De kerkklokken luiden op s Heren Geboortefeest WEGWIJZERS TEN HEMEL Dwaaltocht langs oude kerktorens Markante vertegenwoordigers van ons katholiek verleden ZE STAAN OVER ONS GEHELE LAND, ALS EENS JOHANNES BIJ DE JORDAAN, NOG STEEDS ALS GETUIGEN VAN HET GODSRIJK KERSTNUMMER 1953 Nog altijd steekt in onze lage landen de kerktoren hoog boven de stad uit. Als een weg wijzer voor de kustvaarder en de reiziger te land, als een plaats voor de klok en soms voor de vlag. Och neen, nuchtere materialist, de toren betekent nog heel wat anders. „Met de bonte daken als ondergrond, de klare of grauwe hemel als achtergrond, wijst hij war boven als een bezielend levensteken dat in deze wereld komt getuigen van de waarheid," heeft Gerard Brom eens geschreven. En zo is het; of de spits nu onvoltooid is gebleven, afgebrand en in nieuwe trant opgebouwd, of bleef als de Middeleeuwer haar bouwde, haat- werking blijft dezelfde voor het naar de aarde gebogen mensdom: een wegwijzer te zijn naar wat boven ons is en wat blijft, terwijl al het andere vergaat. Ze staan over ons gehele land, als eens Johannes bij de Jordaan, nog steeds als getuigen van het Godsrijk. Vanaf de oude Sint Servaas en de Lieve Vrouwe te Maastricht tot ver in het Noorden de Sint Gummarus van Enkhuizen, de Sint Vitus in Leeuwarden en de Sint Maarten in Groningen, en Oostwaarts reikend tot de Oldenzaalse Sint Plechelmus, met honderden andere daartussen. En op deze Kerstdag luiden alle weer, in wondere eens* gezindheid als eens toen zij alle samen het Angelus klepten en bij de derde klep de mensen hun knieën bogen ter overweging van de allesbeheersende waarheid: „En het Woord is Vlees geworden." Al deze torens, die hun roeping als wegwijzer ten hemel zo heldhaftig getrouw gebleven zijn, willen we hier gedenken door hun meest markante vertegenwoordigers van ons katholiek verleden te laten getuigen. De majestueuze toren van de Sint Maartenskerk te Zaltbommel Foto Monumentenzorg Foto Monumentenzorg Medemblik: Hallenkerk uit de late Gothiek TN Maastricht is het begonnen, de oudste cultuurstad van ons land. Reeds in de derde eeuw was het een versterkt stadje en in de vierde was er een vaste brug over de Maas. Rond het midden van die eeuw kwam Sint Servatius naar Maastricht als de eerste weg bereider voor het Christendom in de Nederlanden. Daar moet hij gepredikt hebben in het klei ne kerkje „Maria ad litus", Ma ria aan de rivier, waar later de Onze Lieve Vrouwe-basiliek zou verrijzen. Lang heeft Servatius niet gepredikt in Maastricht, misschien is hij er alleen geko men om er rustig te sterven, zo als de historische kroniek beweert en dan moet zijn komst gesteld worden op kort voor 384. Want in dat jaar, op Pinkster maandag, is Servatius gestorven. Men begroef hem op een plek even buiten de stadsmuur, vlak aan de grote heerbaan van Maastricht naar Tongeren. Een kleine kapel verrees boven zijn graf, maar een van zijn opvolgers, Sint Monulphus, verving deze door een grote basiliek, die hij ter ere van Sint Servaas rijkelijk versierde. Deze Sint Servaaskerk aan het Vrijthof is een burchtbouw, Ro maans met kleine ruiten, half een fort, want ze is gebouwd toen zwerfvolkeren het land nog on veilig maakten. Robust en stoer, met een dikke stenen mantel, werd zij eerst veel later voorzien van een toren. In de tijd dat de houten bouwsels bij een kerk met de luiklok er in, vervangen wer den door torens. Dat moet al in de elfde eeuw zijn gebeurd en van die tijd af hebben vanuit die toren de klokken geluid over stad en land, volgens een oud ver haal de eerste keer in een Kerst nacht, maar wannéér, dat zet de kroniekschrijver er niet bij. In Maastricht is het begonnen en vandaar ging het de Maasval lei Noordwaarts in, eerst tot Roer mond en dan verder. Alles nog Romaans, laag en met ronde of halfcirkelvormige raampjes. Nog zonder torens, zodat de oudste nog in Nederland bestaande Ma riakapel te Sint Odiliënberg zon der toren bleef. Hoewel Karei de Grote veror dend had dat er overal schone kerken moesten komen „om de heilige Diensten te vieren tot Gods eer; met klokken erbij, die door de priester geluid moesten worden", bleef dit lang een dode letter, want de Noormannentij- den waren niet bepaald geschiki voor de uitvoering. Maar in de eerste helft van dt elfde eeuw ontstonden enige van de merkwaardigste kerkgebouwen die de Nederlanden kunnen aan wijzen, de Sint Walburg van Tiel en oude kerken van Utrecht: de Sint Jan, de Sint Pieter en