Zwervers onder Gods
vrije heme!
HET ZEEWIER-MYSTERIE
De Belgische Koningskwestie
Naar het schip, dat op zee
de koers bepaalt
De vrouwen willen klare taal
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 16 Augustus 1947
PAC. 3
denstands-
aar e.o.
1937
in begin Oct.
Veel geschrijfmaar de oplossing is nog
niet in zicht
Elf mannen als wachters in de nacht
FILMNIEUWS
Hollandse films op stapel
Over geinterneerden in Indonesië
Op bezoek bij kampbewoners
E. H. B. O.
ND
3 2.80; 11-12 3.—; cen-
D 1.50—1.70, 11-12 0.80—
Sutt 12 op 4—4.20, 11-12
of Haarlem 12 op 2.60,
arrara 12 op 3.104.40,
.50; Coplands Rival 12
i, 11-12 3—3.40; Crown
op 0.30—0.60, 11-12 tot
Huil 12 op 0.80, 11-12
Queen 12 op 4.604.70,
.60; Eros 12 op 1.11-
ncombe Yellow 12 1.
'antasy 12 op 5.305.40,
•5.40; Grenadier 11-12
Harvest 0.10—0.40, 11-
l; Indian Chief 12 op
as 12 op 2.70; Krel.
op 0.40—1.—, 11-12 0.60
an Zijl 12 op 2.60, 11-12
Srullemans 11-12 2.10;
.•oriet 12 op 2.302.50,
lount Erebus 12 op 3.50,
Nlvea 12 op 5.30—5.90;
Issi Oswalde 12 op 2.50;
12 op 1.50—1.90; Pres.
>p 2.20; Ph. Snowden 12
11-12 1.40; Pruper Cop-
80; Paul Grampel 12 op
90; Rose Copland 12 op
11-12 3.70—4.30; Red
2 op 8—10.30; Red Pitt
-12 1.30; Sünkist 12 op
50; Scarlet Sensation 12
12 1.30; Telescopium 12
mis 11-12 2.90; The Sul-
Ursa Mior 12 op 0.30,
1.40; Viet. d'Oliveira 12
let Queen 12 op 2.80
.603.60; Will. Onland
i.—, 11-12 2.60; Will. Pitt
-1.90, 11-12 0.60—0.90;
12 op 2.80—2.90. 11-12
ber 11-12 0.70; Yellow
0.500.90; Zwanenburg
-4.50. 11-12 3.60—4.20.
0 stuks.
snbonenij X20; 2500 kg
.60; 4000 kg rode kool
1, 17 Aug. Andijvie
ïazie 8; postelein 412;
19; tomaten 1625; gr.
de kool 4.206.50; uien
3.606.50; druiven 1.63
iebonen 640, stoksnij-
1, pronksnijbonen 612
A 48—56; X 35—45; II
tommers 421; meloe-
wortelen 1119; selde-
terselie 6.508; sla 1.60
s aardapp. 79; kleine
EN, 15 Aug. Aangev.
uigen: 15.441 pond kuil-
1262 .pond lennaa/ 2.68--
ïd snoekbaars 6069;
saai 2.853.25; 438 pond
r pond.
IK, 15 Aug. Andijvie
kool 2550; bospeen 4
n .2010; dubb. stamb.
3. 4560; snijbonen 15
len 615; doperwten 50
ommers 413; postelein
3 812; sla 314; toma-
:roten 315, groenekool
[appelen 710; bramen
iOGGE". HEM. Mid-
>tsen 77.20; grove 6.80-
nh. 7,608.20; bloemkool
len 6—24; stoksnijbonen
8.50—10; sla 1.60—4.00;
'0; rode kool 4.20—5.00;
precos 2035; Franse
513; Zigeunerin 2052
i36; Elly Victorie 12-16
10.
JK, 14 Aug. Aangev.
•dappelen: grove schot-
.70; eerstel. 78.10;
7.80—8; driel. 5.10;
j.10; 42.000 rode kooi
kg gele kool 4.206;
>nen 627.50; 400 kg to-
)0; B 19.
