WAAR BLEEF NOORD AFRICA Bruin als brons De notenboom van het H. Land en het wereld speeltoneel Zangconcours te Bovenkarspel MANTELVARIA GAM van c PAG. 4 NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD- Zaterdag 28 Juni 1947 voor de jeugd Een Limburgse vertelling R.K. Universiteit Mr. W. P. Bakhoven Zeventien koren treden de eerste dag aan Dammen Wi 9 9 9 9 9 9 9 9 m S m èf m m m m m 9 M ff 9 m 'm m m m mm, M M m m TPick Van Sch De zon glc (Slot) Op de vastgestelde dag nam hij afscheid van de heilige stad Jeru salem, reisde naar Jaffa, waar hij scheep ging naar Rodus, om daar een ander schip naar Kreta te nemen en vandaar naar Malta over Sicilië naar Italië te zeilen (zoek maar op in je atlas!). Ze hadden veel tegenwind en de reis duurde wel drie weken langer dan gewoon lijk, maar heer Matthies kwam toch behouden en gezond in de tuin van Europa aan. Vandaal* uit trok hij over de Alpen naar Duitsland, om zó weer in de Nederlanden te ko men. In Keulen bad hij nog bij de reliekschrijn van de heilige Drie koningen en in de Dom van Aken ging hij Onze Vrouwe bedanken voor zijn behouden wederkeer. Toen, rechtdoor naar Maastricht. Je begrijpt, dat was een gelukkig weerzien. Veertien maanden was hij weg geweest, en Ahneke was gro ter, flinker en ook schoner gewor den. „Och", sprak heer Matthies, ,.nu ga je helemaal op je zalige moeder lijken! Het is of zij weer in levende lijve voor mij staat!" Anneke nam afscheid van de Witte Zusters en ging met haar vader naar het ouder lijk kasteel te Riempst, waar de huismeester en de slotkapelaan van blijdschap de vlag uitstaken en dorpers de hofpoort met groene kransen versierden. Toen ze in de grote zaal kwamen, zei de ridder: „En nu heb ik nog wat voor je meegebracht, kind. Ik weet niet of je er blij mee zult zijnwant 't is een eigenaardig geschenk, niet kostbaar en toch.... Ziehier, deze noot; hij is gegroeid aan een boom die dicht bij de kerk van het Heilig Graf staat, dus dicht bij de plaats waar Onze Heer Jezus eens begraven werd!" „En zou ik daar niet blij mee zijn?" vroeg AnnaJawel, vader, met zulk een aandenken ben ik meer ver heugd dan met welk geschenk dat voor geld gekocht kan worden ook.... Hoe moet ik u daarvoor danken?" Zij wikkelde de noot in een zijden doekje en nam hem mee naar haar kamer, waar ze hem in een ivoren kleinodiëndoosje borg. 's Avonds werd er een groot feest gegeven ter ere van heer Matthies' behouden thuiskomst. Edelen uit de omgeving kwamen ter maaltijd, er werd gezongen, gegeten en gedron ken, de dorpers kregen een vat bier en v/arme worsten, zij dansten on der de linden op het voorplein bij de muziek van vier vedels en twee fluiten. De torenklok sloeg al tien uur toen de vrolijkheid nog niet gedaan was. Die nacht hoorde Anna in haar droom een stem. die tot haar sprak: „Gij moet de noot planten, Anna., gij moet niet nalaten de noot te plantenDe volgende morgen vertelde zij haar vader wat ze ge droomd en gehoord had. „Welaan", sprak hij, „doe het dan maar, want er schijnt toch wel iets bizonders mee te zijn. Ik heb 't je nog niet verteld, maar ook ik hoorde een inwendige stem, die mij beval de noot mee te nemen en jou te schenken!" Het meisje deed aldus. Zij groef een kuiltje in de slottuin en legde haar noot daarin, begoot hem met water en vulde het kuiltje weer met aarde. Elke dag ging zij kijken op die plaats, en enkele weken later zag zij een klein groen twijgje ont spruiten. „O vader, vader.... de noot is ontkiemdwij krijgen een notenboom uit het Heilig Land in onze tuin!" riep zij verheugd naar het venster van heer Matthies' kamer. Niet lang duurde het, of het twijgje waste op tot een jonge boom, die hoger en hoger schoot, veel sneller dan de notenbomen in ons land plegen te groeienEn in Nijmegen 27 Juni. Geslaagd voor candidaats examen rechten: mej. Th. M. Diepen te Tilburg, en de he ren T. Brouwer te Huissen, A. W. G. M. Daverveldt te Eindhoven en H. W. Mulder te Scheveningcn. Voor doctoraalexamen rechten de heren L. M. Raaymakers