LICHT en DONKER in Zoeken naar nieuw vaderland een kwestie van eigen verantwoordelijkheid Emigreren, ja of neen? EMIGREREN naar Australië of niet? Het is op die vraag dat men van ons tenslotte wel 'n antwoord horen wil. Er is maar één antwoord: „Dat hangt er van af", en dit opent de weg tot duizend varianten. Het hangt er van af wie en wat ge zijt, wat ge verwacht en wat ge doet. En allereerst moge nog eens met nadruk worden vastgesteld: wie tot emigratie besluit, doet dat op eigen verantwoordelijkheid. Hij heeft de plicht zich zo grondig mogelijk op de hoogte te stellen, niet onderweg, op de boot naar Australië, zoals nog maar al te veel gebeurt, maar veel eerder: voordat het besluit genomen is. Het loonzakje Flink aanpakken Werk genoeg Sfeer is anders Streep onder verleden BIJ DE FOTO'S AUSTRALIË HET Is niet gemakkelijk om aan die plicht te voldoen. Er zijn boeken en andere geschriften over 't land en 'n lang zaam groeiend aantal vertegenwoordigers van officiële instanties is in de gelegen heid geweest zichzelf ter plaatse op de hoogte te stellen van de werkelijkheid. Nochtans geldt van al deze bronnen, zoals het geldt voor ons, dat de voorlichting over 'n jong land dat nog zozeer in ont wikkeling is, altijd het gevaar loopt achter op ta zijn bij de feiten. Het is daarom strikt noodzakelijk dat de officiële voor lichters van iedere pluimage voortdurend critisch blijven toezien op de inlichtingen die zij verstrekken, omdat deze volkomen in overeenstemming zijn met de jongste informatie uit de eerste hand. Het mag er met name nooit om gaan 'n rooskleu riger beeld op te hangen dan de werke lijkheid toelaat, alleen maar „omdat we nu eenmaal moeten emigreren". Emigreren best, maar niet tot iedere prijs. Zoals daarom de emigrant de plicht heeft zich tijdig en grondig te laten inlichten, zo heeft de voorlichting de niet minder zwaar wegende plicht, eerlijk en vooral: volledig te zijn. Dat is 'n ernstige verantwoorde lijkheid. We hebben hier vele honderden emi granten gesproken, niet alleen zoals sommigen denken een tevoren uitgezocht stelletje succes-nummers, maar ook men sen die nog helemaal aan 't begin staan en mensen die men de niet-geslaagden zou kunnen noemen en die zich op hun terug keer voorbereiden. Voor al wat door amb tenaren van de beide bij onze reis betrok ken regeringen is gedaan om ons dit mogelijk te maken, past dank. En we kun nen in alle oprechtheid verklaren, dat wij geen enkele poging hebben gedaan om de zaken fraaier voor te stellen dan ze zijn, zoals wij er evenmin behoefte aan hebben gevoeld om de schaduwzijden van de emi gratie naar Australië in gruwelverhalen nog eens extra-somber aan te zetten. vorig jaar, een fundamentele verande ring gekomen. De na-oorlogse jaren waren in Australië gekenmerkt door wat men „over-employment" noemt: meer baantjes dan arbeidskrachten. De arbeider behoefde er veel minder bevreesd te zijn z'n werk, kwijt te raken dan een werkgever om z'n mensen te verliezen. Men kon zo gemak kelijk werk krijgen, dat heel wat Austra liërs er hun scholing voor hebben ver waarloosd: waarom moeite doen zich te bekwamen, als men overal om mensen zit te springen? Tegelijkertijd vlogen de lonen omhoog, zoals ook de kosten van levens onderhoud dat deden, en iedere nieuwe loonronde joeg langs een noodlottige spi raal de prijzen weer verder op. NAAR Australië of niet? Het is beslist geen land waar de gebraden duiven u in de mond komen vliegen. Wie met 'n dergelijke verwachting is geëmigreerd en ze zijn er werd bitter teleurgesteld. Maar dat kunt ge 't land niet verwijten. Wie hier vooruit wil komen, moet hard werken, en hij doet zulks dan in het enige „emigratie"-land dat zijn grenzen openstelt voor practisch iedere Nederlander die de keuring geneeskundig, politiek en straf register succesvol is gepasseerd: ge schoold en ongeschoold, jong en oud, in welk beroep dan ook. Men hééft hier ook graag Nederlanders; dat is ons van hoog tot laag in alle toon aarden en met nadruk verzekerd. „De Nederlandse immigranten hebben 'n uit stekende indruk gemaakt", zei ons Z.H. Exc. mgr Matthew Beovich, de aartsbis schop van Adelaide: „dank zij hun recht schapenheid, hun bekwaamheid en hun