Jaarwedden van Ged. Staten met f 2000.- verhoogd Verschuiving verwacht in Nederlandse eier-export Ruilverkaveling MUMjfaWM*} [j Kansen voor afzetting op Engelse markt Lief en leed trijd leid i er zin in ïsmaldeel naar landse Zee K.V.P. achtte f 1000 voldoende Motie-Caron tot belastingverlaging werd verworpen BICKHF&N Wijziging van Engelse handelspolitiek Duitsland de beste klant Vraag Vooral Koffie en thee weer duurder Donderdag 14 Januari 1954 Pagina 5 en neergezet, van het verdwijnen ,taf, vermoedt men, delievend" persoon ïeeft ontfermd en n of andere manier gd. Het is een feit, strijd te hevig von- d hebben zich in de Santpoort en Haar- 3 voorgedaan, waar noest worden inge- elingen aan kleding- nstige hoofdwonden niet van de lucht st aan twijfel onder- veel animo zal be- t bezit van de nieu- aan momenteel zelfs volgens welke hele naar brandweer- het Zuiden van het georganiseerd, met van alle beschik- DER Onder com- kapitein ter zee S. al het oefensmaldeel dagen naar de Mid- ee vertrekken voor n eigen verband, el zal bestaan uit de agers Hr Ms Evert- z. I L. E. van Laar. •tenaer, cdt. It. z. 1 Hr Ms fregatten van lt. z. I H. C. v.d. Bitter, cdt. It. z I Verder de onderzee- is onder commando J. Brakema en Zee commando van lt. z. ia. naar het oefengebied ten zal het smaldeel dam aandoen. Het bet oeling drie maanden en. Enige Noord-Afri. ens zullen wordt i Eind Maart wordt het d terugverwacht, om tneriode opnieuw voor den zee te kiezen, ver- naar de Noorse wate ring ..Vrouwen- iteileverenigina" jERMEER Als een en in de lande heeft een „Vrouwen-Electri- iiging". Tijdens de ver- lie deze vereniging in hield hebben de leden e met het aangename De presidente, mevr. J. .irntje, begroette otn»p- iames en sprak haar' it over het feit dat de haar bestaansrecht izen. De behandelde on. mogen zich in brede een nog steeds toene- langstelling verheugen, de gestes van de ver- ker waardering onder- ecretaresse, mevr. van had voor haar uitne- zorgde notulen, jaarve-- en applaus in ontvane.t Deze secretaresse kon ook aan de hand van urnen stukken bewiiz-n e vereniging het werk huisvrouwen weet Voorlichting en aa"- omtrent het gebrirk rische apparaten zijn :n len van niet te ondpr- jetekenis. Medegedee'd dat een cursusje in het gen van lamnekannoo georganiseerd, doch de ling daarvoor viel te- bleken de dames belan»- e hebben voor het ver- nvan pitrieten artikelen. besloot de vergadering pe de pitriet-cursus te irgaan. Leidster is mevr. uit Hippolytushoef. Een aantal leden had be- g voor een excursie van te Bloemendaal, waar kook- en bakdemonstra- ebruik van diverse kle!- sche en huishoudmaebi- gedemonstreerd. Deze zal vermoedelijk 22 gehouden worden De eden mevr. J. Cnossen en loeve-Feikes werden her- deelte na de pauze werd met diverse bezigheden imitatie-mastklimmem De en fel omstreden prijzen in hoofdzaak uit worst. ïissie „Hefschroef- vliegtuigen" tVENHAGE, 13 Jan. "er van Verkeer en Wa- ïr. J. Algera, heeft van- de Statenzaal van zijn de Commissie „Hef- egtuigen geïnstalleerd, ster verklaarde o.a., dat lange tijd van ontwikke- hefschroefvliegtuig zich plaats in het luchtver- int te veroveren. In Ne- is dit type vliegtuig in adpunt der belangstelling te staan, doordat het tij rampdagen van Februari uitstekende diensten ver- Door de opening van de isselAntwerpenRotter- die belangstelling nog- angewakkerd. Het zal de de commissie zijn te on- n in hoeverre luchtver- helicopter voor Neder- ms reeds van belang is. technische zijde zal een ide studie vergen. Van tevens welk soort ver- helicopters in ons land rachten is, waarbij de mi- dacht aan personen-, en postvervoer. Het is de de commissie, die onder erschap staat van ir. J. arda, oud-lid van de Raad te en oud-minister van at, om te onderzoeken, rre de nieuwe mogelijk er verwezenlijking vat- (Van onze verslaggever) HAARLEM Tijdens de gisteren voortgezette behande ling van de begroting 1954 door de Provinciale Staten van Noord-Holland icerd een voorstel-De Roos (PvdA) mede ingediend door de A.R., C.H. en V.VD, om de jaarwedden van Ged .Staten met ingang van 1 Januari 1954 te brengen van f 7500.- op f 9500.