Ck Sint Nicolaas in den Veiligheidsraad Nieuw Noor^Jhollandsch Dagblad Liedjes van verlangen Croote Drie deemoedig op de knieën .Tito qoof er $indoor." Js dof zoo nmecr de Voorzitter HLi?!' Waar ST ttico'aiS "zeiChurdv* Radio .We splitsen de dromer DINSDAG 3 DECEMBER 194G den van ieholpen. prees de nieuwe bijzon» iw uit te unwegen 'slink» komt belas» itg argu_ de eene »re hand nieuws inte op» :hoo£in_ |lastingen :ing voor iverigens pers_ .ieftinck immers tinimaal wat egen inksche" ten aan •elasiin» prijzen !en ver» tnt een verlan_ :elfde en sgen- aan igen ten .ieftinck ;n ander de be» herzien- de poli» >m\vegen m nood» 'g uit» >OOF riE -compe- 12 55.38 !7 55,67 !2 55,76 !0 34.45 19 55,21 18 45.70 28 47.22 25 42.01 25 39.80 20 35,91 17 22.50 b 36,01 12 34,95 27 37.61 24 37,26 22 34,58 P 31,82 t° 31,76 4 25,78 32 36,41 32 28,84 29 39,68 21 34,19 F6 29,64 16 22,74 8 30,65 34 42,33 33 34,90 33 30,75 30 41,93 22 26,46 Eo 27,04 breid in_ voorzitter dijk over Jjd AFC fuimte is in zijn lm wij 't len. Hij I: Bij een FC wordt gespeeld naar de heel niet spelen, psgevai. len hun I van hun Izijn, en alleen n ik nu annemen. iaar veel faan. it onvol, -aanhan. t hierbij wij toe. Koedij. hebben lend werd Dit was Koedy. be tegen, hen; ook (bedijkers Alkmaar dat deze poedigste Tijdens het ontzaggelijke ru moer dat in de vergadering van de Ycreenigde Volken was ontstaan bjj de debatten om de kwestie Triest, kwam de bode binnen met een ver zegelden brief. Hij overhan digde dien aan Manceilski, afgevaardigde van de Oekra ïne, die juist tot voorzitter was gekozen. Manoeïlski be keek den brief met een wan trouwig gezicht, bukte zicb om een presse-papier die door de zaal suisde te ontwijken en maakte toen de enveloppe open. Tijdens het lezen werd hij grauw van schrik en zijn gelaats- ui.Jiukk.ng was zoo angstaanja gend dat het kabaal in de zittings zaal verstomde en alle afgevaar digden onder doodsche stilte naar hun voorzitter staarden. Manoeïl ski stak den brief omhoog en riep met schorre stem: „Mijne Heeren, wat ik heb gevreesd gaat gebeu ren; Sint Nicolaas komt op be zoek!" Do uitwerking van deze woorden was verrassend. Ver schillende "afgevaardigden begon nen aanteekeningen weg te moffe len, verwarde haren werden haas tig in de scheiding gekamd en het leek zelfs of sommige heeren den plaat wilden poetsen. „Hé Manoe- ilsky, Tito gaat er vandoor," waarschuwde een stem. Het was Giral, houd je mond, want ik zeg mer meemaakte. „Hij wil onder, duiken, de lafaard, voor iemand die niet eens bestaat!" „Tito kom terug," commandeerde Manoeïlsky die zijn tegenwoordigheid van geest scheen te herwinnen. „En jij Gial, houd je mond, want ik zeg je dat Sint Nicolaas wél bestaat „Hij bestaat niet", hield Giral kop pig vol. „Ik heb toch zeker lang genoeg in Spanje gewoond om het zeker te weten!" „Dan had je je oogen beter de kost moeien geven. Ik heb wel meer gemerkt dat je van sommige Spaansche toestan den niet goed op de hoogte bent. Enfin, verlangt er iemand stem ming?" Stemming?" riep Byrnes verbaasd. „We hebben toch het be wijs. De brief ligt voor je!" Tegen 'deze logica kon de vergadering niet op en derhalve werd het be staan van St. Nicolaas met alge- meene stemmen vastgesteld. "Heeren"; merkje de Nederland. sche afgevaardigde van Kleffens op; "Ik stel voor om een commissie van ontvangst te benoemen. In Holland is dat ook de gewoonte en- ik weet dat Si' Nicolaas z-ooiets ten zeerste waar» deert. "Uitstekend' riep Manoeïlski; 'dan benoem ik tot leden van die com missie de afgevaardigen van eh (hij keek naar Wyshinski die met gefronsde wenkbrauwen toeluisterde) Sovjeti-Rusland, Polen en