Jaarwedden van Ged. Staten
met f 2000.- verhoogd
Verschuiving verwacht in
Nederlandse eier-export
Ruilverkaveling
MUMjfaWM*} [j
Kansen voor afzetting op
Engelse markt
Lief en leed
trijd
leid
i er zin in
ïsmaldeel
naar
landse Zee
K.V.P. achtte f 1000 voldoende
Motie-Caron tot
belastingverlaging
werd verworpen
BICKHF&N
Wijziging van Engelse handelspolitiek
Duitsland de
beste klant
Vraag Vooral
Koffie en thee
weer duurder
Donderdag 14 Januari 1954
Pagina 5
en neergezet,
van het verdwijnen
,taf, vermoedt men,
delievend" persoon
ïeeft ontfermd en
n of andere manier
gd. Het is een feit,
strijd te hevig von-
d hebben zich in de
Santpoort en Haar-
3 voorgedaan, waar
noest worden inge-
elingen aan kleding-
nstige hoofdwonden
niet van de lucht
st
aan twijfel onder-
veel animo zal be-
t bezit van de nieu-
aan momenteel zelfs
volgens welke hele
naar brandweer-
het Zuiden van het
georganiseerd, met
van alle beschik-
DER Onder com-
kapitein ter zee S.
al het oefensmaldeel
dagen naar de Mid-
ee vertrekken voor
n eigen verband,
el zal bestaan uit de
agers Hr Ms Evert-
z. I L. E. van Laar.
•tenaer, cdt. It. z. 1
Hr Ms fregatten van
lt. z. I H. C. v.d.
Bitter, cdt. It. z I
Verder de onderzee-
is onder commando
J. Brakema en Zee
commando van lt. z.
ia.
naar het oefengebied
ten zal het smaldeel
dam aandoen. Het bet
oeling drie maanden
en. Enige Noord-Afri.
ens zullen wordt i
Eind Maart wordt het
d terugverwacht, om
tneriode opnieuw voor
den zee te kiezen, ver-
naar de Noorse wate
ring ..Vrouwen-
iteileverenigina"
jERMEER Als een
en in de lande heeft
een „Vrouwen-Electri-
iiging". Tijdens de ver-
lie deze vereniging in
hield hebben de leden
e met het aangename
De presidente, mevr. J.
.irntje, begroette otn»p-
iames en sprak haar'
it over het feit dat de
haar bestaansrecht
izen. De behandelde on.
mogen zich in brede
een nog steeds toene-
langstelling verheugen,
de gestes van de ver-
ker waardering onder-
ecretaresse, mevr. van
had voor haar uitne-
zorgde notulen, jaarve--
en applaus in ontvane.t
Deze secretaresse kon
ook aan de hand van
urnen stukken bewiiz-n
e vereniging het werk
huisvrouwen weet
Voorlichting en aa"-
omtrent het gebrirk
rische apparaten zijn :n
len van niet te ondpr-
jetekenis. Medegedee'd
dat een cursusje in het
gen van lamnekannoo
georganiseerd, doch de
ling daarvoor viel te-
bleken de dames belan»-
e hebben voor het ver-
nvan pitrieten artikelen.
besloot de vergadering
pe de pitriet-cursus te
irgaan. Leidster is mevr.
uit Hippolytushoef. Een
aantal leden had be-
g voor een excursie van
te Bloemendaal, waar
kook- en bakdemonstra-
ebruik van diverse kle!-
sche en huishoudmaebi-
gedemonstreerd. Deze
zal vermoedelijk 22
gehouden worden De
eden mevr. J. Cnossen en
loeve-Feikes werden her-
deelte na de pauze werd
met diverse bezigheden
imitatie-mastklimmem De
en fel omstreden prijzen
in hoofdzaak uit worst.
ïissie „Hefschroef-
vliegtuigen"
tVENHAGE, 13 Jan.
"er van Verkeer en Wa-
ïr. J. Algera, heeft van-
de Statenzaal van zijn
de Commissie „Hef-
egtuigen geïnstalleerd,
ster verklaarde o.a., dat
lange tijd van ontwikke-
hefschroefvliegtuig zich
plaats in het luchtver-
int te veroveren. In Ne-
is dit type vliegtuig in
adpunt der belangstelling
te staan, doordat het tij
rampdagen van Februari
uitstekende diensten ver-
Door de opening van de
isselAntwerpenRotter-
die belangstelling nog-
angewakkerd. Het zal de
de commissie zijn te on-
n in hoeverre luchtver-
helicopter voor Neder-
ms reeds van belang is.
technische zijde zal een
ide studie vergen. Van
tevens welk soort ver-
helicopters in ons land
rachten is, waarbij de mi-
dacht aan personen-,
en postvervoer. Het is de
de commissie, die onder
erschap staat van ir. J.
arda, oud-lid van de Raad
te en oud-minister van
at, om te onderzoeken,
rre de nieuwe mogelijk
er verwezenlijking vat-
(Van onze verslaggever)
HAARLEM Tijdens de gisteren voortgezette behande
ling van de begroting 1954 door de Provinciale Staten
van Noord-Holland icerd een voorstel-De Roos (PvdA)
mede ingediend door de A.R., C.H. en V.VD, om de
jaarwedden van Ged .Staten met ingang van 1 Januari
1954 te brengen van f 7500.- op f 9500.- met 26 tegen
25 stemmen aangenomen. De K.V.P. stemde met de
communisten tegen. De heer Groen had namens zijn
fractie voorgesteld de wedden met f 1000- te verhogen,
omdat de K.V.P. van oordeel ivas, dat de functie van
Gedeputeerde in de provincie Noord-Holland niet de
gehele man opeist.
