Een gruwelijke tragedie
voltrok zich over Seoel
Premiekeuringen veulens,
hengsten en merriën
'n Gevangene van de koude oorlog
Sodomstruïne was eens
fraaiste stad van Korea
Honger drijft
tot misdaad
Slechts vrede brengt redding in onmenselijke ellende
Foktechnisch goede resultaten
Eddy Gilmore
Vrijdag 7 Augustus 1953
Pagina 5
ite.
ik
r.).
n.schap (fr.)
e rijk.
"riesland.
rwijs.
iswoordraadsel 222
n; 8, ene; 10. allen;
toe; 14. deen; 17.
20. al: 21. ad; 22.
26. eten; 28. two;
vrede; 32. epe; 34.
nt; 4. en; 5. rede;
arderwijk; 9. Ame-
15. Ede; 16. nat;
-; 24. sneer; 25. uw;
teen: 29. oven; 33.
idelde dagproductie
et 9 verminderd toi
ndexcijfers per be-
ïn:
alen 134 in Jun
leder en schoenen
ubber 454 (396
(86); metaalpro-
01) en electriciteit,
197 (203).
weer 15 pet.
ernit voorh. Eerste
van Asbest-Cement.
nit" heeft geduren.
bruto-winst behaald
!2 (f 1.679.715). Na
512.743 (f593.194)
veranderd dividen^
ent worden uitge-
algemene reserve
f220.000 (f380.000)
ne situatie voor de
de producten bleef
ontwikkelen, zodat
toop van eigen pro-
en belangrijke om-
tarikelen kon wor-
Het grote deel
aan belasting moet
edragen staat een
ikkeling van de on
er in de weg aldus
Zuur vergroot
in Zuid-Afrika
resultaten geduren-
van de N.V. Electro
iterstoffabriek gerin-
lan het vorige jaar,
alleszins gunstig ge-
t voorjaar van 1953
opleving en kwam
g op de exportmarkt.
in het binnenland
angzaam in een stij-
ontwikkelen. Zowel
ngstprijzen als een
eveelheid goederen
rzaak van een daling
i met f 3 millioen
llioen. De productie
Ifabriek verminderde
ot 29.600 ton. De re
de handelsafdehng
digend. Na afboeking
onkosten resteert een
461.697 (f 425954).
wordt een on vera n-
id van 9 pet. op de
en; op de nieuwe
nissie Februari 1953)
worden uitgekeerd
e deelneming in de
ohannesburg zijn met
lond vergroot. Voor-
alve werd hierop
grijk afgeschreven In
is de Z.-Afrikaanse
lmatig in bedrijf ge-
verkt thans technisch
het verslag. De afzet
relijk moeilijkheden
sweegt zich langzaam
lijn.
iek strijder voor de
wat het ondervragen
■nen.
koop liepen. Volgens
voor hun vrijheid zulk
«zicht begon wat meer
j een lieftallige vrouw
boot zag stappen. Het
gaven aan haar gezicht
ook duidelijke blijken
Dorothy, de vrouw van
noot ging totaal op in
die hij huldigde en dit
;t zijn vrouw vetwaar-
e'nde hand reikte, waar
loeten worden geboden-
(Wordt vervolgd)
SEOEL De ton is er weer. De zwarte"teerton, die naast
het enorme gat in de hoofdweg staat. Gisteravond, in het
lichte duister van de Koreaanse nacht, door het gebrek
aan straatverlichting in de Zuid-Koreaanse hoofdstad,
zagen wij een grote legertruck die ton in het gat schuiven,
hetgeen een hevige klap tengevolge had. Toen wij kwa
men kijken naar de brokstukken zagen wij de truck
naast de ton in het gat zitten en wij hebben onze oren
uitgewreven van de woorden, die de bestuurder ten beste
gaf. Toen zijn wij, omdat er verder geen brokken geval
len waren, rustig doorgereden, dankbaar om de weten
schap, dat wij de straten in Seoel kennen en ook al de
zwarte tonnen, die al die zwarte gaten althans de
diepste markeren in de zwarte nacht.
