Positie van Tweede Kamer
als zelfstandige corporatie
Met Britten en Canadezen
onder Nederlands commando
Zes millioen voor
Schone Kunsten
„Een productschap voor
zuivel is er nog lang niet"
in het hedendaagse
Nederlandse volksleven
Ongunstig vooruitzicht
voor industrialisatie
Nieuwe premieregeling voor
bouw van industriehallen
Pagina
35.000 man Nederlandse troepen in Duitsland
„Grand Repulsebrengt
90.000 man op de been
en ook voor de export
Geld afgetroggeld
van predikant
LIMERICKPRIJSVRAAG
In 1954 22 meer dan dit jaar
KON. NED. ZUIVELBOND
De ongelijkheid in de toeslag
op de consumptie-melkprijs
Nederland en
Denemarken
In ontwikkelingsgebieden
Vrijdag 18 September 1953
's-GRAVEISHAGE, 17 Sept. De herbenoemde voor
zitter van de Tiveede Kamer, dr L. G. Kortenhorst, heeft
Donderdagmiddag zijn ambt aanvaard met een rede over
de positie van de Tweede Kamer, als zelfstandige corpo
ratie in het Nederlandse volksleven van de moderne tijd.
Zoals steeds bij deze gelegenheid, heeft dr Kortenhorst
in een hoofse en aantrekkelijke vorm enige op ervaring
steunende gedachten ontwikkeld, waarnaar de Kamer
leden steeds met genoegen luisteren. De Tweede Kamer,
aldus ontlenen wij aan deze interessante rede, heeft zich
tijdens de periode na haar herstel in 1946 geleidelijk-aan
ontwikkeld tot een tastbare en zichtbare zelfstandige
organisatie, die deelneemt aan het maatschappelijk ver
keer en naar buiten optreedt, hetzij als zodanig, hetzij
door een aantal uit haar midden gedelegeerde leden.
Krachtens een verscheidenheid
van reeds geratificeerde en nog
in staat van wording verkerende
internationale overeenkomsten
treden de Staten-Generaal, zon
der dat de grondwet zich daar
tegen in enig opzicht verzet, bui
ten de grenzen van hun oor
spronkelijk nationaal beperkt ter
ritoir en aanvaarden de opdracht
leden aan te wijzen in boven
nationale parlementaire vergade
ringen, töegerust met een aantal
geduchte bevoegdheden, die ver
wantschap vertonen met de sinds
1848 reeds voor ons eigen land
aan de volksvertegenwoordiging
toegekende voorrechten. Al zijn
onze gedelegeerden in de Raad
van Europa en de Gemeenschap
voor Kolen en Staal en wellicht
later in de Europese Defensie
Gemeenschap, de Europese (po
litieke) gemeenschap en de
interparlementaire Benelux Ad
viesraad voor hun doen en laten
in' strikte zin niet aan de Kamers
verantwoording schuldig en ook
al zijn zij niet gebonden aan
enig mandaat.... geheel los van
de Kamers staan zij toch niet.
aangezien het recht van benoe
ming aan de Kamer periodiek
verzekerd blijft.
De in de bedoelde internatio
nale overeenkomsten aan de on
derscheiden Algemene Vergade
ringen toegekende bevoegdheden
zijn van dien aard, dat de Neder
landse parlementariërs met hun
collega's uit de andere deelne
mende landen een niet te on
derschatten macht vertegenwoor
digen ten overstaan van de be
sturende organen der gemeen
schappen en raden van ministers,
waarin ook onze regering ver
tegenwoordigd is.
Dr Kortenhorst sprak nog over
een andere wijze waarop de le
den der Kamers deelnemen aan
het internationaal verkeer tussen
de volken, nl. als de Regering
leden der Staten-Generaal hetzij
als lid, hetzij als plaatsvervan
gend lid, hetzij als deskundige
opneemt in haar afvaardiging
naar internationale organisaties,
waarvan Nederland deel uit
maakt, zoals de Verenigde Naties,
het Internationaal Arbeidsbureau
en vele_ andere. Het is zonder
meer duidelijk, dat de positie van
Kamerleden-regeringsgedelegeer
den een andere is. Dan staat het
hun nl. vrij hun aanwijzing in
verband met de door de regering
vastgestelde instructie al dan niet
te aanvaarden en eveneens kan
hun het recht niet worden ont
zegd. zich uit de delegatie terug
te trekken, wanneer onverhoopt
de gang van zaken hen in een
gewetensconflict zou brengen
tussen hun positie als regerings
afgevaardigde en die als lid van
het autonome lichaam dat de
Tweede Kamer is.
