Sint Willibrord-Zondag is weer aanstaande Gods Linkerhand ZATERDAG Het is de aangename" tijd voor het werk van het apostolaat Vreemdeboeiende „priester"-roman DE KRONIEK VAN ligen Vandaag: over een unieke pelgrimstocht GODS LINKERHAND voor f 2.50 BON Deze bon invullen C 134 lag van Alle e Kerk ons iten naar de oed, dat wij denken en in staat zijn gelegenheid auwer mede- urgie van de heid van de st, èn dus op morgen een ie Hemel, te 'icht zich er te denken ffelijke zaken hrift worden eel misschien waad en aan llerlei zaken die somber l richten wij Grote Voor- el, te weinig ken over de ikheid, met ving Gods morgen die moedigen wij optimistische het boek der irin de door gen pen van Idert het vi- melse troon- mlmdragende het Lam op mderdvieren- itekenden en emand tellen ubelden met i riepen: Heil 0 de troon is a het Lam!" \n waren ge hoon en aan- rachten Hem dank „en de 1 de sterkte", eeuwen. De vig leven, het eld die komt. oei én „Gods te geschenk", d. Meer het e voleinding, ns en alle einden, en 't ekomen van Onze offers igen wij mor- r Zaligen in ruzalem, met jen meer dan n de gemeen- m en die wij \n hun onzeg- teluk. Dat zal tren zijn, als in wij niet „op te dienen en kernei te ko- eenvoudige catechismus- Ie wil van i Zijn Wet •eten, dat Hij ■vult, de ene Hij gezonden S. Chufchill gulden I Oct. Een erde Winston de Britse pre- ca werd ver- op aangeboden ■kse kunsthan- de somma van )0 dollar), telt voor „De ree in Katour- Ohurchill ver- ui met Roose- itie bijwoonde gedurende de ad pech E. 30 Oct. avenhage heeft man L. E. van zegens diefstal fabrieksterrein a de. at ziin buit bil tón, was daar ïeur aanwezig, m. Van V. had rdelii'k vonnis Zaterdag 31 October 1953 Pagina 9 (Van onze speciale verslaggever) ALS EEN OUVERTURE op de verschillende artikelen, welke wij in de komende week zullen geven over ver schillende aspecten van het werk der Sint Willibrord- vereniging in ons land, brengen wij vandaag een aantal interessante bijzonderheden over een unieke pelgrims tocht, welke deze zomer is gehouden naar Rome. Hij vond zijn hoogtepunt in de bijzondere ontvangst door Z.H. de Paus, aan deze merendeels uit niet-katholieken bestaande bedevaart verleend. Dat is een bemoedigend begin voor de a.s. week, die we als een propaganda-week voor dit apostolaatswerk zouden kunnen beschouwen. Die week gaat nl. vooraf aan de viering van de Sint Willi- brord-Zondag, op 8 November a.s. en het is vijf jaar ge leden, dat deze dag werd ingesteld. Wij vieren dus weer een lustrum. Waarom werd deze dag In 1948 ingesteld en op die Zondag rond om het feest van de apostel Sint Willibrord voor het eerst gevierd? De opzet van de instelling van deze speciale Willibrord-Zondag was „om bij alle Katholieken, wier land het geloof aan St. Wil librord heeft te danken, belang stelling en liefde te wekken en wakker te houden voor de voort zetting van zijn apostolische ar beid, voor de herkerstening van wat in de loop der eeuwen te loor ging én de hereniging van wat jaren verscheurden en ver deelden." Lustrum-Zondag dus. En behal ve door gebed en offer, zullen wij deze dag ook vieren door in dank en met respect te denken aan al, wat de Sint Willibrord-vereniging door studie en activiteit, mede met de hulp van het Sint Willibrord- apostolaat, tot stand heeft ge bracht op het gebied vam de ge- loofsnood in eigen land. Die nood is hand over hand toegenomen. Daarnaast staat echter gelukkig het toenemend streven van velen, die weliswaar „anders denken" als wij, doch die in contact wil len komen met verschillende per sonen en instellingen, die zich beijveren, weer tot de eenheid der Christenen en de Kerken te komen. In dit verband leek het ons goed, hier eens in herinnering te brengen, wat zich in de afgelo pen zomer, in het hart van Rome heeft afgespeeld. Het hart van Rome, zeggen wij, dat is dus het hart van de Katholieke wereld gemeenschap. Daar bevindt zich in het Palazzo Salviati aan de Piazza della Rovere 83 de „Foyer Unitas," die sinds het Heilig Jaar 1950 is ingericht als ontvangst