Voor de Koreanen was uiteinde
lijk geen ander middel meer om
aan de kost te komen dan dief
stal, zwarte handel en zedelijk
wangedrag en dat is het grootste
kwaad dat de oorlog Korea heeft
gebracht. De kleine, uit hout,
fragmenten plaatijzer en karton
opgetrokken winkeltjes, die thans
de hoofdstraten van Seoel begren
zen, bieden de bezoeker een keur
van Amerikaanse legergoederen
zoals kleding, schoeisel, verrekij
kers, enz. En zo groot is dit
kwaad, dat men er niet eens meer
veel tegen kan doen. Men kan im
mers niet de hele burgerbevol
king arresteren? Dagelijks worden
alleen in Seoel al gemiddeld acht
jeeps gestolen en nog niet een
van die acht wordt naderhand
door de militaire politie terugge
vonden. Daarom wordt een onbe
heerd aangetroffen militair voer
tuig onmiddellijk iij beslag geno
men en de bestuurder krijgt een
flinke straf. Daarom houdt de
Zuid-Koreaanse politie af en toe
een razzia in de volkswijken.
Doch wat geeft het allemaal. Het
volk staat voor de keus tussen
misdaad en verhongering en kiest
het eerste. Niets ter wereld is
triester dan door zo'n grondig ver
woeste stad te rijden en voortdu
rend de begerige blikken te voe
len van de Shoe-shine-boys
kinderen nog die belust op buit
en hongerig hun kans afwachten
omdat ieder van hen een heel ge
zin heeft te onderhouden.
Tegenover zo'n enorme berg
ellende staat iedereen machteloos.
De U.N.C.A.C.K. en U.N.K.R.A.
(hulporganisaties van de Verenig
de Staten) de religieuze hulp
commissies en alle anderen, die
begaan zijn met Korea's lot, ken
nen maar één redmiddel voor deze
intense tragedie: vrede.
mm wmmm
ALKMAAR Er zijn verschil
lende redenen, waarom de Pre
miekeuringen, uitgeschreven door
de afdeling Noord-Holland van
de Vereniging tot Bevordering
van de Landbouwtuigpaardfokke-
rij in Nederland en gisteren op
het sportpark te Alkmaar gehou
den, een bijzonder karakter droe
gen.
De eerste is, dat na de keurin
gen in Middenmeer, Hoofddorp
en Schagen gisteren te Alkmaar
de Kroonpraedicaatkeuring plaats
vond voor alle dieren die in de
si*
Dit is Seoel. Duister, niet alleen
bij nacht. Zelfs overdag als de
zon haar onbarmhartig hete stra
len naar de bodem van dit be
klagenswaardig land zendt. Want
triest en somber kijken de zwarte
holle ogen van al die uitgebrande
ramen op ons neer. Van de grote
gebouwen die eens de fraaie stad
Seoel hebben gesierd, is niet veel
meer over dan een geblakerd om
hulsel van muren of zelfs in vele
gevallen niet meer dan een wan
kele gevel, die om begrijpelijke
redenen is blijven staan, toen
brand- en brisantbommen de hele
rest van' het gebouw in puin leg
den. Toen de communisten de stad
bezetten en daarna de geallieer
den, toen weer de communisten
en weer de geallieerden. Tot drie
maal toe.
Wij hebben in Seoel maanden
lang, iedere keer als wij er waren,
gezocht naar een enkel gebouw,
een enkele woning, waarin geen
kogelgaten of sporen daarvan wa
ren te zien, wij hebben het zoe
ken opgegeven, we geloven niet
langer aan het bestaan ervan. Wij
hebben Rotterdam, Nijmegen,
Keulen en Berlijn gezien, onmid
dellijk na de tweede wereldoorlog
en wij stonden verbijsterd over
zo'n grondige verwoesting. Toen
zagen wij Seoel en de eerste aan
blik deed ons een rilling over de
rug lopen. Want zoals Seoel ge
ruïneerd is waren in de hele we
reldgeschiedenis wellicht alleen
Sodoma en Gomorra.
Eens de trots
van mevrouw Rhee
Seoel is een betrekkelijk jonge
stad, die eens een sterk Westers
uiterlijk had. De stad is groten
deels tijdens het Japanse koloniale
bewind gebouwd. Nog steeds zijn
er de brede lanen met aan weers
zijden loofbomen en brede trot
toirs, het schone regeringsgebouw
(het capitol) en het ruime stad
huis, al zijn die lanen en gebou
wen ook deerlijk gehavend.
Seoel was eens toen Zuid-
Korea in 1945 onafhankelijk werd
de trots van mevrouw Syng-
man Rhee, de Oostenrijkse echtge
note van Zuid-Korea's president.
Zijzelf heeft met haar Westerse
goede smaak plannen getekend
voor uitbreiding van de stad, die
toen ongeveer 500.000 inwoners
telde en waar een woninggebrek
dreigde. Die plannen omvatten
grote plantsoenen en parken, ste
nen huizen voor de bevolking, die
nog in houten en papieren huis
jes volgens Japanse stijl leefde.