De positie der Kamer als zelf
standige corporatie, deelnemend
aan het maatschappelijk verkeer,
demonstreert zich o.m. ook in het
vriendschappelijk contact, dat de
hoofden der bij de regering ge
accrediteerde buitenlandse mis
sies met de Kamer-voorzitter en
op andere wijze onderhouden.
De Kamer-voorzitter sprak
verder over de wenselijkheid tot
uitbreiding en de verfraaiing van
het Kamergebouw en de betere
outillering van de verschillende
diensten, meer geschikt te maken
voor de behoefte van de nieuwe
tijd.
Spreker eindigde met de woor
den van de Vader des Vader
lands de zijne te maken:
De vroom begheert te leven,
bidt Godt nacht ende dach,
dat Hij mij cracht wil gheven,
dat ick U helpen mach.
PETROSIAN VERSLAAT
EU WE
ZUERICH 17 Sept. Tigran
Petrosian (Rusland) heeft vandaag
Max Euwe in het candidaten-
tournooi voor het wereldkam
pioenschap verslagen en een nieu
we slag toegebracht aan de hoop
van Euwe weer wereldkampioen
te worden.
De stand is nu als volgt:
Reshevsky: Ty, (11); Smyslov: 7
(10); Najdorf: 6 (10); Keres: 5V,
(10); Petrosian: 5*A (10); Boleslav-
ski: 5*4 (10; Euwe: 5% (11); Bron-
stein: 5% (11); Gligoric: 5 (10);
Yuri Auerbach (Rusland): 5 (10);
Taimanor: i*/, (10); Laszlo Szabo
(Hongarije): 4 (10); Kotov: 4 (10);
Gelier: 4 (10) Stahlberg: 2% (11);
Nd 21.48 nwt 17/9.
Britse en Franse
discontoverlaging
LONDEN, 17 Sept. Engeland
heeft zijn bankkluizen een tikje
wijder geopend vandaag om de
zakenlieden te wapenen in de
strijd om de wereldmarkten.
De minister van Financiën R.
A. Buttler heeft vandaag het dis
conto verlaagd van 4 tot 3^ pet.
Ook Frankrijk 'heeft vandaag
het bankdisconto met een half
procent verlaagd teneinde de kos
ten van leningen te beperken en
de Franse productie te kunnen
uitbreiden.
1000ste schip ingeklaard
DELFZIJL. Gistermiddag
werd dit jaar het 1000ste zeeschip
ingeklaard.
Ongeveer 35.000 man Nederlandse troepen bevinden
zich op het ogenblik in de Britse zone van Duitsland,
waar zij deel gaan nemen tezamen met Britse, Canadese
en Deense eenheden, aan de oefening „Grand Repulse".
In deze grote geallieerde herfstmanoeuvres, welke circa
90.000 man op de been brengt, wordt een partij gevormd
door het eerste Nederlandse legerkorps, bestaande uit
onze parate 4e divisie en een Britse tankdivisie, versterkt
met een Canadese infanteriebrigade. De tegenpartij be
staat uit een Britse infanteriedivisie en een Deense infan-
terie-brigade.
De Nederlandse Volkshuishouding heeft in het midden
van dit jaar haar globale evenwichtstoestand benaderd,
de betalingsbalans belooft weer een aanzienlijk overschot
en de werkgelegenheid heeft een bevredigend verloop.
De voldoening over de bevredigende gang van zaken
wordt echter in de memorie van toelichting op de begro
ting van economische zaken getemperd door enkele min
der gunstige aspecten op langere termijn, de industriali
satie en de uitvoer.
