de grens der
HERINNERINGEN
u
w
N
VAN
ZANDLOOPER
TOT ZAKAGENDA
DE JEUGD VAN NEDERLAND
NIEUW NOORDHOLLANDSCH DAGBLAD
MAANDAG 31 DECEMBER 1945
II
Tot de jeugd van alle landen
R
I I KENT DAT WEL, lezer, zoo'n
gezellig zitje in een rustiek
cafétje, waar de kleine glaasjes
flonkeren en waar de gouden
gloed van een zachte wijn de on
eindigheid van de luchten weer
kaatst.
Of een stil hoekje bij den haard
och, gooi er maar een schepje
op, over 'n paar dagen krijgen we
toch weer een brandstofbon
waar je zoo zalig bij kunt zitten,
al of niet met je beenen op tafel.
En dan?
Dan ja, ga je praten en vanzelf
komen dan de herinneringen,
want zonder die herinneringen
stokt het gesprek heel gauw en
gaat 't onderonsje als een nacht
kaars uit. En dan kijk je elkaar
aan en zegt: „Weet je dat nog, en
dat, en dat?"
Zoo komen we dan op de grens
der herinneringen, die er vele
zijn, voor ieder verschillend,
maar voor ieder boeiend en inte
ressant.
Ach, wü krantenmenschen zit
ten midden in de groote drukte
van het voorbijvliegende leven
en onze tijd is zoo druk bezet met
alle mogelijke groote en kleine
kwesties, dat die grens ver weg
aan den horizon nog niet wordt
ontmoet.
Altijd maar op jacht naar
nieuws en zich hechtend als een
inktvisch met zooveel vangarmen
aan alles, waar wat in zit.
Heel interessant, inderdaad!
Je krijgt een seintje: vier hui
zen ingestort en snuivend als een
hond naar buit, ben je al weg en
ziet puin, puin en nog eens puin.
Gebroken ruiten, fladderende
lordijnen, kapotte stoelen en ta-
Jels. Met het risico een halve
muur op je te krijgen kom je
dichterbij en gaat zoo'n beetje
naar binnen en ziet.... 'n hoop.
lojnpen in een bedstee en 'n meu
bel, dat op een bed lijkt enz.
Ook dat zien we, lezer. En dan
sta je stil en je denkt. Denkt aan
je eigen genoegelijkheden en
vergelijkt. Had zooiets niet kun
nen worden voorkomen door al
die hulpcolonnes met hun mooie
namen en afkortingen?
Och, er .is zooveel te doen en
er is zooveel gebeurd.
Ja, herinneringen zijn er vele.
Neem maar die voorbije jaren,
wat zijn die niet zwaar geweest!
En toch!
Mooj en grootgch in alles en
in allen. Menschen uit wier li
chamen de roode roos van het
heldendom opbloeide en wier
levenseinde de overwinning was
over het kwade.
En toch. Levens werden gebro
ken in hun groei en hun rijpheid,
daden, die zelfs dqgr een proces
van Neurenberg niet kunnen
worden vergolden. Erger nog,
zielen werden bevuild als een
vlammende papaver door een
bende ongekende booswichten,
voor wie de grootste molensteen
niet groot genoeg was en is.
Je maakt weer zooveel mee,
als je even rust op die grens,
waar herinneringen bloeien.
Menschen, die het idealisme
van een goede wereld willen uit.
dragen en doorgeven overal heen
Die met een bijna wanhopigen
moed vechten om het laten
we oprecht zijn, want het is
bijna twaalf uur, Nieuwjaar!
oriwezeplijke waar te maken.
En aan den anderen kant, zij,
die tevreden zijn, met het pas
opgebouwde weer af te breken.
Want nieuwtjes vertellen is zoo
gezellig by een weer echt kopje
thee, of bij 't glaasje van je klein
rantsoentje oude klare.
„Is het allemaal waar?" „Na-
"ijk, we v(
met wat.'
En weer zal ergens een mensch
die goed wil, teleurgesteld zijn in
zy'n medemensch, omdat die ver
keerd begrijpt of wil begrijpen.
