Sint Willibrord-Zondag
is weer aanstaande
Gods Linkerhand
ZATERDAG
Het is de aangename" tijd voor
het werk van het apostolaat
Vreemdeboeiende
„priester"-roman
DE KRONIEK VAN
ligen
Vandaag: over een unieke
pelgrimstocht
GODS LINKERHAND voor f 2.50
BON
Deze bon invullen
C 134
lag van Alle
e Kerk ons
iten naar de
oed, dat wij
denken en
in staat zijn
gelegenheid
auwer mede-
urgie van de
heid van de
st, èn dus op
morgen een
ie Hemel, te
'icht zich er
te denken
ffelijke zaken
hrift worden
eel misschien
waad en aan
llerlei zaken
die somber
l richten wij
Grote Voor-
el, te weinig
ken over de
ikheid, met
ving Gods
morgen die
moedigen wij
optimistische
het boek der
irin de door
gen pen van
Idert het vi-
melse troon-
mlmdragende
het Lam op
mderdvieren-
itekenden en
emand tellen
ubelden met
i riepen: Heil
0 de troon is
a het Lam!"
\n waren ge
hoon en aan-
rachten Hem
dank „en de
1 de sterkte",
eeuwen. De
vig leven, het
eld die komt.
oei én „Gods
te geschenk",
d. Meer het
e voleinding,
ns en alle
einden, en 't
ekomen van
Onze offers
igen wij mor-
r Zaligen in
ruzalem, met
jen meer dan
n de gemeen-
m en die wij
\n hun onzeg-
teluk. Dat zal
tren zijn, als
in wij niet „op
te dienen en
kernei te ko-
eenvoudige
catechismus-
Ie wil van
i Zijn Wet
•eten, dat Hij
■vult, de ene
Hij gezonden
S.
Chufchill
gulden
I Oct. Een
erde Winston
de Britse pre-
ca werd ver-
op aangeboden
■kse kunsthan-
de somma van
)0 dollar),
telt voor „De
ree in Katour-
Ohurchill ver-
ui met Roose-
itie bijwoonde
gedurende de
ad pech
E. 30 Oct.
avenhage heeft
man L. E. van
zegens diefstal
fabrieksterrein
a de.
at ziin buit bil
tón, was daar
ïeur aanwezig,
m. Van V. had
rdelii'k vonnis
Zaterdag 31 October 1953
Pagina 9
(Van onze speciale verslaggever)
ALS EEN OUVERTURE op de verschillende artikelen,
welke wij in de komende week zullen geven over ver
schillende aspecten van het werk der Sint Willibrord-
vereniging in ons land, brengen wij vandaag een aantal
interessante bijzonderheden over een unieke pelgrims
tocht, welke deze zomer is gehouden naar Rome. Hij
vond zijn hoogtepunt in de bijzondere ontvangst door
Z.H. de Paus, aan deze merendeels uit niet-katholieken
bestaande bedevaart verleend. Dat is een bemoedigend
begin voor de a.s. week, die we als een propaganda-week
voor dit apostolaatswerk zouden kunnen beschouwen.
Die week gaat nl. vooraf aan de viering van de Sint Willi-
brord-Zondag, op 8 November a.s. en het is vijf jaar ge
leden, dat deze dag werd ingesteld. Wij vieren dus weer
een lustrum.
Waarom werd deze dag In 1948
ingesteld en op die Zondag rond
om het feest van de apostel Sint
Willibrord voor het eerst gevierd?
De opzet van de instelling van
deze speciale Willibrord-Zondag
was „om bij alle Katholieken,
wier land het geloof aan St. Wil
librord heeft te danken, belang
stelling en liefde te wekken en
wakker te houden voor de voort
zetting van zijn apostolische ar
beid, voor de herkerstening van
wat in de loop der eeuwen te
loor ging én de hereniging van
wat jaren verscheurden en ver
deelden."
Lustrum-Zondag dus. En behal
ve door gebed en offer, zullen wij
deze dag ook vieren door in dank
en met respect te denken aan al,
wat de Sint Willibrord-vereniging
door studie en activiteit, mede met
de hulp van het Sint Willibrord-
apostolaat, tot stand heeft ge
bracht op het gebied vam de ge-
loofsnood in eigen land. Die nood
is hand over hand toegenomen.