Commandant van het Neder
landse legerkorps is de luitenant-
generaal A.T.C. Opsomer, onder
wiens bevelen dus niet alleen
Nederlandse, maar ook Britse en
Canadese eenheden ressorteren.
Er rit ongetwijfeld een verheu
gende climax in onze deelneming
aan de geallieerde manoeuvres.
In 1951, bij de oefening „Counter-
thrust", waren wij vertegen
woordigd door een regimentsge
vechtsgroep (een-derde dlviste).
In 1953, bij „Holdfast" hadden
wij een volledige divisie, plus 'n
z.g. schaduwdivisie (zonder troe
pen dus alleen de staven) en en
kele legerkorpstroepen. Xhans
zenden wij naast een divisie van
ongeveer 18.000 man de volledige
legerkorpstroepen ter sterkte van
ongeveer 17.000 man, terwijl
Britse en Deense troepen ter
sterkte van 20.000 man aan ons
'egerkorps worden toegevoegd.
Zonder twijfel rust er een zwa-
:e en verantwoordelijke taak op
ie schouders van de luitenant-
jeneraal Opsomer, die dit ont-
:aglijke apparaat ter sterkte van
55.000 man, zal hebben te leiden.
De samenvoeging van een in
fanterie-divisie, een pantserdivi
sie en een gemotoriseerde brigade
zal ongetwijfeld moeilijkheden
scheppen door verschil in bewa
pening, stootkracht en snelheid.
Veel zal van de commandant en
de officieren van de staf 1 L.K.
worden gevergd. Maar bij de
luitenant-generaal Opsomer is dit
zo belangrijke commando in goe
de handen.
Maandag 7 Sept. zijn reeds de
eerste troepen uit Nederland
naar Duitsland vertrokken. Zij
vormen het voor-detachement,
ter sterkte van ongeveer 3000
man., in hoofdzaak afkomstig van
de intendance en hadden tot taak
in het verzorgingsgebied van het
legerkorps tussen Rheine en
Bentheim depóts in te richten
voor de 4 a 5000 ton goederen,
■velke een legerkorps te velde
van node heeft. Deze goederen
werden per schip en per trein
aangevoerd, gelost en opgeslagen
in 't verzorgingsgebied, met uit
zondering van levensmiddelen,
benzine en oefen munitie voor 'n
periode van drie dagen, die naar
meer vooruitgeschoven opslag
plaatsen werden vervoerd. Om
organisatorische redenen worden
de Nederlandse en de Britse
voorraden afzonderlijk opgesla
gen, maar het geheel staat onder
bevel van commandant 1 L.K.
Wanneer straks in het verloop
van de manoeuvre, de troepen in
beweging zullen komen en snel
in N.O.-ridhting gaan oprukken,
zullen zicfh ongetwijfeld zeer in
teressante problemen op het ge
bied van transpor: voordoen. Een
kolfje naar de hand van de man
nen der logistieke organisaties.
Voeding
Wat de voeding der Nederlandse
troepen betreft, deze zal in hoofd
zaak geschieden met de gevechts
rantsoenen 5 in 1, de individuele
geveohtsrantsoenen, en het veld-
rantsoen B. De troepen ver ach
ter bet front zullen worden ge
voed met de veldrantsoenen B.
dat o.a. bevat gedroogde aardap
pelen (rijst of maccaroni), ge
droogde groenten, vlees, vlees
waren en kaas in blik, melkpoe
der en soep in droge toestand.
Het veldrantsoen kent tien me
nu's: n.l. 7 aardappel- 2 macca
roni- en een rijstmaaltijd.
De geveohtsrantsoenen 5 in 1
bestemd voor de troepen in de
voorste lijn, bevatten elk een
hoeveelheid kaas, vleeswaren,
biscuits, soep en pap voor 5 man
voorts blikken gemengde spijs
(hutspot, goulash enz.) chocolade
sigaretten kauwgom, suiker, op
losbare koffie, gecondenseerde
melk en zuurtjes, welke vitamine
C bevatten.