de helaas afgebroken Mariakerk. De torens kwamen nog niet aan hun trek, dat zou later ge- keer als hij een stuk gebouwd had, begon het te verzakken. En elke keer hoorde hij een schater lach en rook zwaveldamp. Het was hem duidelijk, dat de duivel de hand in het spel had en dat er nooit een toren in Medemblik zou komen, als dat zo doorging. Een boerinnetje liep vroom haar gebeden te bidden toen de rade loze bouwmeester aan de duivel om uitkomst vroeg. De zwarte heer was hem verschenen en juist toen hij aanraadde om ossehui- den onder de fundamenten te leggen, kwam het biddende meis je in de buurt en satan nam de benen. Maar zijn raad was goed, de toren van Medemblik werd op ossenhuiden gebouwd. De Sint Vitus van Leeuwarden heeft het zonder duivelsadvies gesteld en ook de Sint Maarten van Franeker. Dit is een pracht- juweel van zware Friese bouw stijl, hoog en massief. Iets van de Friese trots ligt er in die kerk verscholen. De Martinitoren te Gronin gen, in het laatst van de vijftien de eeuw in gotische stijl gebouwd, bestaat uit vijf geledingen. De vreugdevuren in 1577, bij het vertrek van de Spanjaarden, op de toren ontstoken, waren oor zaak, dat de toren gedeeltelijk werd vernield. Ook de klokken kwamen bij deze brand om. De thans nog aanwezige luidklok- ken, waarvan de middelste St. Salvator is genaamd, werd in 1578 door Hendrik van Trier ge goten. Verder is er een carillon aanwezig, dat geregeld zijn klan ken laat horen. Later ondervond de toren nog veel schade, o.m. door blikseminslag. De zuidelijke doorgang is thans verfraaid met de beeltenissen van St. Jozef en de H. Maagd, welke in 1894 bij de restauratie zijn aangebracht op de plaats waar zich twee onher kenbaar beschadigde beelden be vonden. De laatste restauratie kwam in 1946 gereed. De vrijge komen westelijke doorgang is thans versierd met de beeltenis sen van St. Maarten, H. Berlif en Rudolf Agricola. De volgende: de St. Plechelmus van Oldenzaal. Dit prachtige mo nument uit het verleden, een der •mooiste oude bedehuizen uit ons vaderland. Zowel de kerk als de vierkante toren, die tot ver in de omtrek zichtbaar is, maken een machtige indruk. Het geheel is opgetrokken van Bentheimer zandsteen. Dat moet reeds zeven eeuwen of meer geleden zijn. Ter ere van de apostel van Twente, Sint Plechelmus, die er in de achtste eeuw predikte. De Plechelmus, zoals hij merk waardig genoeg zonder het ver trouwde Sint er voor, genoemd wordt in vele boeken, terwijl hij toch katholiek is gebleven, is een tijdlang het centrum van het ka tholicisme in ons land geweest. Dat was na 1614,'toen Rovenius er pontificeerde en vandaar uit beuren. In de twaalfde en vooral sinds de dertiende eeuw, toen de Gotische bouwstijl met haar ran ke lijnen en spitsbogen, alles ho ger op, de lucht in trok. Als een monument tussen oud en nieuw staat de statige Sint Maartenstoren te Zalt-Bommel aan de Waal. Door wie deze machtige reus, de trots en de glo rie van elk rechtgeaard Bomme laar, gebouwd is, moet ge niet vragen, want geen mens kan daar op antwoorden. Maar zijn werk is groots en schoon, evenals de Als in een rechte lijn van het Zuiden komend, zijn ze zich waaiervormig gaan uitspreiden met de Sint Jan als centrum. „Ter ere van God en Zijne Hei ligen, ter gedachtenis der H. Maagd en van Sint Jan Evange list, werd in de 13de eeuw de bouw van deze kerk begonnen. In welgeordende arbeid open baarde zich het geloof der ge meente." Als volmaakt type van bouw orde uit het laat-Gotiek met haar rijk en sierlijk beeldhouwwerk trof de bliksem de houten met lood bedekte slierspits met het bronzen beeld van Sint Jan. Met donderend geweld stortte het ge vaarte omlaag en een geweldige brand, die tot in Utrecht werd gezien, vernielde alles wat toren heette en daarbij een groot stuk van de kerk. Het heeft vele jaren geduurd eer de gevolgen van die brand waren weggenomen en op het Romaanse onderstuk kwam de nieuwe torenspits, die in 1874 op minder gelukkige wijze met gewone baksteen „een neogotie- de Missie bestuurde. Toen was ze kathedraal. Dat geeft haar iets eerbiedwaardigs en de beste her inneringen aan de eerste jaren van opbouw der verwoeste Kerk van Nederland zijn aan deze oude kerk verbonden. De Sint Lebuïnus van Deven ter, eens door de grote kerkebou- wer Sint Bernulphus of Bernold, zoals moderne historici hem lie ver noemen, luidt mee op Kerst mis, evenals de Zutfense Sint Wal burg een brok Middeleeuwen in moderne stadsomlijsting. Maar er klinkt