en F. M. van Geloven te Tilburg, W. H. P. Dassen en S. J. Huyben te Maas tricht. Voor doctoraal examen theologie Pater A. J. Kuster M. S. C. te Nij megen. enkele jaren was de boom volgroeid tot een machtige groene reus, die zijn wijde armen breed in het ronde liet hangen. Nog nooit had men zulk een grote prachtige notenboom in het Limburgse land gezien! Maar wat gebeurde er? Op een hete Augustusmiddag volgde een donkere zwoele avond met dof gerommel in de verte. „Wij krijgen zwaar weer!" zei de huismeester van het kasteel en hij ging alle deuren en vensters sluiten. Daar kliefde de eerste bliksemstraal al door de lucht, ge volgd door een daverende donder slag. De huiskapelaan ontstak de gewijde kaarsen op het huisaltaar en Anna begon haar Weesgegroe ten te bidden. Toen brak het on weer in volle schrikkelijke he vigheid los. Het leek wel of de wereld zou ver gaan. Te midden van hêt oorverdo vend gedonder en vreselijk windge- huil hoorden allen een ontzettend ge kraak. Beneden riep een stem: „De notenboom!" Ai Lieve Heer God, de bliksem is in de notenboom van het Heilig Land geslagen En wonderlijk., mei een dreef het on weer af, legde de wind zich neer en hoog in de zuive re nachthemel glansden de ster ren. Toen liepen zij naar buiten, de tuin in, heer Matthies, zijn dochter, de huis kapelaan, de hof meester en de be dienden En wat zagen ze daar? Een won derlijk licht omstraalde de getrof fen en opengespleten notenboom en daar stond als uit de stam gegroeid, temidden van de geknakte blader dos een groot schoon kruisbeeld, omgeven door een bovenaardse glans. Allen zonken op de knieën en konden geen woord uitbrengen, totdat de priester begon voor te bidden, een schoon gebed tot de ge kruiste mensheid van Onze Heer Jezus. Weldra verspreidde zich de won dermare door het land, en uit gans Limburg, maar ook uit Brabant en Vlaanderen, zeit's uit Holland en het Sticht kwamen geestelijken en gelovigen om dit wonderlijke kruis beeld te zien en er te bidden, Jonkvrouwe Anna echter ging niet lang na dit wonderbare gebeu ren naar Maastricht, waar zij in trad bij de Witte Vrouwen en een devote heilige zuster werd. Zij nam het kruisbeeld mee en het kreeg een plaats in de kloosterkapel, waar veel mensen van w.ijd en zijd toe gestroomd kwamen bidden. Hoe- vele zieken vonden er geen gene zing, hoevele bedroefden werden er Jonkvrouwe Anna trad in bij de Witte Vrouwen. wel getroost! Men noemde het kruis beeld: „Onze Heer van de noten boom" of „het zwarte Christus beeld". Eeuwen lang werd het in dat klooster vereerd en in later tijden bracht men het over naar de Sint Maartenskerk, waar ook vele won deren geschiedden. En daarom zeg gen wij: Deo Gratias! Wanneer je na lange jaren afwe zigheid in het vaderland terugkeert dan wordt je van vele zijden dezelf de vraag gesteld: En hoe gaat het daar, in dat verre land? Die vraag heeft echter na de lan ge oorlogsjaren en het nog altijd durende oorlogsnawee een veel gro tere betekenis dan in de normale vooroorlogse tijd. Het antwoord is eveneens ingewikkelder en gecom pliceerder. Niet in dezelfde mate als Neder land, maar ernstig genoeg, was nrd- Africa in de oorlog betrokken. Na tuurlijk, want de oorlog is meer dan ooit wereldoorlog geweest, hoe on natuurlijk ook het woord wereld oorlog moge klinken. Waarom geen wereldvrede? Wereldvrede, hoewel ideaal, toch schijnt het niet meer te zijn dan 'n symbool, zoiets als de d'lif van Noe's ark, die na wat heen en weer ge fladder terug wou in het veilige vaartuig. Frans Noord-Africa omvat Ma- rocco, Algerije en Eunisië. Bepalen we ons. tot Algerije. Van de onge veer 9.000.000 inwoners zijn 7.000.000 Mahomedaan en 2.000.000 Europeaan De Europese bevolking is cosmopo- liet: Frankrijk, Italië, Spanje, Mal ta enz. zijn de landen van oorsprong der Europese bevolking die lang zamerhand de Franse nationaliteit aanneemt. Bepalen we ons nu tot nauwer centrum dan blijft ons het departe ment van Constantine dat tevens diocees is. De titel van