Daarnaast staat echter gelukkig
het toenemend streven van velen,
die weliswaar „anders denken"
als wij, doch die in contact wil
len komen met verschillende per
sonen en instellingen, die zich
beijveren, weer tot de eenheid
der Christenen en de Kerken te
komen.
In dit verband leek het ons
goed, hier eens in herinnering te
brengen, wat zich in de afgelo
pen zomer, in het hart van Rome
heeft afgespeeld. Het hart van
Rome, zeggen wij, dat is dus het
hart van de Katholieke wereld
gemeenschap. Daar bevindt zich
in het Palazzo Salviati aan de
Piazza della Rovere 83 de „Foyer
Unitas," die sinds het Heilig Jaar
1950 is ingericht als ontvangst
centrum voor niet-katholieke be
zoekers van de Eeuwige Stad. (De
Foyer Unitas, dat is: de haard,
die eenheid heet).
Dit ontvangstcentrum wordt ge
leid door drie Nederlandse vrou
wen van Bethanië. Via 73 reisbu-
reaux van Rome hadden 'n groot
aantal folders in het Neder
lands, Frans, Duits, Engels en
Deens opgesteld hun werk ge
daan. En genoemde Foyer heeft
daarmee een prachtige kans tot
geloofsverkondiging weten te be
nutten; in Juni j.l. heeft hij zijn
diensten bewezen aan de „Unity
Pelgrimage," (Herenigings-Bede-
vaart), een opzet van een dame
uit New York, lid van de Epis
copaalse Kerk. Als doel van deze
pelgrimstocht had men aangege
ven: in geestelijk contact te ko
men met Rome, te bidden voor de
eenheid, waarvoor Onze Heer zelf
bad, en boete te doen voor de zon
den, die de Christenen verdeeld
hebben.
Bedoelde bedevaart nu waar
aan werd deelgenomen door een
der leidsters van de Foyer, be
stond uit een kleine veertig men
sen uit acht verschillende landen,
van Zuid-Amerika tot Zweden,
van Rusland en Griekenland tot
Amerika. De grootste groep be
stond uit Anglicanen, onder hen
waren verschillende theologie-stu-
denten, studenten van andere uni
versitaire faculteiten en enkele
Franciscanen. Dan kwam de Or
thodoxe groep: deze telde hoofd
zakelijk Russische uitgewekenen
en verder een Griekse Archiman
driet, voorts een Griekse theoloog
en een Servisch-Orthodoxe pries
ter (Rus van geboorte). Tot de
andere Russen behoorden twee
professoren en twee nonnen van
verschillende orden. Van de vier
Katholieken was er een conver-
tiet uit het Anglicanisme, verder
waren er twee priesters, die met
een Anglicaanse priester door de
initiatiefneemster waren uitgeno
digd om toe te zien, dat men geen
fouten maakte. Tenslotte was er
een Lutheraanse bij. De leidende
idee was: in tien dagen in grote
lijnen de historie van de Kerk te
herdenken.
Gekeken en gebeden
In afwijking van vele groepen
Rome-bezoekers, wier parool lijkt
te zijn: „in zo weinig mogelijk
tijd zoveel mogelijk zien," be
zocht deze groep bewust zeer
weinig en bleef men op de ver
schillende plaatsen wel lang.
Grondig en met wetenschappelijke
interesse bekeek men de heilig
dommen, doch steeds eindigde 'n
dergelijk bezoek met een diep
ernstig en eerbiedig gebed: mees
tal in stilte, meermalen zelfs ge
meenschappelijk, soms ook met
gezamg. Gebeden werden: het On
ze Vader, de Geloofsbelijdenis, 't
Ere aan de Vader, de aanroeping
van de Heiligen, die wij allen
vereren, en ieder Katholiek ge
bed, dat de andersdenkenden kon
den mee bidden. Aan de zeer ve
len, die niet persoonlijk konden
deelnemen, was gevraagd, deze
pelgrimstocht in gebed te verge
zellen. Aan dit verzoek beant
woordden verschillende kloosters,
zowel Anglicaanse als Katholieke.