centrum voor niet-katholieke be zoekers van de Eeuwige Stad. (De Foyer Unitas, dat is: de haard, die eenheid heet). Dit ontvangstcentrum wordt ge leid door drie Nederlandse vrou wen van Bethanië. Via 73 reisbu- reaux van Rome hadden 'n groot aantal folders in het Neder lands, Frans, Duits, Engels en Deens opgesteld hun werk ge daan. En genoemde Foyer heeft daarmee een prachtige kans tot geloofsverkondiging weten te be nutten; in Juni j.l. heeft hij zijn diensten bewezen aan de „Unity Pelgrimage," (Herenigings-Bede- vaart), een opzet van een dame uit New York, lid van de Epis copaalse Kerk. Als doel van deze pelgrimstocht had men aangege ven: in geestelijk contact te ko men met Rome, te bidden voor de eenheid, waarvoor Onze Heer zelf bad, en boete te doen voor de zon den, die de Christenen verdeeld hebben. Bedoelde bedevaart nu waar aan werd deelgenomen door een der leidsters van de Foyer, be stond uit een kleine veertig men sen uit acht verschillende landen, van Zuid-Amerika tot Zweden, van Rusland en Griekenland tot Amerika. De grootste groep be stond uit Anglicanen, onder hen waren verschillende theologie-stu- denten, studenten van andere uni versitaire faculteiten en enkele Franciscanen. Dan kwam de Or thodoxe groep: deze telde hoofd zakelijk Russische uitgewekenen en verder een Griekse Archiman driet, voorts een Griekse theoloog en een Servisch-Orthodoxe pries ter (Rus van geboorte). Tot de andere Russen behoorden twee professoren en twee nonnen van verschillende orden. Van de vier Katholieken was er een conver- tiet uit het Anglicanisme, verder waren er twee priesters, die met een Anglicaanse priester door de initiatiefneemster waren uitgeno digd om toe te zien, dat men geen fouten maakte. Tenslotte was er een Lutheraanse bij. De leidende idee was: in tien dagen in grote lijnen de historie van de Kerk te herdenken. Gekeken en gebeden In afwijking van vele groepen Rome-bezoekers, wier parool lijkt te zijn: „in zo weinig mogelijk tijd zoveel mogelijk zien," be zocht deze groep bewust zeer weinig en bleef men op de ver schillende plaatsen wel lang. Grondig en met wetenschappelijke interesse bekeek men de heilig dommen, doch steeds eindigde 'n dergelijk bezoek met een diep ernstig en eerbiedig gebed: mees tal in stilte, meermalen zelfs ge meenschappelijk, soms ook met gezamg. Gebeden werden: het On ze Vader, de Geloofsbelijdenis, 't Ere aan de Vader, de aanroeping van de Heiligen, die wij allen vereren, en ieder Katholiek ge bed, dat de andersdenkenden kon den mee bidden. Aan de zeer ve len, die niet persoonlijk konden deelnemen, was gevraagd, deze pelgrimstocht in gebed te verge zellen. Aan dit verzoek beant woordden verschillende kloosters, zowel Anglicaanse als Katholieke. Ook financieel was door particu lieren geholpen. Iedere morgen werd er na de Anglicaanse dienst waaraan de katholieken niet konden deelne men een H. Mis opgedragen, waarbij allen tegenwoordig waren. Dit samenzijn rond Chris tus' offer was zeker wel de felste beleving van aller verlangen naar het herstel van de eenheid en een wezenlijk grievende ervaring van »ns gescheiden zijn. Ingewijden hebben ons medede lingen gedaan over het treffende verloop van bepaalde onderdelen der pelgrimage, waartoe o.a. ook behoorde het: als hoge uitzonde ring aan deze groep toegestane bezoek aan de opgravingen onder de St. Pieter. Ook daar wilde men bidden, Geknield op de grond en diep gebogen over de zitbanken van de Capella Clementine, baden hen hartelijk tegemoettredend, heette de H. Vader deze van Rome afgescheiden Christenen welkom, omdat zij gekomen waren om te bidden voor de eenheid van de Christenen, juist in de dagen, toen de liturgie de Prin sen der Apostelen herdacht. De Paus sprak over de kerk, die leeft ook nu nog; ondanks vervolging en ondanks afscheuring van grote groepen van haar kinderen. Daar na ging de Heilige Vader de hele rij langs. Ieder werd persoonlijk voorgesteld. Voor ieder had Z.H. een vriendelijk woord, ieder kreeg volgens gebruik een medaille, die dankbaar