de bisschop is: Bisschop van Constantine en Hippo. Hippo, tegenwoordig Bóne, was de bisschopsstad van St. Augustinus. Onzj^egenwoordige Bisschop is dus opvolger van Sint Augustinus. Dit bisdom is vijf maal groter dan Ne derland en telt ongeveer 100 pries ters. Natuurlijk is dit aantal veel te klein. Voor een grote parochie als Philippeville met ongeveer 30.000 gelovigen en twee kerken, zijn we met drie Priesters, waarvan een, de Pastoor, die dit jaar 80 jaar wordt. En hij is niet de enige grijsaard in het bisdom. De vraag rijst of het niet moge lijk zou zijn Franse of buitenland se Priesters aan te werven. Als we bedenken, dat Frankrijk 13.000 pa rochies zonder Pastoor telt, is een voldoend aantal Franse Priesters zo goed als uitgesloten. Om buiten landse priesters aan te werven stui ten we vooreerst op het door de oorlog verminderde aantal priesters en ten tweede op de rol die Noord- Africa speelt op het wereldspelto- neel. We onderscheiden Europeanen en Mohamedanen. Niettegenstaande al le vriendelijke woorden van Moha medanen aan het adres van Frank rijk, worden er ook vele woorden uitgesproken door Mohamedanen- leiders die onomsluierd een onaf hankelijke Algerijnse republiek be geren of zelfs eisen. Zo iets dus als in Nederlands Ind'.ë. En zo ooit Al gerije een onafhankelijke staat zou worden, wat zal dan het lot zijn van de Europese bevolking? Wat zal er gebeuren met onze Priesters en Kerken? Volgens het oordeel van velen zijn we nog ver van ene Algerijnse staat maar dat het Pan-Arabisch Ver bond in onafhankelijkheidsrichting werkt is zonneklaar voor iedereen. Wij, Priesters en Missionarissen laten politieke vraagstukken aan Politici over, om echter Priesters van „elders aan te werven is eep zeker staatsevenwicht primordiaal. Dit staatsevenwicht is zoals in vele landen en vooral koloniën ook in Algerije onzeker of liever in wor ding. Geve God dat de leiders van staten en landen elkaar begrijpen en een werkelijke vrede het natuurlijke lichamelijke leven, vyral het boven natuurlijke zieleleven in vrijheid en blijheid verzekeren. Noord-Africa. Thom. M Bosman, pr. Bij K.B. is benoemd tot advocaat fiscaal bij de bijzondere raad van cassatie mr. W. P. Bakhoven, thans advocaat-fiscaal bij het bijzonder gerechtshof te Amsterdam. Benoemd tot rechter-plaatsver- vanger in de arrondissementsrecht bank te Roermond mr. Th W. G. A. Janssen, substituut-griffier bij de arrnndissements-rechtbank te Roermond. 40. Deze reporter, die op waarlijk meesterlijke wijze aan het Heelal een verslag van dit aardegebeuren uit brengt, juicht: „Luisteraars, dit is onvergetelijkdit isnee maar, dit is.... Ziet hem aan,"de held. Wat zeg ik? helddie nederig 't hoofd buigt bij zoveel eer. Ziet hem aan! En nu, geachte toehoorders, blikt Professor in dank baarheid omhoog naar de blauwe hemel, en zijn blauwe oog spreekt ons van het blauw van zijn trouw aan zijn evennaaste.... Ach, luisteraars, wat waren wij dom, om zo'n malle angst te hebben Maar wacht, wat ziet mijn vochtig oog?Nu daalt hij! Hij daalt! Nu.Leve de President van de Unie van Broederschap, de U.V.BHij leve^ lang.Komt, geachte luisteraars, laat ons gezamenlijk aanheffen de lofzang: Hij leve lang!" GROTE DAGEN staan Bovenkar spel weer te wachten, schreven wij indertijd na het muziekfeest van „Crescendo". Toen kwamen de Oos- terhoutse Nachtegalen en de Kath. W.F. Landdag, en vooral de laatste had de tegenslag van erg warm weer Wij wensen het concours van de Katholieke Bond van Zangvereni gingen voor Noord- en Zuid-Holland toe, dat het morgen niet zo extra vagant warm zal zijn, al kunnen de deuren van de grote concertzaal in liet Bloembollenvcilingsgebouw dan ook alle wijd en zijd open staan! Zeventien koren hebben voor de eerste concoursdag, die morgen met verschillende plechtigheden geopend wordt, ingeschreven. De tweede dag komen er meer uit Zuidelijker stre ken. Morgen is het vooral Noord- Holland, dat „acte de presence" geeft. In de vierde afdeling Vrouwen koren zingt als