WAAR BLEEF
NOORD AFRICA
Bruin als brons
De notenboom van het H. Land
en het wereld speeltoneel
Zangconcours te Bovenkarspel
MANTELVARIA
GAM
van c
PAG. 4
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD- Zaterdag 28 Juni 1947
voor de jeugd
Een Limburgse
vertelling
R.K. Universiteit
Mr. W. P. Bakhoven
Zeventien koren treden de eerste dag aan
Dammen
Wi
9
9
9
9
9
9
9
9
m
S
m
èf
m
m
m m
m
9
M
ff
9
m 'm
m m
m
mm,
M
M
m
m
TPick
Van Sch
De zon glc
(Slot)
Op de vastgestelde dag nam hij
afscheid van de heilige stad Jeru
salem, reisde naar Jaffa, waar hij
scheep ging naar Rodus, om daar
een ander schip naar Kreta te
nemen en vandaar naar Malta over
Sicilië naar Italië te zeilen (zoek
maar op in je atlas!). Ze hadden
veel tegenwind en de reis duurde
wel drie weken langer dan gewoon
lijk, maar heer Matthies kwam toch
behouden en gezond in de tuin van
Europa aan. Vandaal* uit trok hij
over de Alpen naar Duitsland, om
zó weer in de Nederlanden te ko
men. In Keulen bad hij nog bij de
reliekschrijn van de heilige Drie
koningen en in de Dom van Aken
ging hij Onze Vrouwe bedanken
voor zijn behouden wederkeer.
Toen, rechtdoor naar Maastricht.
Je begrijpt, dat was een gelukkig
weerzien. Veertien maanden was hij
weg geweest, en Ahneke was gro
ter, flinker en ook schoner gewor
den. „Och", sprak heer Matthies, ,.nu
ga je helemaal op je zalige moeder
lijken! Het is of zij weer in levende
lijve voor mij staat!" Anneke nam
afscheid van de Witte Zusters en
ging met haar vader naar het ouder
lijk kasteel te Riempst, waar de
huismeester en de slotkapelaan van
blijdschap de vlag uitstaken en
dorpers de hofpoort met groene
kransen versierden.
Toen ze in de grote zaal kwamen,
zei de ridder: „En nu heb ik nog
wat voor je meegebracht, kind. Ik
weet niet of je er blij mee zult
zijnwant 't is een eigenaardig
geschenk, niet kostbaar en toch....
Ziehier, deze noot; hij is gegroeid
aan een boom die dicht bij de kerk
van het Heilig Graf staat, dus dicht
bij de plaats waar Onze Heer Jezus
eens begraven werd!" „En zou
ik daar niet blij mee zijn?" vroeg
AnnaJawel, vader, met zulk
een aandenken ben ik meer ver
heugd dan met welk geschenk dat
voor geld gekocht kan worden
ook.... Hoe moet ik u daarvoor
danken?" Zij wikkelde de noot in
een zijden doekje en nam hem mee
naar haar kamer, waar ze hem in
een ivoren kleinodiëndoosje borg.
's Avonds werd er een groot feest
gegeven ter ere van heer Matthies'
behouden thuiskomst. Edelen uit de
omgeving kwamen ter maaltijd, er
werd gezongen, gegeten en gedron
ken, de dorpers kregen een vat bier
en v/arme worsten, zij dansten on
der de linden op het voorplein bij
de muziek van vier vedels en twee
fluiten. De torenklok sloeg al tien
uur toen de vrolijkheid nog niet
gedaan was.
Die nacht hoorde Anna in haar
droom een stem. die tot haar sprak:
„Gij moet de noot planten, Anna.,
gij moet niet nalaten de noot te
plantenDe volgende morgen
vertelde zij haar vader wat ze ge
droomd en gehoord had. „Welaan",
sprak hij, „doe het dan maar, want
er schijnt toch wel iets bizonders
mee te zijn. Ik heb 't je nog niet
verteld, maar ook ik hoorde een
inwendige stem, die mij beval de
noot mee te nemen en jou te
schenken!"
Het meisje deed aldus. Zij groef
een kuiltje in de slottuin en legde
haar noot daarin, begoot hem met
water en vulde het kuiltje weer
met aarde. Elke dag ging zij kijken
op die plaats, en enkele weken later
zag zij een klein groen twijgje ont
spruiten. „O vader, vader.... de
noot is ontkiemdwij krijgen
een notenboom uit het Heilig Land
in onze tuin!" riep zij verheugd
naar het venster van heer Matthies'
kamer.
Niet lang duurde het, of het
twijgje waste op tot een jonge boom,
die hoger en hoger schoot, veel
sneller dan de notenbomen in ons
land plegen te groeienEn in
Nijmegen 27 Juni. Geslaagd voor
candidaats examen rechten: mej.
Th. M. Diepen te Tilburg, en de he
ren T. Brouwer te Huissen, A. W. G.
M. Daverveldt te Eindhoven en H.
W. Mulder te Scheveningcn.
Voor doctoraalexamen rechten de
heren L. M. Raaymakers en F. M.
van Geloven te Tilburg, W. H. P.