vermogen om zich aan te passen. Zij zijn een aanwinst voor dit land; hun gezinnen zijn voor veel Australische gezinnen een voorbeeld". Zo hebben ook anderen het gezegd: men beschouwt ons, mèt Britten en Duitsers, als de meest gewenste „new- Australians". Dat neemt niet weg dat er nier geharnaste tegenstanders van immi gratie ziin. Zij vormen geen meerderheid, maar ook een minderheid kan uiterst on plezierig zijn als ge er mee te maken krijgt in de persoon van uw buurman, de huisbaas, een voorman of uw werkgever. Het is echter geenszins te verwachten dat de immigratie aanzienlijk zou worden be perkt wanneer er volgend jaar een Labour- regering zou komen in plaats van de hui dige liberale coalitie. Men is hier overigens toch evenmin vergeten, hoe zwaar in de vooroorlogse crisisjaren de werkloosheid juist ook Australië heeft geteisterd. Psy chologisch is daaruit een soort afweer houding van verschillende vakbonden goed n yr'rklaren. Er is ook een afweer houding maar uit een geheel andere bron bij een deel van de boeren. Zij zweren bij hun manier van bedrijfsvoering dle in hoge mate is bepaald door de uit gestrektheid van hun bezit en het gebrek aan arbeidskrachten. Het valt hun moeilijk overte schakelen op producten die meer arbeid vragen, maar hen dan ook van die arbeid afhankelijk maken, hen noodzaken voor huisvesting te zorgen etc. Waarom zouden zij ook, zolang de wol nog record- prijzen doet? Op de arbeidsmarkt is ar inmiddels, sinds AUSTRALIë kent een gegarandeerd mini mum-loon, de basic-wage. Het varieert van staat tot staat en is momenteel het hoogst in New South Wales (12 pond, 3 shilling per week) en het laagst in Queensland (10 pond, 18 shilling), zulks in overeen stemming met de kosten van levensonder houd (C.O.L.: cost-of-living). Tot half October toe, werd dit basisloon ieder kwartaal automatisch verhoogd wanneer de C.O.L., naar de officiële vaststelling door het Federale Hof van Arbitrage, daartoe aanleiding gaf. Onder luide pro testen van de vakbonden (en van verschil lende Labour-regeringen in de staten) be sloot het Federale Hof echter anderhalve maand geleden een einde te maken aan de automatische aanpassing van de lonen aan de kosten, en voortaan van geval tot geval te beslissen, een uiterst verstandige maatregel, naar onze bescheiden mening, omdat men nu eenmaal niet voortdurend zonder meer verder kan klimmen langs die spiraal, die het land in een steeds ongunstiger concurrentie-positie ten op zichte-van het buitenland brengt. De strijd rond dit punt is nog lang niet uitgestreden nu wij dit slot-artikel schrijven, maar in de beslissing van het Hof mag men een symptoom te meer zien van de gewijzig de situatie. De kleine economische terug slag van vorig jaar en men hoort hier en daar zelfs fluisteren, dat zij van regeringswege in de hand zou zijn ge- werkt) heeft As arbeidsmarkt terugge bracht naar een gezonder evenwicht tussen vraag en aanbod. Voor onze emigranten, waarvan er juist vorig jaar méér vertrok ken dan in enig jaar tevoren, was dit echter niet zo plezierig. Het is met name moeilijker geworden tot extra-verdiensten te komen via over-uren of een tweede baantje in z'n vrije tijd. Het bleek ook moeilijker om ongeschoolde arbeiders te plaatsen: die heeft Australië zelf in ruime mate. DEZE moeilijkheden behoren al weer lang tot het verleden: op 17 October waren er op een werkende bevolking van drie en een half millioen mensen in heel Australië slechts 15.919 werklozen 2609 minder dan een kwartaal tevoren. Tegelijk waren er alleen al via de arbeidsbeurzen niet min der dan 33.438 betrekkingen beschikbaar, 3021 meer dan een maand tevoren. En men kan geen krant inkijken of men vindt er dichtbedrukte pagina's vol „positions vacant". In New South Wales. Queensland en Tasmanië waren half October vraag en aanbod ongeveer in evenwicht, maar in Victoria waren er ruim driemaal zoveel vacatures dan werklozen, in West-Austra- lië vijfmaal zoveel en in Zuid-Australië zelfs ruim acht keer zoveel (2748 om 324). Men moet daarbij overigens aantekenen dat er viermaal zoveel mannen werkloos waren dan vrouwen, doch dat tegenover iedere vijf gevallen waarin vrouwelijk personeel werd gevraagd, slechts acht