eenling „Con Brio" van Lutjebroek, waarna in de vierde afdeling Gemengde Koren „St. Jacó- bus" van Tuitjenhorn en „Tonego" van Ursem optreden. In de derde afdeling gemengde koren treden vier koren aan, nl. „Ars et Religio" van Enkhuizen, „St. Caecilia" van Goorne, „Con Amore" van Westwoud en „Ont spanning na Arbeid" van Andijk. De tweede afdeling gemengde koren brengt „St. Caecilia" uit Haarlem, „Irene" uit Zwaagdijk-O. en „Ego Flos" van Schoorl. Drie koren hebben ingeschreven voor de eerste afdeling gemengde koren, en wel „In pace Nata" van Limmen, „Zingen is Leven" van Warmenhuizen en „Huygenwaert" van Heerhugowaard. De eerste afdeling vrouwenkoren is een solo-afdeling, met als enige deelnemer „Arti et Amicitiae" van Hoogkarspel. Belangrijke bijeenkomsten op „Drakenburgh" De katholieke Volkshogeschool „Drakenburgh" heeft voor de mnd. Augustus wederom twee interes sante studieweken op haar pro gramma staan. Zo wordt van 11 16 Augustus een Franciscaanse week gehouden onder de titel „St. Franciscus en Zijn zending", welke geheel gewijd wordt aan het Fran- ciscanisme in zijn historische en actuele aspecten. Van de belangrijke onderwerpen welke ingeleid zullen worden noe men wij slechts: „De persoonlijk- hejd van St. Franciscus", „De Fran ciscaanse school als theologische wereldbeschouwing", „St. Bonaven- tura en het geestelijk leven", „St. Bernadinus van Siens en de renais sance", „De Franciscaanse ethiek en het Humanisme", „De invloed van het Franciscanisme op de mu ziek en op de beeldenkunst", „De sociale idealen en de geest van St. Franciscus" etc. Reeds zegden tal van vooraan^ staande persoonlijkheden hun me dewerking aan deze groot opgezet te week toe. Een tweede belangrijke week is de Universitaire Volkshogeschool- weck, welke dit jaar gehouden zal worden van 2530 Augustus. Evenals verleden jaar, toen het thema „Christendom en Humanis me" behandeld werd, ligt het in de bedoeling de aan de orde te stellen vraagstukken op universitaire ba sis in bespreking te brengen, ech ter zo, dat ontwikkelde belangstel lenden buiten universitaire kringen daaraan ten volle kunnen deelne men. Tot thema werd gekozen „De westerse Beschaving en haar toe komst". Op het programma staan o.a. de navolgende onderwerpen:' „De antieke beschaving en het Christendom", door Christine Mohr mann, „Het Christendom als levend element in de schepping van Euro pa" door dr. Tesser S.J., „De in perking van het Christelijk Europa door de Islam" door pater dr. Hou- ben S.J. Voorts inleidingen over het Fran se realisme, het Duitse idealisme, het Engelse Empirisme en het Rus sisch Utopisme door binnen- en buitenlandse deskundigen. Ook de moderne statenvorming en de toe komstige Europeese structuur vor men thema's voor inleiding en ge- dachtenwisseling. Over beide weken kan men na dere inlichtingen verkrijgen aan 't secretariaat van de Stichting, Land goed „Drakenburgh", postadres te Baarn. In de afdeling uitmuntendheid gemengde koren treedt als eenling op „St. Caecilia" van Onderdijk. In de afdeling uitmuntendheid mannenkoren de Verenigde West- friese Zangers van Wognum, in de ere-afdeling mannenkoren last but not least! het „Streeker Man nenkoor" van Grootebroek. Alzo elk wat wils. Er is om twaalf uur een officiële ontvangst door het gemeentebestuur van Bovenkarspel, daarna een aubade van de R.K. Harmonie „Crescendo", waarna het eigenlijke concours begint om 1 uur, in de als concertzaal magnifiek in gerichte grote zaal van het enorme Veilinggebouw, dat om zijn accous- tiek" wordt geroemd. De jury wordt gevormd door er- kend-bekwame vakmensen-kunste naars: Alphons Vrancken, toonkun stenaar te Amsterdam, Olivier Koop, toonkunstenaar te Overveen en dr. A, Kat, directeur van het Muziek instituut van de Kathedraal Sint Bavo te Haarlem. Tal van prijzen zijn beschikbaar gesteld, o.a. door Z.H. Exc. de Bis schop van Haarlem een lauwerkrans, aangeboden aan het koor, dat over het gehele concours het hoogste aan tal punten heeft behaald. Wij wensen