Dassen en S. J. Huyben te Maas
tricht.
Voor doctoraal examen theologie
Pater A. J. Kuster M. S. C. te Nij
megen.
enkele jaren was de boom volgroeid
tot een machtige groene reus, die
zijn wijde armen breed in het ronde
liet hangen. Nog nooit had men
zulk een grote prachtige notenboom
in het Limburgse land gezien! Maar
wat gebeurde er? Op een hete
Augustusmiddag volgde een donkere
zwoele avond met dof gerommel in
de verte. „Wij krijgen zwaar weer!"
zei de huismeester van het kasteel
en hij ging alle deuren en vensters
sluiten. Daar kliefde de eerste
bliksemstraal al door de lucht, ge
volgd door een daverende donder
slag. De huiskapelaan ontstak de
gewijde kaarsen op het huisaltaar
en Anna begon
haar Weesgegroe
ten te bidden.
Toen brak het on
weer in volle
schrikkelijke he
vigheid los. Het
leek wel of de
wereld zou ver
gaan. Te midden
van hêt oorverdo
vend gedonder en
vreselijk windge-
huil hoorden allen
een ontzettend ge
kraak. Beneden
riep een stem: „De
notenboom!" Ai
Lieve Heer God,
de bliksem is in
de notenboom van
het Heilig Land
geslagen En
wonderlijk., mei
een dreef het on
weer af, legde de
wind zich neer en
hoog in de zuive
re nachthemel
glansden de ster
ren. Toen liepen
zij naar buiten,
de tuin in, heer
Matthies, zijn
dochter, de huis
kapelaan, de hof
meester en de be
dienden
En wat zagen ze daar? Een won
derlijk licht omstraalde de getrof
fen en opengespleten notenboom en
daar stond als uit de stam gegroeid,
temidden van de geknakte blader
dos een groot schoon kruisbeeld,
omgeven door een bovenaardse
glans. Allen zonken op de knieën
en konden geen woord uitbrengen,
totdat de priester begon voor te
bidden, een schoon gebed tot de ge
kruiste mensheid van Onze Heer
Jezus.
Weldra verspreidde zich de won
dermare door het land, en uit gans
Limburg, maar ook uit Brabant en
Vlaanderen, zeit's uit Holland en
het Sticht kwamen geestelijken en
gelovigen om dit wonderlijke kruis
beeld te zien en er te bidden,
Jonkvrouwe Anna echter ging
niet lang na dit wonderbare gebeu
ren naar Maastricht, waar zij in
trad bij de Witte Vrouwen en een
devote heilige zuster werd. Zij nam
het kruisbeeld mee en het kreeg
een plaats in de kloosterkapel, waar
veel mensen van w.ijd en zijd toe
gestroomd kwamen bidden. Hoe-
vele zieken vonden er geen gene
zing, hoevele bedroefden werden er
Jonkvrouwe Anna trad in bij de Witte Vrouwen.
wel getroost! Men noemde het kruis
beeld: „Onze Heer van de noten
boom" of „het zwarte Christus
beeld".
Eeuwen lang werd het in dat
klooster vereerd en in later tijden
bracht men het over naar de Sint
Maartenskerk, waar ook vele won
deren geschiedden. En daarom zeg
gen wij: Deo Gratias!
Wanneer je na lange jaren afwe
zigheid in het vaderland terugkeert
dan wordt je van vele zijden dezelf
de vraag gesteld: En hoe gaat het
daar, in dat verre land?
Die vraag heeft echter na de lan
ge oorlogsjaren en het nog altijd
durende oorlogsnawee een veel gro
tere betekenis dan in de normale
vooroorlogse tijd. Het antwoord is
eveneens ingewikkelder en gecom
pliceerder.
Niet in dezelfde mate als Neder
land, maar ernstig genoeg, was nrd-
Africa in de oorlog betrokken. Na
tuurlijk, want de oorlog is meer dan
ooit wereldoorlog geweest, hoe on
natuurlijk ook het woord wereld
oorlog moge klinken. Waarom geen
wereldvrede?
Wereldvrede, hoewel ideaal, toch
schijnt het niet meer te zijn dan 'n
symbool, zoiets als de d'lif van Noe's
ark, die na wat heen en weer ge
fladder terug wou in het veilige
vaartuig.
Frans Noord-Africa omvat Ma-
rocco, Algerije en Eunisië. Bepalen
we ons. tot Algerije. Van de onge
veer 9.000.000 inwoners zijn 7.000.000
Mahomedaan en 2.000.000 Europeaan
De Europese bevolking is cosmopo-
liet: Frankrijk, Italië, Spanje, Mal
ta enz. zijn de landen van oorsprong
der Europese bevolking die lang
zamerhand de Franse nationaliteit
aanneemt.
Bepalen we ons nu tot nauwer
centrum dan blijft ons het departe
ment van Constantine dat tevens
diocees is. De titel van de bisschop
is: Bisschop van Constantine en
Hippo.