- met 26 tegen 25 stemmen aangenomen. De K.V.P. stemde met de communisten tegen. De heer Groen had namens zijn fractie voorgesteld de wedden met f 1000- te verhogen, omdat de K.V.P. van oordeel ivas, dat de functie van Gedeputeerde in de provincie Noord-Holland niet de gehele man opeist. Staten denken verder aan het maken van een weg tussen Vo- lendam en Amsterdam, terwijl het College ook een gunstig kli maat wil helpen scheppen voor industrialisatie. Gedeputeerde Rustige (C.H.) wees er op, dat de statistieken uitwijzen, dat Noord-Hofland een vooraanstaande plaats in neemt van de gezondheidszorg. Ongeveer een derde van het to tale begrotingscijfer wordt be steed aan de zorg voor de volks gezondheid en geesteszieken. De kwestie van de stand plaatsaftrek voor het provinciaal pèrsoneel heeft de volle aan dacht van Ged. Staten, zo deel de gedeputeerde Bouwman (K.V.P.) mede. Ged. Staten heb ben deze aftrek willen afschaf fen, omdat deze hun onrecht vaardig voorkomt, maar de Re gering acht de tijd daarvoor nog niet gekomen. Replieken De hierna volgende replieken brachten de heer Gortzak weer op het podium, die zich natuur lijk door het antwoord van Ged. Staten niet .bevredigend achtte en te kennen gaf een uitspraak van de Staten te vragen over de woningbouw. Spr .diende een motie in, waarin Prov. Staten als hun oordeel uitspreken, dat de provincie, meer bouwvolume nodig heeft en waarin Ged. Sta ten worden uitgenodigd met de regering in overleg te treden over het bouwvolume. Ook de heer Caron (V.V.D.) diende een motie in, waarin, na dat gewezen is op de gunstige financiële positie van de pro vincie, wordt voorgesteld een verlaging van tien procent op de opcenten van de personele belasting. De heer Groen (K.V.P.) keer de zich tegen de motie-Gortzak, Bij het hierover gevoerde debat kreeg het voorstel-de Roos de volle instemming van de Commis saris der Koningin, die ook volko men accoord ging met 1 Januari 1954 als datum van ingang, omdat het hem niet juist voorkwam aan deze salarisverhoging terugwer kende kracht te verlenen. De heer de Roos verdedigde zijn voorstel, waarover door de leden van Ged. Staten uiteraard zelf niet het woord mocht worden gevoerd, met er op te wijzen, dat de werkzaamheden van Ged. Sta ten zijn toegenomen. Verder was de heer de Roos van mening, dat waar andere provincies op dit punt waren voorgegaan. Noord holland niet achter mocht blijven. De heer Gortzak (Comm.) ver klaarde zich tegenstander van het voorstel-de Roos c.s., dat voor Ged. Staten zou betekenen een salarisverhoging van circa 27 pet. Met het voorstel-Groen, dat een verhoging van circa 12 pet. in hield, zou spr, mee kunnen gaan, indien dit percentage werd ge bracht op 6 pet., de minimum-eis van de Unie-bonden bij de enkele maanden geleden gevoerde loon onderhandelingen. Waar men de arbeiders niet meer dan 5 pet. tenslotte gunde, kwam het de heer Gortzak onjuist voor om de leden van publiekrechtelijke orga. nen een hoger percerltage toe te kennen Mochten de voorstellen de Roos en Groen onveranderd blijven dan zou de C.P.N. zich hiertegen verklaren. Bij de hierop volgende stem ming werd het voorstel-de Roos ^^t^^rte tö^ijzTng met de hierboven genoemde stemmenverhouding aangenomen, zii het dan op het nippertje. De ochtendvergadering was be gonnen met het antwoord van ge deputeerde Prakken (PvdA.) op de daags te voren door de Staten gemaakte opmerkingen. De heer Prakken deelde in antwoord op de heer Groen mede, dat de Wa tertransport-Mij Rij n-Kennemer - land hoopte in 1957 te kunnen be ginnen met de bewatering van de Kennemer-duinen. De' heer de Roos, die om enige activiteit had gevraagd bij de emigratiebevordering kreeg te ho ren, dat Ged. Staten in navolging van de Regering geen propaganda willen voeren voor emigratie. Daarom geeft de Regering ook slechts voorlichting op dit gebied pn Ged. Staten willen wel nagaan of ook zij in deze richting nog iets kunnen doen. Huiverig stond de heer Prakken tegenover de suggestie van de heer de Roos om als b.v. een gemeentebestuur in enig opzicht faalt, Ged. Staten te doen ingrijpen, want daardoor zou worden geraakt aan het heilig huisje van de gemeentelijke auto nomie. Wel kon de heer Prakken zijn partijgenoot de Roos enigs zins gerust stellen door te wijzen op de ontwikkeling van het in dustrieschap Zaanstreek, dat door bemiddeling van Ged. Sta ten tot stand was gekomen. Ook in West-Friesland hebben