Ook financieel was door particu
lieren geholpen.
Iedere morgen werd er na de
Anglicaanse dienst waaraan de
katholieken niet konden deelne
men een H. Mis opgedragen,
waarbij allen tegenwoordig
waren. Dit samenzijn rond Chris
tus' offer was zeker wel de felste
beleving van aller verlangen naar
het herstel van de eenheid en een
wezenlijk grievende ervaring van
»ns gescheiden zijn.
Ingewijden hebben ons medede
lingen gedaan over het treffende
verloop van bepaalde onderdelen
der pelgrimage, waartoe o.a. ook
behoorde het: als hoge uitzonde
ring aan deze groep toegestane
bezoek aan de opgravingen onder
de St. Pieter.
Ook daar wilde men bidden,
Geknield op de grond en diep
gebogen over de zitbanken van
de Capella Clementine, baden
hen hartelijk tegemoettredend,
heette de H. Vader deze van
Rome afgescheiden Christenen
welkom, omdat zij gekomen waren
om te bidden voor de eenheid
van de Christenen, juist in de
dagen, toen de liturgie de Prin
sen der Apostelen herdacht. De
Paus sprak over de kerk, die leeft
ook nu nog; ondanks vervolging
en ondanks afscheuring van grote
groepen van haar kinderen. Daar
na ging de Heilige Vader de hele
rij langs. Ieder werd persoonlijk
voorgesteld. Voor ieder had Z.H.
een vriendelijk woord, ieder kreeg
volgens gebruik een medaille, die
dankbaar werd aanvaard, en men
was niet tevreden, voordat de
Paus alle Rozenkransen en me
dailles apart had gezegend. Aan
het slot van de audiëntie werd
ten, (zoals „De open deur", de
„Vrouwen van Bethanië"; het
werk in Drachten, Witmarsum en
elders) van niet-kafholieke zijde
ondervinden dat velen zoeken en
willen weten, dat velen hunke
ren naar de Waarheid en naar
God, en dat dit zoeken hen ertoe
brengt om te vragen naar de
Weg, de Waarheid en het Leven.
Anderzijds mag men er zich
over verheugen, dat het werk
van het binnenlands Apostolaat
steeds meer belangstelling ont
moet en een apostolische drang
losslaat in de Katholieke' Gemeen
schap, zich vooral uitend bij de
jeugd, zowel in kringen van de
zich ontwikkelende arbeider, als
ook in de wceia studenten
en jonge intellectuelen.
In verband mei ou_ mvangrijk-
heid der taak van het binnenlands
Apostolaat zal in de komende
dagen ook nog aandacht gewijd
worden aan het vraagstuk der
onkerkelijkheid en het streven
naar Hereniging, waarbij het ter
rein van „de .oecumenische bewe
ging" niet onbesproken kan blij
ven.
Wij zullen dan zien, dat er niet
alleen in Rome treffende momen
ten kunnen beleefd worden, doch
niet minder, ook in eigen land.
En, dat men niet alleen ontroe
ringen ondervindt in het proces
der innerlijke contacten, doch ook
op ontgoochelingen moet voorbe
reid zijn.
„De laatste Zondag was het hoogte-punt, toen de H. Vader
een speciale audiëntie toestond aan deze groep van afgeschei
den Christenen, die gekomen waren om te bidden voor de
eenheid van de Kerk"
vijftien Anglicaanse theologiestu
denten en hun priester, samen met
de katholieken om de eenheid
der christenen. De pater getuigde
later: „ik ben onzegbaar gesticht
door deze groep.niet alleen
door de wetenschappelijke be
langstelling, maar ook door dit
langdurige, innige gebed. Dit is
de eerste groep, die vraagt om na
het bezoek te bidden...."