Maar dat is immers voorbij?
Vanzelfsprekend, we gaan nu
den vrede winnen! Als dat waar
is, feliciteer ik u en ruil m'ri pen
voor 'n gemakkelijke fauteuil,
want dan wordt de wereld vol
maakt. Maar onder ons gezegd,
geloof ik 't nog niet.
Toe, neem nog 'n slokje thee!
U nog 'n glaasje?
tuur lijk, we vertellen toch zoo
maar nie
Maar goed en wel. Er was eens
een tijd, dat er pracht-idealen
waren. Dat is zoo om-ende-om
'n jaar geleden. Toen werden er
grootsche dingen bespfoken niet
alleen, maar uitgevoerd. Mis
schien herinnert u zich dien blee_
ken jongen tusschen een paar
S.D.-ers. hij was erg wit en had
toch een.dappere lach. Want hij
zag in de wazige verte een_stra-
lend Nederland en hij hoorde
verwijderd klokgebeier. Herin
nert zich die moeder, die des
morgens 5 uur opstnd, om wat
melk en wat eten te halen en die
voor de rest van den dag werkte
als een sloof op 'n sneetje brood
en wat aardappelsoep?
Herinnert u zich al 't goede
en al 't slechte?
Soms is het uurtje rust op de
grens der herinneringen pijnlijk.
Maar dat geeft, toch niet, wan
neer we onder elkaar zijn.
Nu de klok naar twaalven
loopt, moeten we eerlijk en zui
ver het nieuwe jaar in, dan maar
wat minder gesprekken op het
theekransje of bovenbuurtje of
weet ik wat voor sportvereeni-
g E§i dan die goeie oude ge
woonte: wanneer we straks, als
de klok slaat, de sirenes loeien
en de knalbussen lawaaien, met
de glaasjes klinken, of met een
stille handdruk of een belofte-
kus, misschien met een dapper
weggeslikte traan elkaar veel
zegen hebben toegewenscht, la
ten we dan evgn onze knie bui
gen en heel eventjes maar bid
den voor allen, die inhet ver
leden op de grens der eeuwig
heid stonden, voor de bedroefden
en vertwijfelden, maar ook voor
hen die achter hun lach een we
reld van verdriet verbergen.
Wij gaan den vrede winnen,
om ons grootsch verleden.
Zalig Nieuwjaar
T. v. d. H.
|NE DAGEN, dat men het ver-
strijken van de uren aan den
zandlooper moest aflezen of de
gestalte van de maan waarnam
om te zien, hoe ver wij met het
jaar gevorderd waren een be
grip, dat men toen nauwelijks
kende liggen in een ver ver
leden. Geduldig en moeizaam
ging de mensch zijn tocht door
het leven, zekerheid als hij had,
dat hij zijn eindbestemming toch
wel zou vinden. Nu is de tijd in
vakjes keurig voor ons ingedeeld
en wij behoeven maar tabellen te
raadplegen, die rondom ons in de
huiskamer, op kantoor of waar
dan ook hangen en die wij in mi
niatuur-vorm op zak dragen, om
te weten, welke datum het is.
Niet, dat wij die zekerheid van
ons doel te zullen bereiken, mis
sen, maar wij hebben nu eenmaal
gevoel voor metrum en moeten
precies kunnen zeggen, nog zoo
veel streepjes en (Jan zijn wij er,
met andere woorden, nog zooveel
dagen en maanden of wanneer
het om projectie in het verleden
gaat, het duurde zooveel maan
den en zooveel dagen, hij was
precies zoo en zoo oud.
De ontwikkeling van den
mensch in het algemeen, gepaard
later met de voortschrijding der
teehniek, hebben, de. interesse
voor den kalender doen toene
men, waar in vroeger tijden al
leen sterrenwichelaars en astro
nomen zich met de tijdsindeeling
bezig hielden. Met dit al is de
aarde geen kilometer sneller gaan
draaien en het heeft heel wat
voeten in de aarde gehad, eer
men haar tempo had geregi
streerd. En nog is men er niet in
geslaagd een volkomen juiste
tijdrekening te geven, want
eenig verschil, hoe minimaal
ook, blijft er steeds tusschen de
jaren bestaan.