IN, 14 Aug. Aangev.
ove Schotse 7.108.70;
e Schotse 7.50—9; 425
ïotse 4.805; 10.550 kg
-8.10; 1800 kg Koopm.
-8.80; 50.000 kg rode
90; 675 kg gele kool
en: 1200 kg grote maat
kg gew. maat 15.90—
g nep 12.90—19.70; 15100
m I 3.10—5.20; 3950 kg
175 kg blauwe pruimen
g Triumphe 16; 925 kl
5.90—10.40; 80 kg
18; 1700 kg slabonen
1.053.80; snijbonen
18; 1700 zak slabonen
(een I 7.20; 1350 kg peen
g Claps Fav. 1421; 150
nep 40.90; 300 kg zil-
lRSPEL, 14 Aug.
8—8.70; Geelblom 7.20
ter 8.30; Deva 7.30; Be-
0—7.40; Blauwe 8.60—
bl. 8.50—8.70; Eigenh.
aal 3300 baal; 1200T}aal
80; 650 kg augurken:
»0 kg fijnbast 31; 3400
10; 3300 kg grof I 12.70;
40; 250 kg fijn stek 28.10
stek 5; 250 kg slabonen
l kg dubb. slabonen 0.10
koop:
ima DAMESRIJWIEL
der banden. - Landstr.
19, Alkmaar.
te ronde kachel, kl.
lel; 4 binnenb. 28xl'/i,
ronde luidspreker; 2 p.
a.n. damessch. mt 39 en
Kerklaan 12, Heiloo
Adverteert
in dit blad
ijn 83 pet, van onze
Dit zegt U alles.
het artikel:
lenstandsopleiding?"
ischieden bij de heer
ïkhandel P.0.A., Pay-
Haakman. Zittings-
n nog nader bekend
:hauüeur)
Telefoon 3444
(Van onze Brusselse correspondent)
I.
^INDS het rapport-Seryais is gepubliceerd, gaat er geen week
voorbij, zonder dat een of andere krant met nieuwe teksten
te voorschijn komt. Al deze publicaties zijn ongetwijfeld zeer in
teressant, maar zij dragen er helaas niets toe bij de Konings
kwestie .ook maar een stap dichter bij de oplossing te brengen.
Wel werpen zy dikwijls een scherp licht op de personen, die bij
de Koningskwestie betrokken zijn, zij het dan, dat dit licht hen
niet altijd voordelig doet uitkomen.
Pierlot), de oud-eerstevminister
der oorlogsregering, zette de reeks
publicaties in met enkele artikelpn.
die hij niet zonder pretentie „pages
d'histoire" noemde. Hij vertelt er
in kleuren en geuren in hoe hij
handelde tijdens de oorlog, welke
zijn houding was tegenover de Ko
ning en wat hij, Pierlot, eerste mi
nister, voor'aandeel gehad heeft in
de_ gebeurtenissen. Terloops wordt
er" oojc nog in gesproken over de
houding van de Koning, maar dan
altijd nog in direct verband met
de houding van Pierlot.
Zijn betoog is zeer kleingeestig
en kenmerkt de schrijver. Het
werd geschreven, naar aanleiding
van het verwijt door de Partijraad
der C.V.P., dat hij een duistere en
egoïstische houding had aangeno
men tegenover de Koning. Dit ver
wijt had hij nmt beter kunnen be
vestigen dan juist door deze publi
caties, die als verdediging bedoeld
zijn.
Er is in heel zijn betoog slechts
één passage van werkelijk belang,
namelijk die waarin hij vertelt
over het besluit van de Koning na
de capitulatie om in het land te
blijven. Dit is immers de zwakke
plek in de Koningskwestie als het
hoofd 'van de regering.
Pierlot voelt dit zwakke punt aan
en tracht zorgvuldig deze daad in
een ongunstig daglicht te stellen.
Hij hoopt dat zijn betoog bewezen
heeft, dat deze, daad ofwel verre
gaande onzin, ofwel defaitisme is.