de Bond en Boven karspel een goed concours toe! met Ami Ida Zonnebrumcrème of Amilda Zonne-olie. BOEKBESPREKING KRONIEK ENER PAROCHIE door Jacques Schreurs M.S.C. Het Spectrum Utrecht Na de Bruid die hij niet verwacht te en het eerste deel van de Kroniek ener Parochie, de Kraai op de kruis balk geheten, verscheen onlangs'De Mens en zijn schaduw, waarin de schrijver ons verder de lotgevallen van Paul Lumens, de familie Bonte en de nevenpersonen uit zijn eerste deel vertelt. En dit vertellen doet hij op een uitstekende wijze, zo dat het boek boeit, van het begin toj; het einde. Nicolaas Bonte, de Mens, de man die komt en gaat, die meer op gaat in zijn zaken dan in God, Pas toor Lumens wiens pastoraat drukt als een loodzware last op vaak te zwakke schouders, ze worden ons alle met vaardige en vlotte pen be schreven. Er vallen schaduwen over deze levens, ze trekken op en dc hemel komt dan dichterbij, zo schrijft Schreurs en zo'beleven wij de opkomst van de Mens, die met geweld het geluk denkt te winnen, totdat hij "de ene klap na de andere krijgt en zijn vrouw onder de last der zorgen bezwijkt. Zo ook zien wij dë zorgende Jacob, het ploeteren der beide geestelijken, die niet kunnen verhinderen dat Bonte steeds die per valt van het voetstuk, dat hij zich in hoogmoed had opgetrokken. Vreemd doet de figuur van Klaasje Weenink, de bekeerlinge aan en te weinig speurt de schrijver naar de grond van Nicolaas Bonte's denken en handelen, hetgeen echter aan de gang van het verhaal weinig af breuk doet. Op de achtergrond SDeelt zich de opkomst der mijn af, die volgels trekt van diverse plui mage en voelen wij als het ware de hartslag der groot industrie, die het levenstempo verhaast. En dan spreekt uit alles een Godsvertrou wen* dat vooral dit deel zijn bijzon dere waarde geeft. Een goed boek dat de lezer verrijkt. L. S. PAULUS DE ZWOEGER GODS door Piet van Veen Romen en Zonen, Roermond Met forsen tred voert Piet van Veen zijn lezers door dc levensge schiedenis van den apostel Paulus de apostel der heidenen, de man die de strijd heeft gestreden tot het einde toe. een einde dat voor hem niet bitter was. want hii had het ge loof de hoop en vooral de liefde. Het honderdtwintig bladzijden tellende boekje is' beknopt gehouden, doch vele taferelen zijn zo goed uitge werkt. dat dc kreupele man toch aan het eind van dit sublieme werk je ten voeten uit voor ons staat. Piet van Veen weet belangstelling te wekken voor zijn figuren en schildert op fleurige wijze het leven van Paulus terwijl hij lopende van de ene stad naar de andere brieven dicteert aan zijn gezel. Bijzonder goed getroffen zijn de momenten, waarop Paulus, bekeerd, aan het huis der volgelingen van de Mees ter aanklopt en door velen gewan trouwd wordt, hoe hij een der eer sten hunner wordt en dan de dagen voor zijn dood. Een werkje dat onze Nederlandse hagiografie in de waren zins des woords verrijkt. De bandtekening van Wvnand Geraedts is smaak vol, de overige tekeningen lijken ons minder geslaagd. Paulus, de zwoe ger Gods, zal zijn weg onder het lezend publiek zeker vinden. L. S. ZATERDAG 29 JUNI 1947 Correspondentie en oplossingen onder motto „Damrubriek" in te zenden aan het bureau van dit blad. Oplossingen van de problemen no. 98 en 99 in te zenden tot uiterlijk 10 Juli a.s. Probleem No. 98. van J. A. Hoorn te Amsterdam. e e e g 1 1 B lü B 3 11 H Zwart 15 schijven op 4, 3 tot 14, 17 tot 21, 23 en 27. Wit 16 schijven op 25, 28, 29, 30, 32, 34, 36, 38, 39, 40 en 42 tot 47. Wit speelt en wint. Bij de problemen. Probleem No. 98. Evenals met het partijspel kan men in dit probleem van groot for maat vooraf wel alreeds gissen of vaststellen, waar en hoe wit een damzet zal behalen, maar ook hier kan de vraag gesteld worden, „hoe dit op de meest productieve wijze kan geschieden". Probleem No. 99. Een van de bravourstukjes van Hoogvelt. Het betreft hier een soe pele bewerking van verfijnde pro bleemkunst. Op dit terrein gaat het gesmeerd en als van een leien dakje, maar