Copernicus had het jaar bere
kend op een duur van 31.556.951
seconden, terwijl de meeste ster
renwachten in onze dagen zich
houden aan de berekening van
Le Vervier, die op 31.556.437 sec.
kwam. Bij het vaststellen van het
jaar op een bepaald aantal heele
dagen, deed zich de groote moei
lijkheid voor, hoe men dit zoo
nauwkeurig mogelijk kon doen.
Het ging er immers om een
practische indeeling te verkrij
gen en dan mocht men niet met
kleine onderdeelen gaan werken.
Vandaar, dat wij om de vier
jaar een schrikkeljaar kennen om
Op Nieuwjaarsdag zal door de
Nederlands che Jeugdgemeen
schap, op initiatief van de Ver-
eeniging voor Internationaal
Jeugdverkeer een korte bood
schap in verschillende talen
worden uitgezonden, een getui
genis van haar hpsef van ver
bondenheid met en van haar
berei'dhejd tot samenwerking
met alle jongeren die van goe
den wille zijn
De tekst dezer Nieuwjaars
boodschap luidt:
Voor het eerst na vijf jaren
bezetting treden wij, jeugd van
Nederland, een nieuw jaar in
vrijheid binnen.
Door de energie en den moed
van de soldaten der vereenigde
naties zijn wij bevrijd, er is
weer toekomst voor ons.
Zonder hulp van buiten zou
den wij nooit onder de tyrannie
zijn uitgekomen Op zichzelf
was ons verzet ontoereikend,
ook al stierven duizenden onzer
door concentratiekamp, arbeids-
slavernij en executie. Wij dan
ken daarom de jeugd van alle
landen voor de daden harer so
lidariteit, die ons de vrijheid
brachten en gedenken in eer
bied al onze broeders, die ook
voor onze bevrijding hun leven
gaven.
Laat ons deze solidariteit om
derwille van de eerste mensdhe-
lijke waarden vasthouden en
trouw blijven Holland is sinds
eeuwen het land van vrede en
sainenwerkingen, binnen zijn
grenzen staat het Vredespaleis,
in de wereldgeschiedenis het
eerste gebouw ten diepste der
internationale rechtsorde. Thans
staan wij, jeugd der wereld. aan
het einde van den vreeselijkste
aller oorlogen. Een herhaling
zou met de nieuwe oorlogsmid
delen de levenstoekomst voor
ons allen wegwissehen.
Daarom roepen wij, jeugd van
het kleine Nederland, bij den
aanvang van het eerste vredes
jaar de jeugd der geheele wereld
op tot internationale solidariteit
tóf den vastberaden wil door ge.
loof, overleg en goede trouw
den wereldvrede te bewaren en
tot dé uiterste krachtsinspan
ning om de toekomst der
menschheid te redden.
Nieuwjaar 1946.
de verschillen tenminste eenigs-
zins te compenseeren, waarmee
evenwel nog geen zuivere oplos
sing verkregen is, daar het jaar
immers niet precies 365 dagen
en 6 uren heeft.
Het christendom heeft een
grooten invloed gehad op de
ontwikkeling van den kalender,
allereerst door de herdenkingen,
die door de eerste christenen
werden ingevoerd van bepaalde
feiten, waardooor het leven njpt
langer een leegte was. Zij zagen
meer zin in de opeenvolging der
seizoenen dan alleen een uiter
lijke gedaantewisseling van de
natuur. Een groote overwinning
voor het christendom was voorts,
dat als uitgangspunt voor de
tijdrekening, waarbij men het er
wel over eens was, dat dit een
belangrijk historisch gebeuren
moest zijn, de geboorte van
Christus gekozen werd. Eerst
voor het geheele Westen en later
voor heel de wereld. Wel heeft
men meerdere malen onder hei-
densche invloeden getrapht, hier
in verandering te brengen, men
denke aan de Fransche revolutie,
toen men met het uitroeien van
de republiek een geheele nieuwe
tijdsperiode wilde inluiden en
ook een machtswellusteling uit
onze dagen, wiens naam wij niet
eens behoeven te noemen, meen
de, dat eerst met de stichting van
het Derde Rijk de wereld een
aanvang narp, maar verder dan
een pogen is men toch niet ge
komen.