Bij de Vader der
Christenheid
De laatste Zondagmorgen, welke
deze pelgrims in Rome doorbrach
ten, heeft hen volgens veler
getuigen ook het hoogtepunt
gebracht, toen de H. Vader hen
n.l. een speciale audiëntie toe
stond, de enige welke die Zondag
plaats had. Met ogen, waaruit
vaderlijke goedheid straalde en
een foto gemaakt: de Heilige Va
der stond toen met gevouwen
handen, temidden van zijn afge
scheiden kinderen
Dat er in die dagen warme
vriendschapsbanden zijn gegroeid
en muren van vóóroordelen zijn
gevallen, kan men zich indenken
en daar zullen velen .zich dan ook
over verheugd hebben en zeker
niet alleen de Katholieken. Van
terughoudendheid of vijandigheid
was geen spoor te bekennen. In
tegendeel, openlijk en met aan
drang heeft men er voor elkaar
gebeden uit verlangen naar een
heid in de gescheiden Christen
heid.
Zoeken en willen weten
Ongetwijfeld bewijst voor ons,
Katholieken, de grote belangstel
ling welke verschillende institu-
Wie in een roman een priester ontmoet, wenst hem te ontmoeten als
een priesterlijke mens. De priester is voor zijn publiek geen ijl en
etherisch wezen, verneveld in de nimbus van zijn hoge wijding, maar
een mens, met alle eigenschappen der mensen, een mens echter,
bezield door de genade van het sacramentele priesterschap. Het valt
een auteur niet gemakkelijk de priesterfiguur psychologisch te door
gronden, het valt hem nog minder licht het spel der genade voor zijn
lezers een spel van Góds genade te doen zijn. Bernanos heeft een
onvergetelijke priesterfiguur geschapen, Graham Greene een andere.
Het „Thijmfonds" heeft Dick Ouwendijk opdracht gegeven de Ame
rikaanse priesterroman van William E. Barrett, „The Left Hand of
God" in het Nederlands te vertalen, en dat boek is thans in het fonds
verschenen onder de titel „Gods Linkerhand".
Is de priesterfiguur al een
hachelijk onderwerp voor een
romanschrijver, nog hachelijker
object is voor hem de man, die
slechts de rol van een priester
speelt. En zulk een man is de
hoofdfiguur van Barrett's boek.
In de film „God heeft de mensen
nodig" hebben wij zo'n figuur
ontmoet. Maar Barrett's held
speelt zijn priesterlijke rol heel
wat ingrijpender dan de Bretonse
koster.
Een Amerikaanse piloot, losge
slagen van het geloof van zijn
jeugd, belandt in China en wordt
er de onderhorige trawant van
een machtige bandiet. Er wordt
een katholiek priester vermoord,
die op weg was naar zijn missie
statie, vijf dagreizen van het
hoofdkwartier van Mieh Yang,
de bandiet. Jim Carmody, de
jonge Amerikaan, ziet zijn kans
schoon en ontvlucht zijn brood
heer in de kleren van de priester.
Hij hoopt via de missiestatie met
een handelskaravaan de weg naar
de définitieve 'vrijheid te kunnen
gaan, maar zodra hij de missie
statie heeft bereikt, is hij, om
zichzelf niet te verraden, genood
zaakt de rol te spelen van de
man wiens kleren hij draagt, de
rol van de katholieke priester.
En hij spéélt die rol. Hij blijft
die rol spelen, omdat de omstan
digheden hem daartoe nopen en...
omdat de genade Gods in hem
zijn spel begint.
Dat was met ëen heiligschennis
begint, wat, objectief gezien, een
aaneenschakeling van heilig
schennis is, wordt een middel tot
heil, voor Jim Carmody èn voor
de gelovigen van de missiestatie.
De pseudo-priester Jim Car
mody wordt een instrument in
Gods hand en hij toont zich Gods
genade waardig. Hij weigert te
vluchten als hem dat mogelijk is
en hij weet „zijn" missie te vrij
waren voor het geweld van Mieh
Yang's troepen.
Intussen heeft hij echter in een
brief zijn omstandigheden uiteen
gezet aan de bisschop, die ogen
blikkelijk zijn afgezant zendt om
een einde te maken aan Carmo-
dy's rol. Dat einde komt, anders
dan Jim Carmody had verwacht.