Hippo, tegenwoordig Bóne, was
de bisschopsstad van St. Augustinus.
Onzj^egenwoordige Bisschop is dus
opvolger van Sint Augustinus. Dit
bisdom is vijf maal groter dan Ne
derland en telt ongeveer 100 pries
ters. Natuurlijk is dit aantal veel te
klein. Voor een grote parochie als
Philippeville met ongeveer 30.000
gelovigen en twee kerken, zijn we
met drie Priesters, waarvan een, de
Pastoor, die dit jaar 80 jaar wordt.
En hij is niet de enige grijsaard in
het bisdom.
De vraag rijst of het niet moge
lijk zou zijn Franse of buitenland
se Priesters aan te werven. Als we
bedenken, dat Frankrijk 13.000 pa
rochies zonder Pastoor telt, is een
voldoend aantal Franse Priesters
zo goed als uitgesloten. Om buiten
landse priesters aan te werven stui
ten we vooreerst op het door de
oorlog verminderde aantal priesters
en ten tweede op de rol die Noord-
Africa speelt op het wereldspelto-
neel.
We onderscheiden Europeanen en
Mohamedanen. Niettegenstaande al
le vriendelijke woorden van Moha
medanen aan het adres van Frank
rijk, worden er ook vele woorden
uitgesproken door Mohamedanen-
leiders die onomsluierd een onaf
hankelijke Algerijnse republiek be
geren of zelfs eisen. Zo iets dus als
in Nederlands Ind'.ë. En zo ooit Al
gerije een onafhankelijke staat zou
worden, wat zal dan het lot zijn
van de Europese bevolking? Wat
zal er gebeuren met onze Priesters
en Kerken?
Volgens het oordeel van velen zijn
we nog ver van ene Algerijnse staat
maar dat het Pan-Arabisch Ver
bond in onafhankelijkheidsrichting
werkt is zonneklaar voor iedereen.
Wij, Priesters en Missionarissen
laten politieke vraagstukken aan
Politici over, om echter Priesters
van „elders aan te werven is eep
zeker staatsevenwicht primordiaal.
Dit staatsevenwicht is zoals in
vele landen en vooral koloniën ook
in Algerije onzeker of liever in wor
ding. Geve God dat de leiders van
staten en landen elkaar begrijpen en
een werkelijke vrede het natuurlijke
lichamelijke leven, vyral het boven
natuurlijke zieleleven in vrijheid en
blijheid verzekeren.
Noord-Africa.
Thom. M Bosman, pr.
Bij K.B. is benoemd tot advocaat
fiscaal bij de bijzondere raad van
cassatie mr. W. P. Bakhoven, thans
advocaat-fiscaal bij het bijzonder
gerechtshof te Amsterdam.
Benoemd tot rechter-plaatsver-
vanger in de arrondissementsrecht
bank te Roermond mr. Th W. G.
A. Janssen, substituut-griffier bij
de arrnndissements-rechtbank te
Roermond.
40. Deze reporter, die op waarlijk meesterlijke wijze
aan het Heelal een verslag van dit aardegebeuren uit
brengt, juicht: „Luisteraars, dit is onvergetelijkdit
isnee maar, dit is.... Ziet hem aan,"de held. Wat
zeg ik? helddie nederig 't hoofd buigt bij zoveel
eer. Ziet hem aan!
En nu, geachte toehoorders, blikt Professor in dank
baarheid omhoog naar de blauwe hemel, en zijn blauwe
oog spreekt ons van het blauw van zijn trouw aan zijn
evennaaste.... Ach, luisteraars, wat waren wij dom,
om zo'n malle angst te hebben
Maar wacht, wat ziet mijn vochtig oog?Nu daalt
hij! Hij daalt! Nu.Leve de President van de Unie van
Broederschap, de U.V.BHij leve^ lang.Komt,
geachte luisteraars, laat ons gezamenlijk aanheffen de
lofzang: Hij leve lang!"
GROTE DAGEN staan Bovenkar
spel weer te wachten, schreven
wij indertijd na het muziekfeest van
„Crescendo". Toen kwamen de Oos-
terhoutse Nachtegalen en de Kath.
W.F. Landdag, en vooral de laatste
had de tegenslag van erg warm weer
Wij wensen het concours van de
Katholieke Bond van Zangvereni
gingen voor Noord- en Zuid-Holland
toe, dat het morgen niet zo extra
vagant warm zal zijn, al kunnen de
deuren van de grote concertzaal in
liet Bloembollenvcilingsgebouw dan
ook alle wijd en zijd open staan!
Zeventien koren hebben voor de
eerste concoursdag, die morgen met
verschillende plechtigheden geopend
wordt, ingeschreven. De tweede dag
komen er meer uit Zuidelijker stre
ken. Morgen is het vooral Noord-
Holland, dat „acte de presence"
geeft.
In de vierde afdeling Vrouwen
koren zingt als eenling „Con Brio"
van Lutjebroek, waarna in de vierde
afdeling Gemengde Koren „St. Jacó-
bus" van Tuitjenhorn en „Tonego"
van Ursem optreden.
