vae een gevangene regiem A.P.)-corresponden [„Vanaf de eerste dag stondj ik bij dé Geheime Politie al s onder verdenking. En zij sloeg toe Maandag 14 SeplwtnWr 1953 Pagina William Oatis Thuis in Marion, Indiana, hield ik van de vierde Juli (Independence Day), maar in 1951 te Praag heb ik die dag gehaat. Want dat was de dag, waarop we het slechte nieuws ontvingen. We waren met z'n vieren, employe's van The Asso ciated Press. Ik was de enige Amerikaan, de anderen waren Tsjechen vertalers en tolken. Ik was buitenlands correspondent en leider van het bureau. Op die zonnige Woensdagmorgen werden tvij in een lichte, ruime en hoge zaal van het gerechtshof in de Pankrac-gevangenis te Praag gebracht. Wij moesten plaats nemen op een lange, houten bank, die op een kerkbank leek en men had ons voor een keurig viertal kerkgangers kunnen houden. Wij ivaren netjes gekleed, hadden schone gezichten en we waren stil erg stil. Maar daar hield de overeenkomst op, ivant we zaten niet alleen, leder van ons iverd geflankeerd door twee lange, potige bewakers in de vaal-olijfkleurige met rood afgezette uniform van de Tsjecho-Slowaakse politie, gewapend met pistolen. Wij waren hun gevangenen, aangeklaagd van spionnage buiten de rechtszaal gebracht en tegen wat de communisten noemen de volksdemocratische republiek Tsjecho-Slo- eTnde^an^een gan ^de^lnet wakije, ten behoeve van wat zij „de Amerikaanse imperialisten" noemen. En het zijn eigen bewakers in afzonder- was de derde en laatste dag van onze berechting door de senaat van het Staatsge- ^TerwijlTk opPdeatkleine houten rechtshof te Praag. Achter ons zaten twee Ze hadden met ons allen al heel schaars bezette riien verslat?- wat in die richting gedaan en nu scnaars oezette rijen versiag ZQU de rechtbank het werk vol. gevers Tsjechoslo waakse en tooien. buitenlandse van commu- Daar zaten wij dan en sloegen nistische bladen en communis- bet décor gade. tische persbureau*, en achter lien waren de zaal en het bal- waar wij, ieder op onze beurt, kon gevuld met Tsjechische hadden gestaan om onszelf te be- burgers schuldigen. Daarnaast, aan mijn Tk knn Hpzp tnpschouwprs rechterzijde, zat een goed gekleed ik Kon aeze toescnouwers meisje met rozige wangen ais tolk niet goed zien, want een be- tussen mij en de rechtbank. klaagde moet in de rechtszaal Achter de getuigenbank verhief naar de rechters kijken, maar zick een ruim podium, dat het slechts 7PVPI1 maanden pp]p- gehele achtergedeelte van de siecnts zeven maanaen geie rechtszaal besloeg. Nu en dan den, toen een groep Rooms Ka- kwam uit een deur daarachter tholieke priesters in de bank een bediende van de griffie bin der beschuldigden zat en ik ,nen om enkele papieren op een mij in de persafdeling bevond, 6 G^efdelijk kwamen de rechts- had ik een ander publiek aan- geleerden binnen, schouwd, dat veel overeen- De vier advocaten van de be komst moet hebben gehad met k}aagden namen naast elkaar dat van deze dag en zo kon ik een bank aan de rech" me voorstellen wat ik zou heb- zij hadden sluwe gezichten, sen die sferen. De grens was ge slóten, maar niet onoverkomelijk en veel is er overheen gekomen in beide richtingen: veel propa ganda en enige spionnen. Tsje cho-Slowakije was een gevaarlijk grensland. Deze revolutie was voor een revolutie een rustige aangelegen heid. Er werden geen mensen neergeschoten in de straten. Zij raakten eenvoudig uit het gezicht, sommigen om op te duiken in propagandaprocessen en na zich zelf van misdaden tegen de Staat te hebben beschuldigd, gevange nisstraffen te krijgen of zonder veel omslag naar de galg te wan delen. Zeker, dat was genoeg om vloer van mijn cel op en neer ijsbeerde, kwam