Maar Gods genade heeft hem
feraakt .Hij is weergekeerd tot
et geloof dat eens het zijne is
geweest en hij heeft de vrouw
gevonden die hem voortaan zal
vergezellen.
Dit is, in het kort, de inhoud
van deze vreemde „priesterro
man".
William E. Barrett is geen
Bernanos en nog minder een
Graham Greene. Barrett heeft
zijn figuren slechts schetsmatig
getekend; men zoeke bij hem
geen psychologische diepgang.
Zijn verhaal blijft aan de opper
vlakte, maar het is een boeiend
verhaal geworden, een sympa
thiek boek, waarin het goed doet
tussen de regels door te lezen
dat Christus is 'gestorven voor
alle mensen.
Barrett vond een goed plot, hij
schreef een vlot verhaal m zwart
en wit, ontroerend en spannend
van begin tot einde.
„Gods Linkerhand", in goed
Nederlands vertaald door Dick
Ouwendijk, is allesbehalve een
„vroom" boek, het is zelfs geen
boek voor kinderen, maar wie
tot de jaren des onderscheids ge
komen is, kunnen wij het van
harte aanbevelen. S. K.
(Advertentie)
Als V NU lid wordt van HET THIJMFONDS, het eerste en
grootste Nederlandse boekenfonds voor Katholieken, ontvangt
U als eerste boek de fascinerende roman
Geen inschrijfgeld - Enige verplichtingminstens 1 jaar lid blijven
en in dat jaar zes boeken afnemen d f 2.50 per stuk.-Ook betaalbaar
met f 1.25 per maand. Prospectus gratis op aanvraag.
INVULLEN IN BLOKLETTERS
Naam:
Adres:
Plaats:
wenst lid te worden van Het Thijmfonds" tegen betaling van
11.25 per maand f2.50 per boek ƒ15.— per jaar
betaling geschiedt: per postgiro no. 268700, per kwitantie,
verhoogd met incassokosten.
Handtekening:
Niet verlangde s.v.p. doorhalen.
en verzenden in ongefrankeerde enveloppe
met op de adreszijde: Machtiging no. 1557,
Den Haag. Aanmelding kan ook geschieden
per brief of briefkaart. 11
HET „VRIJE VOLK" besteedt uit de aard
der zaak nooit veel aandacht aan de interne
aangelegenheden van de organisatie der
K.V.P. Van de vergaderingen van de Partijraad
en van de (Rijks) Kringen der Partij lezen wij
weinig of niets in dit socialistische blad, tenzij er
iets bijzonders van hoog politiek belang aan de
orde is gekomen. Ditmaal echter prijkte op de
voorpagina van het „Vrije Volk" van j.l. Dinsdag
een bericht met een kop van oergrote letters en
dat bericht handelde over „een belangrijke daling
van het ledental van de K.V.P.". Het was, blijkens
een extra-vermelding, afkomstig „van een onzer
verslaggevers", die de wijsheid, welke hier op de
frontpagina van het officiële^ blad van de P.v.d.A.
werd gespuid, kennelijk had* ontleend aan de ver
slagen in verschillende katholieke dagbladen. Die
hadden daar natuurlijk objectief melding van ge
maakt. De Katholieke Partij heeft over deze din
gen geen geheimen, en het is zeker niet de éérste
keer, dat er zeer openhartig in de eigen katholieke
kring over het hier aan de orde gestelde euvel
wordt gesproken. Maar, de intenties zijn dan wel
een beetje anders, dan die, welke blijkbaar het
V.V. bezielen....
Het is bovendien zo, dat de bijzonderheid,
die in de ondertitel van het V.V.-bericht
wordt medegedeeld (nl. dat het ledental ge
daald is van 430.000 tot 280.000), een verkéérde
indruk wekt. Maar omdat, nogmaals gezegd, over
deze zaak niets te verheimelijken valt, heeft de
algemeen penningmeester van de Partij, burge
meester Alberts van Rucphen, in een persgesprek
met een van onze medewerkers, deze zaak open
hartig en duidelijk uit de doeken gedaan. Het is,
zo bleek uit deze mededelingen uit een derhalve
zeer betrouwbare bron, inderdaad waar, dat op de
jaarvergadering van de Kring Limburg van de
K.V.P. door de heer Alberts gezegd is, dat het
ledental van de K.V.P. thans, in de herfst van dit
jaar 1953, is teruggelopen van 430.000 tot 280.000.