In de derde afdeling gemengde
koren treden vier koren aan, nl.
„Ars et Religio" van Enkhuizen,
„St. Caecilia" van Goorne, „Con
Amore" van Westwoud en „Ont
spanning na Arbeid" van Andijk.
De tweede afdeling gemengde
koren brengt „St. Caecilia" uit
Haarlem, „Irene" uit Zwaagdijk-O.
en „Ego Flos" van Schoorl.
Drie koren hebben ingeschreven
voor de eerste afdeling gemengde
koren, en wel „In pace Nata" van
Limmen, „Zingen is Leven" van
Warmenhuizen en „Huygenwaert"
van Heerhugowaard.
De eerste afdeling vrouwenkoren
is een solo-afdeling, met als enige
deelnemer „Arti et Amicitiae" van
Hoogkarspel.
Belangrijke bijeenkomsten
op „Drakenburgh"
De katholieke Volkshogeschool
„Drakenburgh" heeft voor de mnd.
Augustus wederom twee interes
sante studieweken op haar pro
gramma staan. Zo wordt van 11
16 Augustus een Franciscaanse
week gehouden onder de titel „St.
Franciscus en Zijn zending", welke
geheel gewijd wordt aan het Fran-
ciscanisme in zijn historische en
actuele aspecten.
Van de belangrijke onderwerpen
welke ingeleid zullen worden noe
men wij slechts: „De persoonlijk-
hejd van St. Franciscus", „De Fran
ciscaanse school als theologische
wereldbeschouwing", „St. Bonaven-
tura en het geestelijk leven", „St.
Bernadinus van Siens en de renais
sance", „De Franciscaanse ethiek
en het Humanisme", „De invloed
van het Franciscanisme op de mu
ziek en op de beeldenkunst", „De
sociale idealen en de geest van St.
Franciscus" etc.
Reeds zegden tal van vooraan^
staande persoonlijkheden hun me
dewerking aan deze groot opgezet
te week toe.
Een tweede belangrijke week is
de Universitaire Volkshogeschool-
weck, welke dit jaar gehouden zal
worden van 2530 Augustus.
Evenals verleden jaar, toen het
thema „Christendom en Humanis
me" behandeld werd, ligt het in de
bedoeling de aan de orde te stellen
vraagstukken op universitaire ba
sis in bespreking te brengen, ech
ter zo, dat ontwikkelde belangstel
lenden buiten universitaire kringen
daaraan ten volle kunnen deelne
men.
Tot thema werd gekozen „De
westerse Beschaving en haar toe
komst".
Op het programma staan o.a. de
navolgende onderwerpen:'
„De antieke beschaving en het
Christendom", door Christine Mohr
mann, „Het Christendom als levend
element in de schepping van Euro
pa" door dr. Tesser S.J., „De in
perking van het Christelijk Europa
door de Islam" door pater dr. Hou-
ben S.J.
Voorts inleidingen over het Fran
se realisme, het Duitse idealisme,
het Engelse Empirisme en het Rus
sisch Utopisme door binnen- en
buitenlandse deskundigen. Ook de
moderne statenvorming en de toe
komstige Europeese structuur vor
men thema's voor inleiding en ge-
dachtenwisseling.
Over beide weken kan men na
dere inlichtingen verkrijgen aan 't
secretariaat van de Stichting, Land
goed „Drakenburgh", postadres te
Baarn.
In de afdeling uitmuntendheid
gemengde koren treedt als eenling
op „St. Caecilia" van Onderdijk.
In de afdeling uitmuntendheid
mannenkoren de Verenigde West-
friese Zangers van Wognum, in de
ere-afdeling mannenkoren last
but not least! het „Streeker Man
nenkoor" van Grootebroek.
Alzo elk wat wils. Er is om twaalf
uur een officiële ontvangst door het
gemeentebestuur van Bovenkarspel,
daarna een aubade van de R.K.
Harmonie „Crescendo", waarna het
eigenlijke concours begint om 1 uur,
in de als concertzaal magnifiek in
gerichte grote zaal van het enorme
Veilinggebouw, dat om zijn accous-
tiek" wordt geroemd.
De jury wordt gevormd door er-
kend-bekwame vakmensen-kunste
naars: Alphons Vrancken, toonkun
stenaar te Amsterdam, Olivier Koop,
toonkunstenaar te Overveen en dr.
A, Kat, directeur van het Muziek
instituut van de Kathedraal Sint
Bavo te Haarlem.
Tal van prijzen zijn beschikbaar
gesteld, o.a. door Z.H. Exc. de Bis
schop van Haarlem een lauwerkrans,
aangeboden aan het koor, dat over
het gehele concours het hoogste aan
tal punten heeft behaald.
Wij wensen de Bond en Boven
karspel een goed concours toe!
met Ami Ida Zonnebrumcrème
of Amilda Zonne-olie.