een keurig j t iemand van middelbare leeftijd, Rechter Novak was scheel, zodat ik kleed in net k binnenstap- nooit wist of hvj naar mij keek of niet, tt „n on„j maar zijn scheelheid ontnam niets aan de ontstellende hardheid van zijn blik. ECHTPAAR OATIS HERENIGD tje en met een onbewogen gezicht de schuwe, zijdelingse blik Links van hem zaten twee andere van een bang konijn. Hij was beroepsrechters. Een van hen was een Gen week geleden aan mij voor kleine, donkere man, met eeuwig ge- gesteld als „uw advocaat, dr. Bar- fronst voorhoofd en een gelaatsuit- tos." drukking alsof hij een permanente Dr. Bartos werd vergezeld door kater had. De ander was een grote, een tolk van de politie, want hij dikke vent met een groot, breed ge- sprak geen Engels. Hij was ge zicht. waarop slechts volmaakte kalm- komen om mij te adviseren wat te te lezen stond, een soort Slavische te doen. Boeddha. „Tien jaar", zei ik tot hem, „dat Aan Novaks rechterzijde zaten de [s nQgal kras is het niet?» twee, die mb waren aangeduid als de Ik had gedacht dat u 15 jaar „volksrechters' een benige dwerg met b-v^rrar." een uitgezakte mond en een knappe Z°U$af ^7°^ ^oen vrouw met een weelde van bruin haar. "JltJ 1 1K u°en Beiden zagen er uit alsof ze hun mo®}? vro£g lk- hele leven in een postkantoor postze- „Naar mijn mening moet U m gels hadden verkocht. kerusten. Rechter Novak haaide van ergens Ik had bekend. Veertien men- een zwart kapje te voorschijn en zette sen hadden tegen mij getuigd en dit met beide handen op zijn hoofd, één van hen was ik zelf. Ontken- De overige rechters volgden zijn voor- nen zou mij na dit alles niets ba- beeld. ten. Het had geen zin in beroep te gaan over de schuldvraag. Ik had de lichtste straf gekre- Twee gelukkige mensen, voor het eerst weer tezamen, vlak na de aankomst van Oatis in New York. Ik kende de traditie en ik wist gen, die de wet voor een geval ben gezien, als ik me om had maar in hun oude kleren zagen wat dit betekende: het hof stond als 'het mijne kende Appèl tegen keren: banken vol er, minder uit als advocaten op het punt het vonnis uit te zwaarte van het vonnis had kunnen dan als een sjofe]e jury, haastig spreken, kleur van kleding en gezien- ^ij elkaar geraapt uit lieden, die Naar ons dus al evenmin zin. u ox-- - i langs ons heen jk kacj kans> na vijf jaar en ten, boven en beneden, nelder- op de trappen van een gerechts- ziende, sprak president Novak: misschien nog eerder uit de -, i 1 1 1 U W.J1Drtlrlno fflAv, ntnoi /-.r-v" kleurige werkhemden en huis- gebouw rondhangen. dirken qtemmise wollen stof- De ambtenaren van het open- jurken, stemmige wonen sioi baar ministeriej joseph Urvalek, ien van kantoorkloding, blokG hwam binnen. gezichten, rode gezichten, Hij was een man met een jeug- zeggen: „dat is maar voor de galerij". Ik herinner mij ook de laatste man, die ik zag, toen ik onder aan bewaking en als veroordeelde uit deze rechtszaal wandelde. Het was een toeschouwer, een don- in zijn, maar er waren ook dingen, die geruststelden. Daar was b.v. het feit, dat zulke dingen zelden buitenlanders overkwamen. „Bek.aagden, staat, op gevangenis te komen en ik mocht Mijn beide bewakers sjorden nauwelijks hopen er zo gauw uit kere, morsige jonge kerel my omhoog en wrongen mij te- te komerii ab5 ;k de poiitie of de hemdsmouwen en een gekreukel- gelijk me. een snelle handbewe- rechters tegen mij in het harnas de broek. Hij stond bij de balie gmg ieder een mouw zo stijf om zou jagen. 