In zijn artikelen toont hij aan dat
de Koningduizend en een kansen
heeft gehad om met het leger naar
het Zuiden uit te wijken, daar de
strijd voort te zetten of naar Enge
land te gaan. Natuurlijk voegt hij
er hele bladzijden aan toe met op
sommingen van de goede raadge
vingen, die hij, Pierlot, de Koning
gegeven heeft, maar die deze eigen
zinnige man in de wind heeft ge
slagen.
De ondergrond van Bierlots be-,
toog is eenvoudig wrok en haat te
gen een hoogstaand staatsman, die
weigerde mee te spelen in de are
na der kleinzielige en kortzichtige
partijpolitiekers van destijds. Deze
wrok, die ook gekoesterd wordt
door lieden, die thans in de rege
ring zitten, maken de Koningskwes
tie juist zo moeilijk op te lossen.
Maar toch heeft deze ondergrond
een positieve waarde. Wanneer
een man als Pierlot, wiens motie
ven niet direct edel te noemen
zijn, van' de Koning getuigt, dat
deze nooit tegen de belangen van
bet land handelde, staat dat ge
lijk met een vrijspraak, vooral
wanneer men bedenkt wie dit
Een potig antwoord
Graaf Pierlot rekende echter bui
ten de waard toen hij, rustig rus
tend op zijn buiten in de Ardennen
zijn schampere publicaties over de
Koning schreef. Deze waard was
Generaal van Overstraeten, de vleu
geladjudant van de tijdens
de oorlog. In een opei«brief gaf hij
in zeer scherpe woorden een ant
woord aan Pierlot, dat in de Ko
ningsgezinde bladen natuurlijk "L
geuren en kleuren werd gepubli^
ceerd. De generaal beantwoordt feit
voor feit. Hij noemt de ^voorstelling
van zaken arglistig, berekend en
vol aanmatiging. Hij laakt de rede,
die Bi er lot te Limoges hield en
waarin hij het leger en de Koning
op een laffe wijze aanviel, terwijl
beide op dat ogenblik morele steun
broodnodig hadden. Ook logenstraft
de generaal Pierlots bewering als
zou de Koning in militaire aange
legenheden gehandeld hebben bui
ten medeweten van de regering.
Steeds is de Minister van Lands
verdediging op de hoogte gest^i
van de genomen beslissingen. Waar
Pierlot zegt, dat de Koning weiger
de de troepen naar het Ruiden te
laten 'evacueren op voorstel van
Generaal Weygand, verklaart Ge
neraal van Overstraeten dat de Ko
ning op dit voorstel niet kon ingaan
daar op dat ogenblik de terugweg
reeds afgesneden was door de inna
me van Abeville,
Het slot van des generaals betoog
is afdoende: „weet dan mijnheer
Pierlot, dat er eens een tijd was,
dat gij mij beschuldigde van lage
ambities, terwijl gij, door de
Franse nederlaag het hoofd verlo
ren,voetstappen aanwendde bij
de vijand om te onderhandelen.
Reeds liggen mijn nota's klaar.
De geschiedenis wordt niet ge
schreven door snoeverijen maar
door documenten".
Van de^e verklaring van Pierlot
blijft niet anders over, dan het be
toog, dat de Koning een eigen poli
tiek wilde volgen, los van de toen
malige regering,' en. dat de Koning,
naar Pierlot letterlijk verklaarde,
nooit tegen de belangen van het
land handelde.
Leopold's Politiek Testament
Kort na de publicatie van deze
verklaringen verscheen in de „Li
bre Belgique" het politiek testament
des Konings. Het is door de Koning
geschreven gedurende de laatste
bezettingsjaren en was bedoeld voor
de Belgische regering. Het werd
aan Montgomery overhandigd. In
dit stuk zette de Koning kort en
klaar uiteen, waarom hij in het
land was gebleyen en hoe hij ge
handeld had tegenover de Duitsers.
Nieuws staat er niet in. Slechts de
raadgeving aan de regering vóór
alles te zorgen voor de' eendracht
tussen Vlamingen en Walen.