Staten denken verder aan het
maken van een weg tussen Vo-
lendam en Amsterdam, terwijl
het College ook een gunstig kli
maat wil helpen scheppen voor
industrialisatie.
Gedeputeerde Rustige (C.H.)
wees er op, dat de statistieken
uitwijzen, dat Noord-Hofland
een vooraanstaande plaats in
neemt van de gezondheidszorg.
Ongeveer een derde van het to
tale begrotingscijfer wordt be
steed aan de zorg voor de volks
gezondheid en geesteszieken.
De kwestie van de stand
plaatsaftrek voor het provinciaal
pèrsoneel heeft de volle aan
dacht van Ged. Staten, zo deel
de gedeputeerde Bouwman
(K.V.P.) mede. Ged. Staten heb
ben deze aftrek willen afschaf
fen, omdat deze hun onrecht
vaardig voorkomt, maar de Re
gering acht de tijd daarvoor nog
niet gekomen.
Replieken
De hierna volgende replieken
brachten de heer Gortzak weer
op het podium, die zich natuur
lijk door het antwoord van Ged.
Staten niet .bevredigend achtte
en te kennen gaf een uitspraak
van de Staten te vragen over de
woningbouw. Spr .diende een
motie in, waarin Prov. Staten
als hun oordeel uitspreken, dat
de provincie, meer bouwvolume
nodig heeft en waarin Ged. Sta
ten worden uitgenodigd met de
regering in overleg te treden
over het bouwvolume.
Ook de heer Caron (V.V.D.)
diende een motie in, waarin, na
dat gewezen is op de gunstige
financiële positie van de pro
vincie, wordt voorgesteld een
verlaging van tien procent op
de opcenten van de personele
belasting.
De heer Groen (K.V.P.) keer
de zich tegen de motie-Gortzak,
Bij het hierover gevoerde debat
kreeg het voorstel-de Roos de
volle instemming van de Commis
saris der Koningin, die ook volko
men accoord ging met 1 Januari
1954 als datum van ingang, omdat
het hem niet juist voorkwam aan
deze salarisverhoging terugwer
kende kracht te verlenen.
De heer de Roos verdedigde
zijn voorstel, waarover door de
leden van Ged. Staten uiteraard
zelf niet het woord mocht worden
gevoerd, met er op te wijzen, dat
de werkzaamheden van Ged. Sta
ten zijn toegenomen. Verder was
de heer de Roos van mening, dat
waar andere provincies op dit
punt waren voorgegaan. Noord
holland niet achter mocht blijven.
De heer Gortzak (Comm.) ver
klaarde zich tegenstander van het
voorstel-de Roos c.s., dat voor
Ged. Staten zou betekenen een
salarisverhoging van circa 27 pet.
Met het voorstel-Groen, dat een
verhoging van circa 12 pet. in
hield, zou spr, mee kunnen gaan,
indien dit percentage werd ge
bracht op 6 pet., de minimum-eis
van de Unie-bonden bij de enkele
maanden geleden gevoerde loon
onderhandelingen. Waar men de
arbeiders niet meer dan 5 pet.
tenslotte gunde, kwam het de
heer Gortzak onjuist voor om de
leden van publiekrechtelijke orga.
nen een hoger percerltage toe te
kennen Mochten de voorstellen
de Roos en Groen onveranderd
blijven dan zou de C.P.N. zich
hiertegen verklaren.
Bij de hierop volgende stem
ming werd het voorstel-de Roos ^^t^^rte tö^ijzTng
met de hierboven genoemde
stemmenverhouding aangenomen,
zii het dan op het nippertje.
De ochtendvergadering was be
gonnen met het antwoord van ge
deputeerde Prakken (PvdA.) op
de daags te voren door de Staten
gemaakte opmerkingen. De heer
Prakken deelde in antwoord op
de heer Groen mede, dat de Wa
tertransport-Mij Rij n-Kennemer -
land hoopte in 1957 te kunnen be
ginnen met de bewatering van de
Kennemer-duinen.
De' heer de Roos, die om enige
activiteit had gevraagd bij de
emigratiebevordering kreeg te ho
ren, dat Ged. Staten in navolging
van de Regering geen propaganda
willen voeren voor emigratie.
