Positie van Tweede Kamer als zelfstandige corporatie Met Britten en Canadezen onder Nederlands commando Zes millioen voor Schone Kunsten „Een productschap voor zuivel is er nog lang niet" in het hedendaagse Nederlandse volksleven Ongunstig vooruitzicht voor industrialisatie Nieuwe premieregeling voor bouw van industriehallen Pagina 35.000 man Nederlandse troepen in Duitsland „Grand Repulsebrengt 90.000 man op de been en ook voor de export Geld afgetroggeld van predikant LIMERICKPRIJSVRAAG In 1954 22 meer dan dit jaar KON. NED. ZUIVELBOND De ongelijkheid in de toeslag op de consumptie-melkprijs Nederland en Denemarken In ontwikkelingsgebieden Vrijdag 18 September 1953 's-GRAVEISHAGE, 17 Sept. De herbenoemde voor zitter van de Tiveede Kamer, dr L. G. Kortenhorst, heeft Donderdagmiddag zijn ambt aanvaard met een rede over de positie van de Tweede Kamer, als zelfstandige corpo ratie in het Nederlandse volksleven van de moderne tijd. Zoals steeds bij deze gelegenheid, heeft dr Kortenhorst in een hoofse en aantrekkelijke vorm enige op ervaring steunende gedachten ontwikkeld, waarnaar de Kamer leden steeds met genoegen luisteren. De Tweede Kamer, aldus ontlenen wij aan deze interessante rede, heeft zich tijdens de periode na haar herstel in 1946 geleidelijk-aan ontwikkeld tot een tastbare en zichtbare zelfstandige organisatie, die deelneemt aan het maatschappelijk ver keer en naar buiten optreedt, hetzij als zodanig, hetzij door een aantal uit haar midden gedelegeerde leden. Krachtens een verscheidenheid van reeds geratificeerde en nog in staat van wording verkerende internationale overeenkomsten treden de Staten-Generaal, zon der dat de grondwet zich daar tegen in enig opzicht verzet, bui ten de grenzen van hun oor spronkelijk nationaal beperkt ter ritoir en aanvaarden de opdracht leden aan te wijzen in boven nationale parlementaire vergade ringen, töegerust met een aantal geduchte bevoegdheden, die ver wantschap vertonen met de sinds 1848 reeds voor ons eigen land aan de volksvertegenwoordiging toegekende voorrechten. Al zijn onze gedelegeerden in de Raad van Europa en de Gemeenschap voor Kolen en Staal en wellicht later in de Europese Defensie Gemeenschap, de Europese (po litieke) gemeenschap en de interparlementaire Benelux Ad viesraad voor hun doen en laten in' strikte zin niet aan de Kamers verantwoording schuldig en ook al zijn zij niet gebonden aan enig mandaat.... geheel los van de Kamers staan zij toch niet. aangezien het recht van benoe ming aan de Kamer periodiek verzekerd blijft. De in de bedoelde internatio nale overeenkomsten aan de on derscheiden Algemene Vergade ringen toegekende bevoegdheden zijn van dien aard, dat de Neder landse parlementariërs met hun collega's uit de andere deelne mende landen een niet te on derschatten macht vertegenwoor digen ten overstaan van de be sturende organen der gemeen schappen en raden van ministers, waarin ook onze regering ver tegenwoordigd is. Dr Kortenhorst sprak nog over een andere wijze waarop de le den der Kamers deelnemen aan het internationaal verkeer tussen de volken, nl. als de Regering leden der Staten-Generaal hetzij als lid, hetzij als plaatsvervan gend lid, hetzij als deskundige opneemt in haar afvaardiging naar internationale organisaties, waarvan Nederland deel uit maakt, zoals de Verenigde Naties, het Internationaal Arbeidsbureau en vele_ andere. Het is zonder meer duidelijk, dat de positie van Kamerleden-regeringsgedelegeer den een andere is. Dan staat het hun nl. vrij hun aanwijzing in verband met de door de regering vastgestelde instructie al dan niet te aanvaarden en eveneens kan hun het recht niet worden ont zegd. zich uit de delegatie terug te trekken, wanneer onverhoopt de gang van zaken hen in een gewetensconflict zou brengen tussen hun positie als regerings afgevaardigde en die als lid van het autonome lichaam dat de Tweede Kamer is. De positie der Kamer als zelf standige corporatie, deelnemend aan het maatschappelijk verkeer, demonstreert