Vóór het uitbreken van de fatale
oorlog tegen het communisme in
1950 was Seoel de schoonste stad
van heel Korea. Een uitstekend
net van electrische trams verbond
alle wijken met het centrum.
..Een stad met een welvarend
aanzien", zeiden de bezoekers....
Enorm aantal
slachtoffers
Toen kwam de oorlog als een
stoomwals, die het land nivelleer
de, alles verpletterde wat boven
de bodem uitstak. Eind Juni 1950
trokken de communisten de bui-
zich over Seoel» voltrokken. Hoe
veel slachtoffers er in die gruwe
lijke weken vielen, is niet be
kend. 't Kunnen er veertigduizend
zijn of tachtigduizend. Een feit is,
dat men vele weken nodig zou
hebben om de met grauw besto
ven gras bedekte grafheuveltjes
te tellen, die de heuvels aan de
Noordelijke grens van Seoel be
dekken. De begraafplaats van
burger-oorlog-slachtoffers.
Ellende nog niet ten einde
Al wordt er in de straten van
Seoel al sedert meer dan twee
jaar niet meer gevochten, de el
lende van de bevolking is nog
niet ten einde. De oorlog heeft
Korea beroofd van al zijn mid
delen van bestaan. De landbouw
levert nog niet de helft op van
de voor-oorlogse cijfers omdat
hele streken in het Noorden ont
volkt zijn. Dat is het gebied, waar
geen burgers worden toegelaten,
omdat daar de geallieerde verde
digingswerken liggen. Er wordt
bijna geen landarbeid meer ver
richt, omdat behalve vrouwen nog
aleen stokoude mannen en kin
deren beneden vijftien jaar zijn
vrijgesteld van dienstplicht in het
Zuid-Koreaanse leger en de vrou
wen hier geen zware arbeid ge
wend zijn.
Omstandigheden waar niet te
gen te vechten viel, dreven de
Zuid-Koreanen tot de slechtste
vorm van parasiteren op het alles
overheersende militaire apparaat.
DUISTER SEOEL
't Oorlogsgeweld heeft
in de afgelopen 3 jaren
ie meeste Koreaanse
-teden veranderd in
roosteloze vlakten
van puin. Wat eens
fraaie gebouwen wa
ren, zijn nu niet meer
dan armzalige bunkers
In deze geschonden
•teden leeft een bevol
king, die snakt n&ar
ietere tijden en een
hersteld land.
rubriek Stermerriën de eerste
premie hebben behaald. Dit
kroonpraedicaat is echter voorlo
pig toegekend, omdat in October
de daarvoor in aanmerking ge
brachte merriën nog moeten vol
doen aan de verrichtingskeurin
gen. Op de tweede plaats waren
deze keuringen van groot belang,
omdat bij wijze van proef de
centrale keuring is gehouden voor
driejarige merriën. Deze proef
geldt namelijk het probleem,
welk tijdstip daarvoor het meest
geschikt is, omdat akkerbouwers
en veehouders en hun dieren we
gens bepaalde seizoenwerkzaam
heden verhinderd kunnen zijn. De
proef is echter uitstekend ge
slaagd, want er was grote belang
stelling uit alle delen van het
rayon.
In foktechnisch opzicht mag
van bevredigende resultaten wor
den gesproken. Zowel naar aantal
voorgebrachte dieren als naar hun
externe eigenschappen waren de
keuringen van gisteren van beter
gehalte dan die van vorig jaar.
De Noordhollandse paarden sloe
gen een goed figuur. Geregeld
komen zij „onder de proef" en de
Centrale Kroonpraedicaatkeuring
kon uitnemend geslaagd heten.
Sommige van de voorgebrachte
dieren zullen worden uitgenodigd
deel te nemen aan de show, die
op 9 September in Utrecht zal
worden gehouden, ter gelegen
heid van het 25-jarig bestaan van
de Paarden- en Vee-Tentoonstel
lingsvereniging aldaar. En ook
daar zullen de Noordhollandse
paarden niet de minste zijn.
De keuringen werden bijge
woond door de burgemeester van
Alkmaar, mr. H. J. Wytema, de
Riiksveeteeltconsulent van de af
deling Paardenfokkerij van het
Ministerie van Landbouw, Visserij
en Voedselvoorziening, dr. ir. B.
J. M. Groeneveld, het lid van Ge
deputeerde Staten, de heer De
Vries, die zich vooral hezig houdt
met zaken de landbouw betref
fende en ir. L. de Vries uit Heiloo,
Riiksveeteeltconsulent in Noord-
Holland.
Door de gemeente Alkmaar is
de Zilveren Medaille der ge
meente beschikaar gesteld voor
het beste fokpaard. Dat was dit
jaar Mediana, van de A. de Vis
ser, Texel.