Daarom geeft de Regering ook
slechts voorlichting op dit gebied
pn Ged. Staten willen wel nagaan
of ook zij in deze richting nog
iets kunnen doen. Huiverig stond
de heer Prakken tegenover de
suggestie van de heer de Roos
om als b.v. een gemeentebestuur
in enig opzicht faalt, Ged. Staten
te doen ingrijpen, want daardoor
zou worden geraakt aan het heilig
huisje van de gemeentelijke auto
nomie. Wel kon de heer Prakken
zijn partijgenoot de Roos enigs
zins gerust stellen door te wijzen
op de ontwikkeling van het in
dustrieschap Zaanstreek, dat
door bemiddeling van Ged. Sta
ten tot stand was gekomen.
Ook in West-Friesland hebben
Ged. Staten hun best gedaan om
de industrialisatie te bevorderen.
Ook daar is nagegaan of een in
dustrieschap mogelijk is en ver
der hebben Ged. Staten een
bedrag van f 84.000 beschikbaar
gesteld voor een industrieterrein
in West-Friesland.
De vraagstukken waarmee Vo-
lendam en Marken hebben te
worstelen, te weten de bevorde
ring van het vreemdelingenver
keer, de overbevolking en de
industrialisatie hopen Ged. Sta
ten in nauwe samenwerking met
het Rijk op te lossen. Het wordt
door Ged. Staten betreurd, al
dus de heer Prakken, dat de Re
gering het gebied van Volendam
niet als een ontwikkelingebied
heeft willen beschouwen. Ged.
Advertentie
treden zowel vóór als na
het eten op. Overw.n Uw
soms iaien oude klachten
- met het nieuwe maagmidd -
I BICARPAN en U ben,„sp° t
dia vergeten, dat U
l maag hebt. BICARPAN bevat
3 alles wat nodig is om Uw
spijsvertering wee^normaal
(ouwehjvorm heelt dubbel
voordeel voor maagpa 1
ten. Vraag Uw gM».sxmd- J
delen-leverancier om ee b
uitvoerige beschrijving
MAAG-CACHETS "AKKER
smaakloos,
snel, zeker
van het bouwvolume een natio
nale zaak is, waarvoor de minis
ter een plan indient en ten twee
de omdat Ged. Staten hun best
hebben gedaan om zoveel moge
lijk bouwvolume te krijgen. Om
nu na de reeds plaats gehad
hebbende verdeling nog een mo
tie in te dienen zou een slag in
de lucht betekenen.
Ten aanzien van de vrees, die
de heer de Roos koestert tegen 't
door spr. gebruikte woord „ver
hindert" zei de heer Groen, dat
dit slechts een woordgebruik is
en dit woord behoeft daarom
niet in de zin van de heer de
Roos te worden uitgelegd. Onder
vooruitstrevendheid zeide de heer
Groen te verstaan een politiek,
die recht doet aan alle maat
schappelijke groeperingen. Ver
der was de heer Groen van oor
deel. dat waar in de Partij van de
Arbeid ook verschillende groe
peringen als middenstanders, ar
beiders en boeren worden ge
vonden, ook in deze partij zich
wel eens de moeilijkheden zullen
voordoen, die de heer de Roos
alleen maar bij de K.V.P. ziet.
Spr. blijft inmiddels van mening,
dat de Godserkenning het beste
bindmiddel js in een politieke
partij.
Over de watervoorziening van
Kennemerland zeide de heer
Groen nog, dat als er niet spoe
dig iets gebeurt, we het gevaar
lopen, dat de gronden in dit
gebied volkomen droog komen
te liggen. Na de verklaring van
gedeputeerde de Vries wilde spr.
over het rapport geen uitspraak
uitlokken, maar wel wil spr.,
dat als dit rapport versohenen
is en aanleiding geeft tot het
treffen van maatregelen, Ged.
Staten hieraan onmiddellijk uit
voering zullen geven.
De heer Schippers (K.V.P.)
zeide op zich sympathie te heb
ben voor de motie van de heer
Caron. Evenals de Regering tot
belastingverlaging is overgegaan,
is er voor de Provincie alle aan
leiding om een zekere belasting
verlaging toe te passen. Toch
heeft spr. een bezwaar tegen de
motie, n.l. dat deze op een mo
ment komt, waarop de situatie
nog onoverzichtelijk is. Het lijkt
spr. te getuigen van een voor
zichtig beleid als men zich niet
houdt aan de begrotingscijfers.
De post onvoorziene uitgaven zou
de verminderde inkomsten door
belastingverlaging ontstaan niet
opvangen. De heer Schippers
vond de motie dan ook momen
teel voorbarig en deelde namens
zijn fractie mede tegen te zullen
stemmen. Echter kon de heer
Schippers niet meegaan met de
opvatting, die door gedeputeer
de van der Donk te kennen was
gegeven, als zou verlaging van
de personele belasting de uitke
ring uit het Provinciefonds in ge
vaar brengen.
De heer de Roos (P.v.d.A.) be
gon zijn repliek met zich aan te
sluiten bij de woorden van hul
de, die de dag te voren door de
heer Caron waren geuit aan het
adres van de Commissaris der
Koningin. Spr. raadde vervolgens
de heer Caron aan zijn motie in
te trekken, omdat er nu nog te
veel onzekerheden bestaan over
de uitwerking van de fiscale
maatregelen, de personele belas
ting inbegrepen. Aan een uit
spraak als de heer Gortzak in zijn
motie wenst, heeft spr. geen en
kele behoefte.