werd aanvaard, en men was niet tevreden, voordat de Paus alle Rozenkransen en me dailles apart had gezegend. Aan het slot van de audiëntie werd ten, (zoals „De open deur", de „Vrouwen van Bethanië"; het werk in Drachten, Witmarsum en elders) van niet-kafholieke zijde ondervinden dat velen zoeken en willen weten, dat velen hunke ren naar de Waarheid en naar God, en dat dit zoeken hen ertoe brengt om te vragen naar de Weg, de Waarheid en het Leven. Anderzijds mag men er zich over verheugen, dat het werk van het binnenlands Apostolaat steeds meer belangstelling ont moet en een apostolische drang losslaat in de Katholieke' Gemeen schap, zich vooral uitend bij de jeugd, zowel in kringen van de zich ontwikkelende arbeider, als ook in de wceia studenten en jonge intellectuelen. In verband mei ou_ mvangrijk- heid der taak van het binnenlands Apostolaat zal in de komende dagen ook nog aandacht gewijd worden aan het vraagstuk der onkerkelijkheid en het streven naar Hereniging, waarbij het ter rein van „de .oecumenische bewe ging" niet onbesproken kan blij ven. Wij zullen dan zien, dat er niet alleen in Rome treffende momen ten kunnen beleefd worden, doch niet minder, ook in eigen land. En, dat men niet alleen ontroe ringen ondervindt in het proces der innerlijke contacten, doch ook op ontgoochelingen moet voorbe reid zijn. „De laatste Zondag was het hoogte-punt, toen de H. Vader een speciale audiëntie toestond aan deze groep van afgeschei den Christenen, die gekomen waren om te bidden voor de eenheid van de Kerk" vijftien Anglicaanse theologiestu denten en hun priester, samen met de katholieken om de eenheid der christenen. De pater getuigde later: „ik ben onzegbaar gesticht door deze groep.niet alleen door de wetenschappelijke be langstelling, maar ook door dit langdurige, innige gebed. Dit is de eerste groep, die vraagt om na het bezoek te bidden...." Bij de Vader der Christenheid De laatste Zondagmorgen, welke deze pelgrims in Rome doorbrach ten, heeft hen volgens veler getuigen ook het hoogtepunt gebracht, toen de H. Vader hen n.l. een speciale audiëntie toe stond, de enige welke die Zondag plaats had. Met ogen, waaruit vaderlijke goedheid straalde en een foto gemaakt: de Heilige Va der stond toen met gevouwen handen, temidden van zijn afge scheiden kinderen Dat er in die dagen warme vriendschapsbanden zijn gegroeid en muren van vóóroordelen zijn gevallen, kan men zich indenken en daar zullen velen .zich dan ook over verheugd hebben en zeker niet alleen de Katholieken. Van terughoudendheid of vijandigheid was geen spoor te bekennen. In tegendeel, openlijk en met aan drang heeft men er voor elkaar gebeden uit verlangen naar een heid in de gescheiden Christen heid. Zoeken en willen weten Ongetwijfeld bewijst voor ons, Katholieken, de grote belangstel ling welke verschillende institu- Wie in een roman een priester ontmoet, wenst hem te ontmoeten als een priesterlijke mens. De priester is voor zijn publiek geen ijl en etherisch wezen, verneveld in de nimbus van zijn hoge wijding, maar een mens, met alle eigenschappen der mensen, een mens echter, bezield door de genade van het sacramentele priesterschap. Het valt een auteur niet gemakkelijk de priesterfiguur psychologisch te door gronden, het valt hem nog minder licht het spel der genade voor zijn lezers een spel van Góds genade te doen zijn. Bernanos heeft een onvergetelijke priesterfiguur geschapen, Graham Greene een andere. Het „Thijmfonds" heeft Dick Ouwendijk opdracht gegeven de Ame rikaanse priesterroman van William E. Barrett, „The Left Hand of God" in het Nederlands te vertalen, en dat boek is thans in het fonds verschenen onder de titel „Gods Linkerhand". Is de priesterfiguur al een hachelijk onderwerp voor een romanschrijver, nog hachelijker object is voor hem de man, die slechts de rol van een priester speelt. En zulk een man is de hoofdfiguur van Barrett's boek. In de film „God heeft de mensen nodig" hebben wij zo'n figuur ontmoet. Maar Barrett's held speelt zijn priesterlijke rol heel