1- u— eiien gezichten en sombere ge- dig uiterlijk en zwarte haren, een een pols dat de bloedstroom werd In 'beroep gaan kon mjj geen ten knaP gezicht en een hoog, breed afgeknepen. Zij konden ons met goed maar wel kwaad doen en zieuteii.voorhoofd. Hij droeg een ange beletten m zwijm te vallen maar ik kwam met mijn advocaat over- uai waren ae mensen, uie zwarte toga en scheen er plezier als wij m zwijm vielen, moesten eeil) dat ;k jn bet VOnnis zou be- van de autoriteiten toegangs- in te hebben, die op decoratieve bewijzen voor de rechtszaal wijze te gebruiken door b.v. plot hadden gekregen. nn in mtuin uim n [ti 11 rtum.i i nif Enkelen van hen waren vrien- - den of verwanten van ons, de Deklaagden. Twee waren vrienden van mezelf, maar ik wist toen niet dat ze er waren en het heeft bijna twee jaar geduurd, voor ik uit te weten gekomen ben. Zij waren waarnemers voor de Ame rikaanse ambassade te Praag, vice consul Richard G. Johnson en privé-secretaresse Mary Horak. Maar de meeste aanwezigen waren mensen met vacantie, ar- oeiüers uit fabrieken, van collec tieve boerderijen of uit rege- ringsbureaux. Zij kwamen daar alleen maar om een voorstelling bij te wonen en die voorstelling seling een arm uit een der mou- iiep ten einde. Zij waren in ai- wen te laten schieten en als de wachting en wij ook waren in -'--= zij er voor zorgen dat geen van rusten. ons het decorum verstoorde door Maar ik had een vraag voor dr. Bartos: de politie had mij verteld, dat de Amerikaanse ambassade de weinige kleren en boeken, die en staarde mij aan met een bre de, ostentatieve grijns. Wat ge beurd was had hem kennelijk deugd gedaan. Ik denk dat ik kan gissen wat hij voelde en dat dit precies was, wat de communistische partij en het regime wilden dat hij zou voelen. Hij voelde zich beschermd: de ik mee naar Praag had gebracht, §arti-i waakte over hem. Zij had WILLIAM OATIS, Ass. Press- correspondent, die hier en in volgende afleveringen van onze courant, het verhaal doet van tzijn ervaringen in Tsjecho- Slotvakije. I onder haar berusting had geno I men en ik vroeg mij af, of de I (Tsjechische) autoriteiten voorne- 1 mens waren deze op te eisen, aan- I gezien de rechtbank mijn bezit- i tingen verbeurd had verklaard. de arbeiders aan de macht ge bracht en nu weer eens die macht beveiligd: zij had een spion on schadelijk gemaakt. En hij voel de zich gewichtig: hij was de klei ne man, die de grote man een De advocaat wuifde afwerend tuimeling zag maken, Hij was het met de hand. I „Dat was maar voor de galerij verklaarde hij zwakke Tsjecho-Slowakije, dat het machtige Amerika een klap in het aangezicht gaf. Hij was de Voorts""wist ik zijn belofte te arbeidende klasse; triomferend verkrijgen, dat hij binnen enkele °vef een gevallen vijand en zich dagen bij president Gottwald een ve£„ verzoek om gratie voor mij zou indienen. De voorstelling was afgelopen. Voor hem was het een hartver- op zijn gezicht te vallen haa*HiïWUlt hetgeen de tolk zeide nadat vrouw. lijke Dood de puntige vinger rechter Novak was begonnen te Minnesota, en verzocht hem haar -eJ u ;i_ A; Ik gaf hem het adres van mijn sterkend melodrama met een ge- Laurabelle, te St. Paul, lukkl§ sl°t geweest. Voor mijn vrienden en mij was wachting en wij ook waren in DaarnjKe uoou ue punuge vmgei recnier iNova*. was Degonnen ie het een trpursnpl f?pwepst Tk hph alwachtrng, want weldra zouden op zijn eerstvoigend slachtoffer spreken, begreep ik, dat wij allen telegraferen dat ik tien jaar 77^ Ik heb wij net vonnis vernemen. te richten. in het oude Rome kwamen de Tenslotte traden met resolute mensen kijken hoe de leeuwen tred de vijf rechters binnen. Hun ae christenen verslonden, in zwarte toga's sleepten achter hen het "oude Londen kwamen zij om aan. schuldig waren bevonden. Met stompen werd ons beduid op te staan' en achter ons hoor den we de toeschouwers opstaan. We