zich o.m. ook in het vriendschappelijk contact, dat de hoofden der bij de regering ge accrediteerde buitenlandse mis sies met de Kamer-voorzitter en op andere wijze onderhouden. De Kamer-voorzitter sprak verder over de wenselijkheid tot uitbreiding en de verfraaiing van het Kamergebouw en de betere outillering van de verschillende diensten, meer geschikt te maken voor de behoefte van de nieuwe tijd. Spreker eindigde met de woor den van de Vader des Vader lands de zijne te maken: De vroom begheert te leven, bidt Godt nacht ende dach, dat Hij mij cracht wil gheven, dat ick U helpen mach. PETROSIAN VERSLAAT EU WE ZUERICH 17 Sept. Tigran Petrosian (Rusland) heeft vandaag Max Euwe in het candidaten- tournooi voor het wereldkam pioenschap verslagen en een nieu we slag toegebracht aan de hoop van Euwe weer wereldkampioen te worden. De stand is nu als volgt: Reshevsky: Ty, (11); Smyslov: 7 (10); Najdorf: 6 (10); Keres: 5V, (10); Petrosian: 5*A (10); Boleslav- ski: 5*4 (10; Euwe: 5% (11); Bron- stein: 5% (11); Gligoric: 5 (10); Yuri Auerbach (Rusland): 5 (10); Taimanor: i*/, (10); Laszlo Szabo (Hongarije): 4 (10); Kotov: 4 (10); Gelier: 4 (10) Stahlberg: 2% (11); Nd 21.48 nwt 17/9. Britse en Franse discontoverlaging LONDEN, 17 Sept. Engeland heeft zijn bankkluizen een tikje wijder geopend vandaag om de zakenlieden te wapenen in de strijd om de wereldmarkten. De minister van Financiën R. A. Buttler heeft vandaag het dis conto verlaagd van 4 tot 3^ pet. Ook Frankrijk 'heeft vandaag het bankdisconto met een half procent verlaagd teneinde de kos ten van leningen te beperken en de Franse productie te kunnen uitbreiden. 1000ste schip ingeklaard DELFZIJL. Gistermiddag werd dit jaar het 1000ste zeeschip ingeklaard. Ongeveer 35.000 man Nederlandse troepen bevinden zich op het ogenblik in de Britse zone van Duitsland, waar zij deel gaan nemen tezamen met Britse, Canadese en Deense eenheden, aan de oefening „Grand Repulse". In deze grote geallieerde herfstmanoeuvres, welke circa 90.000 man op de been brengt, wordt een partij gevormd door het eerste Nederlandse legerkorps, bestaande uit onze parate 4e divisie en een Britse tankdivisie, versterkt met een Canadese infanteriebrigade. De tegenpartij be staat uit een Britse infanteriedivisie en een Deense infan- terie-brigade. De Nederlandse Volkshuishouding heeft in het midden van dit jaar haar globale evenwichtstoestand benaderd, de betalingsbalans belooft weer een aanzienlijk overschot en de werkgelegenheid heeft een bevredigend verloop. De voldoening over de bevredigende gang van zaken wordt echter in de memorie van toelichting op de begro ting van economische zaken getemperd door enkele min der gunstige aspecten op langere termijn, de industriali satie en de uitvoer. Commandant van het Neder landse legerkorps is de luitenant- generaal A.T.C. Opsomer, onder wiens bevelen dus niet alleen Nederlandse, maar ook Britse en Canadese eenheden ressorteren. Er rit ongetwijfeld een verheu gende climax in onze deelneming aan de geallieerde manoeuvres. In 1951, bij de oefening „Counter- thrust", waren wij vertegen woordigd door een regimentsge vechtsgroep (een-derde dlviste). In 1953, bij „Holdfast" hadden wij een volledige divisie, plus 'n z.g. schaduwdivisie (zonder troe pen dus alleen de staven) en en kele legerkorpstroepen. Xhans zenden wij naast een divisie van ongeveer 18.000 man de volledige legerkorpstroepen ter sterkte van ongeveer 17.000 man, terwijl Britse en Deense troepen ter sterkte van 20.000 man aan ons 'egerkorps worden toegevoegd. Zonder twijfel rust er een zwa- :e en verantwoordelijke taak op ie schouders van de luitenant- jeneraal Opsomer, die dit ont- :aglijke apparaat ter sterkte van 55.000 man, zal hebben te leiden. De samenvoeging van een in fanterie-divisie, een pantserdivi sie en een gemotoriseerde brigade zal ongetwijfeld moeilijkheden scheppen door verschil in bewa pening, stootkracht en snelheid. Veel zal van de commandant en de officieren van de staf 