toch.... en dit is feitelijk het climaxiale hoogtepunt, men blijft tot aan de laatste zet vrijwel in het onzekere hoe en waar de sleutel ontknoping zal plaats vinden. Om na te spelen. Slagzetcombinatie van Barteling tegen Ottina. Stand: (Ottina) 10 schijven op 11, 12, 13, 16, 17, 19, 20, 23, 25 en 29. Wit (Barteling) 10 schijven op 26, 27, 28, 32, 35, 37, 38, 40, 43 en 45. In de jaren 1894 tot 1900 hebben de drie dammeesters Barteling, Weiss en Ottina te Parijs, die als zodanig een wereldnaam hebben vcrwomen. (Weiss en Barteling zijn wereld kampioen geweest)elkaar in tal van partijen bekampt en bestookt met allerlei dam- en slagspelcom- binaties. Ottina, die bij het begin der 20e eeuw naar Canada is vertrokken, had van dit trio wel iets minder sterke papieren, maat de gevallen zijn daarentegen Lang niet zeldzaam geweest, dat hij Weiss of Barteling op zijn beurt met een fijn verborgen dam of slagspelcombinatie te grazen heeft genomen. Met deze partijstand echter, waarbij onderstaande de op lossing volgt, werd hij tegen Louis Barteling de dupe van de historie. Destijds telde Frankrijk o.a. nog een tweetal beroemde dammeesters met een wereldnaam, nl. Dr. Dussaut te Bordeaux (Oud-wereldkampioen) en Louis Rafaël (kampioen van Zpid- Frankrijk) te Marseille. Dezen woonden echter te ver af om zich regelmatig met hun geweldige riva len uit de lichtstad te kunnen meten Door Barteling werd de partij op de volgende fraaie en verrassende wijze gewonnen: Wit: 35—30 38—33 40 7 28—22 32 25 Zwart: 25 34 29 49 11 2 17 28 49 21 26 17gewonnen. Een echte problematische afwik keling. Wel iets buitengewoons! Probleem No. 99 van A. F. Hoogvelt te Eindhoven. ■j§ si 3 S ui B sega X2 1 a 21 fi, JK a m Zwart: 12 schijven op 7, 8, 9, 13, 17, 18, 19, 21. 22, 35 en 36. Wit: 11 schijven op 24, 26, 29, 30, 32, 34, 37, 41, 42, 44 en 48. Wit speelt en wint. Is het U ook al opgevallen, wat 'n kleurige, fleurige man tels men de laatste tijd ziet dragen? En dat waarlijk niet alleen door onze jonge meis jes, die zich op het gebied der mode altijd wat meer kunnen veroorloven dan haar oudere zusters! Iemand met een knal groen, hardgeel of steenrood jasje te zien lopen is tegen woordig lang geen zeldzaam heid. Trouwens, alle kleuren van de regenboog" zijn verte genwoordigd en daarnaast zien we bovendien veel ruiten en zelfs strepen. Het lijkt wel, of de mode zich na de lange kleurloze jaren die achter cms liggen ineens van haar uitbun dige kant wil laten zien. Waar mee natuurlijk helemaal niet gezegd wil zijn, dat de -neer geijkte kleuren als zwart, blauw, beige, grijs en bruin 't nu ineens minder goed zouden doen. Velen, onzer zullen er zelfs uit practische overwegin gen de voorkeur aan geven en ze hoeven er niet minder mo dieus om gekleed te gaan. Wat is er bijv. fijner dan 'n eenvoudige marine-blauwe mantel, heel even opgevrolijkt door wat wit hier en daar? Of >en grijs model als van onze foto, dat op even sobere als smaakvolle wijze werd gegar neerd met zwart fluweel? Der gelijke nauW-aangesloten jas sen, die we zowat evenveel zien als de lange of korte wijdvallende exemplaren, heb- aen gewoonlijk speciaal van achteren ruimte in de. rok docr ?en paar plooien of klokken. Over plooien gesproken: die zijn op het ogenblik zeer mo- lern, en we zien ook jassen die dit modesnufje vertonen: een hele geplooide rok of 'n mouw die helemaal uit platte plooien bestaat. Ook dwarse plooien, oprijgsels dus, zijn geen zeld zaamheid. Maar U begrijpt na tuurlijk wel, dat al die grap- ]es hoe aardig ook, niet pas sen in een zeer bescheiden garderobe. Om met het ruim-valiende jasje van onze tweede foto te besluiten: het is van mosterd- geel laken vervaardigd en hel vormt samen met de nauw sluitende zwarte japon die er ander wordt gedragen 'n sjiek ensemble voor het voor- of net najaar. Ook de handschoenen en de voile van het bioemen- hoedje zijn natuurlijk zwait. door J. S. FLETCHER 1 80. „Laten we 't hopen," antwoordde Jeffery. „Duizend Pond raap je niet