De keuringsuitslagen luiden als
volgt:
Hengstveulens:
GRONINGS TYPE: Veulen 9-4,
Vader: Jonker Hendik, Moeder:
Nubina. Eigenaar: A. Pijper,
Hensbroek: Ie premie.
Veulen 21-6; V: Marnix; M: Ro-
PARIJS Het kan heel wat
moeilijker zijn Rusland binnen
te komen dan het te verlaten,
en omgekeerd.
In mijn geval was het alle
bei moeilijk.
Rusland was wel heel ver
van mijn gedachten op die
vroege Junimorgen in de door
bommen geteisterde Londense
voorstad Chelsea, waar ik in
1941 woonde.
De telefoon naast mijn bed gaf
dat typisch Engelse signaal en
toen ik de hoorn van de haak ge
nomen had, vertelde het Russische
emigrantenmeisje mij van de
Duitse invasie in de Sowjetunie.
„Hitler's soobmorines". zeide zij
met dat eigenaardige - melodieuze
stemgeluid, dat ik later in de
Sowjetunie zo vaak zou horen,
„ess drobink torpaydos all ovah
leetle Mudda Rooshia" („Hitler's
onderzeeboten schieten overal
torpedo's af op Moedertje Rus
land"), en in minder dan geen
tijd gaf Associated Press mij op
dracht, naar de Sowjetunie te
gaan.
„Maar hoe moet ik daar ko
men?"
Men vertelde mij fluisterend,
dat een konvooi de enige manier
was. Ik nam een taxi naar de
Sowjet-ambassade, vol vertrou
wen dat ze het een waar genoe
gen zouden vinden mij een vi
sum te verstrekken om de bui
tenwereld te kunnen voorlichten
over Rusland's aandeel in de oor
log.
Maar hoezeer vergiste ik mij.
Ze vertelden me, dat ze nooit
van me hadden gehoord en dat
het visum tijd zou kosten, en dat
deed het ook.
Maar begin October zat ik dan
toch ergens boven de Poolcirkel
hSted binnen en nalwle'da- °P 6en SCWp' dal deel uitmaakte
van een Brits konvooi, dat naar
Archangel moest. Elke dag kwa
men Duitse vliegtuigen ons be
zichtigen en wij keken terug en
baden dat ze het bij bezichtigen
zouden laten. Wel, dat deden ze
ook, ofschoon we vol tanks en
Hurricanes zaten.
Het Russische front was toen
bezig ineen te storten en de mili
taire deskundigen in de gehele
gen van verbitterde straatgevech
ten bezetten zij de stad. Tussen
Nieuwjaarsdag en 4 Januari 1951
.ïeroverden de Zuid-Koreanen met
lulp van de pas gearriveerde le
gers Seoel, doch enkele weken
iter trokken de communisten er
"'eer doorheen. Op 18 Maart 1951
'"erd de stad wederom bevrijd en
'ciertdien bleef zij in Zuid-Ko-
^aanse handen. Weken achtereen
•ng over Seoel een dichte stin-
;?nde rookmassa van de totaal
Uaandeli^achtereen^uurde^het WereW voor®PfIden' dat de'Duit-
nel sers over enkele weken in Moskou
zouden zitten. Wij vernamen zelfs
dat de Sowjet-hoofdstad reeds
werd ontruimd.
Een somber vooruitzicht. dat
nog somberder werd door wat te
Archangel gebeurde.
De Russische autoriteiten aldaar
hadden nooit van ons vijf cor
respondenten: drie Amerikanen,
een Engelsman en een Australiër,
plus twee officieren van de R.A.F.
gehoord. Zij wilden ons zelfs
niet toestaan aan land te gaan.
«ergen der slachtoffers uit de
,'let sneeuw en ijs bedekte ruïnes
Jannen, vrouwen en kinderen die
et meer hadden kunnen vluch-
~n voor het oorlogsgeweld, die
lerven door bommen, granaten,
"'gels of honger en uitputting,
iar zij tijdens de gevechten hun
'stanten van huizen niet durfden
erlaten omdat iedereen die een
•vapen droeg, schoot op alles wat
2:cn bewoog.
Een immense tragedie heeft
Toen zag ik op een morgen een
keurig geklede officier van de
R.A.F. langs de kaai wandelen.
Wij klaagden hem onze nood en
hij begon „de zaak in handen te
nemen," zoals de Engelsen zeggerr.
Binnen enkele uren mochten we
tenminste van het schip af een
klein maar stevig koopvaardij-
vaartuig waarop wij 27 dagen
hadden vastgezeten.