1 L.K. worden gevergd. Maar bij de luitenant-generaal Opsomer is dit zo belangrijke commando in goe de handen. Maandag 7 Sept. zijn reeds de eerste troepen uit Nederland naar Duitsland vertrokken. Zij vormen het voor-detachement, ter sterkte van ongeveer 3000 man., in hoofdzaak afkomstig van de intendance en hadden tot taak in het verzorgingsgebied van het legerkorps tussen Rheine en Bentheim depóts in te richten voor de 4 a 5000 ton goederen, ■velke een legerkorps te velde van node heeft. Deze goederen werden per schip en per trein aangevoerd, gelost en opgeslagen in 't verzorgingsgebied, met uit zondering van levensmiddelen, benzine en oefen munitie voor 'n periode van drie dagen, die naar meer vooruitgeschoven opslag plaatsen werden vervoerd. Om organisatorische redenen worden de Nederlandse en de Britse voorraden afzonderlijk opgesla gen, maar het geheel staat onder bevel van commandant 1 L.K. Wanneer straks in het verloop van de manoeuvre, de troepen in beweging zullen komen en snel in N.O.-ridhting gaan oprukken, zullen zicfh ongetwijfeld zeer in teressante problemen op het ge bied van transpor: voordoen. Een kolfje naar de hand van de man nen der logistieke organisaties. Voeding Wat de voeding der Nederlandse troepen betreft, deze zal in hoofd zaak geschieden met de gevechts rantsoenen 5 in 1, de individuele geveohtsrantsoenen, en het veld- rantsoen B. De troepen ver ach ter bet front zullen worden ge voed met de veldrantsoenen B. dat o.a. bevat gedroogde aardap pelen (rijst of maccaroni), ge droogde groenten, vlees, vlees waren en kaas in blik, melkpoe der en soep in droge toestand. Het veldrantsoen kent tien me nu's: n.l. 7 aardappel- 2 macca roni- en een rijstmaaltijd. De geveohtsrantsoenen 5 in 1 bestemd voor de troepen in de voorste lijn, bevatten elk een hoeveelheid kaas, vleeswaren, biscuits, soep en pap voor 5 man voorts blikken gemengde spijs (hutspot, goulash enz.) chocolade sigaretten kauwgom, suiker, op losbare koffie, gecondenseerde melk en zuurtjes, welke vitamine C bevatten. De individuele gevechtsrantsoe nen hebben dezelfde samenstel ling. Zij worden uitgereikt aan chauffeurs en andere militairen, die zich zeer snel moeten ver plaatsen. Het brood zal dagelijks uit de militaire bakkerij te De venter naar het manoeuvre-ter rein worden aangevoerd. Begin dezer week zijn de overige Ne derlandse troepen naar de Britse zóne van Duitsland gedirigeerd en voorlopig gelegerd in de om geving van Lingen en Meppen, ten Oosten van Coevorden, in af wachting van het intreden van de oorlogstoestand. Dynamische oefening Het spreekt vanzelf, dat aan deze oefening een bepaalde ver onderstelling is verbonden. Er j bestaat een zekere spanning tus- sen Noordland en Westland, wel- ke landen gescheiden zijn door1 een (denkbeeldige) zee. Deze i I spanning leidt tot een oorlog, waarbij Noordland troepen laat j landen op de (denkbeeldige) j kustlijn van Westland, tussen j Bremen en Oldenburg. Het in dit gebied, maar ver naar aohte- j ren gelegerde Nederlandse leger korps krjjgt de opdracht de vij and zo snel mogelijk aan te pak- i ken en uit zijn bruggenhoofd te I smijten. Ditmaal dus geen oefening in de verd' ligirg, gelijk „Hold fast" maar een manoeuvre vol dynamiek, n.l, een snelle opmars en een aanval op een tegenpartij, welke zich nog niet voor een lange en krachtdadige verdedi ging heeft ingericht. Onge twijfeld een zeer interessante oefening, maar ook een, die aan de bevelvoering hoge eisen zal stellen. Zowel tijdens de opmars als bij de aanval zal de legerkorpscom mandant zijn troepen volkomen in handen moeten hebben, Hij zal nauwkeurig op de hoogte dienen te zijn met de plaats, waar zij zich bevinden en hij zal blik semsnel moeten beslissen wat hij met die troepen zal gaan doen. In de nacht van 18 op 19 Sept. zal de oorlogstoestand intreden. Dan zullen voor het oog van ge heel de vrije wereld onze parate troepen en onze staven tonen, dat zij hun plaats in dit interna tionale milieu ten volle waard