elke dag op." Op zijn gemak speel de hij zijn broodjes naar binnen, veegde het lemmet van het knip mes af, waarmee hij ze had ver orberd, leegde zijn bierpul en stond op. „Kom, laten we nu eens naar Atherton gaan," zei hij. Atherton begreep op het eerste gezicht dat de oude tuinman van Boyce Malvery hem iets belang- lijks te vertellen had en hij beduid de de beambte hen alle,en te laten. „Wel, Jeffery?" zei hij. „Je bent dus weer terug? Ik dacht dat je Brychester had verlaten?" „Dat heb ik gedaan, mijnheer, zes maanden geleden, toen ik bij Mr. Boyce weg ging, mijnheer," antwoordde Jeffery. „Nu ben ik bij kolonel Chaloner, in Shilhampton mijnheer, even buiten de stad." „Dat weet ik", zei Atherton. „Wel, en wat wilde je me vertel len? Iets persoonlijks?" Jeffery schoof zijn stoel dichter bij het bureau van de commissaris eii haalde uit zijn binnenzak een flink verkreukeld en beduimeld exemplaar van het biljet, met het welk een beloning van duizend Pond was uitgeloofd. „Over dit ding hier, mijnheer", zei hij. „Begrijp ik het goed dat dit geld zal worden uitbetaald aan iemand die inlichtingen geeft die kunnen leiden tot de ontdekking van mijnheer Richard Malvery, dood of levend?" „Precies", antwoordde Atherton. „Levend of dood", zei Jeffery. „En dood of levend? Het komt er niet op aan of-ie dood is of levend, hè?" „Die uitdrukking is duidelijk ge noeg"', zei Atherton. „Kijk maar, dood of levend." „Het is altijd goed, duidelijk op dergelijke punten te zijn", merkte Jeffery op, terwijl hij zorgvuldig het biljet opvouwde en het weer in z'n zak stak. „Goed, mijnheer, en wat ik 'aan u vertel, wordt toch als strikt persoonlijk beschouwd?" „Volkomen vertrouwelijk", ant woordde Atherton. „En u zult 't zich herinneren, wan neer het er op'aankomt, dat geld uit te betalen?" zei Jeffery. „Want dat is natuurlijk de hoofdzaak." „Als je me iets vertelt,' dat ertoe zal leiden mijnheer Richard Malvery of diens lijk te vinden", antwoordde Atherton, „kun je de beloning als de jouwe beschouwen. Nu, wat weet je?" Jeffery leunde voorwaarts, plaat ste beide handen op zijn knieën en bleef voortdurend naar zijn onder vrager staren. „Een van onze juffrouwen", zei hij „juffrouw Hilda, die lange, heeft een bezoek gebracht aan vrienden in Frankrijk. „Zo", antwoordde Atherton. „Gisteren kwam ze thuis. Met de boot, die in Southampton om half zes 'sochtends aankomt in Shilhamp ton, Die komt van Havere, ginder in Frankrijk", zei Jeffery. „En als ze aankomt bij 't Havenstation van Shilhampton dan staat daar een trein te wachten om de mensen re gelrecht naar Londen te brengen. Tenminste, als ze daar naartoe wil len gaan. Sommigen doen dat en sommigen zoals onze juffrouw Hilda niet." „Ga maar voort, dat weet ik alle maal", merkte Atherton op. „Maar dat hoort in mijn verhaal thuis", antwoordde Jeffery onver stoord. „Sommigen vertellen een verhaal op een manier, sommigen op een andere. En op deze manier vertel ik het mijne, zodat alles er precies in past. Nou dan, onze juf- frouye. Hilda was een tijdje in Frankrijk geweest, in ieder geval sedert Juli, Dientengevolge zoals ze zeggen had ze heel wat bagage bij d'r. En daarom stuurde de kolo nel haar pa de auto naar het havenstation om haar te halen en hij stuurde mij met het wagentje om haar koffers op te pikken. Daar om was ik aan het Havenstation van Shilhampton toen de boot van Ha vere binnenkwam tien minuten te laat gisterenavond. Begrijpt u?" „Buitengewoon. Ik luister naar elk woord wat je zegt," antwoordde Atherton. „Best, mijnheer, nou dan," ver volgde Jeffery, „d'r is altijd een hele heisa als die boten van het vaste land binnenkomen. En ook is er heel wat te zien voor mensen die de menselijke natuur bestuderen, zoals ik. Terwijl ik zo stond te wachten tot de koffers van onze juffrouw van de boot waren, nam ik - eens een kijkje op hot perron naar de mensen die waren komen overvaren en die naar Londen gin gen. Nu weel u misschien, mijnheer dat er ergens op het perron zo'n plekje is, waar