Maar de heer Alberts zei ook, en bevestigde dit
in ons interview, dat, al moet de ernst van de
toestand (vooral in het Zuiden) niet worden ver
doezeld, toch niet van een verontrustende situatie
behoeft te worden gesproken. Wat het ledental
betreft, aldus de penningmeester van de Partij,
gaf 1948 een iets te geflatteerd beeld, omdat een
deel van de contributies over 194 7, wegens te
late afdracht, op de rekening van 1948 is geboekt.
In 1948 waren er bovendien z.g. groslijststem
mingen voor de candidaatstelling in de Partij, in
1953 was dat (althans in het Zuiden alweer!) niet
het geval
Er is wél reden, ook voor de beoordeling
■ft van deze zaak uit algeméén gezichtspunt, op
de bijzondere positie van het Zuiden even
in te gaan. Van de 150.000 leden, die sinds 1948
zijn afgeschreven, komen er nl.-117.000 voor reke
ning van de drie Kringen in het Zuiden, nl. Lim
burg, Den Bosch en Tilburg. In de 15 andere
Kringen van de Partij in het land is er dus
„slechts"een ledenverlies van 33.000. Dat is
te veel, om het vanwege de taak en de plicht tot
politiek-organisatorische activiteit van de katho
lieken, te negeren, maar dat getal behoeft niet te
verontrusten of tot een stemming van alarm aan
leiding te geven. Op de bijzondere redenen tot het
grote verlies aan leden in het Zuiden gaan wij nu
niet dieper in. Maar wel mag gememoreerd wor
den, dat de toestand inderdaad in het Noorden
heel wat minder ernstig, laat staan verontrustend
is. Naast Brabant en Limburg is Zeeland merk
waardig trouw aan de Partij, het ledental blijft
daar constant. En behoudens enkele afwijkingen in
de Kringen Haarlem en Arnhem, is de K.V.P. ook
in het gebied boven de rivieren (volgens de heer
Alberts) stabiel. In Limburg telde de Party in
1946 nog 90.000 leden, op het ogenblik nog maar
een derde daarvan! „Tal van afdelingen inden,
ook in Brabant, geen contributie meer!".... In
dit verband heeft burgemeester Alberts gesproken
over „duivetil-leden", die alleen aan de Partij
verbonden zijn, wanneer er verkiezingen „op til"
zijn, en het er om gaat, hun candidaat hetzij voor
de Tweede Kamer of voor de Prov. Staten veilig
te stellen. In dit verband kan voor 1954 wel weer
een aanmerkelijke ledenwinst worden verwacht,
maar als die inderdaad weer van tijdelijke aard
is, dan hebben die lidmaatschappen o.i. maar de
halve waarde
Overigens mag inderdaad niet over het hoofd
gezien worden, dat de vroegere Partij zelf
er toe heeft medegewerkt, de leden er aan
te gewennen, dat zij het lidmaatschap niet als vol
waardig aanzagen, want wij leefden in de jaren
van voor de oorlog nog in de periode van het
kwartjes-lidmaatschap. Eerst kort voor de oorlog
is de contributie iets verhoogd, zij bedroeg toen,
menen wij, echter nog maar 50 cents, behalve voor
hen, die wat méér konden en wilden betalen. Na
de oorlog is daar verandering in gekomen. In 1948
was de contributie 80 ets, per lid, maar toen werd
het f 1,25. Dat was een noodzakelijke verhoging,
die hier meer, daar minder, natuurlijk de scha
duwzijde had, dat men dit niet meer kon betalen,
(of althans meende, dat dit zo was). Eerlijk moet
gezegd worden, dat de leiding van de Kringen in
het Zuiden de zaak al jarenlang wat te gemakke
lijk opnam, zodat van het gemiddelde lid (het
dorre hout) bezwaarlijk beter kon worden ver
wacht, waar het groene hout niet beter voorging.