bleven staan tot de rechters gezeten waren. dere tijden en van andere plaat- zaten naast elkaar tegen- ser. kunnen noemen, maar het is over ons achter de lanSe> brume ae beul het valluik van de galg te zien openen, in het moder ne Praag kwamen zij naar pro pagandaprocessen kijken. Men zou voorbeelden uit an- ser. kunnen noemen, maar het is niet nodig, want in wezen is het bahe- schouwspel altijd en overal het zelfde: het is het schouwspel van mensen, die gedoemd zijn, iets aat men zonder veel overdrijving „the greatest show on earth" zou kunnen noemen. En dit schouwspel liep nu ten einde. gevangenisstraf had gekregen, maar dat ik bij goed gedrag na Ik had dit verwacht en nu zette vijf jaar vrij zou kunnen komen en dat hij een verzoek om cle- ik mij schrap om te vernemen, mentie ZQ^ indieneni waardoor ik wat dit voor mij zou betekenen, misschien nog eerder in vrijheid Ik kende genoeg Tsjechisch om, zou worden gesteld, voor de tolk de vertaling gaf, te Hij beloofde mij dit te zullen „i doen en gaf mil tevens de verze- verstaan wat de rechter zei: „Wil- keringi da{ ;kj indien ik hem liam Nathan Oatis.... deset let....' wenste te raadplegen, dit slechts „Deset let", tien jaar. te kennen behoefde te geven aan „Tien jaar vrijheidsstraf", ein- raijn cipier en dat ik dan bij hem Dit is wat mij is overkomen op 4 Juli 1951. Waarom? Wat is er de oorzaak van ge weest? In mijn cel heb ik in de maanden die volgden de tijd Ik ben op 23 Juni 1950 uit Londen naar Praag vertrokken. Bedrich Runge van de persafdeling van het ministerie overhandigde mij een boekje met het opschrift: „Identi teitskaart voor journalisten 1950." Het bevatte mijn naam, signalement en pasfoto In kleine vierhoekjes onder het opschrift „tweede kwartaal" en „derde kwartaal" had het ministerie zijn officieel zegel gestempeld. Dit be tekende, dat ik was erkend als bui tenlands correspondent voor de rest van Juni, en voor Juli, Augustus en September. Om mijn werk na Sep tember te kunnen voortzetten moest ik deze erkenning laten vernieuwen door een nieuw stempeltje te halen. Dit was de controle, die de regering uitoefende op correspondenten. Hun copy werd voor de verzending naar het buitenland niet gecensureerd, maar persmensen van de regering lazen haar als zij werd gepubliceerd in bui tenlandse bladen en als zij er bezwaar tegen hadden, weigerde het ministerie de erkenning van de sch irijver te ver nieuwen. Na afloop van zijn laatste verblijfsvergunning moest hij dan het land verlaten. Binnen de zes maanden voor mijn komst te Praag had men zich op deze wijze ontdaan van twee A.P.-mensen en verscheidene andere corresponden ten, over het algemeen met de moti vering, dat zij zich hadden schuldig gemaakt aan wat de regering noem de: „Niet objectieve berichtgeving." Het systeem was verraderlijk. De correspondent wist nooit precies hoe hij er voor stond. Er bestond maar één officiële be perking op de bewegingen van een Amerikaanse correspondent in Tsjecho- Slowakije: behalve bij het binnen komen en het verlaten van het land mocht hij zich nooit in het betrek kelijk kleine grensgebied begeven. doden, vechten om door elk uur Op de dag van mijn arrestatie 72 dagen geleden had de geheime politie mij gezegd: „als iemand zich tegen ons verzet, vernietigen wij hem". Tegen de wand achter hen bevond zich een meer dan levensgrote afbeel ding van de gouden leeuw van Bohe- men, een symbool uit de dagen van het feodalisme, een wonderlijk reliek heen te komen, verzonken in een in de tijd van het communisme. Zijn staart was aan het einde gespleten als van weerhaken voorzien, zoals die van ken, maanden, jaren, satan. Tien jaar. In het midden zat de