De moeilijkheden, die de heer
Groen zag in de Partij van de
Arbeid, bestaan volgens spr. niet,
omdat zijn partij voorop een pro
gram-party is, terwijl de K.V.P.
in de eerste plaats wil zijn een
partij, waar alle katholieken in
Nederland zich bij dienen aan te
sluiten. Dit verschil zou, volgens
de heer de Roos, in de volgende
jaren nog wel eens blijken.
De weigering van subsidie door
Ged. Staten aan het proefbedrijf
in de Wogmeer werd nog eens
door de heer Blaauboer (V.V.D.)
ter sprake gebracht. Dit proef
bedrijf komt toch, zo zeide de
heer Blaauboer, maar spr. zou in
een provinciale subsidie een be
wijs van medeleven van de kant
van Ged. Staten hebben gezien.
Gedeputeerde van der Donk
(K.V.P.) wees op de beduidende
neergang in de batige saldi van
de begrotingen der provincie en
spr. ontraadde daarom sterk de
aanneming van de motie van de
heer Caron. Spr. bracht tenslotte
hulde aan de ambtenaren van de
provincie, die door hun bekwaam
heid en toewijding een grote
steun zijn voor Ged. Staten. Ge
deputeerde de Vries zegde de
heer Groen toe, dat zodra het
door hem bedoelde rapport was
verschenen het door de Staten
zal worden behandeld. Mej. Rib-
bius Peletier deelde in verband
met de motie-Gortzak mede, dat
Ged. Staten natuurlijk niet van
plan zijn rustig te blijven zitten.
Het College zal steeds bij de mi
nister blijven aandringen om
meer bouwvolume. Aan de motie
is geen behoefte en spr. meent,
dat deze ook geen indruk zal ma
ken op de minister. Spr. was
verder van oordeel, dat de in
houd van de motie minder bete
kent dan hetgeen door Ged. Sta
ten voortdurend voor de woning
bouw is en wordt gedaan.
Moties verworpen
De motie-Gortzak kwam ver
volgens in stemming en werd ver
worpen met 46 tegen 11 stem
men (alleen de C.P.N. was voor).
De motie-Caron kreeg alleen de
stemmen van de V.V.D. en de
C.P.N., tezamen 17 stemmen
voor en 39 tegen.
Bij de behandeling van de be
grotingshoofdstukken besprak
mevr. Luyckx (K.V.P.) het vor-
mings- en ontwikkelingswerk,
voornamelijk onder de fabrieks
meisjes. Voor ons, aldus spr., is
de subsidie aan de lage kant en
daarom drong zij aan op groter
bijdragen, indien de middelen dit
toe zouden laten.
De heer de Roos (P.v.d.A.)
bracht het Provinciaal Fhilhar-
monisch Orkest ter sprake en be
toogde, dat de moeilijkheden nog
niet zijn geweken. Spr. vroeg of
ook de orkestleden aanspraak
konden maken op de vijf procent
loonsverhoging en spr. stelde ook
de vraag, wat er is gedaan voor
de pensioenregeling.
Gedeputeerde Bouwman (KVP)
zeide hierop, dat de pensioenre
geling allereerst de aandacht
dient te hebben van het bestuur
van de Stichting. Blijven de fi
nanciële resultaten ten achter
dan kan het bestuur zich wenden
tot Ged. Staten, die zich dan na
der zullen beraden. De salarissen
van de orkestleden zijn nog in
bespreking ten departemente, ter
wijl besprekingen met de Pen
sioenraad in vergevorderd sta
dium verkeren. Op een vraag
van de heer Gortzak betoogde
spr. nog, dat Ged. Staten hun
standpunt moeten handhaven,
dat de krachten, die uit de pro
vincie komen, georiënteerd die
nen te blijven op de Ned. Opera,
al heeft men waardering voor de
Utrechtse Opera. Mevr. Luyokx
kreeg nog te horen, dat het werk
onder de fabrieksmeisjes de aan
dacht zal blijven houden van
Ged. Staten.
Ook vandaag gaan de debatten
verder.
(Van onze verslaggever)
ALKMAAR In gezamenlijk overleg organiseerden de Nederlandse
Pluimvee Federatie te Arnhem en de Stichting voor de Landbouw
in Noord-Holland een pluimveedag in 't Gulden Vlies te Alkmaar.
In de morgenuren hield Ir. K. Bos, voederexpert van het Instituut
voor Moderne Veevoeding „De Schothorst" een interessante voor
dracht over het onderwerp „De voor- en nadelen van vroegbroed-
kuikens op de boerderij", terwijl Ir. A. W. Huidekoper, secretaris
van de N.P.F. 's middags een lezing hield over „De algemene aspecten
van de Nederlandse Pluimveehouderij", waarbij hij vooral de export
in het licht van een te verwachten concurrentie stelde.
Ir Huidekoper begon zijn in
leiding met vast te stellen, dat
Nederland dit jaar door een uit
voer van 1640 millioen eieren, d.i.