De individuele gevechtsrantsoe
nen hebben dezelfde samenstel
ling. Zij worden uitgereikt aan
chauffeurs en andere militairen,
die zich zeer snel moeten ver
plaatsen. Het brood zal dagelijks
uit de militaire bakkerij te De
venter naar het manoeuvre-ter
rein worden aangevoerd. Begin
dezer week zijn de overige Ne
derlandse troepen naar de Britse
zóne van Duitsland gedirigeerd
en voorlopig gelegerd in de om
geving van Lingen en Meppen,
ten Oosten van Coevorden, in af
wachting van het intreden van
de oorlogstoestand.
Dynamische oefening
Het spreekt vanzelf, dat aan
deze oefening een bepaalde ver
onderstelling is verbonden. Er
j bestaat een zekere spanning tus-
sen Noordland en Westland, wel-
ke landen gescheiden zijn door1
een (denkbeeldige) zee. Deze i
I spanning leidt tot een oorlog,
waarbij Noordland troepen laat j
landen op de (denkbeeldige) j
kustlijn van Westland, tussen j
Bremen en Oldenburg. Het in
dit gebied, maar ver naar aohte- j
ren gelegerde Nederlandse leger
korps krjjgt de opdracht de vij
and zo snel mogelijk aan te pak- i
ken en uit zijn bruggenhoofd te I
smijten.
Ditmaal dus geen oefening
in de verd' ligirg, gelijk „Hold
fast" maar een manoeuvre vol
dynamiek, n.l, een snelle opmars
en een aanval op een tegenpartij,
welke zich nog niet voor een
lange en krachtdadige verdedi
ging heeft ingericht. Onge
twijfeld een zeer interessante
oefening, maar ook een, die aan
de bevelvoering hoge eisen zal
stellen.
Zowel tijdens de opmars als bij
de aanval zal de legerkorpscom
mandant zijn troepen volkomen
in handen moeten hebben, Hij
zal nauwkeurig op de hoogte
dienen te zijn met de plaats, waar
zij zich bevinden en hij zal blik
semsnel moeten beslissen wat hij
met die troepen zal gaan doen.
In de nacht van 18 op 19 Sept.
zal de oorlogstoestand intreden.
Dan zullen voor het oog van ge
heel de vrije wereld onze parate
troepen en onze staven tonen,
dat zij hun plaats in dit interna
tionale milieu ten volle waard
zijn. Er bestaat voor deze geal
lieerde herfstmanoeuvre name
lijk zeer grote belangstelling uit
alle delen van de wereld. Aan-
vankeijk had generaal Gale, de
opperbevelhebber van de Noor
delijke legergroep bepaald, dat
geen toeschouwers zouden wor
den toegelaten, maar weldra
moest hij onder de drang der
omstandigheden dit afwijzend
standpunt laten varen. Men heeft
nu een speciale toeschouwers-
staf bestaande uit meer dan 500
belangstellenden uit tientallen
landen. Zelfs uit Nieuw-Zeeland
en Chili kwamen de militaire
deskundigen om in de Britse zó
ne de manoeuvres gade te slaan.
Wel een teken, hoezeer „Grand
Repulse" thans reeds de aan
dacht trekt.
Zware straffen
voor oplichters
Donde.rdag heeft de rechtbank
te Assen uitspraak gedaan in de
schilderijenzwendel, die een do
minee uit Odoorn een bedrag van
rond f88.000,heeft gekost. De
beide hoofdverdachten, de ge
broeders C. H. A. de Z., 43 jaar
en J. de Z., 35 jaar, beide te Den
Haag, werden wegens het aftrog
gelen van het geld voor de zgn.
aankoop van schilderijen veroor
deeld tot een gevangenisstraf van
3 jaar met aftrek van voorarrest.
De vader van deze beide ver
dachten, de 67-jarige Utrechtse
sierkunstenaar C. H. A. de Z.,
kreeg 7 maanden met aftrek en
de 32 jarige koopman Th. S. te
Arnhem, een jaar met aftrek.
De predikant was in 'contact
gekomen met een viertal ge
wiekste kooplui, die met allerlei
voorspiegelingen en het in onder
pand geven van schilderijen die
een geringe waarde hadden het
bedrag wisten te ontfutselen.