president van de rechtbank, Jaroslaf Novak, een gebracht zou worden. Daarna ging hij heen. Enkele ogenblikken later wa- Tien jaar wachten, de tijd ren wij terug in de rechtszaal en digde de tolk. Tien jaar in de gevangenis. vroeg rechter Novak mij: is uw besluit?" „Wat vreselijk moeras van dagen, we- een geelachtige gelaatskleur en borste lige wenkbrauwen. Ik had mijn lesje van tevoren geleerd en staande in mijn bank, zei ik het op: „Ik berust in het .Ik schouwde over die zee van vonnis van het hof en verzoek Jn «oi7hVifP%7/aet"kieorrSon bPorïïe- tijd heen en kon haar niet me- ergens heen te worden gezonden, ten. Het was alsof ik zo juist had waa? ik enig nuttig werk kan gelezen, dat het licht van het een doen» of ander sterrenstelsel, diep in aoen de ruimte, millioenen jaren no dig heeft om de aarde te berei- Ik hoopte naar een kamp voor ken. Het was meer dan ik kon dwangarbeiders te kunnen gaan, omvatten, maar één ding was mij waar ik zou kunnen genieten van duidelijk: ik had een groot stuk de zon en de frisse lucht, ruimte van mijn leven verloren. zou hebben om te lopen en bo- Die gedachte sloeg mij als een ven alles iets te doen, iets om me koude, harde hand en stiet mij te helpen de tijd door te komen, bijna over de grens van het be- Maar ik ging terug naar een wustzijn heen. Mijn ingewanden cel, tot ik na 24 maanden en 23 verstijfden en de rechtszaal werd dagen gevangenschap gratie wit. Het gevoel week langzaam kreeg. weg uit mijn hersenen, maar juist Als dr. Bartos gratie voor mij voor het geheel was weggeëbd, heeft gevraagd, dan heb ik daar vloeide het terug. in elk geval nooit iets van ge- Dit alles was een kwestie van hoord. Als hij een telegram naar niet meer dan een ogenblik. mijn vrouw heeft gezonden, dan En toen hoord? ik de andere heeft zij dat nooit ontvangen en vonnissen: Thomas Svoboda, 20 als hij werkelijk geloofde, dat jaar, Paul Woydinek, 18 jaar, mijn bewakers mij zouden toe- Peter Munz, 16 jaarstaan hem te consulteren, dan is Al wat wij bezaten verviel aan hij een dromer. Ik heb hem nooit de Staat en ik als vreemdeling meer gesproken en ik veronder- zou na mijn vonnis te hebben stel, dat ik daar niets door heb uitgezeten uit het land worden gemist. gezet. Ik herinner me heel goed de Rechter Novak stond ons hier- laatste wenk, die gehad om daarover na te den ken, meer tijd dan me lief was. En ik heb er over nagedacht, meer dan goed voor me was. En ik veronderstel dat het antwoord ongeveer aldus moet luiden: De situatie in Tsjecho-Slo wakije toen ik daar vertoefde was om zo te zeggen voor een geval als het mijne „naar maar. gemaakt". Ik begrijp nu iets, dat me destijds nooit duidelijk is ge weest: In heel Oost-Europa bestond voor een correspon dent uit het Westen geen ge vaarlijker plaats om te wer ken. Het echtpaar Oatis bij aankomst in Amerika hij mij heeft na toe, te gaan zitten en deed gegeven. Wij waren een voor een voorlezing van de overwegingen opgestaan, hadden verklaard in vechtpartij komt, loopt hij klap- van het hof. onze vonnissen te berusten en pen op en in Tsjecho-Slowakije Tenslotte werd ons medegedeeld waren weer gaan zitten. was een vechtpartij aan de gang: dat wij in het vonnis konden be- Als het levend beeld van de de campagne van de communisten rusten of in beroep konden gaan. dood rees in zijn zwarte toga de om de oppositie te vernietigen. „Ten behoeve van de vreem- ambtenaar van het Openbaar Mi- om_ hun revolutie te voltooien, deling", voegde de rechter er aan nisterie op en schreeuwde: „Ik toe. dat een gevangene, die zich ga in beroep", goed gedraagt, na de helft van Ik keek naar de plaats, waar strijd om het overwicht tussen zijn straf