Algemeen wordt aangenomen,
dat in de zevende eeuw de Juli-
aansche tijdrekening algemeen
was ingevoerd. De christelijke
feestdagen waren daarin de
voornaamste rustpunten, waar
van wij trouwens in onzen tijd,
vooral in de boerenstreken, een
en ander bewaard vinden in de
beteekenis, die aan bepaalde hei
ligen wordt toegekend, als data,
waarop speciale gebeurtenissen
plaats vinden, b.v. verpachtingen,
het huren vah personeel e.d. Ook
de „ijsheiligen" herinneren hier
aan.
Kenden onze voorouders in de
middeleeuwen dus een tijdreke
ning, onze wandkalender of zak
agenda was hun nog vreemd.
Wel gaven zij van den kalender
een uitbeelding in hun kathe
dralen door het weergeven van
teekens van den dierenriem.
Zulks trof men trouwens ook
reeds in de catacomben aan. Die
dierenriem is ontsproten aan de
fantasie van astronomen, die
bepaalde figuren, ontleend aan
natuurlijke wezens, ontwierpen
voor verschillende sterrenbeel
den en zekere constellaties van
de aarde en den dampkring met
teekens aanduidden.
De priesters kenden wel den
kalender van het kerkelijk jaar
in hun brevier. Het volk nam er
kennis van doordat veelal het
feest van een dag. op een bordje
werd geschreven, dat aan de
Paaschkaars werdgehangen.
Eerst in de tiende eeuw ont-
staat de kalender als een alge-
meene voorstelling.
Ook op zitplaatsen of in koor
banken werden wel kalenders
gesneden. Een afzonderlijk arti
kel ware te schrijven over de
uitvoering van den kalender
sinds de uitvinding van de boek^
drukkunst. In den loop der tijden
is de kalender meer en meer van
een nuttig drukwerk een product
van grafische kunst geworden
De laatste jaren zyn wij ook
op dit terrein van aljes verstoken
gebleven en ook nu ziet het van
wege de papierschaarschte er
niet naar uit, dat wij veel schoons
te zien zullen krijgen. Een ka
lender zullen \Vjj echter krijgen
en moge bij het verwijderen van
ieder kalenderblad telkens e'en
betere periode geopend worden,
zoodat wij aan het einde van 1946
kunnen zeggen: het begint nu
heusch te gloren, een nieuwe tijd
breekt baan.
Nederland is nu weer vrij,
't Was ip de Lente, in de Mei.
Op den schoonen vijfden dag,
Onvergetelijk Wie het zag.
Vijf jaar na de boevenstreek,-
De beklemming van ons week.
Nederlanders, wees nu wijs,
En waardeer den grooten prijs
Voor dit groote goed betaald
Splijtwvam niet weer ingehaald.
N.V.H. stuwt Volksherstel.
Nederland, beseft het wel.
Eensgezind dit werk gesteund,
Niet er tegenaan geleund.
Holland stoncj voor Brabant klaar,
Volle auto's kwamen daar
Noord hielp Zuid er prachtig door
En daar zijn wij dan ook voor
Noord en Zuid zijn samen één
Zoo komt 't Zuiden weer ter been.
Neurenberg, reuzenstad,
Die eens vol met speelgoed zat
Daarna bruine leidersoord.
Fuhrer had het hoogste woord.
Speelde er zijn abel spel,
Joeg de natie naar de hel.
Nazileiders, weer present,
Nu een groote circustent.
Comediespel, nog geen berouw,
Vergelding staat er in de kou.
Het Hof aanhoorde zeer geduldig,
Es ist nicht wqhr, ich bin unschuldig.
De Nazi-bons, hier braaf ontzien,
Hoort eens het onverbiddelijk I^jen.