De tijd heeft geleerd, dat ook in
deze kwestie het inzicht vap de
Koning bewonderenswaardig is.
"j"WAALF MIJL ten Noordwesten van Den Helder ligt de „Texel"
verloren in de oneindigheid van water en lucht. Aan boord
verrichten elf opvarenden hun verantwoordelijke taak. Zy zijn de
verkeersagenten van.de zee en met hun lichtsignalen waarschu
wen ze in de nacht voorbijvarende schepen de juiste koers te
houden. Het dienstrooster voor de bemanning van het lichtschip
luidt: vier weken aan boord, twee weken vrij. Gisteren bracht
de Amsterdam vijf mannen van de „Texel", die hun „vrije torn"
achter de rug hadden, naar boord, om tevens eenzelfde aantal
voor een welverdiende vacantie naar de wal over te brengen.
Sedert enige tijd heeft de J. Arthur
Rank-organisatie het plan opgevat
om in Nederland enige korte films te
laten produceren en verstrekte de
opdracht hiertoe 'aan de welbeken
de filmcriticus Paul Kijzer, tevens
Directeur van het Nederlands Histo
risch Film Archief en het studen
tentheater Kriterion' te Amsterdam.
De heer Kijzer is als producer*ver-
antwoordelijk voor het vervaardigen
van deze filmpjes.
De regie is in handen van het
team H. M. Josephson en C. A. Hu
guenot van der Linden, die in 1937
reeds de film „Jonge Harten" maak
ten, een film, wr/ rover de pers
zeer gunstig oordeelde. H. M._ Jo
sephson maakte na de oorlog tevens
Friesland 1945, Op Drift en Zes Ja
ren drie korte films,welke de
reputatie van de regisseur ten volle
gevestigd hebfien.
De montage wordt verzorgd door
Mevrouw Rita Roland, die 'ook bo
vengenoemde- filrru heeft gemon
teerd.
De titels van de te maken shorts
zijn: „Ballade van de boer",rnaar 'n
gedicht van Weremeus Buning;
..Dorp aan de Grens,,; „Portret of
a Dutchman";,, Een Heldenleven",
dagdroom van 'n mievrig mannetje.
Verder zullen medewerken Ne-'
derlandse cameramensen en musici;
de films worden geheel in Holland
opgenomen, terwijl ze door de
Eagle-Lion Film Mij, niet alleen in
Nederland, maar over de gehele we
reld gedistribueerd zullen worden.
De Pieterman was het
wachten Waard.
„Woensdagmorgen om half negen
vertrekken we" had schipper Koet
man gezegd. Dus zorgden we om
die tijd aan boord te zijn, waar we
niet alleen de bemanning van de
Amsterdam en de aflosploeg van
het lichtschip troffen, maar ook
een aantal familieleden, die ver
gunning hadden gekregen de tocht
mee te maken. Op het dek lagen
kisten en koffers, bagage van de
mannen die voor vier weken de
eenzaamheid van de Noordzee gin
gen opzoeken. Het was r-ustig in de
haven. Een enkele maal joé'g een
marinesloep voorbij, een sleepboot
trok een diepgeladen bak met leem
uit het IJsselmeer. maar overigens
was er niets dat de aandacht trok
van de opvarenden van de Amster
dam, die nog geen aanstalten maak
te voor het vertrek. We wachten
een half uur en toen begrepen we
waarom dit nodig was. De Pieter
man voer langszij.
Een bittere teleurstelling
Wellicht kan alleen een gezin
dat elfgezonde kindpren telt, zich
een voorstelling vormen van het
geen elf gezonde zeelieden nodig
hebben om"'gedurende enkele we
ken de inwendige mens naar beho
ren te versterken. Met de motor
sloep Pieterman werden de levens
middelen aangevoerd. Kisten met
brood, bussen jam, boter, vet, kort
om een halve inventaris van een
comestibleszaak werd overgebracht
op de Amsterdam. Als een wan-'
hoopskreet klonk het over onze
hoofden: „Er Is geen bier!" Vanaf
de brug keek een matroos teleurge
steld neer oo de levensmiddelen-
voorraden. We konden z'n ontgoo
cheling begrijpen en hoopten met
hem dat op de Texel nog zoveel was
overgebleven dat hij behalve zijn
droogje ook zijn natje op tijd zou
kunnen ontvangen
De ruimte tegemoet.