te hebben uitgezeten dr. Bartos zat en onze ogen ont- de invloedssferen van de Verenig- een verzoek om invrijheidstelling moeten elkaar. Hij voelde mijn de Staten enerzijds en de Sovjet kan indienen. Vervolgens ver- verwarring door dit onverwahte Unie anderzijds. De Westelijke daagde hij de zitting voor tien voorval en opnieuw zag ik dit grens van Tsjecho-Slowakije was minuten. afwerend wuiven met de hand, een deel van de scheidslijn tus- Wij werden door een zijdeur waarmee hij opnieuw scheen te iemand op zijn hoede te doen Als iemand te dicht bij een Ook in de wereld was een ge vecht gaande: de diplomatieke Voor het overige was hem niet spe ciaal verboden te gaan waarheen hij wilde en te zien wat hij wenste. Ook bestond geen officiële beperking ten aanzien van zijn contacten. Hij mocht praten met iedereen, die met hem wilde praten. Onder deze omstandig heden kon hij vrij veel zien en horën. Als Amerikaan zou hij natuurlijk vrienden vinden onder Tsjechen, die sympathie hadden voor de Amerika nen vlotte, intelligente mensen, in de regel goed acht gevend op wat in het land omging en verlangend daar over te spreken. Zo kon hij met zijn eigen ogen en oren nieuws verzamelen, dat hij niet aantrof in de officiële pers, niet hoor de over de officiële radio en niet kon halen uit de communiques van de mi nisteries van buitenlandse zaken en voorlichting, of kreeg van het offi ciële persbureau. Het gebruik van hetgeen de rege ring verstrekte werd „officiële", het gebruik van hetgeen hij op andere wijze te weten was gekomen „onoffi ciële berichtgeving" genoemd. Hij wist, dat datgene, wat afkom stig was uit officiële bronnen, dat gene was, wat de regering wenste dat het publiek zou weten. Hij kon ver moeden, dat de regering de „onoffi ciële berichtgeving" niet gaarne zag, maar zij was niet streng en onmisken baar verboden. En wat meer was: an dere correspondenten bedreven deze berichtgeving ongestraft. Hij wist dat. Zijn hoofdbureau vroeg hem soms om „onofficiële" berichten, die door andere correspondenten reeds waren verzonden of reeds in buitenlandse kranten waren verschenen. Als zulk een bericht iemand die in Tsjecho- Slowakije ieta te vertellen had niet beviel, werd de betrokken verslag gever eenvoudig uit het land gezet. Tot de beurt aan mij kwam: lk werd gearresteerd. Dat kwam doordat ik vergat, wie de mensen waren, die werkelijk iets te vertellen hadden. Dat waren niet de perschefs van de ministeries voor voorlichting en bui tenlandse zaken. Het waren niet de Tsjechen, die sympathiek tegenover de Amerikanen stonden. Het waren de Tsjechen, die niets van de Amerikanen moesten hebben tenzij die Amerikanen toevallig com- aunisten waren of met de communis- en sympathiseerden. Het was de geheime politie. Ik ben meer dan twee jaai hun gevangene geweest en ik kan mij op hun eigen woorden beroe pen om al wat ik over hen zeg te schragen. De geheime politie noemt zich zelf de hoedster van „onze re publiek" en „onze partij". Zij stelt zich openlijk ten doel, alle oppositie te vernietigen en zij doet dit hoofdzakelijk met behulp van de wetten betreffende ver raad, spionnage en sabotage. Tot haar behoren de mannen iie de voornaamste rol spelen bij ie voorbereiding van propagan iaprocessen. Zij arresteren ver- iachtep en ondervragen deze tot ze genoeg gegevens tegen hen hebben verzameld om hen door ^en Tsjecho-Slowaakse rechtbank chuldig te doen verklaren. Dan neemt de ambtenaar van iet openbaar ministerie de zaak ver en volgt een proces. Bij elk proces heeft men te ma- ven met de wet en de bewijzen. De bewijzen moeten ten genoege van de rechtbank aantonen, dat Ie beklaagde de wet heeft over reden. Wat