UTRECHT. A. W. Bruna en
Zoons Uitgevers Mii. heeft een
prijsvraag uitgeschreven voor
een limerick van willekeurige in
houd in de Nederlandse taal. De
inschrijving sluit 15 November
a.s. In dezelfde maand wordt ook
de uitslag bekend gemaakt. Aan
de prijsvraag zijn een hoofdprijs
van honderd gulden en viiftig
Ërijzen in boekvorm verbonden.
'e jury bestaat uit Max Dender-
monde, Dr Barend de Goede eni
Jaap Romijn.
Voor het scheppen van vol
doende arbeid voor de groeiende
beroepsbevolking is een jaar
lijkse investering in industriële
vaste activa nodig van 1.800 mil-
lioen gulden in prijzen van
(1952). In 1952 echter hebben de
industriële investeringen slechts
een hoogte kunnen bereiken van
1.640 millioen, terwijl het eerste
kwartaal van 1953 een verdere
teruggang te zien heeft gegeven
van 365 millioen op een jaarba
sis van 1450 millioen. Dit beeld
zegt de minister van Economi
sche Zaken „verontrustend" te
vinden. Al het mogelijke zal ge
daan moeten worden om deze
ontwikkeling die tot structurele
werkloosheid kan leiden, af te
wenden.
Een ander aspect van de hui
dige situatie, dat zorg baart is
het verloop van de uitvoer. De
totale exportwaarde is sinds 1952
teruggelopen. Op zich zelf be
hoeft dit geen verontrusting te
wekken aangezien ook de export
prijzen in vergelijkende mate
zijn gedaald. Een nadere analyse
leert evenwel, dat de stijging van
het uitvoervolume in 1952 nog
slechts 6 procent beliep, een per
centage dat veel lager ligt dan dat
der vorige jaren. Vergeleken
met het uitvoervolume van het
eerste halfiaar(1van 1952 levert
het eerste halfjaar van 1953 nog
slechts een stijging op van 2,5
procent. Dit wijst er op, dat de
weerstand tegen de verdere groei
van onze uitvoer over land toe
neemt. Weliswaar zal er ook dit
jaar nog wel een overschot zijn
óp de betalingsbalans maar de
grootte daarvan zal in de toe
komst veel kleiner worden. Deze
ontwikkelingsgang dwingt grote
aandacht te schenken aan de ver
dere ontwikkeling van de export.
In dit verband vermeldt de mi
nister van Economische Zaken
o.m. de verruiming van het dol-
larbeleid en de opheffing van in
voerbeperkingen. Er zijn plan
nen in voorbereiding voor een
verdieping en verruiming van
het vrijmaken van het intra-
Europese handelsverkeer. De -re
gering zal deze plannen met
kracht stemmen, evenals het stre
ven naar een vrije Europese
markt. Bovendien hoopt zij door
het geven van hogere subsidies
de weg te effenen voor tal van
nieuwe activiteiten.
Een felle bliksemschicht scheurt de nachtelijke hemel boven
New York uiteen en schiet naar de top van het Empire State
Building. Voor een kort ogenblik is de gehele omgeving ver
licht. Deze opname werd gemaakt tijdens een onweersbui
boven de millioenenstad.
Voor de schone kunsten Is op
de begroting van O. K. en W.
voor 1954 zes millioen gulden
gereserveerd. Dat is 1.1 millioen
of 22% meer dan het bedrag, dat
daartoe dit jaar ter beschikking
is gesteld.
Deze verhoging acht de minis
ter van O., K. en W. noodzake
lijk om de opera, orkesten en to
neelgezelschappen in staat te
stellen hun werkzaamheden voort
te zetten, de opleiding van steun
aan kunstenaars te verbeteren en
een sociale cultuurspreiding door
te voeren.
Het zal zaak zijn voor de rijks
bemoeienis met de kunstbeoefe
ning en cultuurspreiding, voor
zover mogelijk, wettelijke regels
vast te leggen. Als eerste stap in
die richting kondigt de minister
een wetsontwerp aan, dat bin
nenkort aan de Staten Generaal
zal worden aangeboden.