zijn. Er bestaat voor deze geal lieerde herfstmanoeuvre name lijk zeer grote belangstelling uit alle delen van de wereld. Aan- vankeijk had generaal Gale, de opperbevelhebber van de Noor delijke legergroep bepaald, dat geen toeschouwers zouden wor den toegelaten, maar weldra moest hij onder de drang der omstandigheden dit afwijzend standpunt laten varen. Men heeft nu een speciale toeschouwers- staf bestaande uit meer dan 500 belangstellenden uit tientallen landen. Zelfs uit Nieuw-Zeeland en Chili kwamen de militaire deskundigen om in de Britse zó ne de manoeuvres gade te slaan. Wel een teken, hoezeer „Grand Repulse" thans reeds de aan dacht trekt. Zware straffen voor oplichters Donde.rdag heeft de rechtbank te Assen uitspraak gedaan in de schilderijenzwendel, die een do minee uit Odoorn een bedrag van rond f88.000,heeft gekost. De beide hoofdverdachten, de ge broeders C. H. A. de Z., 43 jaar en J. de Z., 35 jaar, beide te Den Haag, werden wegens het aftrog gelen van het geld voor de zgn. aankoop van schilderijen veroor deeld tot een gevangenisstraf van 3 jaar met aftrek van voorarrest. De vader van deze beide ver dachten, de 67-jarige Utrechtse sierkunstenaar C. H. A. de Z., kreeg 7 maanden met aftrek en de 32 jarige koopman Th. S. te Arnhem, een jaar met aftrek. De predikant was in 'contact gekomen met een viertal ge wiekste kooplui, die met allerlei voorspiegelingen en het in onder pand geven van schilderijen die een geringe waarde hadden het bedrag wisten te ontfutselen. UTRECHT. A. W. Bruna en Zoons Uitgevers Mii. heeft een prijsvraag uitgeschreven voor een limerick van willekeurige in houd in de Nederlandse taal. De inschrijving sluit 15 November a.s. In dezelfde maand wordt ook de uitslag bekend gemaakt. Aan de prijsvraag zijn een hoofdprijs van honderd gulden en viiftig Ërijzen in boekvorm verbonden. 'e jury bestaat uit Max Dender- monde, Dr Barend de Goede eni Jaap Romijn. Voor het scheppen van vol doende arbeid voor de groeiende beroepsbevolking is een jaar lijkse investering in industriële vaste activa nodig van 1.800 mil- lioen gulden in prijzen van (1952). In 1952 echter hebben de industriële investeringen slechts een hoogte kunnen bereiken van 1.640 millioen, terwijl het eerste kwartaal van 1953 een verdere teruggang te zien heeft gegeven van 365 millioen op een jaarba sis van 1450 millioen. Dit beeld zegt de minister van Economi sche Zaken „verontrustend" te vinden. Al het mogelijke zal ge daan moeten worden om deze ontwikkeling die tot structurele werkloosheid kan leiden, af te wenden. Een ander aspect van de hui dige situatie, dat zorg baart is het verloop van de uitvoer. De totale exportwaarde is sinds 1952 teruggelopen. Op zich zelf be hoeft dit geen verontrusting te wekken aangezien ook de export prijzen in vergelijkende mate zijn gedaald. Een nadere analyse leert evenwel, dat de stijging van het uitvoervolume in 1952 nog slechts 6 procent beliep, een per centage dat veel lager ligt dan dat der vorige jaren. Vergeleken met het uitvoervolume van het eerste halfiaar(1van 1952 levert het eerste halfjaar van 1953 nog slechts een stijging op van 2,5 procent. Dit wijst er op, dat de weerstand tegen de verdere groei van onze uitvoer over land toe neemt. Weliswaar zal er ook dit jaar nog wel een overschot zijn óp de betalingsbalans maar de grootte daarvan zal in de toe komst veel kleiner worden. Deze ontwikkelingsgang dwingt grote aandacht te schenken aan de ver dere ontwikkeling van de export. In dit verband vermeldt de mi nister van Economische Zaken o.m. de verruiming van het dol- larbeleid en de opheffing van in voerbeperkingen. Er zijn plan nen in voorbereiding voor een verdieping en verruiming van het vrijmaken van het intra- Europese handelsverkeer. De -re gering zal deze plannen met kracht stemmen, evenals het stre ven naar een vrije Europese markt. Bovendien hoopt zij door het geven van hogere subsidies de weg te effenen voor tal van nieuwe activiteiten. Een felle bliksemschicht