dit aangaat heeft de ge- iieime politie twee voordelen: de wet is rekbaar en haar macht over haar gevangenen maakt het haar betrekkelijk gemakkelijk, bewijzen te verzamelen en zelfs 'e fabriceren. Zij kan de wet enerzijds en de bewijzen anderzijds zodanig uit rekken, dat beiden elkaar dek ken en aan elkaar kunnen wor den geknoopt op een wijze, die sterk doet denken aan de manier, waarop een zeeman de beide stukken van een gebroken touw naar elkaar trekt en de recht bank zal niet al te nauwkeurig naar de splitsing kijken. Ze hebben me verdacht van de dag af, waarop ik Tsjecho-Slowa kije ben binnengekomen en een onschuldige ofschoon onvoorzich tige daad mijnerzijds heeft twee maanden later hun verdenking versterkt. Die daad heeft de autoriteiten aanleiding gegeven, mijn erkenning eind September in te trekken. Maar de reden werd mij niet medegedeeld en ik kon haar niet vermoeden. Ik vroeg en kreeg toestemming om te blijven en mijn werk op de oude voet voort te zetten zonder erkenning. Enkele weken later werd ik uitgenodigd tot een ver trouwelijk onderhoud met een functionaris van de geheime po litie. Bij die gelegenheid forceer de een politiebeambte, die zich voordeed als een beambte van een ministerie een kennismaking met mij en hij vroeg mij daarna ver scheidene malen te dineren. Ik liet me dit aanleunen en probeerde te weten te komen, wie deze ge heimzinnige man was en wat hii wilde. Hij viste naar inlichtingen over de Amerikaanse ambassade en stelde voor dat ik gebruik zou maken van verbindingskanalen van de ambassade om nieuws uit het land te krijgen. Tenslotte trachtte hij mij er toe te brengen voor hem te werken. Indien het zijn bedoeling was, een duidelijke wetsovertreding mijnerzijds uit te lokken en mij daarbij op heterdaad te betrap pen, is zijn toeleg mislukt, in dien het zijn bedoeling was een politiespion van mij te maken, is hij evenmin geslaagd. Maar hij gaf mij wat „onoffi ciële inlichtingen en dit is in miJn. proces tegen mij gebruikt. Hij deed ook iets voor mij, dat destijds een gunst leek: in Fe bruari 1951 hielp hij mijn erken ning hernieuwd te krijgen. Diezelfde maand werd te Praag een beambte van de geheime po litie doodgeschoten en kort daar op begon de politie kennissen van mij te arresteren. Dat waren ook kennissen van een man van wien ik had gehoord, maar die ik nooit had ontmoet een twee de geheimzinnige figuur. Het was een Tsjechische uit gewekene, die om mij onbeken de redenen heen en weer over de grens tussen Tsjecho-Slowa kije en West-Duitsland ging en een andere kennis van deze man buiten mijn eigen vriendenkring werd gearresteerd en aangeklaagd van de moord op de politie-be ambte. Drie van mijn employé's ken den deze uitgewekene. Zij wer den een voor een gearresteerd: eerst Svoboda, daarna Woydinek en tenslotte Muntz. Op 23 April arresteerde de po litie ook mij, doorzocht mijn bu reau en nam aantekeningen, be richten, boodschappen en ander materiaal in beslag. Later wer den anderen, die met ons vieren bekend waren, opgepikt en ieder werd aan een streng verhoor on derworpen. Deze verhoren zijn het middel waardoor gevangenen er toe wor den gebracht, de fantastische be kentenissen af te leggen, die he' kenmerk van een propagandapro ces zijn. Zij bekennen - de meester van hen niet omdat de beken tenis uit hen geranseld wordt Ik zou aarzelen te zeggen, dat ir Tsjecho-Slowakije nooit een ver dachte is geslagen, maar ikzeli ben in de twee jaren van mijn gevangenschap nooit geslagen en ik heb ook nooit een andere ge vangene ontmoet, die zei dat hij geslagen was of er enig teken van vertoonde. (Slot pagina 7)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 3