Zowel in Limburg als in Brabant ziet men nu in,
dat het zo niet langer kan. Het Presidium van de
Partij is nu „met de neus op de feiten gedrukt" en
er wordt al het mogelijke in het werk gesteld om,
tot drastische verbetering te komen. Het zal met
name daarbij' gaan om de vraag, of de KVP als
massa-partij zal kunnen doorwerken....
Dit probleem is niet nieuw, het is van alge-
mene betekenis voor de politieke verhoudin
gen en mogelijkheden. Tot nog toe heeft
men in de K.V.P. d.w.z. met name in de leiding
van de Partij, op het standpunt gestaan, dat zij een
massa-partij moet zijn. En dat niet alleen vanwege
de meerdere financiële mogelijkheden, want er zijn
voorbeelden (de P.v.d.A. is er zo een) dat men ook
als betrekkelijke kernpartij er financieel beter aan
toe kan zijn dan als massa-partij. Als wij goed zijn
ingelicht, heeft de P.v.d.A. rondom 100.000 leden,
die gemiddeld vijf gulden per lid betalen, zodat
men daar toch aan contributie-inkomsten van
5 ton toekomt, terwijl de KVP het met zijn 280.000
leden (als ze allemaal betalen) niet verder
brengt dan 350.000 gulden. Daarbij moet dan nog
in aanmerking genomen worden, dat de totale
contributie van de afdelingen per lid f 1,50 be
draagt, daar het kwartje extra voor de Kringen
en Statenkringen bestemd is. De moeilijkheid ech
ter, zelfs bij het getaj van 280.000 leden is, dat de
contributie van dezen, ook in de „betere" Kringen
maar traag binnenkomt. Er bestaat immers
nu we het er toch over hebben, behoeft dat niet
verbloemd te worden ook in de Kringen en
Statenkringen en plaatselijke afdelingen op het
punt van contributie-inning en afdracht en ten
aanzien van andere activiteiten een volkomen on
voldoende belangstelling. Ook buiten de grenzen
van het Zuiden is men veelal, de goeden niet te na
gesproken, nog veel te veel alleen maar „kiesver
eniging" en voelt men zich te weinig verbonden
met het gehele Partij-apparaat, er zit te weinig
dynamiek in het geval, er is nog veel teveèl „or
ganisatie", en te weinig beweging.
Hier zit een ernstig gevaar, omdat de indruk
wordt gewekt, dat de leden zelf onvoldoen
de het belang en de betekenis en de ernst
van een eigen confessionele Partij inzien. Was dat
wel het geval, dan zou men er immers meer „voor
over" hebben, ook financieel en zou niet voortdu
rend van de zijde van de Partijleiding en de Kring-
besturen zonder ophouden geklaagd moetén wor
den over gebrek aan medewerking met verschil
lende activiteiten. Laat men zelf maar eens na
gaan: hoe staat het in de afdelingen met de werk
groepen, met het nieuwe instituut van de stoot
troepen, met het opvolgen van de aanbevelingen
van de Propaganda-dienst, van het Partijbureau,
van de Kring- en Statenkringbesturen? Het zal nu
wel weer beter worden. Zonder resultaat blijft de
nieuwe aanpak van de Partijleiding zeker niet.
Bovendien zijn de verkiezingen voor de Provin
ciale Staten in het zicht. En als we zover weer zijn,
dan vliegen de leden weer als duiven in de til.
Dat is natuurlijk goed, maar het zou niet gezond
zijn, als ze daarna weer wegvlogen. Dus: de afde
lingsbesturen moeten weer op de zaak attent zijn
en tot ledenwerving overgaan. Maar tegelijkertijd
moeten zij zich beraden over de middelen en we
gen, om die leden te behouden en met de oude
kern, die wel overal is, een krachtig Partij-leven
bevorderen. Want het blijft waar: de Partij leeft
door de afdelingen. Als die dood. zijn en er zijn
er nog heel wat zo! dan is en blijft ook de
Partij dood....