We staken in een kleine boot
de Dwina over, die reeds begon
dicht te vriezen en brachten de
dag door met pogingen om een
Rus te vinden, die de bevoegdheid
had, ons naar Moskou te laten
gaan.
Teleurgesteld moesten we echter
opnieuw de Dwina oversteken om
terug te gaan naar ons schip. Wij
maakten voor deze tocht door het
ijs gebruik van een veerpont van
Archangel, waardoor ik voor het
eerst in contact kwam met een
groot aantal Russen.
De loods van het hout stokende
vaartuig toonde 'n verheven min
achting voor de grote ijsblokken.
Als de pont er voor bleef steken,
liet hij die achteruit stomen om
vervolgens telkens en- telkens weer
op de blokken in te varen, waar
bij de ingewanden van het schip
door elkaar werden geschud.
Nadat dit zo een uurtje had ge
duurd, stieten we op vast ijs, on
geveer 75 meter van de rivier
oever. Verder kon de pont niet.
De 200 Russen op de schuit
klommen over de verschansing
langs een soort ladder naar bene
den. De eerste was een invalide.
Hij bereikte het ijs en begon met
behulp van zijn krukken te lopen,
maar na drie stappen gleden zijn
krukken onder hem vandaan en
viel hij op de gladde, koude op
pervlakte.
De 200 Russen barsten telkens
opnieuw in een daverend gelach
uit en de kreupele man krabbelde
overeind en grinnikte. „Dat is nu
echt Oosters," zeide een van de
officieren van de R.A.F. „En ver
geet nooit, dat de Russen wrede
klanten zijn, maar zo prachtig
wreed."
Na zes dagen Archangel kwam
uit Moskou bericht, dat men ons
daar heen mocht laten gaan. En
wij weg. In een sneeuwstorm gin
gen we naar het station, maar
dat kon ons niets schelen, we
waren op weg. De reis duurde 21
dagen. We kwamen Siberië bin
nen en verlieten het weer, we
stapten in de trein en we stapten
weer uit. Vol zelfbeklag meenden
wij, dat dit wel het ergste was
wat ons ter wereld had kunnen
overkomen. Het was bitter koud.
Verscheidene ruiten van onze trein
waren door Duitse bommen ver
brijzeld en men had ze vervangen
door carton.
Wij hadden Archangel verlaten
met levensmiddelen voor zes da
gen en die voorraad was nu op.
We hadden maar weinig geld, en
de boeren langs de route hadden
geen belangstelling voor geld. Zij
wilden zeep, zout en kledingstuk
ken. Afgezien van mijn scheer-
apparaat, een stuk zeep, wat geld
en de kleren, die ik aan had, was
echter alles in de trein gestolen.
Ik was ruim twaalf pond afgeval
len. Wij zagen er uit en voelden
ons als een collectie landlopers
in dit land van de collectiviteit.
Koeibysjef, aan de hoge Ooste
lijke oever van de bevroren Wol-
ga, leek een liefelijk brok van het
paradijs, toen we daar in een
DOOR
A.P.-correspondent
sneeuwstorm aankwamen. Een
paar dagen later vernamen we
van Pearl Harbour en daarna
hoorden we via eén kortegolfont-
vanger Hitier de oorlog aan de
V.S. verklaren.
We zaten op 960 km. van een
van de grootste gebeurtenissen uit
de wereldgeschiedenis en we kon
den er niet bij komen en ook nie
mand er toe brengen ons te hel
pen er te komen. Het duurde
twee dagen voor een telegram uit
Koeibysjef te New York aankwam.
De wereld zag er wel erg somber
uit. En toen richtten de Russen
voor de poorten van Moskou ver
dedigingslinies op; Duitse patrouil
les bevonden zich op een zeker
punt op minder dan 23 kilometer
afstand. Maarschalk Sjoekof ver
dreef hen echter en toen keerde
de kans ook voor ons. Wij wer
den in allerijl naar de hoofdstad
gebracht.
Moskou was voor mij altijd het
Rode Plein geweest en toen ik
dan ook tijdens de verduistering
in de stad was aangekomen en
mijn spullen in het Metropool
hotel had gedeponeerd, stapte ik
weer de straat op om naar dat
plein te wandelen.
En daar was het dan - precies
zo groot als ik had gedacht en
zag er precies zo geheimzinni" uit.