300 millioen meer dan vorig jaar,
aan de top is gekomen van de
eierenuitvoerende landen. Dene
marken, dat tot nog toe de groot
ste uitvoer bereikte, is achteruit
gedrongen. De beste afnemer van
Nederlandse eieren is Duitsland,
dat ruim tachtig procent van de
totale uitvoer voor zijn rekening
nam. Engeland, met Duitsland
de grootste importeur, drijft op
dit gebied hoofdzakelijk handel
met Denemarken.
De vrijheid die in 1953 voor
het eerst gegeven is in de kui-
kenbroei, heeft tot gevolg gehad,
Adverentle)
dat in het bijzonder in de tweede
helft van het jaar een belangrijke
stijging van de uitvoer heeft
plaats gevonden. Ons land heeft
echter geen ei in Engeland kun
nen afzetten. Voor de oorlog lag
de situatie anders. Engeland en
Duitsland waren toen goede klan
ten van Nederland, maar na de
oorlog heeft de toestand zich zo
danig gewijzigd, dat Engeland
voor eierexport als verloren kon
worden beschouwd. Onze export
heeft zich voornamelijk op Duits
land geconcentreerd. In dit ver
band moet vooral de vrijheid die
bestaat in de handel met onze
Oosterburen, een beslissende rol
worden toegekend. Contigente-
ring of andere handelsbeperkin
gen hebben zich vrijwel nimmer
voorgedaan en de invoerrechten
zijn dermate klein, dat de handel
hierin zeker geen belemmering
kan vinden. Het feit, dat de
meest eierenproducerende pro
vincies dicht bij de Duitse grens
gelegen zijn, is eveneens van in
vloed geweest.
Hoe is de toekomst?
Het staat echter te bezien of
de volgende jaren even gunstig
zullen verlopen als de laatste tijd
het geval is geweest. De waarde
voor de Nederlandse pluimvee
houderij moet worden gezocht in
de afzet van de wintereieren, die
in het voorjaar geringe afzetmo
gelijkheden bieden, maar in het
najaar als gevolg van de ster
kere behoefte meer kunnen wor
den verkocht. Het buitenland is
zich bewust van de Nederlandse
productiemethode, maar zal deze
moeilijk kunnen overnemen, om
dat het fokken en houden van
pluimvee als het ware in de aard
en aanleg van een volk vervat
is. De mogelijkheid van concur
rentie door afkijken is evenwel
lang niet uitgesloten. De voort
gaande ontwikkeling van het
Deense productieproces moet een
aansporing zijn voor de Neder
landse pluimveehouders om de
winterleg, de hokkenbouw en de
bedrijfsvernieuwing te bevor
deren.
Wijziging Engelse
handelspolitiek
Nederland heeft slechts één
klant, evenals Denemarken. Per
1 April echter kan hierin veran
dering kom, omdat de Engelse re
gering voornemens is een diep
gaande wijziging aan te brengen
in haar handelspolitiek. De han
del zal dein in zijn geheel wor
den overgegeven aan particulieren,
waardoor de betekenis van het
voeren van handelsbesprekingen
tussen de verschillende regerin
gen onderling verloren zal gaan.
Het belangrijkste van deze wij
ziging is, dat het handelscontract
tussen Engeland en Denemarken
voortijdig onderbroken wordt en
dat ook Nederland kans krijgt
de export te richten op Engeland.
Het zal desondanks moeilijk
zijn Denemarken, dat van ouds
her nauwe banden onderhoudt
met de Engelsen, te verdrijven.
Uiteraard bestaat ook de moge
lijkheid, dat de strijd zich zal
toespitsen op de Duitse markt.
Deze verschuivingskans wettigt
dus wel een zekere voorzichtig
heid voor de toekomst, die onge
twijfeld veel gevaren met zich
mee brengt.
Binnenlandse consumptie
De binnenlandse consumptie is
verre van bevredigend. Neder
land gebruikt 110 eieren per
hoofd, wait veel minder is dan
de consumptie van de niet pro
ducerende landen.. Dat is even
zo het geval met het slachtpluim-
vee. Ir Huidekoper kon naar aan
leiding van de reis, die hij enke
le jaren geleden naar Amerika
maakte, opmerken, dat de hoe
veelheid slachtpluimvee in Ame
rika in de laatste 15 jaren ver-
vijftigvoudigd is. Over enkele
weken zal men een campagne
ontketenen ter bevordering van
de consumptie van eieren. De op
brengst van de eieren in 1952 be
droeg f 2.53 per kg, in '53 f 2.34.
de kosten van '52 waren f 2,32
tegen f 2 in '53. Men mag hieruit
concluderen, dat 1953 een beter
jaar was dan het voorgaande.
Uit de vergadering werd ten
slotte gevraagd of het mogelijk
is, dat de Nederlandse eierprijzen
lager komen te liggen dan de
Deense. Spr. kon hierop geen
antwoord geven, omdat volgens
hem geen vergelijking te trek
ken was tussen de kostprijzen op
internationaal niveau.
In de pauze was -in de gangen
van 't Gulden Vlies een kleine
tentoonstelling van pluimveebe
nodigdheden te bezichtigen.