BOEKBESPREKING
KRONIEK ENER PAROCHIE
door Jacques Schreurs M.S.C.
Het Spectrum Utrecht
Na de Bruid die hij niet verwacht
te en het eerste deel van de Kroniek
ener Parochie, de Kraai op de kruis
balk geheten, verscheen onlangs'De
Mens en zijn schaduw, waarin de
schrijver ons verder de lotgevallen
van Paul Lumens, de familie Bonte
en de nevenpersonen uit zijn eerste
deel vertelt. En dit vertellen doet hij
op een uitstekende wijze, zo dat het
boek boeit, van het begin toj; het
einde. Nicolaas Bonte, de Mens, de
man die komt en gaat, die meer op
gaat in zijn zaken dan in God, Pas
toor Lumens wiens pastoraat drukt
als een loodzware last op vaak te
zwakke schouders, ze worden ons
alle met vaardige en vlotte pen be
schreven. Er vallen schaduwen over
deze levens, ze trekken op en dc
hemel komt dan dichterbij, zo
schrijft Schreurs en zo'beleven wij
de opkomst van de Mens, die met
geweld het geluk denkt te winnen,
totdat hij "de ene klap na de andere
krijgt en zijn vrouw onder de last
der zorgen bezwijkt. Zo ook zien wij
dë zorgende Jacob, het ploeteren der
beide geestelijken, die niet kunnen
verhinderen dat Bonte steeds die
per valt van het voetstuk, dat hij
zich in hoogmoed had opgetrokken.
Vreemd doet de figuur van Klaasje
Weenink, de bekeerlinge aan en te
weinig speurt de schrijver naar de
grond van Nicolaas Bonte's denken
en handelen, hetgeen echter aan de
gang van het verhaal weinig af
breuk doet. Op de achtergrond
SDeelt zich de opkomst der mijn af,
die volgels trekt van diverse plui
mage en voelen wij als het ware de
hartslag der groot industrie, die het
levenstempo verhaast. En dan
spreekt uit alles een Godsvertrou
wen* dat vooral dit deel zijn bijzon
dere waarde geeft. Een goed boek
dat de lezer verrijkt. L. S.
PAULUS DE ZWOEGER
GODS
door Piet van Veen
Romen en Zonen, Roermond
Met forsen tred voert Piet van
Veen zijn lezers door dc levensge
schiedenis van den apostel Paulus
de apostel der heidenen, de man die
de strijd heeft gestreden tot het
einde toe. een einde dat voor hem
niet bitter was. want hii had het ge
loof de hoop en vooral de liefde. Het
honderdtwintig bladzijden tellende
boekje is' beknopt gehouden, doch
vele taferelen zijn zo goed uitge
werkt. dat dc kreupele man toch
aan het eind van dit sublieme werk
je ten voeten uit voor ons staat.
Piet van Veen weet belangstelling
te wekken voor zijn figuren en
schildert op fleurige wijze het leven
van Paulus terwijl hij lopende van
de ene stad naar de andere brieven
dicteert aan zijn gezel. Bijzonder
goed getroffen zijn de momenten,
waarop Paulus, bekeerd, aan het
huis der volgelingen van de Mees
ter aanklopt en door velen gewan
trouwd wordt, hoe hij een der eer
sten hunner wordt en dan de dagen
voor zijn dood.
Een werkje dat onze Nederlandse
hagiografie in de waren zins des
woords verrijkt. De bandtekening
van Wvnand Geraedts is smaak
vol, de overige tekeningen lijken ons
minder geslaagd. Paulus, de zwoe
ger Gods, zal zijn weg onder het
lezend publiek zeker vinden. L. S.
ZATERDAG 29 JUNI 1947
Correspondentie en oplossingen
onder motto „Damrubriek" in te
zenden aan het bureau van dit blad.
Oplossingen van de problemen
no. 98 en 99 in te zenden tot uiterlijk
10 Juli a.s.
Probleem No. 98.
van J. A. Hoorn te Amsterdam.
e
e
e
g
1
1
B
lü
B
3
11
H
Zwart 15 schijven op 4, 3 tot 14,
17 tot 21, 23 en 27.
Wit 16 schijven op 25, 28, 29, 30,
32, 34, 36, 38, 39, 40 en 42 tot 47.
Wit speelt en wint.
Bij de problemen.
Probleem No. 98.
Evenals met het partijspel kan
men in dit probleem van groot for
maat vooraf wel alreeds gissen of
vaststellen, waar en hoe wit een
damzet zal behalen, maar ook hier
kan de vraag gesteld worden, „hoe
dit op de meest productieve wijze
kan geschieden".
Probleem No. 99.
Een van de bravourstukjes van
Hoogvelt. Het betreft hier een soe
pele bewerking van verfijnde pro
bleemkunst. Op dit terrein gaat het
gesmeerd en als van een leien dakje,
maar toch.... en dit is feitelijk het
climaxiale hoogtepunt, men blijft
tot aan de laatste zet vrijwel in het
onzekere hoe en waar de sleutel
ontknoping zal plaats vinden.