De post voor de internationale
uitwisseling van muziek, dans
kunst, toneel, letteren en beel
dende kunst is verdubbeld en
van 150.000 op 300.000 gulden
gebracht. Daardoor zal het voor
onze orkesten gemakkelijker wor
den op tournee in het buitenland
tegaan. De subsidie ten behoeve
van de uitgave van werk van
letterkundigen is van 60.000 op
80.000 gulden gebracht. Ook de
subsidies van verschillende con
servatoria zijn verhoogd. Harmo
nie- en fanfarecorpsen worden
ook een deel van de subsidies
deelachtig. Voor de eerste maal
prijkt voor hen 30.000 gulden op
de begroting.
Zeer behoorlijk is de subsidie
verhoging voor de Nederlandse
Opera. De verhoging van rond
420.000 tot 600.000 gulden zal
voor een groot deel worden be
steed om de salarissen van de le
den van het opera-orkest te bren
gen op het peil van de salarissen
van de leden van gesubsidieerde
symphonie-orkesten. 60.000 gul
den gaat naar het te Amsterdam
op te richten Nationaal Ballet.
De subsidie voor toneelgezel
schappen wordt met een ton ver
hoogd en van 400 op 500.000 gul
den gebracht. Ook de beurzen
voor kunstenaars zijn in de nieu
we begroting niet onbelangrijk
verhoogd. Tentoonstellingen zul
len eveneens in sterker mate ge
subsidieerd worden. De film
krijgt ook ruimere mogelijkheden
door een subsidieverhoging van
130.000 tot ruim 300.000 gulden.
Hierdoor zullen enkele jonge ci
neasten in Rome hun opleiding
kunnen voltooien. Voor radio,
film en pers vermeldt de begro
ting tenslotte nog een verhoging
van ruim 3.6 millioen tot 4.5 mil
lioen gulden.
De Koninklijke Nederlandse Zuivelbond heeft zich in
een telegram gericht tot de minister van Landbouw, Vis
serij en Voedselvoorziening. De bond zegt daarin, ernsti
ge bezwaren te hebben tegen de ongelijkheid in de toe
slag op de consumptiemelk en verzoekt de minister te
willen meewerken dat dit verschil in toeslag zo spoedig
mogelijk komt te vervallen. De voorzitter, graaf van
Lynden van Sanderburg, was in de algemene vergadering
te Rotterdam van oordeel, dat boer en zuivelorganisatie
over het jaar 1952 tevreden kunnen zijn, ook wat de
gezondheid van het vee betreft. De prijzen van de pro
ducten zijn goed geweest. De door de regering vastgestel
de garantieprijs is volgens spreker met tien procent
overschreden, hetgeen hij een goed resultaat noemde,
er is echter een dalende tendenz.
Voor zover de cijfers over 1953
bekend zijn, is spreker van oor
deel, dat men wel enigszins, een
of twee procent, boven de garan
tie-prijs zal komen.
Graaf Van Lynden van Sanden-
burg releveerde de werkzaamhe
den rond de publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie en hij zeide,
dat het ontwerp voor een pro
ductschap voor zuivel ver was
gevorderd,nl. over de materiële
inhoud waren werkgevers en
-nemers het eens, behalve op één
punt: het bestuur heeft de onder
handelingen afgebroken en zoals
spreker zeide: „een productschap
voor zuivel is er nog lang niet".
Er zullen m atregelen beraamd
moeten worden in verband met
het verdwijnen van de bedrijf
schappen oude stijl op 15 Febr.
1954.
De voorzitter herinnerde aan
de op 18 April j.l. opgeheven
maximum consumptiemelkprij
zen, hetgeen geen moeilijkheden
had gegeven.
Spreker had wel een bezwaar,
nl. dat men de toeslagen uit het
landbouwegalisatiefonds op ver
schillende wijze heeft vastgesteld
en hij zeide, dat het bestuur op
het standpunt staat, dat het ver
schil in de toeslagen dient te ver
dwijnen. Het zal, zo was het oor
deel van de voorzitter, met het
zuivelfonds in 1953 wel lopen en
hij meende, dat dit fonds met een
belangrijk saldo zal sluiten. Ook
de uitbetaling toeslag op melk
naar kwaliteit had de aandacht
van de voorzitter. Hij vestigde de
aandacht op de door de minister
ingestelde commissie en hij hoop
te, dat binnenkort resultaten te
gemoet gezien kunnen worden.