Met ingang van gisteren zijn de
prijzen van koffie en thee ver
hoogd. Deze verhoging is een ge
volg van -de zeer sterk gestegen
prijzen voor beide artikelen op
de wereldmarkt. Koffiebranders
en theepakkers zagen zich daar
door voor de noodzakelijkheid ge
steld de detailprijzen te herzien.
Thee wordt per pakje van 100
gram 6 tot 8 cent duurder, koffie
per pakje van 250 gram 12 tot 14
cent duurder.
(Hoezeer de koffie geleidelijk
aan in prijs is gestegen blijkt als
men een vergelijking zoekt met
1938. Bij een Zaans ievensmidde-
lenbedrijf, dat veel koffie omzet
tegen concurrerende prijs, stegen
de vijf gangbare soorten per -250
gram resp. van f0.25 tot fl.82;
van f0.33 tot f 1.96; van f 0.38 tot
f2.10; van f 0.40 tot f2.32 en van
f 0.45 tot f2.60).
(Ingezonden
1.
Twee berichten van geheel tegengestelde strekking in het
Noordhollands Dagblad vormen aanleiding en grond voor ons
om naar de pen te grijpen en te schrijven over het lief en leed
van de ruilverkaveling. Vrijdag 7 November 1952 kwam in 't
N.H.D. liet bericht voor: „Westwouder polder niet verkaveld.
„Wantrouwen jegens overheid gaf de doorslag. Akersloot.
„Witte schuimkoppen stonden op het Alkmaarder Meer toen
„een vijf en dertig boeren, ingezetenen van de Westwouder-
polder zich in de ochtenduren van Donderdag door de storm
achtige westenwind heenworstelden naar Het Eiland, om daar
„in het rokerige zaaltje van het enig cafeetje de stemmings-
„vergadering te houden over de ruilverkaveling van de West-
„wouderpolder".
Het polderbestuur zelf had.
ruilverkaveling aangevraagd. De
heer B. de Vries, lid van Gede
puteerde Staten ,die als voor
zitter van de vergadering optrad,
prees de ruilverkaveling als een
maatregel van de overheid, al
leen in het belang van de be
trokken land- en tuinbouwers.
De overheid verdient er geen
cent aan, integendeel. De plaatse
lijke commissie behandelt de ge
hele zaak en de heer de Vries
vond het een schande, dat men
niet voldoende vertrouwen had
in de overheid; want het wan
trouwen tegenover de overheid,
dat de tegenstemmers als motief
aanvoerden, sloeg op de eigen
mensen in de plaatselijke com
missie terug. „Zijn er dan geen
drie mensen onder U te vinden"
aldus de heer de Vries, „die uw
aller vertrouwen hebben?"
In deze mineurstemming werd
de ruilverkaveling afgestemd.
De heer de Vries zag zijn ver
trouwen in de plaatselijke com
missie blijkbaar niet gedeeld door
de eigenaren en met bitterheid
in het hart vertrok hij weer naar
Haarlem.
Eigenlijk hadden we toen reeds
in de pen willen klimmen om de
heer de Vries uit te nodigen eens
met ons door te dringen onder de
oppervlakte en de zaak eens van
de andere zijde te willen bezien,
vooral voor* zoverre betrett de
samenstelling der Plaatselijke
Commissies
Maar in de veronderstelling
vervallende, dat de belangstel
ling voor het onderwerp niet
rust en inactiviteit. Het moet
echter wel duidelijk zijn voor
iedereen, dat de debacle van
Akersloot een diepere onder
grond heeft en teruggebracht
moet worden tot het leed der
ruilverkaveling.
Het lief der ruilverkaveling
sprak echter wel zeer sterk en
duidelijk uit een artikel in het
Noord-Hollands Dagblad van Za
terdag 28 November 1953: „Ruil
verkaveling in de Kop van
Noord-Holland. Tevreden Waar
land aanwijzing voor polder Ur-
sem?".
In scherpe lijnen en met zeer
groot enthousiasme worden de
voordelen van de ruilverkaveling
in dat artikel beschreven;
„Er zijn landeigenaren, die hun
grondbezit verspreid hebben lig
gen over een grote oppervlakte,
in het geheel niet aaneengeslo
ten, doch in de vorm van: een
stukje hier, een perceeltje daar,
een hoekje aansluitend aan het
terrein van een ander, enz."
Het bewerken van de landen
kost meer tijd en geld dan bij
aaneengesloten ligging en econo
mischer en vruchtbare bewerking
is niet mogelijk. Vandaar is ont
staan de gedachte en de practijk
der ruilverkaveling, die bewerk
stelligt, dat door een nieuwe
landindeling de boer, bouwer of
tuinder zoveel mogelijk zijn
grondbezit in de onmiddellijke
omgeving van zijn bedrijf krijgt;
tevens wordt de mogelijkheid
geschapen de producten goed te
groot zou zijn, vervielen we tot kunnen afvoeren doordat, zono
dig, nieuwe wegen en sloten
worden aangelegd.