vaca tures voor mannelijke arbeidskrachten stonden. Geen wonder dat in heel wat emi granten-gezinnen zowel vader als moeder werken, een ontwikkeling die bepaald niet zonder bezwaar is, zoals wij al eerder hebben opgemerkt. Al deze cijfers hebben natuurlijk slechts waarde als moment-opname, maar zowel de minister van Arbeid en Immigratie, Z.Exc. Harold E. Holt als de secretaris generaal van zijn departement, de heer T. H. E. Heyes hebben ons verzekerd, dat in de industrie in de eerstkomende maan den weer een stijgende vraag naar arbeids krachten, ook ongeschoolde, wordt ver wacht, zoals bij de spoorwegen en de staal fabrieken. Bij het vinden van werk in de nieuwe industrie, is de immigrant in zekere zin ook in het voordeel boven de Australiër. Deze vindt z'n werk graag in de buurt van zijn huis en zijn vrienden, zijn pub en zijn sportclub en is minder geneigd bin nenslands te „emigreren" naar al die pun ten waar industrie in opbouw is of aan enorme projecten zoals in de Snowy Moun tains wordt gewerkt. Het feit dat de helft aan de Australiërs in een eigen huis woont (al dan niet afbetaald) maakt hen bij tiet zoeken naar werk ook minder beweeg lijk. Voor een immigrant geldt dat bezwaar niet: hij kan in zijn nieuwe vaderland starten waar hem werk wordt geboden. Maar blijft hij er ook? HET valt een aantal emigranten moeilijk, aan Australië te wennen. Het is nu eenmaal in veel opzichten een ander land dan het onze. Het mist, hoe imposant de natuur ook op vele punten is, de afwis seling van onze seizoenen, de pracht van de herfst, de grimmigheid van de winter, de frisse bloei van de lente, maar in de loop van een en dezelfde dag kunnen er grote temperatuurswisselingen zijn en wie winterjas en wollen dekens in het vader land te gelde heeft gemaakt, krijgt alle kans om daaraan met weemoed terug te denken. Het land is zo ruim dat het vaak leeg lijkt: het mist veel van de Europese sfeer en de vaderlandse gezelligheid. Op heel dit continent zijn er maar een paar caféterrasjes te vinden; in heel Sydney is er één. Terrasjes zijn natuurlijk allesbe halve beslissend voor emigratie, maar het gemis er aan illustreert een sfeer: de Engelse. Een ander verschijnsel waar een emigrant vrij spoedig vreemd naar staat te kijken, is de manier waarop in de strijd tegen het drankmisbruik door de staten met de beste bedoelingen naar de tapkraan is gegrepen. In Sydney, Melbourne, Ade laide en de staten waarvan zij de hoofd stad zijn, wordt na zes uur 's avonds geen droppel meer geschonken. Het resultaat is tweeërlei: in de city ontbreekt op de bioscopen na (des Zondags gesloten) on geveer alle vertier en kan men in de straten verschillende levensgrote kanonnen afvuren zonder iemand te raken en tussen vijf en zes uur haasten duizenden zich naar de pub en drinken er zoveel bier als zij kunnen, en meer. Het totale bierver- bruik bedraagt 184.000.000 gallons per jaar, 835 millioen liter, 90 liter per hoofd, het dubbele van 15 jaar geleden en op België na het hoogste gemiddelde ter wereld. Natuurlijk is niemand verplicht om bier te drinken, maar ook van een lunchroom verlangt een Nederlander wel een ander interieur dan dat van een afgedankte tramwagon uit het begin dezer eeuw. Er schuilt een motief voor heimwee achter dit alles, en het kan sterker zijn dan alles wat koel redeneren daartegenin te berde zou kunnen brengen. Economische drijfveren zijn niet het laatste argument. Emigreren is geen optelsom van ponden en pennnies en niet voor ieder is het mo gelijk voorgoed vaarwel te zeggen aan wat Nederland betekent aan eigen sfeer van land en leven, seizoenen en geborgenheid. Ga dan niet. WE hebben heel wat Nederlanders hier hard zien werken. Ze pakken veel meer en heel andere dingen aan dan ze ooit in Nederland zouden hebben gedaan of in overeenstemming met stand en waardig heid zouden hebben geacht, en ze schamen er zich hier niet voor. Maar als men hen zo bezig ziet, bekruipt u wel eens de vraag of zij het bij eenzelfde krachtsontplooiing in eigen land niet tenminste even ver zou den hebben gebracht, als zij er even pri mitief bij zouden willen leven als velen hier doen. Het is echter zeker waar, dat veel van de energie die overzee