Om na te spelen.
Slagzetcombinatie van Barteling
tegen Ottina.
Stand: (Ottina) 10 schijven op 11,
12, 13, 16, 17, 19, 20, 23, 25 en 29.
Wit (Barteling) 10 schijven op 26,
27, 28, 32, 35, 37, 38, 40, 43 en 45.
In de jaren 1894 tot 1900 hebben
de drie dammeesters Barteling, Weiss
en Ottina te Parijs, die als zodanig
een wereldnaam hebben vcrwomen.
(Weiss en Barteling zijn wereld
kampioen geweest)elkaar in tal
van partijen bekampt en bestookt
met allerlei dam- en slagspelcom-
binaties. Ottina, die bij het begin der
20e eeuw naar Canada is vertrokken,
had van dit trio wel iets minder
sterke papieren, maat de gevallen
zijn daarentegen Lang niet zeldzaam
geweest, dat hij Weiss of Barteling
op zijn beurt met een fijn verborgen
dam of slagspelcombinatie te grazen
heeft genomen. Met deze partijstand
echter, waarbij onderstaande de op
lossing volgt, werd hij tegen Louis
Barteling de dupe van de historie.
Destijds telde Frankrijk o.a. nog een
tweetal beroemde dammeesters met
een wereldnaam, nl. Dr. Dussaut te
Bordeaux (Oud-wereldkampioen) en
Louis Rafaël (kampioen van Zpid-
Frankrijk) te Marseille. Dezen
woonden echter te ver af om zich
regelmatig met hun geweldige riva
len uit de lichtstad te kunnen meten
Door Barteling werd de partij op
de volgende fraaie en verrassende
wijze gewonnen:
Wit:
35—30
38—33
40 7
28—22
32 25
Zwart:
25 34
29 49
11 2
17 28
49 21
26 17gewonnen.
Een echte problematische afwik
keling. Wel iets buitengewoons!
Probleem No. 99
van A. F. Hoogvelt te Eindhoven.
■j§ si
3
S
ui
B
sega
X2
1
a
21 fi,
JK
a m
Zwart: 12 schijven op 7, 8, 9, 13,
17, 18, 19, 21. 22, 35 en 36.
Wit: 11 schijven op 24, 26, 29, 30,
32, 34, 37, 41, 42, 44 en 48.
Wit speelt en wint.
Is het U ook al opgevallen,
wat 'n kleurige, fleurige man
tels men de laatste tijd ziet
dragen? En dat waarlijk niet
alleen door onze jonge meis
jes, die zich op het gebied der
mode altijd wat meer kunnen
veroorloven dan haar oudere
zusters! Iemand met een knal
groen, hardgeel of steenrood
jasje te zien lopen is tegen
woordig lang geen zeldzaam
heid. Trouwens, alle kleuren
van de regenboog" zijn verte
genwoordigd en daarnaast zien
we bovendien veel ruiten en
zelfs strepen. Het lijkt wel, of
de mode zich na de lange
kleurloze jaren die achter cms
liggen ineens van haar uitbun
dige kant wil laten zien. Waar
mee natuurlijk helemaal niet
gezegd wil zijn, dat de -neer
geijkte kleuren als zwart,
blauw, beige, grijs en bruin 't
nu ineens minder goed zouden
doen. Velen, onzer zullen er
zelfs uit practische overwegin
gen de voorkeur aan geven en
ze hoeven er niet minder mo
dieus om gekleed te gaan.
Wat is er bijv. fijner dan 'n
eenvoudige marine-blauwe
mantel, heel even opgevrolijkt
door wat wit hier en daar? Of
>en grijs model als van onze
foto, dat op even sobere als
smaakvolle wijze werd gegar
neerd met zwart fluweel? Der
gelijke nauW-aangesloten jas
sen, die we zowat evenveel
zien als de lange of korte
wijdvallende exemplaren, heb-
aen gewoonlijk speciaal van
achteren ruimte in de. rok docr
?en paar plooien of klokken.
Over plooien gesproken: die
zijn op het ogenblik zeer mo-
lern, en we zien ook jassen die
dit modesnufje vertonen: een
hele geplooide rok of 'n mouw
die helemaal uit platte plooien
bestaat. Ook dwarse plooien,
oprijgsels dus, zijn geen zeld
zaamheid. Maar U begrijpt na
tuurlijk wel, dat al die grap-
]es hoe aardig ook, niet pas
sen in een zeer bescheiden
garderobe.
Om met het ruim-valiende
jasje van onze tweede foto te
besluiten: het is van mosterd-
geel laken vervaardigd en hel
vormt samen met de nauw
sluitende zwarte japon die er
ander wordt gedragen 'n sjiek
ensemble voor het voor- of net
najaar. Ook de handschoenen
en de voile van het bioemen-
hoedje zijn natuurlijk zwait.
door J. S. FLETCHER
1
80.