Zo heeft dan ook de ruilver
kaveling in het Waarland haar
wonderen verricht. De Waarland
en Slootgaard-polder was een
vaarpolder met veel vaar
waters .die op een bepaalde
diepte moesten worden gehou
den; tengevolge van dichtgroeien
en verwaarlozing van die sloten
moest het waterpeil steeds maar
opgevoerd worden; dit werd een
probleem; en daarbij kwam ook
de verspreide ligging, die alles
zo duur maakte.
Maar toen kwam in overleg en
samenwerking de ruilverkaveling
tot stand en werd de polder van
vaar- tot r ij p o 1 d e r.
Plaatselijke Commissie, Cul
tuur Technische Dienst en de
Heide-Mij. bereikten prachtige
resultaten. Er was grote tevre
denheid en dankbaarheid en men
wenste dat men er dertig jaar
eerder een aanvang mee had ge
maakt. De voordelen, die hier
opgenoemd worden zijn te be
langrijk dan dat ze niet nog eens
moeten vermeld worden:
betere perceelsafstand en be
reikbaarheid, een betere perceels-
vorm en grootte, de bodemver
betering en de herontginning,
betere afwatering en drainage,
het opruimen van overbodige
sloten, vaarten, greppels enz., de
invloed op het grasbestand door
de verbeterde perceelsvorm, toe
name van het aantal bewerkin
gen op het gewas, waardoor be
ter gewas, tengevolge van de lig-
ling dichter bij de boerderij;
voorzichtig rekenend komt men
zo tot een totaal geldelijk voor
deel van f 150— per jaar per
h.a.
Tegenover die voordelen staan
natuurlijk de kosten van de ruil
verkaveling, die omgezet worden
in een ruilverkavelingsrente, kos
ten van drainage etc. Maar de
voordelen winnen het ver; meer
product tegen minder kosten per
eenheid, toename van schoolbe
zoek aan tuinbouwcursussen. Het
spectaculairste voorbeeld van de
nieuwe verbeterde toestand vor
men echter de nieuwe bedrijfs
gebouwen, die in de polder als
paddestoelen uit de grond rijzen.
En zo wordt dan het oog ge
richt op de polder Ursem, die
ook een vaarpolder is; ook daar
groeien de sloten dicht en moet
het waterpeil steeds meer opge
voerd worden Geen wonder, dat
men ook daar 'is gaan denken aan
ruilverkaveling en dat de Cul
tuurtechnische Dienst begonnen
is voorlichting te geven.
Het spreekt vanzelf ,dat deze
enthousiaste beschrijving ook ons
getroffen en gegrepen heeft. Zij
staat wel in schril contrast met
de deblacle van Akersloot.
En zo wierp dus het N.H.D.
•nn 7 Nov. 1952 een ogenblik
licht op de schaduwzijde, ter
wijl het artikel van 28 Nov. 1953
zich uitsluitend bemoeide met de
lichtzijde.
De verleiding is groot om uit
sluitend het spectaculaire, de
zonnezijde te bespreken en te
zwijgen over het 'leed der ruil
verkaveling in de practijk, de
schaduwzijde. Toch schijnt ons
dit niet in het algemeen belang.
Uit het bericht uit Akersloot
spreken tussen de regels door
te ernstige waarschuwingen dan
dat er geen aandacht aan moet
worden geschonken. De ruil
verkaveling in haar doelstellin
gen en opzet is een schone edel
steen met vele facetten, vele
slijpvlakken.
Een drietal facetten zullen we
daarom bespreken, omdat het
algemeen belang met zich mede
brengt, dat men te gelegener-
tijd de vingers moet leggen op
wondeplekken om een gezond
lichaam te behouden en het
lichaam te genezen.
We kunnen dus niet voldoende
de nadruk er op leggen, dat ons
uitgangspunt is, dat de ruilver
kaveling een edelsteen is aan de
kroon van de koningin van het
platteland, de landbouw.
Ons stelsel van vererving
heeft versnippering van de bo
dem met zich medegebracht.
Perceelsgewijze ontginning en
koop brachten ook met zich mede
dat boeren en tuinders akkers
verkregen, die gescheiden lagen
van hun boerderij of behuizing.
We mogen voor- de nadelen
van de slechte verkaveling en
de voordelen der ruilverkaveling
verwijzen naar het werkje van
ir L. H. Bouwman l.i. „Ruilver
kaveling", uitgegeven door de
Boeren- en Tuindersbibliotheek
en te verkrijgen bij de Uitgeverij
St. - Gregorius, Utrecht. Veel
tijdverlies en nodeloze kosten,
moeilijkheden bij het gebruik
van machines, landverlies door
sloten, greppels en andere af
scheidingen, verkeerde bestem
ming van gronden, verkeerde
toepassing van landbouwmetho
den, grensgeschillen en onvol
doende waterbeheersing worden
er als de belangrijkste nadelen
beschreven. De omvang van de
versnippering is onrustbarend.,
Uit een onderzoek van het Land
bouw Economisch Instituut bleek
zelfs, dat de versnippering in
sommige delen van Limburg zo
erg is, dat rendabele exploitatie
van de kleine stukjes land on
mogelijk is geworden.