vrijkomt, in Nederland eenvoudigweg niet aan bod zou kunnen komen omdat er de ruimte voor ontbreekt, letterlijk en figuurlijk. We wonen te dicht op elkaar, we kijken elkaar te-veel op de vingers. We zijn te zeer in gekapseld in onze zekerheden en code van burgerlijke mode om nog smaak te hebben voor het avontuur. Een emigrant breekt daar uit. Om te kunnen slagen hier, moet hij thuis alle schepen achter zich verbran den. Daden. Dat is een zo ernstige zaak dat hij het zeker niet in het wilde weg mag doen, maar voor iedere emigrant die vastberaden een nieuwe koers is gaan varen, hebben wij hier de diepste bewon dering gekregen. Hier blijkt pas wat ons land toch ook nog rijk is aan onderne mingsgeest en doorzettingsvermogen bij al diegenen die onder het verleden definitief een streep hebber, durven zetten en het andere leven hebben aanvaard zoals het zich aanbood. Denk niet dat ze het gemak kelijk hebben. We hebben in verschillende artikelen al heel wat concrete moeilijk heden genoemd. We denken aan taal en huis, we denken aan de mensen die we in tenten en caravans hebben zien leven en aan de doolhof op het gebied van arbeid en opvoeding, van verzekering en juridische gewoonten. Een emigrant moet bijvoor beeld maar vurig hopen, dat hij hier niet ziek wordt, want dan valt hij van zijn basic-wage ineens terug op een werkloos heidsuitkering, die voor een gezin maxi maal 4 pond en 15 shilling bedraagt. Dat is al te weinig om van te leven, doch als men zich dan bovendien nog in de schuld heeft gestoken door het kopen op afbeta ling, wat hier regel is, kunt ge u de zorgen wel voorstellen.Ge moogt daar dan echter ook bij bedenken, dat hulpvaardig heid een van de vele Australische deugden is. EMIGREREN naar Australië of niet? Men oordele zelf. Er is ruimte in dit land voor agrariërs, er is ruimte voor de mid denstander met handelsgeest en een start kapitaaltje, die middenstander die bij ons LINKS BOVEN: Zacht stromend water, lange met populieren om zoomde lanen, fraaie gebouwen, dat is Adelaide. De gebouwen op de achtergrond zijn het parlement (links) en het moderne station van Adelaide. RECHTS BOVEN: De trots van Sydney, de brug qver de haven, in 't licht van schijnwerpers ge vangen. De groot sie zeeschepen kunnen hier ongehinderd passeren en een enorm verkeer vindt over de brug z'n weg van de voorsteden naar het hart van de city. Noch- thans wordt hier van iedere auto nog tol geheven en een maand ge leden hebben de staatspoorwegen van New South Wares de rails van de beide spoorlijnen die over de brug lopen grondig laten herstel len, nadat een krant schande had gesproken over het levensgevaar dat ze opleverden MIDDEN: Launceston gelegen aan de samenvloeiing van de Noord- Esk en de Zuid-Esk is de tweede stad van Tasmanië. Het is een be langrijk centrum van industrie en handel en heeft prachtig natuur schoon. ONDER: Dit is Australië: euca lyptusbomen, heuvels en ruimte. Een beeld uit Zuid-Gippsland, Victoria. zozeer in het keurslijf van wetten en lasten zit geperst dat hij met al zijn werken bij kans geen stap van zijn plaats komt. Er is ruimte voor jonggehuwden en voor jongens die vooruitgaan om hun verloofde later te laten overkomen. Er is ruimte voor gezinnen met grotere kinderen, die mee kunnen verdienen ten bate van een goede start voor de gehele familie. Er is ruimte voor de geschoolde vakman, de ketelmaker en de metselaar, de bankwerker en de timmerman. Er is ruimte en er zijn bezwaren. Voor sommige groepen over wegen ons inziens deze laatste. We denken aan intellectuele en leiding gevende arbeid, die hier niet naar verhou ding beter wordt betaald. We denken aan de kwetsbaarder kansen voor ongeschoold werk en aan de moeilijke start van gezin nen met kleine kinderen. We weten dat er uitzonderingen zijn zowel op de ene als op de andere regel. Zelfs de meest ervaren emigratie-ambtenaar werkt voor 30 pCt in het ongewisse en het is niet zeldzaam dat degenen falen van wie men met zekerheid succes verwachtte en dat de man die in Nederland geen been aan de grond kon krijgen, hier een prachtige carrière maakt. Dit is wel zeker: het komt op u zelf aan. JAN ONSTENK

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 5