Albanië." De andere afgevaardigden vergaten- te protesteeren zoozeer waren zij vervuld van de verwachte gebeurte nis. "Als die heeren nou maar bij den ingang willen gaan staan om St. Nicolaas op te wachten dan zal ik om de spanning eenigszins te doen ver minderen een aardig verhaaltje voorlezen.Uiü zijn binnenzak haal de Manoeïlski een boekje met rood en- omslag getiteld: "Weg met het fas cisme, weg met het' kapitalisme, weg met alles l!" Maar nog voor hij een regel had kunnen lezen, kwamen de leden van de commissie van ont vangst de zaal binnen-, op de voet gevolgd door St. Nicolaas. Als één man rezen de afgevaardigden van hun zetels; Van Kleffens, de eenige die wist koe het hoorde, zong met juichende stem van: "O kom eens kijken wat ik in mijn schoentje vind.*' Maar bij de regel: "een pop met' lekkers in d'r h-aar". wenkte St. Nicolaas dat hij stil moest zijn. Statig schreed de Bisschop op den- voorzitter toe. die voor het eerst van zijn leven met angst in het hart een kerkvorst zag naderen. Manoeïlski ging een treed je lager staan en maakte een beweging van: "Gaat U zitten." St. Nicolaas zette zich op den voorzitterszetel en overzag met scherpen blik de zittingszaal waar de groote vieT en- de kleine vijftig met g'roote zweetdruppels op het gezicht za ten' wachten op de dingen die komen zouden. Een minuut lang was het doodstil. En teen het scheen als of de Sint alles goed in zich had opgenomen, haalde hij een vel papier uit een- groote map. en begon met ziJn oude maar t-och nog krachtige stem de afgevaardigden als volgt t-oe te spreken: "Meneer de voorzitter, mijne heeren. Dat ik hier gekomen ben, is allereerst' omdat mijn knecht hierop heeft aangedrongen. "Mon seigneur zoo verzekerde hij mij ik heb aan vele schoorsteenen ge luisterd, maar steeds als ik aan de UNO schoorsteen stond, werd ik er koud van. Wat' gaan die lui te keer!" "Is dat zoo meneer de voorzitter?" Manoeïlski werd rood. keek naar Wyshinski die dreigend van "nee" schudde, naar de neuzen van zijn schoenen en antwoordde verlegen: "Neeeeh.... Ik weet het niet SI. Nicolaas...." "Dat antwoord krijg ik honderden keeren en lk trek hieruit mijn conclusies. Ja mijn knecht heeft het steeds by het rech te eind. Hij is wel zwart, maar zijn wijsheid is groot. (De Abessijnsche afgevaardigden konden eer.' glimlach niet onderdrukken.) „Dan zoo vervolgde St. Nico laas wil ik weten wie van jullie de oorzaak is van al de herrie die hier heerscht." Onmiddellijk vlo gen de afgevaardigden van de aan Rusland grenzende landen over. eind en wezen op Churchill en Byrnes; de Westelijke democra tieën richtten hun vinger op Wy-^ shinski. Alleen Bidault keek strak voor zich uit. „Op die manier is het moeilijk uit te maken", merkta St. Nicolaas peinzend op. „Het lijkt me het beste 'als ik eens en kele heeren bij me roep." Hij raadpleegde het voor hem liggend papier en riep: „De groote Drie, zijn die hier aanwezig?" Churchill, Wyshinski en Byrnes traden naar voren, hun gezichten in een on verschillige plooi. Maar een op merkzaam toeschouwer zou heb. ben gezien, dat ze zich toch niet erg op hun gemak voelden. Chur chill kauwde op z'n sigaar, Byr nes' glimlach was een tikje ge maakt en Wyshinski deed alsof de heele zaak hem niet aanging, L-s- wel het zenuwachtig gefriemel aan zijn jasslip het tegendeel bewees. „Gaan jullie eens netjes op je knieën liggen," sprak Sint Nico laas. De Groote Drie voldeden haastig aan dat bevel. Byrnes, die al eens bij den Paus op audiën' was geweest, deed het zeer galant, maar Churchill scheen nogal stijf te zijn. Dat bracht zijn ouderdom mee. Wyshinski was niet stijf, maar zijn onbeholpen