wat ingrijpender dan de Bretonse koster. Een Amerikaanse piloot, losge slagen van het geloof van zijn jeugd, belandt in China en wordt er de onderhorige trawant van een machtige bandiet. Er wordt een katholiek priester vermoord, die op weg was naar zijn missie statie, vijf dagreizen van het hoofdkwartier van Mieh Yang, de bandiet. Jim Carmody, de jonge Amerikaan, ziet zijn kans schoon en ontvlucht zijn brood heer in de kleren van de priester. Hij hoopt via de missiestatie met een handelskaravaan de weg naar de définitieve 'vrijheid te kunnen gaan, maar zodra hij de missie statie heeft bereikt, is hij, om zichzelf niet te verraden, genood zaakt de rol te spelen van de man wiens kleren hij draagt, de rol van de katholieke priester. En hij spéélt die rol. Hij blijft die rol spelen, omdat de omstan digheden hem daartoe nopen en... omdat de genade Gods in hem zijn spel begint. Dat was met ëen heiligschennis begint, wat, objectief gezien, een aaneenschakeling van heilig schennis is, wordt een middel tot heil, voor Jim Carmody èn voor de gelovigen van de missiestatie. De pseudo-priester Jim Car mody wordt een instrument in Gods hand en hij toont zich Gods genade waardig. Hij weigert te vluchten als hem dat mogelijk is en hij weet „zijn" missie te vrij waren voor het geweld van Mieh Yang's troepen. Intussen heeft hij echter in een brief zijn omstandigheden uiteen gezet aan de bisschop, die ogen blikkelijk zijn afgezant zendt om een einde te maken aan Carmo- dy's rol. Dat einde komt, anders dan Jim Carmody had verwacht. Maar Gods genade heeft hem feraakt .Hij is weergekeerd tot et geloof dat eens het zijne is geweest en hij heeft de vrouw gevonden die hem voortaan zal vergezellen. Dit is, in het kort, de inhoud van deze vreemde „priesterro man". William E. Barrett is geen Bernanos en nog minder een Graham Greene. Barrett heeft zijn figuren slechts schetsmatig getekend; men zoeke bij hem geen psychologische diepgang. Zijn verhaal blijft aan de opper vlakte, maar het is een boeiend verhaal geworden, een sympa thiek boek, waarin het goed doet tussen de regels door te lezen dat Christus is 'gestorven voor alle mensen. Barrett vond een goed plot, hij schreef een vlot verhaal m zwart en wit, ontroerend en spannend van begin tot einde. „Gods Linkerhand", in goed Nederlands vertaald door Dick Ouwendijk, is allesbehalve een „vroom" boek, het is zelfs geen boek voor kinderen, maar wie tot de jaren des onderscheids ge komen is, kunnen wij het van harte aanbevelen. S. K. (Advertentie) Als V NU lid wordt van HET THIJMFONDS, het eerste en grootste Nederlandse boekenfonds voor Katholieken, ontvangt U als eerste boek de fascinerende roman Geen inschrijfgeld - Enige verplichtingminstens 1 jaar lid blijven en in dat jaar zes boeken afnemen d f 2.50 per stuk.-Ook betaalbaar met f 1.25 per maand. Prospectus gratis op aanvraag. INVULLEN IN BLOKLETTERS Naam: Adres: Plaats: wenst lid te worden van Het Thijmfonds" tegen betaling van 11.25 per maand f2.50 per boek ƒ15.— per jaar betaling geschiedt: per postgiro no. 268700, per kwitantie, verhoogd met incassokosten. Handtekening: Niet verlangde s.v.p. doorhalen. en verzenden in ongefrankeerde enveloppe met op de adreszijde: Machtiging no. 1557, Den Haag. Aanmelding kan ook geschieden per brief of briefkaart. 11 HET „VRIJE VOLK" besteedt uit de aard der zaak nooit veel aandacht aan de interne aangelegenheden van de organisatie der K.V.P. Van de vergaderingen van de Partijraad en van de (Rijks) Kringen der Partij lezen wij weinig of niets in dit socialistische blad, tenzij er iets bijzonders van hoog politiek belang aan de orde is gekomen. Ditmaal echter prijkte op de voorpagina van het „Vrije Volk" van j.l. Dinsdag een bericht met een kop van oergrote letters en dat bericht handelde over „een belangrijke daling van het ledental van de K.V.P.". Het was, blijkens een extra-vermelding, afkomstig „van een onzer verslaggevers", die de wijsheid, welke hier op de frontpagina van het officiële^ blad van de P.v.d.A. werd gespuid, kennelijk had* ontleend aan de ver slagen in verschillende katholieke dagbladen. Die hadden daar natuurlijk objectief melding van ge maakt. De Katholieke Partij heeft over deze din gen geen geheimen, en het is zeker niet de éérste keer, dat er zeer openhartig in de eigen katholieke kring over het hier aan de orde gestelde euvel wordt gesproken. Maar, de intenties zijn dan wel een beetje anders, dan die, welke blijkbaar het V.V. bezielen.... Het is bovendien zo, dat de bijzonderheid, die in de ondertitel van het V.V.