Men roept het laatste nummer af,
De gravers delfden reeds het graf,
Het spel is uit, de kaart is vol
Het recht eischt op zijn hoogste tol.
Ondergrondsche alternatie,
Avonturen en sensatie.
Groote diensten aan de Natie,
Soms wat boter en een kaasie
Pasvervalschen, bonnen jatten,
Bonnensmokkel en patatten.
Distributie-overvallen,
Offers na S.D.'sche knallen.
Wij herdenken deze „perels"
Onder onze flinkste kerels.
Koene droppings zonder tal,
Wapensmokkel overal;
L. en O. en de K. P.
Deden dapper er aan mee.
Onderduiken, saboteeren,
Üandestien telefoneeren
Het was een jachtend, zwaar bestaan
In zoo'n ondergrondsche baan.
Alles is nu weer naar boven,
Komt gelouterd uit den oven,
Wij gaan nu weer aan den slag,
Doen geen ding meer dat niet mag,
Recht en orde op en top,
't Land moet er weer boven-op.
Prins-gezin weer in ons land.
JQrie Prinsesjes heel parmant
Stapten uit de vliegmachien
Margret nooit zoo iets gezien.
Was voor het eerst op eigen grond
Dartelde er wat in het rond.
Regelrecht uit Canada
In de auto van d'r Pa
Tfixie en Irene blij,
Met haar lammetje in de wei.
Drie Prinsesjes, rijk bezit
Hol'and zegen voor haar bidt.
P.O.D. een tooverwoord,
Veel gesmaad en vaak gehoord,
Glimlach soms ontsluit de poort,
Wel gepakt, maar niet verhoord.
Dikwijls onrust langs de straat,
Pod over de tongen gaat.
Niet de deksel opgelicht,
Dan soms „reuk" en vreemd gezicht.
Dikwijls volop willekeur,
Teutebellen en gezeur,
Alkmaar is wel fanatiek,
Pakt een heele boevenkliek;
Hoorn kan er ook mee door,
Daar komt geer» sensatie voor.
Wat ik lees is lang niet malsch,
Maar ook hier critiek soms valsch.
Wie 'stelt iedereen tevree?
Podverdikkie valt niet mee.
Onze Prins verdient een pluim,
Altijd in een goede iujm,
Opperleider bij B.S.
Die is nu weer op de flesch.
Bernhard nu alweer fungeert,
Legertraepen inspecteert.
Volop sjouwt hij in den lande,
Werk heeft hij genoeg oyi handen.
Vorstelijk voorbeeld van zijn plicht.
Straalt in Holland als een licht.
Q. komt hier niet aan de orde.
F h zouden qüesties worden.
Weet u, kwesties die smns branden,
'Blokzijl nam ze in zijlPhanden,
Allemaal nu uitgedoofd.
Niemand heeft hem ooit geloofd.
Menigeen hief boos zijn vuisten,
Leelijk brandde Max zijn knuisten.
Roosevelt kwam plots te sterven.
Wereld moest zijn arbeid derven.
Franklin, groote president,
Miste 's oorlogs heerjijk end.
Lpgde grondslag ^oor de zege.
Trad de zorgen moedig tegen.
Vriend van Holland onbevreesd,
Witte Huis was plots verweesd.
Groote slag voor U.S.A.
Zocht den vrede voor en na.
Zag den nazi-schenner dreigen
Wist de stokers wel te krijgen.
Bouwde grqpte strijdmacht op
En zat Hitier op zijn kop
Eeren wij den grooten strijder,
Moedig man en moedig lijder,
Deze man was waarlijk groot,
Wereld treurde bij zijn dood.
frisland zijn we veel verschuldigd,
Eens gevloekt, nu ruim gehuldigd.
Eerst met Nazi vriendschap sloot,
Toen getrouw tot in den dood.
Moskou, Lenin-Stéjlingrad.
Sovjejs wisten niet meer raad.
Eenmaal kwam de ommekeer.
Hitier zei: Ik distancieer.
Telkens nieuwe roode vendels,
Penetratie, vluchten, grendels.