„Laten we 't hopen," antwoordde
Jeffery. „Duizend Pond raap je niet
elke dag op." Op zijn gemak speel
de hij zijn broodjes naar binnen,
veegde het lemmet van het knip
mes af, waarmee hij ze had ver
orberd, leegde zijn bierpul en
stond op. „Kom, laten we nu eens
naar Atherton gaan," zei hij.
Atherton begreep op het eerste
gezicht dat de oude tuinman van
Boyce Malvery hem iets belang-
lijks te vertellen had en hij beduid
de de beambte hen alle,en te laten.
„Wel, Jeffery?" zei hij. „Je bent
dus weer terug? Ik dacht dat je
Brychester had verlaten?"
„Dat heb ik gedaan, mijnheer,
zes maanden geleden, toen ik bij
Mr. Boyce weg ging, mijnheer,"
antwoordde Jeffery. „Nu ben ik bij
kolonel Chaloner, in Shilhampton
mijnheer, even buiten de stad."
„Dat weet ik", zei Atherton.
„Wel, en wat wilde je me vertel
len? Iets persoonlijks?"
Jeffery schoof zijn stoel dichter
bij het bureau van de commissaris
eii haalde uit zijn binnenzak een
flink verkreukeld en beduimeld
exemplaar van het biljet, met het
welk een beloning van duizend
Pond was uitgeloofd.
„Over dit ding hier, mijnheer",
zei hij. „Begrijp ik het goed dat dit
geld zal worden uitbetaald aan
iemand die inlichtingen geeft die
kunnen leiden tot de ontdekking
van mijnheer Richard Malvery, dood
of levend?"
„Precies", antwoordde Atherton.
„Levend of dood", zei Jeffery. „En
dood of levend? Het komt er niet
op aan of-ie dood is of levend, hè?"
„Die uitdrukking is duidelijk ge
noeg"', zei Atherton. „Kijk maar,
dood of levend."
„Het is altijd goed, duidelijk op
dergelijke punten te zijn", merkte
Jeffery op, terwijl hij zorgvuldig
het biljet opvouwde en het weer in
z'n zak stak. „Goed, mijnheer, en
wat ik 'aan u vertel, wordt toch als
strikt persoonlijk beschouwd?"
„Volkomen vertrouwelijk", ant
woordde Atherton.
„En u zult 't zich herinneren, wan
neer het er op'aankomt, dat geld uit
te betalen?" zei Jeffery. „Want dat
is natuurlijk de hoofdzaak."
„Als je me iets vertelt,' dat ertoe
zal leiden mijnheer Richard Malvery
of diens lijk te vinden", antwoordde
Atherton, „kun je de beloning als
de jouwe beschouwen. Nu, wat weet
je?"
Jeffery leunde voorwaarts, plaat
ste beide handen op zijn knieën en
bleef voortdurend naar zijn onder
vrager staren.
„Een van onze juffrouwen", zei hij
„juffrouw Hilda, die lange, heeft een
bezoek gebracht aan vrienden in
Frankrijk.
„Zo", antwoordde Atherton.
„Gisteren kwam ze thuis. Met de
boot, die in Southampton om half
zes 'sochtends aankomt in Shilhamp
ton, Die komt van Havere, ginder
in Frankrijk", zei Jeffery. „En als
ze aankomt bij 't Havenstation van
Shilhampton dan staat daar een
trein te wachten om de mensen re
gelrecht naar Londen te brengen.
Tenminste, als ze daar naartoe wil
len gaan. Sommigen doen dat en
sommigen zoals onze juffrouw
Hilda niet."
„Ga maar voort, dat weet ik alle
maal", merkte Atherton op.
„Maar dat hoort in mijn verhaal
thuis", antwoordde Jeffery onver
stoord. „Sommigen vertellen een
verhaal op een manier, sommigen
op een andere. En op deze manier
vertel ik het mijne, zodat alles er
precies in past. Nou dan, onze juf-
frouye. Hilda was een tijdje in
Frankrijk geweest, in ieder geval
sedert Juli, Dientengevolge zoals
ze zeggen had ze heel wat bagage
bij d'r. En daarom stuurde de kolo
nel haar pa de auto naar het
havenstation om haar te halen en
hij stuurde mij met het wagentje
om haar koffers op te pikken. Daar
om was ik aan het Havenstation van
Shilhampton toen de boot van Ha
vere binnenkwam tien minuten
te laat gisterenavond. Begrijpt u?"
„Buitengewoon. Ik luister naar
elk woord wat je zegt," antwoordde
Atherton.
„Best, mijnheer, nou dan," ver
volgde Jeffery, „d'r is altijd een hele
heisa als die boten van het vaste
land binnenkomen. En ook is er
heel wat te zien voor mensen die
de menselijke natuur bestuderen,
zoals ik. Terwijl ik zo stond te
wachten tot de koffers van onze
juffrouw van de boot waren, nam
ik - eens een kijkje op hot perron
naar de mensen die waren komen
overvaren en die naar Londen gin
gen. Nu weel u misschien, mijnheer
dat er ergens op het perron zo'n
plekje is, waar je geld kunt wis
selen? Vreemd geld in Engels."