-bericht wordt medegedeeld (nl. dat het ledental ge daald is van 430.000 tot 280.000), een verkéérde indruk wekt. Maar omdat, nogmaals gezegd, over deze zaak niets te verheimelijken valt, heeft de algemeen penningmeester van de Partij, burge meester Alberts van Rucphen, in een persgesprek met een van onze medewerkers, deze zaak open hartig en duidelijk uit de doeken gedaan. Het is, zo bleek uit deze mededelingen uit een derhalve zeer betrouwbare bron, inderdaad waar, dat op de jaarvergadering van de Kring Limburg van de K.V.P. door de heer Alberts gezegd is, dat het ledental van de K.V.P. thans, in de herfst van dit jaar 1953, is teruggelopen van 430.000 tot 280.000. Maar de heer Alberts zei ook, en bevestigde dit in ons interview, dat, al moet de ernst van de toestand (vooral in het Zuiden) niet worden ver doezeld, toch niet van een verontrustende situatie behoeft te worden gesproken. Wat het ledental betreft, aldus de penningmeester van de Partij, gaf 1948 een iets te geflatteerd beeld, omdat een deel van de contributies over 194 7, wegens te late afdracht, op de rekening van 1948 is geboekt. In 1948 waren er bovendien z.g. groslijststem mingen voor de candidaatstelling in de Partij, in 1953 was dat (althans in het Zuiden alweer!) niet het geval Er is wél reden, ook voor de beoordeling ■ft van deze zaak uit algeméén gezichtspunt, op de bijzondere positie van het Zuiden even in te gaan. Van de 150.000 leden, die sinds 1948 zijn afgeschreven, komen er nl.-117.000 voor reke ning van de drie Kringen in het Zuiden, nl. Lim burg, Den Bosch en Tilburg. In de 15 andere Kringen van de Partij in het land is er dus „slechts"een ledenverlies van 33.000. Dat is te veel, om het vanwege de taak en de plicht tot politiek-organisatorische activiteit van de katho lieken, te negeren, maar dat getal behoeft niet te verontrusten of tot een stemming van alarm aan leiding te geven. Op de bijzondere redenen tot het grote verlies aan leden in het Zuiden gaan wij nu niet dieper in. Maar wel mag gememoreerd wor den, dat de toestand inderdaad in het Noorden heel wat minder ernstig, laat staan verontrustend is. Naast Brabant en Limburg is Zeeland merk waardig trouw aan de Partij, het ledental blijft daar constant. En behoudens enkele afwijkingen in de Kringen Haarlem en Arnhem, is de K.V.P. ook in het gebied boven de rivieren (volgens de heer Alberts) stabiel. In Limburg telde de Party in 1946 nog 90.000 leden, op het ogenblik nog maar een derde daarvan! „Tal van afdelingen inden, ook in Brabant, geen contributie meer!".... In dit verband heeft burgemeester Alberts gesproken over „duivetil-leden", die alleen aan de Partij verbonden zijn, wanneer er verkiezingen „op til" zijn, en het er om gaat, hun candidaat hetzij voor de Tweede Kamer of voor de Prov. Staten veilig te stellen. In dit verband kan voor 1954 wel weer een aanmerkelijke ledenwinst worden verwacht, maar als die inderdaad weer van tijdelijke aard is, dan hebben die lidmaatschappen o.i. maar de halve waarde Overigens mag inderdaad niet over het hoofd gezien worden, dat de vroegere Partij zelf er toe heeft medegewerkt, de leden er aan te gewennen, dat zij het lidmaatschap niet als vol waardig aanzagen, want wij leefden in de jaren van voor de oorlog nog in de periode van het kwartjes-lidmaatschap. Eerst kort voor de oorlog is de contributie iets verhoogd, zij bedroeg toen, menen wij, echter nog maar 50 cents, behalve voor hen, die wat méér konden en wilden betalen. Na de oorlog is daar verandering