Het werd beschenen door een
volle maan en ik voelde më
werkelijk in een andere wereld,
toen ik opzag naar de ui-vormi-
ge, veelkleurige koepels van de
Kathedraal van Sint Basilius.
naar dat blok marmer, dat de
graftombe van Lenin was en
waar ik ze later het stoffelijk
overschot van Jozef Stalin heb
zien bijzetten en naar het Krem
lin, het aloude Kremlin van Iwan
de Verschrikkelijke Peter de
Grote, de Alexanders en Lenin
en Stalin.
Het duurde niet lang of ik
kon mij vestigen in het Metro
pool-Hotel, waar ik mijn eerste
ontmoeting had met Tamara, het
bruin-ogige Russische meisje, dat
miin vrouw zou worden.
Zij was een danseres van het
ballet van Moskou en wij trouw
den in '43, waarbij wijlen Wen
dell Wilkie de rol van bemidde
laar en weldoener speelde.
Vlak na de oorlog, in 1946,
hebben Tamara en ik met onze
destijds 2-jarige oudste dochter,
Vicky, een bezoek aan de V.S.
gebracht, vanwaar wij na een
vacantie van drie maanden naar
Moskou terugkeerden. Wij be
schouwden het als vrij zeker,
dat wij. nu wij eens buiten Rus
land waren geweest, er wel weer
opnieuw uit zouden komen. Het
bureau verklaarde dat ik de
rechte man op de rechte plaats
was enRusland was een
boeiend land.
Het was in September 1946 dat
ik terug ging om mijn taak Rus
land te „verslaan" te hervatten.
Toen begon het dak in te val
len.
Het was ongeveer ten tijde
van de Truman-leer en het plan-
Marshall dat het Kremlin dat
wil zeggen Stalin zich er van
bewust begon te worden, dat
steeds meer mensen in de we
reld de Russische dictator nu
niet precies beschouwden als
„die goeie ouwe Ome Joop".
De Russische regering ver
ordende, dat Russische meisjes,
die met buitenlanders waren ge
trouwd en er waren er heel
wat het land niet mochten
verlaten Ik zelf kon als Ameri
kaans burger uit het land ver
trekken wanneer ik maar wilde
maar mijn vrouw en mijn beide
dochtertjes niet.
Ik moest dus met haar in
Moskou blijven of haar achter
laten. Het laatste was te mon
sterlijk om er zelfs aan te den
ken. Ik bleef bij haar en Tamara
bleef aan mijn zijde in tijden
toen het allesbehalve prettig was
de Russische vrouw van een
Amerikaan te Moskou te zijn.
Tamara is een van de minst
politiek-georiënteerde vrouwen,
die er bestaan. Het heeft lang
geduurd, voor zij eindelijk be
greep. dat ze ons niet wilden
laten gaan.
Een gevangenis behoeft geen
tralies en stenen muren te heb
ben. Ik kon over de daken van
Moskou uitzien over de Mosco-
vische laagvlakte tot de gezichts
einder toe. maar op die niet al
te verre afstand eindigde onze
wereld en ik wist het maar al
te goed.
De Sowjet-Unie vaardigde
nieuwe veiligheidsdecreten uit.
Diplomaten en correspondenten
werden in hun bewegingsvrijheid
practisch tot Moskou beperkt.
Onze Russische vrienden keken
een andere kant uit als zij ons
op straat tegenkwamen of spra
ken tot ons met wenken en ge
baren. Geen van hen kwam
meer in, onze nabijheid -en uit
de aard der zaak begrepen we
wel waarom.
De censuur werd zeer streng.
Ik probeerde eens iets te schrij
ven over Russische spijzen. De
helft werd geschrapt.
In een museum vond ik een
schoolrapport van Stalin Even
als tal van andere ioneens was
hii n'et te v>e=t in Grieks en wis
kunde eeweest.
Ik schreef er over maar de
Het is de taak van verslag
gevers, te vertellen wat ande
ren en niet wat hunzelf over
komt. Maar soms gebeurt het,
dat zij zelf in het nieuws ko
men. Dat is het geval geweest
met Eddy Gilmore, voormalig
correspondent van Associated
Press te Moskou, die in zekere
zin een gevangene van de
koude oorlog is geweest. Hij
bracht elf jaar te Moskou door
en zeker niet die hele tijd uit
eigen verkiezing. In dit slot
artikel vertelt hij op verzoek
zijn eigen persoonlijke geschie
denis. onder meer, hoe hij er
in slaagde, gedurende verschei
dene jaren van onzekerheid de
moed er in te houden.
censor hield het achter. Stalin
moet volmaakt zijn zelfs toen
hij tien jaar was.
Ik schreef tenslotte bijna uit
sluitend voor een van de klein
ste lezerskringen ter wereld: de
censors. Maar van tijd tot tijd
kreeg ik er toch iets uit. Doch
elke maand bracht honderd te
leurstellingen.