„Natuurlijk," antwoordde Ather
ton. „Het bureau de change."
„Precies," zei Jeffery. „Juist. Nou
dan, net voor de trein naar Lon
den vertrok stond ik bij dat buro
de sjans te kijken naar Fransoosjes
die waren aangekomen toen ik er
iemand floep er uit zag wippen en
langs me ruist 'even dichtbij me alj
u nu op 't moment. En wie denkt
u dat het was?"
„Langs je ruist? Dat moet een
vrouw geweest zijn," riep Atherton
uit. „Wie was het dan?"
Jeffery glimlachte, knipoogde,
trok z'n stoel nog dichter bij zijn
toehoorder en liet zijn stem tot een
geheimzinnig gefluister dalen.
„Goeie hemel!" zei Atherton. „Dat
meen je niet. Juffrouw Prynne?"
Jeffery grinnikte met klaarblij
kelijk plezier.
„En niemand anders!" antwoord
de hij. „Juffrouw Hester Prynne.
Juffrouw Essie, zoals we d'r noem
den. Ja. die was het!"
Atherton richtte zichzelf op in
zijn stoel en staarde nadenkend
naar 'zijn bezoeker. Het was niet
goed mogelijk, dat Jeffery zich in
een geval als dit zou vergissen.
Wordt vervolgd
Ardennen,
even de hete st
vrijwel boomloj
325 km., de lan
renners die reec
dan 11 uur moe
te bereiken, wa
extra moest woi
Wie gedacht j
deze derde etapi
mer karakter zo
ParijsRijssel ei
sel, zou het groc
tanten vergeten,
ste na-oorlogse
Frankrijk in de
Debutanten, die
enige routine, zon
zich in één etappe
daarna nergens me
opgeven, maar di'
van het begin tot 1
gevolg, dat de meei
ners, zij die weten
Alpen en Pyrenei
staat, mee moeten,
deze derde etappe i
gin tot het eind, ws
renners soms vele
elkaar lagen. Het Z'
klaarbaar zijn gew
derde etappe eersl
honderd kilometer
ontbrand, maar en
staken de lont in h
drama voltrok zie
men bedenkt, dat
laatste ronde van
gereden, over de
Pau—Toulouse van
minder dan drie i
toppen erin, de ren
over deden en dan
houding „vlakke wi
er elf uur over de
mee'r, dan zal het d
deze renners hebb
teren om over de v
gen met veel keislf
om vol te houden t
van Luxemburg,
renner 's avonds h
kwam.
Op deze wijze wo
de van Frankrijk ei
dat na drie etappen
van de deelnemers
den liggen, wijst er
de talrijke pashoo,
en Pyreneeën nog
niet meer dan 25 c
Parijs zullen teru
vermoeden zo, dat 1
hoog zal zijn gesch
ganisatoren in zult
zij o.i. reeds vanda
ten doen, cn met dc
hitte het parcours
met b.v. 100 km ha
korten.
Het zal duidelijk
NederlandseBuit
veren heeft moei
Korver was de ei
strijd staakte. Hij
veel pech. Nog ge
Brussel, voorbij I
wij hem met de a
wenkte ons. Het
teide hij ons, ik
vol.
Ook bleek, dat hij
pe leider Joris var
over gesproken had
zin had hem tot veri
moedigen. Wij stopi
haalde zijn fiets uit
onze wagen. Voor hc
van Frankrijk 1947
Door toevallige
zaten wij aan het
lange tientallen k
lint der renners en
verder, bij Charlevi
Arie Vooren achterc
reservefiets had gel
kon met zijn vers
niét overweg. Ook
opgeven, want hij i
de staart lag. Maar 1
moed in, bleven eni
hem rijden en dezi
deed hem goed, zod
steeds beter in kwa
daarna haalden wij
groepje in met^vai
op de helft van" de
inzinking had en opi
hem voorbij en'voel
inzinking heen, wa
nog, zij het met een
op de winnaar wist
De wederwaardig!:
en Jansdn waren
Seyen had het zee
moest op een gegeve
nog honderd km voi
sen. Maar Janssen, c
maar select groepje
afzakken, haalde zi,
streekgenoot door
IN 42 UUR NA
De directeur van
heer Plesman is Vr
Indië teruggekeerd,
de laatste hand gele
tussen de K.L.M. er
een gebeurtenis die
lucht zat. De Indiscl
zal gewoon blijven c
moet de organisat
want sinds de militi
hebben teruggetrokk
verbeterd. Men wil
dat op de Indiëroute
niet meer overnacht
den. De duur van e
zal dan niet meer da
Kal-hoii'
sigarenwinkel!
zwarte h<
De Katholieke si,
hebben dg minister
se zaken een tele]
waarin zij het betre'
garen vrijgegeven zi.
handel in dit geliefc
wordt er door bev
ook de sanering vai
branche er ernstic
loopt. Met dit alles
nister, ondanks reedc
mededelingen van de
kening gehouden. 1
van het sigarenrantsi
te oplossing geweest