scheurt de nachtelijke hemel boven New York uiteen en schiet naar de top van het Empire State Building. Voor een kort ogenblik is de gehele omgeving ver licht. Deze opname werd gemaakt tijdens een onweersbui boven de millioenenstad. Voor de schone kunsten Is op de begroting van O. K. en W. voor 1954 zes millioen gulden gereserveerd. Dat is 1.1 millioen of 22% meer dan het bedrag, dat daartoe dit jaar ter beschikking is gesteld. Deze verhoging acht de minis ter van O., K. en W. noodzake lijk om de opera, orkesten en to neelgezelschappen in staat te stellen hun werkzaamheden voort te zetten, de opleiding van steun aan kunstenaars te verbeteren en een sociale cultuurspreiding door te voeren. Het zal zaak zijn voor de rijks bemoeienis met de kunstbeoefe ning en cultuurspreiding, voor zover mogelijk, wettelijke regels vast te leggen. Als eerste stap in die richting kondigt de minister een wetsontwerp aan, dat bin nenkort aan de Staten Generaal zal worden aangeboden. De post voor de internationale uitwisseling van muziek, dans kunst, toneel, letteren en beel dende kunst is verdubbeld en van 150.000 op 300.000 gulden gebracht. Daardoor zal het voor onze orkesten gemakkelijker wor den op tournee in het buitenland tegaan. De subsidie ten behoeve van de uitgave van werk van letterkundigen is van 60.000 op 80.000 gulden gebracht. Ook de subsidies van verschillende con servatoria zijn verhoogd. Harmo nie- en fanfarecorpsen worden ook een deel van de subsidies deelachtig. Voor de eerste maal prijkt voor hen 30.000 gulden op de begroting. Zeer behoorlijk is de subsidie verhoging voor de Nederlandse Opera. De verhoging van rond 420.000 tot 600.000 gulden zal voor een groot deel worden be steed om de salarissen van de le den van het opera-orkest te bren gen op het peil van de salarissen van de leden van gesubsidieerde symphonie-orkesten. 60.000 gul den gaat naar het te Amsterdam op te richten Nationaal Ballet. De subsidie voor toneelgezel schappen wordt met een ton ver hoogd en van 400 op 500.000 gul den gebracht. Ook de beurzen voor kunstenaars zijn in de nieu we begroting niet onbelangrijk verhoogd. Tentoonstellingen zul len eveneens in sterker mate ge subsidieerd worden. De film krijgt ook ruimere mogelijkheden door een subsidieverhoging van 130.000 tot ruim 300.000 gulden. Hierdoor zullen enkele jonge ci neasten in Rome hun opleiding kunnen voltooien. Voor radio, film en pers vermeldt de begro ting tenslotte nog een verhoging van ruim 3.6 millioen tot 4.5 mil lioen gulden. De Koninklijke Nederlandse Zuivelbond heeft zich in een telegram gericht tot de minister van Landbouw, Vis serij en Voedselvoorziening. De bond zegt daarin, ernsti ge bezwaren te hebben tegen de ongelijkheid in de toe slag op de consumptiemelk en verzoekt de minister te willen meewerken dat dit verschil in toeslag zo spoedig mogelijk komt te vervallen. De voorzitter, graaf van Lynden van Sanderburg, was in de algemene vergadering te Rotterdam van oordeel, dat boer en zuivelorganisatie over het jaar 1952 tevreden kunnen zijn, ook wat de gezondheid van het vee betreft. De prijzen van de pro ducten zijn goed geweest. De door de regering vastgestel de garantieprijs is volgens spreker met tien procent overschreden, hetgeen hij een goed resultaat noemde, er is echter een dalende tendenz. Voor zover de cijfers over 1953 bekend zijn, is spreker van oor deel, dat men wel enigszins, een of twee procent, boven de garan tie-prijs zal komen. Graaf Van Lynden van Sanden- burg releveerde de werkzaamhe den rond de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie en hij zeide, dat het ontwerp voor een pro ductschap voor zuivel ver was gevorderd,nl. over de materiële inhoud waren werkgevers en -nemers het eens, behalve op één punt: het bestuur heeft de onder handelingen afgebroken en zoals spreker zeide: „een productschap voor zuivel is er nog lang niet". Er zullen m atregelen beraamd moeten worden in verband met het verdwijnen van de bedrijf schappen oude stijl