Ged. Staten hun best gedaan om de industrialisatie te bevorderen. Ook daar is nagegaan of een in dustrieschap mogelijk is en ver der hebben Ged. Staten een bedrag van f 84.000 beschikbaar gesteld voor een industrieterrein in West-Friesland. De vraagstukken waarmee Vo- lendam en Marken hebben te worstelen, te weten de bevorde ring van het vreemdelingenver keer, de overbevolking en de industrialisatie hopen Ged. Sta ten in nauwe samenwerking met het Rijk op te lossen. Het wordt door Ged. Staten betreurd, al dus de heer Prakken, dat de Re gering het gebied van Volendam niet als een ontwikkelingebied heeft willen beschouwen. Ged. Advertentie treden zowel vóór als na het eten op. Overw.n Uw soms iaien oude klachten - met het nieuwe maagmidd - I BICARPAN en U ben,„sp° t dia vergeten, dat U l maag hebt. BICARPAN bevat 3 alles wat nodig is om Uw spijsvertering wee^normaal (ouwehjvorm heelt dubbel voordeel voor maagpa 1 ten. Vraag Uw gM».sxmd- J delen-leverancier om ee b uitvoerige beschrijving MAAG-CACHETS "AKKER smaakloos, snel, zeker van het bouwvolume een natio nale zaak is, waarvoor de minis ter een plan indient en ten twee de omdat Ged. Staten hun best hebben gedaan om zoveel moge lijk bouwvolume te krijgen. Om nu na de reeds plaats gehad hebbende verdeling nog een mo tie in te dienen zou een slag in de lucht betekenen. Ten aanzien van de vrees, die de heer de Roos koestert tegen 't door spr. gebruikte woord „ver hindert" zei de heer Groen, dat dit slechts een woordgebruik is en dit woord behoeft daarom niet in de zin van de heer de Roos te worden uitgelegd. Onder vooruitstrevendheid zeide de heer Groen te verstaan een politiek, die recht doet aan alle maat schappelijke groeperingen. Ver der was de heer Groen van oor deel. dat waar in de Partij van de Arbeid ook verschillende groe peringen als middenstanders, ar beiders en boeren worden ge vonden, ook in deze partij zich wel eens de moeilijkheden zullen voordoen, die de heer de Roos alleen maar bij de K.V.P. ziet. Spr. blijft inmiddels van mening, dat de Godserkenning het beste bindmiddel js in een politieke partij. Over de watervoorziening van Kennemerland zeide de heer Groen nog, dat als er niet spoe dig iets gebeurt, we het gevaar lopen, dat de gronden in dit gebied volkomen droog komen te liggen. Na de verklaring van gedeputeerde de Vries wilde spr. over het rapport geen uitspraak uitlokken, maar wel wil spr., dat als dit rapport versohenen is en aanleiding geeft tot het treffen van maatregelen, Ged. Staten hieraan onmiddellijk uit voering zullen geven. De heer Schippers (K.V.P.) zeide op zich sympathie te heb ben voor de motie van de heer Caron. Evenals de Regering tot belastingverlaging is overgegaan, is er voor de Provincie alle aan leiding om een zekere belasting verlaging toe te passen. Toch heeft spr. een bezwaar tegen de motie, n.l. dat deze op een mo ment komt, waarop de situatie nog onoverzichtelijk is. Het lijkt spr. te getuigen van een voor zichtig beleid als men zich niet houdt aan de begrotingscijfers. De post onvoorziene uitgaven zou de verminderde inkomsten door belastingverlaging ontstaan niet opvangen. De heer Schippers vond de motie dan ook momen teel voorbarig en deelde namens zijn fractie mede tegen te zullen stemmen. Echter kon de heer Schippers niet meegaan met de opvatting, die door gedeputeer de van der Donk te kennen was gegeven, als zou verlaging van de personele belasting de uitke ring uit het Provinciefonds in ge vaar brengen. De heer de Roos (P.v.d.A.) be gon zijn repliek met zich aan te sluiten bij de woorden van hul de, die de dag te voren door de heer Caron waren geuit aan het adres van de Commissaris der Koningin. Spr. raadde vervolgens de heer Caron aan zijn motie in te trekken, omdat er nu nog te veel onzekerheden bestaan over de uitwerking van de fiscale maatregelen, de personele belas ting inbegrepen. Aan een uit spraak als de heer Gortzak in zijn motie wenst, heeft spr. geen en kele behoefte. De moeilijkheden, die de heer Groen zag in de Partij van de Arbeid, bestaan volgens spr. niet, omdat zijn partij voorop een pro gram-party is, terwijl de K.V.P. in de eerste plaats wil zijn een partij, waar alle katholieken in Nederland zich bij dienen aan te sluiten. Dit verschil zou, volgens de heer