Rus joeg Mof zijn steppen uit,
Polen was zijn eerste buit.
Danzig, Estland en Litauen,
Alles wil de Sovjet houden.
Finland krijgt een groote beurt.
Letland ook al hevig treurt.
Vreemde wijze van bevrijden!
Waarlijk niet om te benijden.
Moskou wint triomf en zege.
Niemand houdt de opmarsch tegen
Wat is 't ejnde van de reis?
Hooge, dure vredesprijs!
6
Razzia's wat droeve dagen!
Grüne ging op menschen jagen
Ronselaars en ook verraders.
Bange moeders, woeste vaders
Eindelooze vluchtpartijen,
Landwacht-geweldenarijen
Grijpen, schieten, menschenmoord
Ommen, Vught en Amersfoort.
Rookersvasten een tentatie.
Voor de helft van de natie
Man en vrouw in zak en asch
Toen er niet te rooken was.
Eigenteelt was opgebrand
Zwart was niet meer bij de hand.
Marathonloop ingezet,
Om de laatste sigaret.
Eerst nog Consi op een draf,
Toen Rhodesia voor straf.
Schermerhorn, reuzen-taak.
Regeeren is een groote zaak
Team van vijftien „zet zich in"
Moedig ey vereend v^n zin.
Oud K. P.'er aan het hoofd.
Mansholt wat te veel beloofd
Beel een beetje autocraat
(Las ik in de Kamerpraat)
Drees een beste ouwe taaie,
Weet zijn menschen wel te paaien.
Slimme Vos, patente vent,
Die zijn pappenheimers kent
Ringers bouwt op met beton,
(Niet verwarren met bonbon)
Van Schaik heeft de energie,
Nog niet geheel onder de knie.
Meynen heeft soldaten noodig,
Jammer nog niet overbodig.
Logemann zit in de knoop,
Indië ligt overhoop.
De Booij van scheepvaart en marine,
Is schepen kwijt en zoekt benzine.
Van Klef fens, vol van moed en dapper,
Hielp de Grooten graag wat krapper.
Vap Rooijen, zonder portefeuille,
Daarom is het nog geen luie.
Van der Leeuw, de vierde prof,
Is voor Onderwijs een bof.
Dertien zijn er nu geteld,
De twee andere zijn al vermeld.
Van gekanker en critiek
Wordt ons volk bijna ziek.
Kankerpitten, houdt den mond,
Dan de Natie weer gezond.
Stalingrad was ommekeer,
Stalin nu een groote heer.
S.O.S. de wereld bidt,-
S.S. noemt was zwart is wit
Sqjiakers schaken schielijk vqprt,
Euwe schaakt- met daad en woord
Sporen staakten eensgezind,
Staking nu een duivelskind.
Sqgienwerken weer parool
Sfachting maakte stichtend school
Stichten hier en stichten daar,
Spoortarief ontsticht ons zwaar
Treinen verder weer okee
Al valt reizen nog niet mee.
Nog maar sobertjes comfort
Ruiten met de wind er door
Houten ramen, nieuwe vondst,
Menigeen de wenkbrauw fronst.
Kaartje éérste houten bank s
Conducteur krijgt stank voor dank.
Truman op zijn hooge post,
Geeft zijn oogen goed de kost.
U.S.A. eerst bang om het hart,
Nu steelt Harry aller hart.
Aller oogen voor en na,
Kijken naar Amerika
Uncle Sam, versta de les,
Denk niet slechts aan bussiness.
Utrecht nest van nazi-droomen,
en van omgewaaide boomen
Residentie renegaat
Nu van Roomsch kardinalaat,
Mussert, beste ingenieur,
In de politiek een zeur,
Bruggenbouwer op los zand,
Kameraden geen verstand.
Nu sta^t iedereen perplex,
Roomsche Bisschop, Pontifex
Aarde aan den hemel bindt,
Vaste brug voor menschenkind.
Vrijheid is ons weer geschonken,
Vrede heeft ons toegelonken.