in gekomen. In 1948 was de contributie 80 ets, per lid, maar toen werd het f 1,25. Dat was een noodzakelijke verhoging, die hier meer, daar minder, natuurlijk de scha duwzijde had, dat men dit niet meer kon betalen, (of althans meende, dat dit zo was). Eerlijk moet gezegd worden, dat de leiding van de Kringen in het Zuiden de zaak al jarenlang wat te gemakke lijk opnam, zodat van het gemiddelde lid (het dorre hout) bezwaarlijk beter kon worden ver wacht, waar het groene hout niet beter voorging. Zowel in Limburg als in Brabant ziet men nu in, dat het zo niet langer kan. Het Presidium van de Partij is nu „met de neus op de feiten gedrukt" en er wordt al het mogelijke in het werk gesteld om, tot drastische verbetering te komen. Het zal met name daarbij' gaan om de vraag, of de KVP als massa-partij zal kunnen doorwerken.... Dit probleem is niet nieuw, het is van alge- mene betekenis voor de politieke verhoudin gen en mogelijkheden. Tot nog toe heeft men in de K.V.P. d.w.z. met name in de leiding van de Partij, op het standpunt gestaan, dat zij een massa-partij moet zijn. En dat niet alleen vanwege de meerdere financiële mogelijkheden, want er zijn voorbeelden (de P.v.d.A. is er zo een) dat men ook als betrekkelijke kernpartij er financieel beter aan toe kan zijn dan als massa-partij. Als wij goed zijn ingelicht, heeft de P.v.d.A. rondom 100.000 leden, die gemiddeld vijf gulden per lid betalen, zodat men daar toch aan contributie-inkomsten van 5 ton toekomt, terwijl de KVP het met zijn 280.000 leden (als ze allemaal betalen) niet verder brengt dan 350.000 gulden. Daarbij moet dan nog in aanmerking genomen worden, dat de totale contributie van de afdelingen per lid f 1,50 be draagt, daar het kwartje extra voor de Kringen en Statenkringen bestemd is. De moeilijkheid ech ter, zelfs bij het getaj van 280.000 leden is, dat de contributie van dezen, ook in de „betere" Kringen maar traag binnenkomt. Er bestaat immers nu we het er toch over hebben, behoeft dat niet verbloemd te worden ook in de Kringen en Statenkringen en plaatselijke afdelingen op het punt van contributie-inning en afdracht en ten aanzien van andere activiteiten een volkomen on voldoende belangstelling. Ook buiten de grenzen van het Zuiden is men veelal, de goeden niet te na gesproken, nog veel te veel alleen maar „kiesver eniging" en voelt men zich te weinig verbonden met het gehele Partij-apparaat, er zit te weinig dynamiek in het geval, er is nog veel teveèl „or ganisatie", en te weinig beweging. Hier zit een ernstig gevaar, omdat de indruk wordt gewekt, dat de leden zelf onvoldoen de het belang en de betekenis en de ernst van een eigen confessionele Partij inzien. Was dat wel het geval, dan zou men er immers meer „voor over" hebben, ook financieel en zou niet voortdu rend van de zijde van de Partijleiding en de Kring- besturen zonder ophouden geklaagd moetén wor den over gebrek aan medewerking met verschil lende activiteiten. Laat men zelf maar eens na gaan: hoe staat het in de afdelingen met de werk groepen, met het nieuwe instituut van de stoot troepen, met het opvolgen van de aanbevelingen van de Propaganda-dienst, van het Partijbureau, van de Kring- en Statenkringbesturen? Het zal nu wel weer beter worden. Zonder resultaat blijft de nieuwe aanpak van de Partijleiding zeker niet. Bovendien zijn de verkiezingen voor de Provin ciale Staten in het zicht. En als we zover weer zijn, dan vliegen de leden weer als duiven in de til. Dat is natuurlijk goed, maar het zou niet gezond zijn, als ze daarna weer wegvlogen. Dus: de afde lingsbesturen moeten weer op de zaak attent zijn en tot ledenwerving overgaan. Maar tegelijkertijd moeten zij zich beraden over de middelen en we gen, om die leden te behouden en met de oude kern, die wel overal is, een krachtig Partij-leven bevorderen. Want het blijft waar: de Partij leeft door de afdelingen. Als die dood. zijn en er zijn er nog heel wat zo! dan is en blijft ook de Partij dood....

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 5