de Roos, in de volgende jaren nog wel eens blijken. De weigering van subsidie door Ged. Staten aan het proefbedrijf in de Wogmeer werd nog eens door de heer Blaauboer (V.V.D.) ter sprake gebracht. Dit proef bedrijf komt toch, zo zeide de heer Blaauboer, maar spr. zou in een provinciale subsidie een be wijs van medeleven van de kant van Ged. Staten hebben gezien. Gedeputeerde van der Donk (K.V.P.) wees op de beduidende neergang in de batige saldi van de begrotingen der provincie en spr. ontraadde daarom sterk de aanneming van de motie van de heer Caron. Spr. bracht tenslotte hulde aan de ambtenaren van de provincie, die door hun bekwaam heid en toewijding een grote steun zijn voor Ged. Staten. Ge deputeerde de Vries zegde de heer Groen toe, dat zodra het door hem bedoelde rapport was verschenen het door de Staten zal worden behandeld. Mej. Rib- bius Peletier deelde in verband met de motie-Gortzak mede, dat Ged. Staten natuurlijk niet van plan zijn rustig te blijven zitten. Het College zal steeds bij de mi nister blijven aandringen om meer bouwvolume. Aan de motie is geen behoefte en spr. meent, dat deze ook geen indruk zal ma ken op de minister. Spr. was verder van oordeel, dat de in houd van de motie minder bete kent dan hetgeen door Ged. Sta ten voortdurend voor de woning bouw is en wordt gedaan. Moties verworpen De motie-Gortzak kwam ver volgens in stemming en werd ver worpen met 46 tegen 11 stem men (alleen de C.P.N. was voor). De motie-Caron kreeg alleen de stemmen van de V.V.D. en de C.P.N., tezamen 17 stemmen voor en 39 tegen. Bij de behandeling van de be grotingshoofdstukken besprak mevr. Luyckx (K.V.P.) het vor- mings- en ontwikkelingswerk, voornamelijk onder de fabrieks meisjes. Voor ons, aldus spr., is de subsidie aan de lage kant en daarom drong zij aan op groter bijdragen, indien de middelen dit toe zouden laten. De heer de Roos (P.v.d.A.) bracht het Provinciaal Fhilhar- monisch Orkest ter sprake en be toogde, dat de moeilijkheden nog niet zijn geweken. Spr. vroeg of ook de orkestleden aanspraak konden maken op de vijf procent loonsverhoging en spr. stelde ook de vraag, wat er is gedaan voor de pensioenregeling. Gedeputeerde Bouwman (KVP) zeide hierop, dat de pensioenre geling allereerst de aandacht dient te hebben van het bestuur van de Stichting. Blijven de fi nanciële resultaten ten achter dan kan het bestuur zich wenden tot Ged. Staten, die zich dan na der zullen beraden. De salarissen van de orkestleden zijn nog in bespreking ten departemente, ter wijl besprekingen met de Pen sioenraad in vergevorderd sta dium verkeren. Op een vraag van de heer Gortzak betoogde spr. nog, dat Ged. Staten hun standpunt moeten handhaven, dat de krachten, die uit de pro vincie komen, georiënteerd die nen te blijven op de Ned. Opera, al heeft men waardering voor de Utrechtse Opera. Mevr. Luyokx kreeg nog te horen, dat het werk onder de fabrieksmeisjes de aan dacht zal blijven houden van Ged. Staten. Ook vandaag gaan de debatten verder. (Van onze verslaggever) ALKMAAR In gezamenlijk overleg organiseerden de Nederlandse Pluimvee Federatie te Arnhem en de Stichting voor de Landbouw in Noord-Holland een pluimveedag in 't Gulden Vlies te Alkmaar. In de morgenuren hield Ir. K. Bos, voederexpert van het Instituut voor Moderne Veevoeding „De Schothorst" een interessante voor dracht over het onderwerp „De voor- en nadelen van vroegbroed- kuikens op de boerderij", terwijl Ir. A. W. Huidekoper, secretaris van de N.P.F. 's middags een lezing hield over „De algemene aspecten van de Nederlandse Pluimveehouderij", waarbij hij vooral de export in het licht van een te verwachten concurrentie stelde. Ir Huidekoper begon zijn in leiding met vast te stellen, dat Nederland dit jaar door een uit voer van 1640 millioen eieren, d.i. 300 millioen meer dan vorig jaar, aan de top is gekomen van de eierenuitvoerende landen. Dene marken, dat tot nog toe de groot ste uitvoer bereikte, is achteruit gedrongen. De beste afnemer van Nederlandse eieren is Duitsland, dat ruim tachtig procent van de totale uitvoer voor zijn rekening nam. Engeland, met Duitsland de grootste importeur, drijft op dit gebied hoofdzakelijk handel met Denemarken. De vrijheid die in 1953 voor het eerst gegeven is in de kui- kenbroei, heeft