je geld kunt wis selen? Vreemd geld in Engels." „Natuurlijk," antwoordde Ather ton. „Het bureau de change." „Precies," zei Jeffery. „Juist. Nou dan, net voor de trein naar Lon den vertrok stond ik bij dat buro de sjans te kijken naar Fransoosjes die waren aangekomen toen ik er iemand floep er uit zag wippen en langs me ruist 'even dichtbij me alj u nu op 't moment. En wie denkt u dat het was?" „Langs je ruist? Dat moet een vrouw geweest zijn," riep Atherton uit. „Wie was het dan?" Jeffery glimlachte, knipoogde, trok z'n stoel nog dichter bij zijn toehoorder en liet zijn stem tot een geheimzinnig gefluister dalen. „Goeie hemel!" zei Atherton. „Dat meen je niet. Juffrouw Prynne?" Jeffery grinnikte met klaarblij kelijk plezier. „En niemand anders!" antwoord de hij. „Juffrouw Hester Prynne. Juffrouw Essie, zoals we d'r noem den. Ja. die was het!" Atherton richtte zichzelf op in zijn stoel en staarde nadenkend naar 'zijn bezoeker. Het was niet goed mogelijk, dat Jeffery zich in een geval als dit zou vergissen. Wordt vervolgd Ardennen, even de hete st vrijwel boomloj 325 km., de lan renners die reec dan 11 uur moe te bereiken, wa extra moest woi Wie gedacht j deze derde etapi mer karakter zo ParijsRijssel ei sel, zou het groc tanten vergeten, ste na-oorlogse Frankrijk in de Debutanten, die enige routine, zon zich in één etappe daarna nergens me opgeven, maar di' van het begin tot 1 gevolg, dat de meei ners, zij die weten Alpen en Pyrenei staat, mee moeten, deze derde etappe i gin tot het eind, ws renners soms vele elkaar lagen. Het Z' klaarbaar zijn gew derde etappe eersl honderd kilometer ontbrand, maar en staken de lont in h drama voltrok zie men bedenkt, dat laatste ronde van gereden, over de Pau—Toulouse van minder dan drie i toppen erin, de ren over deden en dan houding „vlakke wi er elf uur over de mee'r, dan zal het d deze renners hebb teren om over de v gen met veel keislf om vol te houden t van Luxemburg, renner 's avonds h kwam. Op deze wijze wo de van Frankrijk ei dat na drie etappen van de deelnemers den liggen, wijst er de talrijke pashoo, en Pyreneeën nog niet meer dan 25 c Parijs zullen teru vermoeden zo, dat 1 hoog zal zijn gesch ganisatoren in zult zij o.i. reeds vanda ten doen, cn met dc hitte het parcours met b.v. 100 km ha korten. Het zal duidelijk NederlandseBuit veren heeft moei Korver was de ei strijd staakte. Hij veel pech. Nog ge Brussel, voorbij I wij hem met de a wenkte ons. Het teide hij ons, ik vol. Ook bleek, dat hij pe leider Joris var over gesproken had zin had hem tot veri moedigen. Wij stopi haalde zijn fiets uit onze wagen. Voor hc van Frankrijk 1947 Door toevallige zaten wij aan het lange tientallen k lint der renners en verder, bij Charlevi Arie Vooren achterc reservefiets had gel kon met zijn vers niét overweg. Ook opgeven, want hij i de staart lag. Maar 1 moed in, bleven eni hem rijden en dezi deed hem goed, zod steeds beter in kwa daarna haalden wij groepje in met^vai op de helft van" de inzinking had en opi hem voorbij en'voel inzinking heen, wa nog, zij het met een op de winnaar wist De wederwaardig!: en Jansdn waren Seyen had het zee moest op een gegeve nog honderd km voi sen. Maar Janssen, c maar select groepje afzakken, haalde zi, streekgenoot door IN 42 UUR NA De directeur van heer Plesman is Vr Indië teruggekeerd, de laatste hand gele tussen de K.L.M. er een gebeurtenis die lucht zat. De Indiscl zal gewoon blijven c moet de organisat want sinds de militi hebben teruggetrokk verbeterd. Men wil dat op de Indiëroute niet meer overnacht den. De duur van e zal dan niet meer da Kal-hoii' sigarenwinkel! zwarte h< De Katholieke si, hebben dg minister se zaken een tele] waarin zij het betre' garen vrijgegeven zi. handel in dit geliefc wordt er door bev ook de sanering vai branche er ernstic loopt. Met dit alles nister, ondanks reedc mededelingen van de kening gehouden. 1 van het sigarenrantsi te oplossing geweest

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 4