De secretaris, de heer J. A. Ge
luk, deelde daarna ondermeer
mede dat het aantal melk- en
kalfkoeien bij de Mei-telling van
dit jaar 1,6 procent hoger bleek
te zijn dan in 1952. De melkleve-
ring aan de fabrieken was het
eerste halfjaar 1953 6 procent ..o-
ger dan in de overeenkomstige
periode van het vorige jaar.
De boterproductie nam in de
zelfde periode met 16 procent toe;
de productie van fabriekskaas
met 15 procent. De productie van
gecondenseerde melk was 3,5 pro
cent hoger dan het vorige jaar.
Tenslotte heeft dr. Ir. D. de kaas betreft.
Waal, landbouwattaché voor Scan
dinavië te Kopenhagen enkele be
schouwingen gegeven over de
Deense melkhouder en zuivelbe
reiding, toegelicht met cijfermate
riaal. Volgens spreker zijn in De
nemarken de omstandigheden
gunstig voor agrarische export.
De hoeveelheid melk per koe is
in ons land gemiddeld groter dan
in Denemarken, terwijl de totale
melkproductie van Nederland ook
iets groter is. De rundvleespro
ductie is daar groter dan in Ne
derland. De gemiddelde bedr'ifs-
grootte is er belangrijk hoger dan
in ons land. Na verrekening van
vele factoren liggen de lonen in
de landbouw in Denemarken iets
hoger dan in Nederland. Op het
gebied van electrisch melken is
men Nederland voor. In 1952 tel
de Denemarken 1381 zuivelfabrie
ken en in dat land, zo besloot dr.
ir. De Waal, is vrijwel de gehele
zuivelwereld op coöperatieve
grondslag gebaseerd, althans wat
boter en, in iets mindere mate,
De oude subsidieregeling voor
de bouw van industriehallen in
aangewezen industrialisatieker
nen, d.w.z. in gemeenten, die ter
bestrijding van werkloosheid
moeten industrialiseren, heeft niet
voldaan.
Zij was niet aantrekkelijk ge
noeg om ondernemers tot vesti
ging in de zogenaamde ontwikke
lingsgebieden te bewegen. Daar
om is thans een premieregeling
ontworpen, waarvoor op de be
groting van economische zaken
twee millioen gulden is uitgetrok
ken.
De premieregeling biedt de mo
gelijkheid tot het toekennen van
een rijksbijdrage van 25% in de
bouwkosten van industriële be
drijfsruimten tot een maximum
van f25.per m2 nuttige vloer
oppervlakte zowel voor geheel
nieuwe vestigingen in de aange
wezen kerngemeenten, mits een
en ander gepaard gaat met ge
noegzame uitbreiding van het
aantal arbeidskrachten.
Bij deze premie is men er van
uitgegaan, dat er in de kern
gemeenten in de loop van twin
tig jaar voor 60.000 mannelijke
arbeidskrachten werkgelegenheid
gevonden dient te worden. Voor
twee derde van hen of 40.000 man
zal daartoe industriële bedrijfs
ruimte gebouwd moeten worden
en wel in totaal 80.000 m2.
De oude Subsidieregeling voor
het in gereedheid brengen van in
dustrieterreinen in gemeenten
buiten de ontwikkelingsgebieden
die toch de status van industriali
satiekern hebben, is eveneens ge
wijzigd. De rijksbijdrage in de ten
laste van de gemeenten komende
directe investeringskosten is thans
gebracht op 50% tot een maxi
mum van f2.50 per m2.
Begaafde scholieren
worden geholpen
Voor uitzonderlijk begaafde
leerlingen van de lagere school
die niet in staat zijn voorberei
dend hoger of middelbaar onder
wijs te volgen zijn studiebeurzen
tot een bedrag van f30.000 be
schikbaar gesteld.