tot gevolg gehad, Adverentle) dat in het bijzonder in de tweede helft van het jaar een belangrijke stijging van de uitvoer heeft plaats gevonden. Ons land heeft echter geen ei in Engeland kun nen afzetten. Voor de oorlog lag de situatie anders. Engeland en Duitsland waren toen goede klan ten van Nederland, maar na de oorlog heeft de toestand zich zo danig gewijzigd, dat Engeland voor eierexport als verloren kon worden beschouwd. Onze export heeft zich voornamelijk op Duits land geconcentreerd. In dit ver band moet vooral de vrijheid die bestaat in de handel met onze Oosterburen, een beslissende rol worden toegekend. Contigente- ring of andere handelsbeperkin gen hebben zich vrijwel nimmer voorgedaan en de invoerrechten zijn dermate klein, dat de handel hierin zeker geen belemmering kan vinden. Het feit, dat de meest eierenproducerende pro vincies dicht bij de Duitse grens gelegen zijn, is eveneens van in vloed geweest. Hoe is de toekomst? Het staat echter te bezien of de volgende jaren even gunstig zullen verlopen als de laatste tijd het geval is geweest. De waarde voor de Nederlandse pluimvee houderij moet worden gezocht in de afzet van de wintereieren, die in het voorjaar geringe afzetmo gelijkheden bieden, maar in het najaar als gevolg van de ster kere behoefte meer kunnen wor den verkocht. Het buitenland is zich bewust van de Nederlandse productiemethode, maar zal deze moeilijk kunnen overnemen, om dat het fokken en houden van pluimvee als het ware in de aard en aanleg van een volk vervat is. De mogelijkheid van concur rentie door afkijken is evenwel lang niet uitgesloten. De voort gaande ontwikkeling van het Deense productieproces moet een aansporing zijn voor de Neder landse pluimveehouders om de winterleg, de hokkenbouw en de bedrijfsvernieuwing te bevor deren. Wijziging Engelse handelspolitiek Nederland heeft slechts één klant, evenals Denemarken. Per 1 April echter kan hierin veran dering kom, omdat de Engelse re gering voornemens is een diep gaande wijziging aan te brengen in haar handelspolitiek. De han del zal dein in zijn geheel wor den overgegeven aan particulieren, waardoor de betekenis van het voeren van handelsbesprekingen tussen de verschillende regerin gen onderling verloren zal gaan. Het belangrijkste van deze wij ziging is, dat het handelscontract tussen Engeland en Denemarken voortijdig onderbroken wordt en dat ook Nederland kans krijgt de export te richten op Engeland. Het zal desondanks moeilijk zijn Denemarken, dat van ouds her nauwe banden onderhoudt met de Engelsen, te verdrijven. Uiteraard bestaat ook de moge lijkheid, dat de strijd zich zal toespitsen op de Duitse markt. Deze verschuivingskans wettigt dus wel een zekere voorzichtig heid voor de toekomst, die onge twijfeld veel gevaren met zich mee brengt. Binnenlandse consumptie De binnenlandse consumptie is verre van bevredigend. Neder land gebruikt 110 eieren per hoofd, wait veel minder is dan de consumptie van de niet pro ducerende landen.. Dat is even zo het geval met het slachtpluim- vee. Ir Huidekoper kon naar aan leiding van de reis, die hij enke le jaren geleden naar Amerika maakte, opmerken, dat de hoe veelheid slachtpluimvee in Ame rika in de laatste 15 jaren ver- vijftigvoudigd is. Over enkele weken zal men een campagne ontketenen ter bevordering van de consumptie van eieren. De op brengst van de eieren in 1952 be droeg f 2.53 per kg, in '53 f 2.34. de kosten van '52 waren f 2,32 tegen f 2 in '53. Men mag hieruit concluderen, dat 1953 een beter jaar was dan het voorgaande. Uit de vergadering werd ten slotte gevraagd of het mogelijk is, dat de Nederlandse eierprijzen lager komen te liggen dan de Deense. Spr. kon hierop geen antwoord geven, omdat volgens hem geen vergelijking te trek ken was tussen de kostprijzen op internationaal niveau. In de pauze was -in de gangen van 't Gulden Vlies een kleine tentoonstelling van pluimveebe nodigdheden te bezichtigen. Met ingang van gisteren zijn de prijzen van koffie en thee ver hoogd. Deze verhoging is een ge volg van -de zeer sterk gestegen prijzen voor beide artikelen op de wereldmarkt. Koffiebranders en theepakkers zagen zich daar door voor de noodzakelijkheid ge steld de detailprijzen te herzien. Thee wordt per pakje van 100 gram 6 tot 8 cent