kniebuiging was een kwestie van ongewoonte. Met een roode zakdoek veegde nij het zweet van zijn voorhoofd, doch daarmee hield hij dadelijk op toen St. Nicolaas ging staan en met strenge woorden de Groote Drie terecht wees. „Ik zal het kort maken, maar luistert goed naar wat ik zeg Jullie drieën draagt de verant woordelijkheid voor den vrede. Neemt toe in onderling vertrou wen en leg niet op alle slakken zout." (Daverend applaus van de kleine vijftig). „Ze moeten mij ook altijd hebben", mokte Wyshinski. „Nietwaar St. Nicolaas" zei Chur chill, als Byrnes en ik iets voor ei kaar willen zetten, komt hij er al tijd tusschen om roet in het eten te gooien". „Ja", knikte Byrnes, „dat is waar. Vraag het maar aan George". „Dat is ook zoo", riep St. Nicolaas. „George is er ook nqg. Kom eens hier mijn jongen. Bidault kwam naderbij. Wys hinski maakte al plaats, maar Bi dault stelde zich op achter den breeden rug van Churchill. „Van jou heb ik veel goeds gehoord," sprak de Sint vriendelijk. „Vertel I eens George, hoe gaat het in j Frankrijk? Zijn daar nog veai stoute kinderen?" „Heel veel Sint Nicolaas", luidde het antwoord, i „Als ze moeten stemmen blijven i ze allemaal thuis." „Dat is leelijk j van ze, heel leelijk. Ik zal Zwar e Piet er wel eens naar toe sturen." „O nee Sint Nicolaas", riep Bi dault angstig uit, „ik doe juist zoo m'n best om alle Zwarte Pieten te weren. „Goed, goed, dan zullen we er wel wat anders op vinden. Laat me nou maar eens hooren of jullie een liedje kunt zingen." „Iets van proletariërs of zoo?" vroeg Wys hinski hoopvol. „Nee nee, een S,. Nicolaasliedje natuurlijk!" Wys hinski beet op zijn lip, dacht even na en begon: „Sinterklaas Kapoen.je 'k Geef Marianne een zoentje 'k Geef Maurice een pootje, Dai is mijn cadeautje." "Heel goed", vond St. Nicolaas 'Alleen i3 de strekking me niet hee. i lemaal duidelijk. Er zal wel weer politiek achter zitten. Enfin hier heb je een mooi boek. Lees dat maar eens op je gemak een keer of vier over. "Wyshinski bekeek argwanend de tlitel. "Vele kleintjes maken één gToot ofwel: Het lot' der Balkan- stater.'. "En dan heb lk nog één vraag sprak de Sint gestreng. "Hoe sfaat het met de godsdienstvrijheid in Rusland?" 'O. dat sant heel goed, ani",voorde Wyshinski haastig. "De patriarch van Moskou zeg'; zelf "S 11 maar. stil maar, die patriarch moet ik eens onderhanden nemen. Ga maar naar je plaa's". St. Nicolaas haalde een groote Coos Karei I te voorschijn en vroeg guitig glimlachend: En voor wie is dit? I Voor mij, hoop ik; antwoordde Churchill verlegen. Goed geraden i maar eerst een liedje. Churchill had zich hierop klaarblijkelijk al voor. bereid, want zonder aarzelen zong hij: "Zie de maan schijnt door de hoornen En verlichte de heele aard. Maar de vrede zie 'k niet komen, De hemel ls niet' opgeklaard. Sinterklaas haal het gordijn Dat moet iets fantas'isch zijn. Stalin's staal is zeer solied. Er doorheen zien kan je niet." Alle afgevaardigden der Westelijke democratieën klapten in hun handen Er klonk een dreigend gemompel in de Russische hoek. dat onmiddellijk verstomde tioen Sint Nicolaas uitriep "En nu is Byrnes aan de beurt'. Toe maar James, ik weet dat je je j woordje wel kunt doen." Byrnes j streek met de tong over de lippen en zong met' sonore bari'on "Sinterklaas gued heilig man, 'k Trek me van dien Rus niks an Laat dien knaap maar komen, We splitsen de atomen." „Je zingt niet kwaad", merkte Sint Nicolaas op, maar de moraal EEN KNAPPE UITVINDING van het menschelijk ver nuft, die telkens nog weer vervolmaakt wordt. Een zegen voor de menschheid. Denk al leen maar eens aan onze zie ken. Was de clandestiene ra dio