Zo rijst dan wel de ruilverka
veling op als een voor de land
bouw en het land nuttige en
noodzakelijke maatregel. Zij
voegt de verspreidgelegen per
celen samen tot grotere kavels
met een goede verhouding van
lengte en breedte. Bovendien
wordt gezorgd voor het aanleg
gen van een juist stelsel van
wegen en waterlopen, zodat
iedere kavel uitweg heeft op een
weg en een goede afwatering
bezit.
Zo kan de landbouwproductie
sterk worden verhoogd, de pro
ductiekosten verlaagd en het
aantal bestaansmogelijkheden
voor de jonge boeren worden
uitgebreid.
De voordelen zijn dus enorm
en nadelen behoeven er niet te
zijn, als de wettelijke bepalingen,
die de ruilverkaveling regelen,
goed zijn en die wettelijke be
palingen in de practijk goed wor
den uitgevoerd. En over deze
laatste punten voelen we ons
gedrongen iets te zeggen.
Een eerste facet is gelegen in
de waardering en toepassing
van een wettelijke bepaling zo
als de Ruilverkavelingswet die
van oudsher bevatte. Deze luid
de als volgt; „1. Voor zover het
belang der ruilverkaveling zich
hiertegen niet verzet, wordt aan
iedere eigenaar onroerend goed
toebedeeld van gelijke hoedanig
heid en gebruiksbestemming als,
en bij voorkeur geheel of ge
deeltelijk bestaande uit, het on
roerend goed, dat voor hem in
de ruilverkaveling is opgeno
men.
2. Tegen de wil van de eige
naar mag van deze regel niet
dermate worden afgeweken, dat
dientengevolge ingrijpende ver
andering in de aard van zijn be
drijf noodzakelijk wordt."
Om de betekenis van deze re
gelen voor de eigenaar te besef
fen, moeten we haar in iets rui
mer verband zien.
Afgezien van alle grote voor
delen, die verbonden zijn aan de
ruilverkaveling, en die we hier
boven aangestreept hebben, zit
er ook één belangrijk nadeel
aan verbonden en dat is:
dat ruilverkaveling onteigening
kan betekenen voor iemand, die
tegen de ruilverkaveling was.
Voor het aannemen van het
besluit tot ruilverkaveling wordt
vereist de toestemming ofwel
van de meerderheid der eigena
ren, ofwel van een aantal eige
naren, die tezamen meer dan de
helft van de grond in eigendom
hebben. Als het besluit tot ruil
verkaveling niet is aangenomen,
maar wel de helft van een der
zojuist genoemde meerderheden
is bereikt, en het algemeen be
lang de totstandkoming der
ruilverkaveling bevordert, dan
kan de Minister op voorstel van
de centrale commissie bepalen,
dat de ruilverkaveling toch zal
worden uitgevoerd, evenals of
het besluit daartoe ware aange
nomen. Uit deze regelen voor de
aanname van een besluit tot
ruilverkaveling volgt dus, dat
ruilverkaveling tegen de zin van
eigenaar kan worden doorge
voerd, vooral als de ambtenaren
in die richting sturen.
Dit komt dus praetisch neer
op onteigening. Nu is dat op
zich zelf nog niet zo erg, omdat
toch de eigenaar er weer ander
land voor in de plaats krijgt en
als dat nu maar niet veel min
der in grootte en hoedanigheid
is, dan moeten de voordelen van
de ruilverkaveling voorgaan, zo
als iedereen zal beamen.
En zó is er dan toch ook weer
geen onteigening.
Maar men moet een boer niet
aan zijn bedrijf komen!
De ervaringsregel luidt eigen
lijk ruimer: „Men moet een boer
niet aan zijn land en niet aan
zijn bedrijf komen." Wat het
land betreft, zagen we, dat hij
er ander land voor in de plaats
krijgt. Maar open blijft nog de
regel, dat men niet aan zijn be
drijf moet komen. Men onder
schatte dit niet. Zelfs het afstand
doen van zijn land, al ligt dit
nog zo verspreid en oneconomisch
is voor een boer geen aangena
me gedachte. De moderne tijd
met haar antipathie tegen het
particuliere bezit veroordele
deze afwijzende gedachte niet
te spoedig! Eiegen bezit en de
gedachte daaraan vloeien voort
uit het oerinstinct van de mens,
vormen een gezonde en nodige
prikkel tot arbeid en vormen
tevens de grondslag voor maat
schappij en samenleving. De te
genwoordige tijd denkt daar
veel gemakkelijker over, maar
ziet zich zo nu en dan toch
reeds op haar vingers getikt op
dit punt.
Ziet b.v. eens naar Rusland.
Vóór 1917 was de grond in han
den van de groot-grondbezitters
en de Russische boer had slechts
zijn bedrijf of bedrijfje. Of de
revolutie van 1917 de boer land
in eigendom gegeven heeft, is
niet recht duidelijk, maar wel
staat vast, dat de ambtenaren
sindsdien zich bemoeid hebben
met zijn bedrijf en in 1953 is
eindelijk van regeringszijde de
erkenning gekomen, dat de
landbouwproductie, vergeleken
bij vroeger, erg is achteruitge
gaan.
Alkmaar.
ir mr N. J. van Leeuwen