duurder, koffie per pakje van 250 gram 12 tot 14 cent duurder. (Hoezeer de koffie geleidelijk aan in prijs is gestegen blijkt als men een vergelijking zoekt met 1938. Bij een Zaans ievensmidde- lenbedrijf, dat veel koffie omzet tegen concurrerende prijs, stegen de vijf gangbare soorten per -250 gram resp. van f0.25 tot fl.82; van f0.33 tot f 1.96; van f 0.38 tot f2.10; van f 0.40 tot f2.32 en van f 0.45 tot f2.60). (Ingezonden 1. Twee berichten van geheel tegengestelde strekking in het Noordhollands Dagblad vormen aanleiding en grond voor ons om naar de pen te grijpen en te schrijven over het lief en leed van de ruilverkaveling. Vrijdag 7 November 1952 kwam in 't N.H.D. liet bericht voor: „Westwouder polder niet verkaveld. „Wantrouwen jegens overheid gaf de doorslag. Akersloot. „Witte schuimkoppen stonden op het Alkmaarder Meer toen „een vijf en dertig boeren, ingezetenen van de Westwouder- polder zich in de ochtenduren van Donderdag door de storm achtige westenwind heenworstelden naar Het Eiland, om daar „in het rokerige zaaltje van het enig cafeetje de stemmings- „vergadering te houden over de ruilverkaveling van de West- „wouderpolder". Het polderbestuur zelf had. ruilverkaveling aangevraagd. De heer B. de Vries, lid van Gede puteerde Staten ,die als voor zitter van de vergadering optrad, prees de ruilverkaveling als een maatregel van de overheid, al leen in het belang van de be trokken land- en tuinbouwers. De overheid verdient er geen cent aan, integendeel. De plaatse lijke commissie behandelt de ge hele zaak en de heer de Vries vond het een schande, dat men niet voldoende vertrouwen had in de overheid; want het wan trouwen tegenover de overheid, dat de tegenstemmers als motief aanvoerden, sloeg op de eigen mensen in de plaatselijke com missie terug. „Zijn er dan geen drie mensen onder U te vinden" aldus de heer de Vries, „die uw aller vertrouwen hebben?" In deze mineurstemming werd de ruilverkaveling afgestemd. De heer de Vries zag zijn ver trouwen in de plaatselijke com missie blijkbaar niet gedeeld door de eigenaren en met bitterheid in het hart vertrok hij weer naar Haarlem. Eigenlijk hadden we toen reeds in de pen willen klimmen om de heer de Vries uit te nodigen eens met ons door te dringen onder de oppervlakte en de zaak eens van de andere zijde te willen bezien, vooral voor* zoverre betrett de samenstelling der Plaatselijke Commissies Maar in de veronderstelling vervallende, dat de belangstel ling voor het onderwerp niet rust en inactiviteit. Het moet echter wel duidelijk zijn voor iedereen, dat de debacle van Akersloot een diepere onder grond heeft en teruggebracht moet worden tot het leed der ruilverkaveling. Het lief der ruilverkaveling sprak echter wel zeer sterk en duidelijk uit een artikel in het Noord-Hollands Dagblad van Za terdag 28 November 1953: „Ruil verkaveling in de Kop van Noord-Holland. Tevreden Waar land aanwijzing voor polder Ur- sem?". In scherpe lijnen en met zeer groot enthousiasme worden de voordelen van de ruilverkaveling in dat artikel beschreven; „Er zijn landeigenaren, die hun grondbezit verspreid hebben lig gen over een grote oppervlakte, in het geheel niet aaneengeslo ten, doch in de vorm van: een stukje hier, een perceeltje daar, een hoekje aansluitend aan het terrein van een ander, enz." Het bewerken van de landen kost meer tijd en geld dan bij aaneengesloten ligging en econo mischer en vruchtbare bewerking is niet mogelijk. Vandaar is ont staan de gedachte en de practijk der ruilverkaveling, die bewerk stelligt, dat door een nieuwe landindeling de boer, bouwer of tuinder zoveel mogelijk zijn grondbezit in de onmiddellijke omgeving van zijn bedrijf krijgt; tevens wordt de mogelijkheid geschapen de producten goed te groot zou zijn, vervielen we tot kunnen afvoeren doordat, zono dig, nieuwe wegen en sloten worden aangelegd. Zo heeft dan ook de ruilver kaveling in het Waarland haar wonderen verricht. De Waarland en Slootgaard-polder was een vaarpolder met veel vaar waters .die op een bepaalde diepte moesten worden gehou den; tengevolge van dichtgroeien en verwaarlozing van die sloten moest het waterpeil steeds maar opgevoerd worden; dit werd een probleem; en daarbij kwam ook de verspreide ligging, die alles zo duur maakte. Maar toen kwam in