geen „Ite, missa est" of „Deo gratias" meer in de wijde ruimte der kerk. Juist in de jaren dat de Sint Plechelmus tot glorie kwam, werden zij beroofd van hun ziel. En toch voelen we, dat de wij ding van vele eeuwen her een onuitwisbaar merkteken aan die heiligdommen heeft medege deeld. Torens, klokken, kolom men, ramen, alles getuigen van de oude eredienst, evenals de moeizaam ontcijferde opschriften en de onder een kalklaag voor de dag komende muurschilderin gen. Tot de grote luiklok van Hattem toe; als een preek staat het op haar mantel geschreven: „Waak op o mensen, dat raad ik U „Ga ter kerke en dat met spoed, „En hoor de Mis met vlijte „Zo zal U God met de hemel verrijken." MARTINITOREN TE GRONINGEN DOMTOREN TE UTRECHT gaan. De Paus hoorde van deze wonderbare geschiedenis en riep de Christenheid op om door gif ten de afbouw der Mariakerk mo gelijk te maken. In 1183 kwam ze gereed en nog steeds beheerst de Grote Kerk, zoals de Sint Ma- kerk die eens twintig altaren tel de. Die zijn sinds lang er uit ge- beeldstornrd en in plaats daar van wijst men u twee kanonsko gels, uit de tachtigjarige oorlog. De toren is in oude trant geble ven en zijn klokkeklanken ont moeten op een heldere voorjaars dag die van de Gorcumse toren, ook al zo'n getuige uit een ver verleden. Maar ga nog niet verder Noordwaarts, achter u en links en rechts daarvan laat ge dan de schoonste kerken onbezocht. Die van de Sint Jan van Den Bosch, de Sint Stevens van Nij megen en de Sint Marie van Dordrecht. ke beurt" werd gegeven. Van Den Bosch uit links of rechts? Laten we voor ditmaal de pas herstelde Sint Stevenstoren van Nijmegen wat op adem ko men na de zware jaren die achter hem liggen en ons begeven naai de Sint Marie van Dordt. De Sint Marie is de eerste gro te kerk in een Hollandse stad. In 1183 werd ze door bisschop Bou- dewijn van Utrecht geconsa creerd. Deze consecratie was te vens de bekroning van het werk door een arm meisje begonnen. Sint Sura leefde te Dordrecht in het midden der twaalfde eeuw. Buiten de stad, tegen een boom, was een Moeder Godsbeeld, waar Sura dagelijks kwam bidden. Daar ook kwam ze op de gedach te een prachtige Mariakerk te doen bouwen. Een engel ver scheen haar, wees de plek binnen Dordrecht waar de kerk moest komen en ook hoe groot ze moest worden. Met drie werklieden sprak ze af met de bouw te be ginnen, wekelijks zouden deze drie penningen ontvangen. Tel- rie genoemd wordt, het gehele stadsbeeld. En nu: de Sint Laurens van Rotterdam, de Sint Pieter van Leiden of de Sint Maartensdom van Utrecht? Waarom niet eens verder Noordwaarts, want in de dertiende eeuw werd overal ge bouwd God ter eer en de torens verrezen in iedere stad. Alleen maar de bekende ne men, raadpleeg dan liever een stadsgids of wat er op lijkt. Maar nu op Kerstmis alle kerktorens gezamenlijk de Engelenbood- schap verkondigen, moeten ook minder bekende recht gedaan worden. De toren van Medemblik is oud, veel ouder dan de kerk die er later tegen aangeplakt is. Dras sig was de grond en de bouw meester was ten einde raad. Elke neemt de Sint Jan de eerste plaats in en wordt door geen enkele ka thedraal in Noord- of Zuid-Ne derland overtroffen. Men kan ook zeggen, dat zij, evenals de Utrechtse Sint Maartensdom, eigenlijk on-Nederlandse kerken zijn, want ze staan heel sterk on der Franse invloed Soissons was het model voor Utrecht, zoals Amiëns voor Den Bosch. Met de toren is het een lijdens geschiedenis geweest. De primi tieve Romaanse toren was slechts als tijdelijk bedoeld, maar het bouwen van een 86 meter hoge hoofdtoren bleef achterwege. En op Sint Jacobsdag (25 Juli) 1584 DE SI' PLECHELMUS TE OLDENZAAL kens als Sura die penningen uitge geven had, vond ze drie andere in haar beurs terug. Die nimmer gestopte geldbron, dat voortdu- 7 rend geld uitgeven door een arm meisje, wekte bij een paar boe- ^..3 ven het vermoeden, dat Sura ont- n A zaglijk rijk moest zijn en zich al- leen maar arm hield. Op een avond drongen ze haar huisje binnen, vermoordden Sura, maar vonden alleen de drie penningen. Geheel Dordrecht was in op schudding toen de moord bekend werd; men rustte niet voor de moordenaars gegrepen waren. Ze hadden op geen genade te hopen en werden dan ook ter dood ver oordeeld. Maar, aldus de legen de, Sint Sura verscheen voor de rechters en verwierf genade voor de booswichten, die nu ter pel grimage naar Rome moesten

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1953 | | pagina 10