Het gezin Gilmore werd een
slachtoffer van de koude oorlog.
Het ergste voor mij was de
onzekerheid ten aanzien van al
les. Ik bezat geen diplomatiek
paspoort geen diplomatieke on
schendbaarheid. Ik kon op elke
aanklacht in de gevangenis ge
worpen worden en ik wist, dat
niemand dan waarschijnlijk iets
voor mij zou kunnen- doen.
Maar ik vond er wat op om
niet gek te worden: ik werd
slagwerker in een jazz-band, de
beste Amerikaanse drummer in
geheel Rusland en dat wil wat
zeggen, want Rusland beslaat
een zesde deel van de opper
vlakte der aarde.
Ik gloof r't' dit me heeft ge
red. Dit en Tamara, en de ze
kerheid, dat in Rusland var.
alles kan gebeuren en ook vaak
gebeurt.
En toen, op een dag. sloeg
de bliksem in: Btalin stierf en
zijn opvolgers "✓mden er in toe
ons en enkele anderen te laten
gaan.
Ik weet nu wat het betekent,
als de cipier binnenkomt en zegt:
,Pak je snullen bij elkaar. jor,g."
Het was geen grote en wezen
lijke liefdedaad, dat ze ons lie
ten gaan. Dat hadden ze al lang
geleden moeten doen. maar toch
waren we dankbaar en knepen
onszelf in de armen om te we
ten dat we niet droomden.
Jarenlang had ik een foto
toestel willen hebben maar het
bezit daarvan zou voor een Ame
rikaans correspondent te Mos
kou nogal gevaarlijk zijn ge
weest.
Deze maand was ik in Zweden
en zag overal om me heen men
sen kiekies maken
Miin hemel." zei >k te» me
zelf, „waarom koop ik ook niet
zo'n ding?"
Het was eenvoudig nog niet
tot me doorgedrongen, dat ik
dat kon doen. Hoe waarlijk
groots is het. te kunnen gaan
waarheen ie wilt. te kunnen
zeggen wat ie wilt en in miin
"ak te kunnen schrijven zon
der censuur.
zelien; Eig. N. J. Blauw, Heer-
hugowaard: premiewaardig.
GELDERS TYPE: Veulen 22-5.
V: K. van Wittenstein; M: Lady:
eig. W. Helder, Beets en veulen
Morgenster, eig. Nic. Adrichem
Limmen, beiden premiewaardig
1-jarige Hengstei
Zwarte bles, V: K. van Witten
stein; M: Loesje van Jb. Veldt
Castricum, derde premie.
Merrieveulen
GELDERS TYPE: le premie
Surprise, Eig. J. Veldt, Bergen
premiewaardig: Sonda, G. Fran
zen, Bergen; Suzettha, G. Franzen
Bergen; Sudana, C. A. Rotteveel
Oterleek; Sira, Jb. Bierens, West
Graftdijk; Serola, D. Mus, Pur
mer; Veulen van W. Helder. Beet
en Sonaria, Jb. Helder, Egmond a
d. Hoef.
GRONINGS TYPE: le premi.
Selcene, P. Zwakman, Bergen
premiewaardig: veulen van C. v
Stralen, H.H. Waard; Sariemarais
Jac. Kalverboer Szn„ Oudorp; Si
bera, M. Kaptein, Egmond a. d
Hoef; Sonja, J. Koster, Marken
Binnen.
4 t/m 7 jarige Stamboek
merriën met Veulen
GELDERS TYPE: 2e premie
Nonda, G. Franzen, Bergen; Kier
mia, J. Jongert, Westwoud; 3e pre
mie: Lady, W. Helder, Beets; Non-
ja, C. Klaver, Heerhugowaard.
GRONINGS TYPE: le premie
en ster: Nilma, F. van Breugel
Heerhugowaard; Nemia, P. Don
ker Pzn., Hoogwoud; 2e premie-
Neesje, P. Schermerhorn, Gr
Schermer: Meta, M. Kaptein, Eg
mond a. d. Hoef: 3e premie: Liko
na, G. Kramer, Stompetoren.
4 t/m 7-jarige Stermerriër
met veulen
GELDERS TYPE: 2e premie:
Marja, C. A. Rotteveel, Oterleek:
3e premie: Lumanda II, Jb. Bie
rens. W. Graftdiik.
GRONINGS TYPE: le premie
en kroonpremie: Mediana, A. de
Visser, P. H. Polder, Texel; 2e
premie: Nubina, A. Pijper, Hens
broek.