overleg en samenwerking de ruilverkaveling tot stand en werd de polder van vaar- tot r ij p o 1 d e r. Plaatselijke Commissie, Cul tuur Technische Dienst en de Heide-Mij. bereikten prachtige resultaten. Er was grote tevre denheid en dankbaarheid en men wenste dat men er dertig jaar eerder een aanvang mee had ge maakt. De voordelen, die hier opgenoemd worden zijn te be langrijk dan dat ze niet nog eens moeten vermeld worden: betere perceelsafstand en be reikbaarheid, een betere perceels- vorm en grootte, de bodemver betering en de herontginning, betere afwatering en drainage, het opruimen van overbodige sloten, vaarten, greppels enz., de invloed op het grasbestand door de verbeterde perceelsvorm, toe name van het aantal bewerkin gen op het gewas, waardoor be ter gewas, tengevolge van de lig- ling dichter bij de boerderij; voorzichtig rekenend komt men zo tot een totaal geldelijk voor deel van f 150— per jaar per h.a. Tegenover die voordelen staan natuurlijk de kosten van de ruil verkaveling, die omgezet worden in een ruilverkavelingsrente, kos ten van drainage etc. Maar de voordelen winnen het ver; meer product tegen minder kosten per eenheid, toename van schoolbe zoek aan tuinbouwcursussen. Het spectaculairste voorbeeld van de nieuwe verbeterde toestand vor men echter de nieuwe bedrijfs gebouwen, die in de polder als paddestoelen uit de grond rijzen. En zo wordt dan het oog ge richt op de polder Ursem, die ook een vaarpolder is; ook daar groeien de sloten dicht en moet het waterpeil steeds meer opge voerd worden Geen wonder, dat men ook daar 'is gaan denken aan ruilverkaveling en dat de Cul tuurtechnische Dienst begonnen is voorlichting te geven. Het spreekt vanzelf ,dat deze enthousiaste beschrijving ook ons getroffen en gegrepen heeft. Zij staat wel in schril contrast met de deblacle van Akersloot. En zo wierp dus het N.H.D. •nn 7 Nov. 1952 een ogenblik licht op de schaduwzijde, ter wijl het artikel van 28 Nov. 1953 zich uitsluitend bemoeide met de lichtzijde. De verleiding is groot om uit sluitend het spectaculaire, de zonnezijde te bespreken en te zwijgen over het 'leed der ruil verkaveling in de practijk, de schaduwzijde. Toch schijnt ons dit niet in het algemeen belang. Uit het bericht uit Akersloot spreken tussen de regels door te ernstige waarschuwingen dan dat er geen aandacht aan moet worden geschonken. De ruil verkaveling in haar doelstellin gen en opzet is een schone edel steen met vele facetten, vele slijpvlakken. Een drietal facetten zullen we daarom bespreken, omdat het algemeen belang met zich mede brengt, dat men te gelegener- tijd de vingers moet leggen op wondeplekken om een gezond lichaam te behouden en het lichaam te genezen. We kunnen dus niet voldoende de nadruk er op leggen, dat ons uitgangspunt is, dat de ruilver kaveling een edelsteen is aan de kroon van de koningin van het platteland, de landbouw. Ons stelsel van vererving heeft versnippering van de bo dem met zich medegebracht. Perceelsgewijze ontginning en koop brachten ook met zich mede dat boeren en tuinders akkers verkregen, die gescheiden lagen van hun boerderij of behuizing. We mogen voor- de nadelen van de slechte verkaveling en de voordelen der ruilverkaveling verwijzen naar het werkje van ir L. H. Bouwman l.i. „Ruilver kaveling", uitgegeven door de Boeren- en Tuindersbibliotheek en te verkrijgen bij de Uitgeverij St. - Gregorius, Utrecht. Veel tijdverlies en nodeloze kosten, moeilijkheden bij het gebruik van machines, landverlies door sloten, greppels en andere af scheidingen, verkeerde bestem ming van gronden, verkeerde toepassing van landbouwmetho den, grensgeschillen en onvol doende waterbeheersing worden er als de belangrijkste nadelen beschreven. De omvang van de versnippering is onrustbarend., Uit een onderzoek van het Land bouw Economisch Instituut bleek zelfs, dat de versnippering in sommige delen van Limburg zo erg is, dat rendabele exploitatie van de kleine stukjes land on mogelijk is geworden. Zo rijst dan wel de ruilverka veling op als een voor de land bouw en het land nuttige en noodzakelijke maatregel. Zij voegt de verspreidgelegen per celen samen tot grotere kavels met een goede verhouding van lengte en breedte. Bovendien wordt gezorgd voor het aanleg gen van een juist stelsel