W. 334.50.34.
6. Italië 334.55.13.
7. Spanje 335.37.20.
8. Ile de France 336.07.39.
9. Frankrijk Z.O. 336.09.45.
10. Zwitserland 336.38.18.
11. Luxemburg 338.06.35.
Frankrijk Z.W. niet meer ge
klasseerd.
HET BERGKLASSEMENT
Het bergklassement na de 19e
etappe luidt:
1. Lorono (Sp.) 54 pnt.
2. Bobet (Fr.) 36 pnt.
3 Mirando (Fr. Z.O.) 29 pnt.
4. le Guilly (Fr.) 24 pnt.
5. Schaer (Zwits.) 22 pnt.
6. Astrua (Italië) 20 pnt.
7. Serra (Spr.) en Bauvin (Fr.
N.O.C.) 19 pnt.
9. N 0 11 e n (Ned.) en Huber
(Zwits.) 14 pnt.
16. G&rrit Voorting en
Wagtmans (Ned.) 7 pnt.
26. van Est (Ned.) 4 pnt.
Van Breenen op het matje
geroepen
LYON, Donderdagavond. In
elk huishouden rommelt het wel
eens en ge moet u dus maar niet
bezorgd maken over het heibel
tje dat Donderdag is gerezen tus
sen van Breenen en Suykerbuyk.
De Amsterdammer, die soms plot
seling de kluts kwijt raakt, dien
de de Bredanaar onder de wed
strijd een mep toe zonder dat er
aanleiding toe was.
Pellenaars heeft „Tarzan" van
avond eens stevig onder handen
genomen.
Met Suykerbuyk had iedereen
vandaag te doen, omdat hij met
zijn gebroken stuur gedwongen
was achterop te blijven. Maar de
flinke Bredanaar heeft de tanden
op elkaar geklemd en is blijven
jagen om op tijd binnen te ko
men, „Ik ben toch zeker niet te
laat?" was zijn eerste angstige
vraag in Lyon, maar Pellenaars
stelde hem gerust: „Je hebt nog
een kwartier over".
Behalve de breuk aan zijn stuur
had ook een defect aan zijn de-
railleur het rijden bemoeilijk»
Nolten en van Est hadden ieder
een paar keer moeten afstappen
om hun kettingen te verleggen,
doch voor het overige liet de
pechduivel vandaag de sectie-
Pellenaars met rust. Alle zeven
Nederlanders hadden van hun
kapitein opdracht ontvangen zich
niet te forceren, om daardoor fris
aan de start te kunnen komen
voor de race tegen het horloge
van Vrijdag. Pellenaars vertrouw
de me toe dat hij vooral op van
Est hoge verwachtingen bouwde
in de tijdrit. En ook Wagtmans
ziet hij een goede prestatie ver
richten. En als het wat meeloopt
zal ook Thijs Roks wellicht een
of meer plaatsen kunnen opschui
ven.
STARTTIJDEN
VOOR TIJDRIT
De eerste start in de tijdrit
wordt Vrijdagmorgen om tien uur
gegeven. Om de vier minuten
vertrekt een renner om de zeven
tig kilometer naar St Etienne af
te leggen. De weg is vrij lastig
en halverwege wacht de But
d'Appin, een 700 meter hoge heu
vel. De starttijden der Nederlan
ders zijn: 12.32 Suykerbuyk, 13.16
van Breenen, 13.28 Roks, 13 52
Voorting, 14.08 van Est, 14.16
Nolten en 14.24 Wagtmans. Als
laatste van de nog 76 overgeble
ven renners begint Bobet om drie
uur de strijd tegen het horloge.
Tour de France-renners zijn
zeer gevoelig en het is misschien
merkwaardig dat lieden, die een
zo hard beroep uitoefenen, het
gauw te kwaad kriigen en dan
komen de traantjes. Bartali. die
in Briancon even voor de
eindstreep de vierde lekke
band kreeg, huilde van spijt of
van woede, want de materiaal
wagen was in geen velden of
wegen te zien. Of Coppi de
„oude" Gino op de cols aange
moedigd heeft, of dat hij hem
uitjouwde, is niet bekend.
René de Smet had een
zweer op een lastige plaats. Hij
kon haast niet in het zadel zit
ten van de oiin. Klagen deed hij
niet. maar op de Col de Vars had
hij tranen in de ogen.
Pellenaars huilt niet zo
gauw bii tegenslag. Hij kreeg
pech met de ieep. De Nederland
se ploegbaas stak gauw zijn duim
op en Marius Guiramand gaf
hem een lift.