op 15 Febr. 1954. De voorzitter herinnerde aan de op 18 April j.l. opgeheven maximum consumptiemelkprij zen, hetgeen geen moeilijkheden had gegeven. Spreker had wel een bezwaar, nl. dat men de toeslagen uit het landbouwegalisatiefonds op ver schillende wijze heeft vastgesteld en hij zeide, dat het bestuur op het standpunt staat, dat het ver schil in de toeslagen dient te ver dwijnen. Het zal, zo was het oor deel van de voorzitter, met het zuivelfonds in 1953 wel lopen en hij meende, dat dit fonds met een belangrijk saldo zal sluiten. Ook de uitbetaling toeslag op melk naar kwaliteit had de aandacht van de voorzitter. Hij vestigde de aandacht op de door de minister ingestelde commissie en hij hoop te, dat binnenkort resultaten te gemoet gezien kunnen worden. De secretaris, de heer J. A. Ge luk, deelde daarna ondermeer mede dat het aantal melk- en kalfkoeien bij de Mei-telling van dit jaar 1,6 procent hoger bleek te zijn dan in 1952. De melkleve- ring aan de fabrieken was het eerste halfjaar 1953 6 procent ..o- ger dan in de overeenkomstige periode van het vorige jaar. De boterproductie nam in de zelfde periode met 16 procent toe; de productie van fabriekskaas met 15 procent. De productie van gecondenseerde melk was 3,5 pro cent hoger dan het vorige jaar. Tenslotte heeft dr. Ir. D. de kaas betreft. Waal, landbouwattaché voor Scan dinavië te Kopenhagen enkele be schouwingen gegeven over de Deense melkhouder en zuivelbe reiding, toegelicht met cijfermate riaal. Volgens spreker zijn in De nemarken de omstandigheden gunstig voor agrarische export. De hoeveelheid melk per koe is in ons land gemiddeld groter dan in Denemarken, terwijl de totale melkproductie van Nederland ook iets groter is. De rundvleespro ductie is daar groter dan in Ne derland. De gemiddelde bedr'ifs- grootte is er belangrijk hoger dan in ons land. Na verrekening van vele factoren liggen de lonen in de landbouw in Denemarken iets hoger dan in Nederland. Op het gebied van electrisch melken is men Nederland voor. In 1952 tel de Denemarken 1381 zuivelfabrie ken en in dat land, zo besloot dr. ir. De Waal, is vrijwel de gehele zuivelwereld op coöperatieve grondslag gebaseerd, althans wat boter en, in iets mindere mate, De oude subsidieregeling voor de bouw van industriehallen in aangewezen industrialisatieker nen, d.w.z. in gemeenten, die ter bestrijding van werkloosheid moeten industrialiseren, heeft niet voldaan. Zij was niet aantrekkelijk ge noeg om ondernemers tot vesti ging in de zogenaamde ontwikke lingsgebieden te bewegen. Daar om is thans een premieregeling ontworpen, waarvoor op de be groting van economische zaken twee millioen gulden is uitgetrok ken. De premieregeling biedt de mo gelijkheid tot het toekennen van een rijksbijdrage van 25% in de bouwkosten van industriële be drijfsruimten tot een maximum van f25.per m2 nuttige vloer oppervlakte zowel voor geheel nieuwe vestigingen in de aange wezen kerngemeenten, mits een en ander gepaard gaat met ge noegzame uitbreiding van het aantal arbeidskrachten. Bij deze premie is men er van uitgegaan, dat er in de kern gemeenten in de loop van twin tig jaar voor 60.000 mannelijke arbeidskrachten werkgelegenheid gevonden dient te worden. Voor twee derde van hen of 40.000 man zal daartoe industriële bedrijfs ruimte gebouwd moeten worden en wel in totaal 80.000 m2. De oude Subsidieregeling voor het in gereedheid brengen van in dustrieterreinen in gemeenten buiten de ontwikkelingsgebieden die toch de status van industriali satiekern hebben, is eveneens ge wijzigd. De rijksbijdrage in de ten laste van de gemeenten komende directe investeringskosten is thans gebracht op 50% tot een maxi mum van f2.50 per m2. Begaafde scholieren worden geholpen Voor uitzonderlijk begaafde leerlingen van de lagere school die niet in staat zijn voorberei dend hoger of middelbaar onder wijs te volgen zijn studiebeurzen tot een bedrag van f30.000 be schikbaar gesteld.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 5