van wegen en waterlopen, zodat iedere kavel uitweg heeft op een weg en een goede afwatering bezit. Zo kan de landbouwproductie sterk worden verhoogd, de pro ductiekosten verlaagd en het aantal bestaansmogelijkheden voor de jonge boeren worden uitgebreid. De voordelen zijn dus enorm en nadelen behoeven er niet te zijn, als de wettelijke bepalingen, die de ruilverkaveling regelen, goed zijn en die wettelijke be palingen in de practijk goed wor den uitgevoerd. En over deze laatste punten voelen we ons gedrongen iets te zeggen. Een eerste facet is gelegen in de waardering en toepassing van een wettelijke bepaling zo als de Ruilverkavelingswet die van oudsher bevatte. Deze luid de als volgt; „1. Voor zover het belang der ruilverkaveling zich hiertegen niet verzet, wordt aan iedere eigenaar onroerend goed toebedeeld van gelijke hoedanig heid en gebruiksbestemming als, en bij voorkeur geheel of ge deeltelijk bestaande uit, het on roerend goed, dat voor hem in de ruilverkaveling is opgeno men. 2. Tegen de wil van de eige naar mag van deze regel niet dermate worden afgeweken, dat dientengevolge ingrijpende ver andering in de aard van zijn be drijf noodzakelijk wordt." Om de betekenis van deze re gelen voor de eigenaar te besef fen, moeten we haar in iets rui mer verband zien. Afgezien van alle grote voor delen, die verbonden zijn aan de ruilverkaveling, en die we hier boven aangestreept hebben, zit er ook één belangrijk nadeel aan verbonden en dat is: dat ruilverkaveling onteigening kan betekenen voor iemand, die tegen de ruilverkaveling was. Voor het aannemen van het besluit tot ruilverkaveling wordt vereist de toestemming ofwel van de meerderheid der eigena ren, ofwel van een aantal eige naren, die tezamen meer dan de helft van de grond in eigendom hebben. Als het besluit tot ruil verkaveling niet is aangenomen, maar wel de helft van een der zojuist genoemde meerderheden is bereikt, en het algemeen be lang de totstandkoming der ruilverkaveling bevordert, dan kan de Minister op voorstel van de centrale commissie bepalen, dat de ruilverkaveling toch zal worden uitgevoerd, evenals of het besluit daartoe ware aange nomen. Uit deze regelen voor de aanname van een besluit tot ruilverkaveling volgt dus, dat ruilverkaveling tegen de zin van eigenaar kan worden doorge voerd, vooral als de ambtenaren in die richting sturen. Dit komt dus praetisch neer op onteigening. Nu is dat op zich zelf nog niet zo erg, omdat toch de eigenaar er weer ander land voor in de plaats krijgt en als dat nu maar niet veel min der in grootte en hoedanigheid is, dan moeten de voordelen van de ruilverkaveling voorgaan, zo als iedereen zal beamen. En zó is er dan toch ook weer geen onteigening. Maar men moet een boer niet aan zijn bedrijf komen! De ervaringsregel luidt eigen lijk ruimer: „Men moet een boer niet aan zijn land en niet aan zijn bedrijf komen." Wat het land betreft, zagen we, dat hij er ander land voor in de plaats krijgt. Maar open blijft nog de regel, dat men niet aan zijn be drijf moet komen. Men onder schatte dit niet. Zelfs het afstand doen van zijn land, al ligt dit nog zo verspreid en oneconomisch is voor een boer geen aangena me gedachte. De moderne tijd met haar antipathie tegen het particuliere bezit veroordele deze afwijzende gedachte niet te spoedig! Eiegen bezit en de gedachte daaraan vloeien voort uit het oerinstinct van de mens, vormen een gezonde en nodige prikkel tot arbeid en vormen tevens de grondslag voor maat schappij en samenleving. De te genwoordige tijd denkt daar veel gemakkelijker over, maar ziet zich zo nu en dan toch reeds op haar vingers getikt op dit punt. Ziet b.v. eens naar Rusland. Vóór 1917 was de grond in han den van de groot-grondbezitters en de Russische boer had slechts zijn bedrijf of bedrijfje. Of de revolutie van 1917 de boer land in eigendom gegeven heeft, is niet recht duidelijk, maar wel staat vast, dat de ambtenaren sindsdien zich bemoeid hebben met zijn bedrijf en in 1953 is eindelijk van regeringszijde de erkenning gekomen, dat de landbouwproductie, vergeleken bij vroeger, erg is achteruitge gaan. Alkmaar. ir mr N. J. van Leeuwen

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Noordhollands Dagblad : dagblad voor Alkmaar en omgeving | 1954 | | pagina 5