Voorlopig kroonpraedicaat
van 4 t/m 7 jatige le pre
mie Stermerriën met veu
len
GELDERS TYPE: Netta, M. W.
v. d. Schans, Bovenkerk; Nora, A.
Buurman, Heemstede.
GRONINGS TYPE: Miradeela,
A. de Groot, N.-Vennep; Nostin, J.
Nieuwhof, Middenmeer.
1-jarige merriën
GELDERS TYPE: le premie:
Rozelinneke. G. Franzen, Bergen:
Rewa, Jb. Bierens, W.-Graftdijk;
2e premie: Rumanda, Jb. Bierens
W.-Graftdijk; Riesje. Jb. Helder,
Egmond a. d. Hoef; Rijtje. C. Na
gel, Bovenk-erk; Rozettha, G.
Franzen, Bergen; 3e premie: Ro-
naldina. C. Nagel, Bovenkerk.
GRONINGS TYPE: le premie:
Rabecca, Gebr. Oly, Purmerend,
Roscula, C. van Stralen, Heerhu
gowaard: Rilea, D. Kramer, Gly-
nis, Stompetoren; 3e premie: Ro-
zellie, N. J. Blauw, Heerhugo
waard; Releene, P. Zwakman,
Bergen; Reineta, K. Wagenaar,
Oterleek.
2-jarige merriën
GELDERS TYPE: 3e premie:
Paula, J. Veldt, Bergen; Prinses
Greta, C. A. Rotteveel.
GRONINGS TYPE: le premie:
Pildopola, P. Uitentuis. Abbekerk.
3-jarige merriën
GELDERS TYPE: 3e premie:
Odina. Jb. Kramer, Koedijk;
Ooaulina, J. J. de Koning Mzn.,
Oterleek: Orodia, Chr. van Wijk.
Hoofddorp.
GRONINGS TYPE: 3» premie:
Ozellia, N. J. Blauw, Heerhugo
waard: Ohama, F. van Breugel
Heerhugowaard.
3-jarige merriën centrale
keuringen
GELDERS TYPE: le premie en
ster: Ohawa, P. J. Vlam, Heerhu
gowaard, Otello, P. J. Vlam, Heer
hugowaard, Oria, Wed. D. Verwey
Weespercarspel; Orange, A. Buur
man, Heemstede; Orzely, Jb
Struyff, Burgerbrug. 2e premie
Osana, Wed. D. Verwey, Weesoer
carspel; Olienna, J. Lont Ezn
Stroe; Obina, J. Blaauwendraar'
Hilversum: Omara, J. R. Brouwe-
Naarden.
GRONINGS TYPE: le prent
en ster: Oleny, J. Nieuwhof, Mid
denmeer; Olivia, A. Buurmar
Heemstede; Oberona, I. Bos, Wie
ringerwerf; Oranel, N. D. Entho
ven, N. Vennep; Olbina, J. Frik
kee, O. Knollendam; Odultra, J
Parlevliet, N. Vennep: Olona, A
Buurman: Pareltje,C. A. Rotte
veel. 2e premie: Omine. J. Boer
ma, W'werf: Orpa, W. C. va:
Arendonk, W'werf; Odinda, J
Parlevliet; Onelia, Jb. Dekker Pz
Hippolytushoef; Olgadeela. A. d
Groot, Nieuw Vennep: Orspill
J. de Beurs, Obdam.
FRANS MARINE BEZOV
AAN AMSTERDAM
Van 1316 Augustus a.s. zulli
4 Franse marineschepen, beman
met 25 officieren, 125 adelborste-
en 250 manschappen, een bezoel
aan Amsterdam brengen.
Aan boord van één der schepei
de Bisson zullen op 14 Auf
's ochtends te 11 uur enige on
derscheidingen worden uitgereikt
De kap. ter zee 1ste klasse J
S. Bax en de lt ter zee 1ste klass<
W. v. d. Tol (beiden inmiddel:
eervol ontslagen) ontvangen dar
respectievelijk het commandeurs
en het officierskruis „Etoilf
Noire".
Prinses Wilhelmina
uit Noorwegen terug
H.K.H. Prinses Wilhelmina
Dinsdag 4 Augustus j.l. van haa
vacantiereis van Noorwegen wee:
in het vaderland teruggekeerd
Zij verbleef enige dagen in Oslo
vertrok daarna naar Bergen, waar
zij aan bood ging van het s.s
„Luna" om enige dagen te Svol-
vaer op de Lofoten te schilderen
Aan boord van de „Luna" reis
de de Prinses nadien weer terug
naar Bergen, alwaar zij ook eni
ge dagen verbleef om van Sta-
van,ger weer per vliegtuig terug
te keren.