V-en een en V-en twee
Vielen donderend naar benee
Veel vernield en veel vergaan,
Vrienden op de rouwlijst staan.
Victoria klinkt nu overal
Vuurwerken en feestgeknal.
Verkeer nog even in de war,
t^roolijk en corrupt gesar.
Volksherstel wil wel wat veel,
Volk houdt graag zijn eigen deel.
Vijftig grammen echte thee,
Veertig plus deed ook weer mee.
Volop boter (yiargarine)
Vleesch weer beter dan de „bienen".
Voortaan niet meer vroeg naar bed,
Vliegerij is stopgezet.
Vijand stal ons kostbaar goed,
Velen vielen vroom en vroed.
Vrijheid werd in bloed gedoopt,
Vrede nog met vrees verhoopt.
Wageningen vluur en vlam
Tweemaal oorlog over kwam.
Hier in Mei de vree ontsproot,
Duitschland gaf zijn schande bloot.
Overgave werd gemeld,
Bernhard is er heengesneld,
In een Jeep of anderszins,
Nazi bopg voor onzen Prins.
Bernhard Lippe Biesterfeld,
Heeft de vrede hier hersteld.
Walcheren verloor zijn dijkqn
Anders wou de mof niet wijken.
Zeeland offert goed en bloed,
Nederland, besef dat goed.
Zeeland worstelt en komt boven,
Maar wij moeten hulp beioven.
Niet beloven maar ook doen,
Dat eischt nationaal fatsoen.
De land geworden Zuiderzee
Bracht ook haar groote offers mee.
Het was een droevig schendend stuk
Een jammer van een ongeluk.
Bij Wieringen de polder zonk,
En kolkend in de zee verdronk.
Huizen, kerken, boerderijen,
Moesten in den stroom verglijen.
Oogst en voedsel omgebracht,
Menschen v'uchten in den nacht.
Dat zat Hollands Glorie hoog,
Nu de polder alweer droog.
Dan de rare letter X
Die beteekent hiervoor niks.
IJssellinie hield zich goed
Nederlandsche heldenmoed.
Tweemaal hier de strijd ontbrand,
Moffen wachtten Engeland.
Groeven linies in het zand
Bouwden bunkers in een rand.
Pruisen waren akelig dom,
Monty kwam er achter om!
IJmuider sluizen bombardiert,
Vernieling alom welig tiert.
Hooge ovens in den brand,
Niks geen visch meer in het land.
Nu de sluis weer „heerlijk open"
Schepen k^men binnenloopen.
Amsterdam weer rijk voldaan
Visch komt weer bij vrachten aan.
O, die zwarte handelaren,
Zelfs op htm kerstkandelaren,
Was het licht nog zwart gekocht.
Gifhandel een kwaad gedrocht,
't Zwarte gif en het giftig zwart
Tasten het land diep in het hart.
Geen saneering zal hier baten,
Als groot en klein dit niet kan laten.
Zuivering, een misselijk teeken,
Willekeur en looze staken.
Knagen s-m ons volksbestaan.
Wat zondig begon, zal zondig vergaan.
Waarom hier niet ingegrepen?
Uitgezuiverd, u'tgeknepen?
Is menig zuiveringspotentaat,
Wel zelf zuiver op de graat?
Het oude jaar is heengegaan,
Van A tot Z, is Weer gedaan.
Het nieuwe jaar begint zijn baan
Laat ons de oude les verstaan.
Met dapper hoofd en christelijk hart,
Wordt welvaart en geluk ons part.
Ajax
De Volew.
HDVS
ADO
DOS
RFC
Emma
't Gooi
■-7SV
- Xerxes
EDO
De stan
npc
Feijenoord
VUC
Blauw Wit
Sparta
Haarlem
DWS
Stormvog.
Neptumis
HBS
DFC
De stan
Be Quick
Go Ahead
Quick
Ensch. Boy
Tubantia
nac
AGOVV
^ageningei
FEC
®e*acles
Enschede
In afde<
strijd
Nac
Longa
NOAiD
Jftllem H
Eindhoven
Bar. DLN
Helmond
RKSW
Slangen
HBC