geen goud waard in oor logstijd? Toch is het helaas allemaal geen goud wat er blinkt. Vanavond b.v. is weer de wekelijksche uitzending van den „bonten Dinsdagavond- trein". Luister daar niet meer naar, lezer'. De dubbelzinnig heden en bespotting van hei lige zaken als ook uw huwelijk moet gij niet in uw huiskamer dulden. Dat is vergif, dat de zielen van de luisteraars ver pest. Stel uw rado af op iets beters, iets hoogers, iets fij- ners. Zeg mij, waar u op uw radio naar luistert, en ik zal u zeggen, wie ge zijt. Ook aan de manier, waarop gij uw ra dio hebt aanstaan, kan het peil van uw beschaving beoor deeld worden. Zorg ervoor dat dit oordeel aunstig is. MARCUS van het lied s.aat me niet aan. En fin, hier heb je een flesch wijn, vergeet niet er af en toe wat wa ter bij te doen." Zielsgelukkig ging Byrnes naar z'n plaats. Bi dault jleef eenzaam achter en het was hem aan te z,en dat het hui len hem nader slond dan het la chen. „Kom beste George", sprak de S-në bemoedigend. „Wees maar niet bang. Als je een liedje voor me zingt krijg je een mooi ca deautje." Een beetje beverig zette Bidault zijn liedje in: „Sinterklaas goed heilig man, Trek me een grondwetpakkie an Dan reis ik ermee van Belgies grens Tot aan de grens van Spanje, Vandaar ga 'k naar Bretagne En dan weer naar de andere kant Met Blum en Thorez aan mijn hand." „Bravo, bravo", riep Sint Nico laas. „Dat is werkelijk een lied dat straalt van idealisme. Ik zal je naar waarde beloonen. Kijk eens hier, dat is iets voor jou." En voor de verbaasde oogen van Bidault iagde de oude bisschop een minia tuur-voetbalspel op het katheder- tje. „Ik zal je even een paar spel regels uitleggen, want het wijkt eenigszins af van het spel zooals jullie het spelen. Hier zie je de goal, die wordt verdedigd door de M.R.P. ploeg. De linkervleugel moet worden verwaarloosd en alle aanvallen moeten dus over rechts worden geleid. Het lijkt wel wal vreemd, maar wanneer het spel zoo wordt gespeeld is aan jullie de overwinning." Ontroerd be dankte Bidault voor deze gave en ging met het cadeau onder den arm gekneld op zijn plaats zitten. De afgevaardigden der Verse- nigde Volken wachtten gespannen af. Sint Nicolaas was opgestaan en monsterde aandachtig zijn ge hoor. „Wie durft er nu nog een liedje voor me te zingen?" vroeg hij eindelijk. Dat liet de Turksche afgevaardigde zich geen twee keer zggen. Met groote sprongen rende hij naar voren en nog hijgend van deze ongewone inspanning begon hij: „Hoor wie klopt daar kinderen, Hoor wie tikt daar kinderen, Hoor wie tikt daar zachtjes aan de grens? 't Is een vreemdeling zeker Die verdwaald is zeker, Saradjogloe vraag eens naar zijn wensch. O hemeltje, 't is Jpzefbuur, Die brengt ons 'dadelijk een bezoek En vraagt dan een stukje Van de Dardanellenkoek." Vol verwachting keek de Turk sche afgevaardigde den Sint in het gelaat. De kindervriend klopte hem goedkeurend op den schouder en zei: „Heel goed gezongen, maar onthoud dit: beter een verre vriend, dan een kwade buur." „Dat is .een steek op mij", mom pelde Wyshinski, die spijtig toezag hoe Churchill den Turk een ci- gaar offreerde. St. Nicolaas maak- te aanstalten om te vertrekken. Hij wenkte het comité van ont vangst dat met plechtige schre den voorging naar de buitendeur. Hier draaide de bisschop zich nog eenmaal om en gooide een groote zak met pepernooten door de zaal. De afgevaardigden vlogen er op af en stopten hun monden zoo vol dat ze het eerste half uur geen kwaad woord meer konden zeggen. Helaas stond daarna de kwestie Triëst weer oP het programma. JAAP TO-"S

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1946 | | pagina 3