De Amsterdam voer de haven uit,
de kabbelende golijm van 't Mars
diep tegemoet. Wat een uitgezochte
dag voor een zeereisje! De zon to
verde de zee tot een onafzienbare,
aljijd bewegende flonkering die de
ogen verblindde. En over dat zil-'
veren watertapijt droeg ons de
Amsterdam. Niemand v.an de op
varenden vertoonden ook maar de
minste .tekenen van zeeziekte, alle
grapjes' van de bemanning ten
spijt.. Stel je voor, zeeziek worden
met zo'rrzeetje! Langz'aam vergleed
de kustlijn van Den Helder. Het
Texelse strand schoof ons voorbij
en niet lang duurde het of we wa
ren in volle zee. Snuivend van wel
behagen duwde de Amsterdam zijn
neus in de golven. En de gelegen
heids-zeelieden maakten het zich
gemakkelijk op een kabpltros ol
knoopten een gesprek aan met de
bemanning.
Koffie met prut, maar lekker!
Het zou overdreven zijn te bewe
ren dat nergens zulke lekkere kof
fie wordt gezet als aan boord van
de Amsterdam. Maar dat de Groot
er slag van heeft staat als een paal
boven water. AKis zijn brouwsel
niet gefiltereerd en al moeten we
het zonder suiker drinken, het
smaakt voortreffelijk. Dat beamen
alle mannen van de loodsboot.
Maar de Groot heeft als kok reeds
egp behoorlijke staat van dienst."
Een jaar of tien heeft hij op het
lichtschip gediend*en er voor ge
zorgd dat de bemanning een sma
kelijke hap kon worden voorgezet.
Nu staat hij in het nauwe kombuis-
Indonesië: Hoe Malang werd aangetroffen door de mariniers Zij
passeren het Coenplein in Malang.
je van de Amsterdam en uit de
enorme koffiepot schenkt hij het
hete vocht in de grote stenen kom
men. Klanten heeft hij genoeg.
Maar altijd goed gehumeurd be
dient hij ze tot de bodem droog
staat en de pot opnieuw tot de rand
wordt gevuld voor de volgende
liefhebbers. Ben matroos steekt zijn
hoofd om de hoek en houdt voor de
derde keer z'n koffiekom bij. „Nog
eentje kok". De Groot schenkt m.
Hij is tevreden omdat hij op zijn
beurt tevredenheid kan brengen.
Nogmaals, we hebben misschien
wel eens Ipkkerder koffie gedron
ken, mét suiker en zónder prut.
Maar 'aan de koffie van de Groot
bewaren wij dankbare herinnerin
gen.
De veiligheid ter zee.
Anderhalf uur na ons vertrek uit
de haven kwam de „Texel" in zicht.
Het lichtschip is aan een druk be
varen route gelegd. Twaalf mijl ten
N.W. van Den* Helder ligt de Texel
aan de uiterste rand van het Mo
lengat. Er zijn nóg'twee lichtsche
pen voor de Hollandse kust. De
„Goeree" ligt ter hoogte van^Viis-
singen en de „Maas" tegenover
Hoek van Holland, Behalve de drie
genoemde lichtschepen geven
boeien de vaarroute aan. Van Vlis-
singen tot Delfzijl liggen de boelen
op een afstand van'vijf mijl van
elkaar, zodat aan de veiligheid van
de schepen en bemanningen de
grootst mogelijke aandacht wordt
besteed. Altijd zijn de loodsvaar-
tuigen op zee om de betonningen te
inspecteren of te vervangen. Zo
ontmoetten we op weg naar de
..Texel" het loodsvaartuig „Texexl-
stroom" onder commando van
schipper Jole, die de betonning in
het Marsdiep vernieuwde.
Interessant was dp ontmoeting
met het casco van de kustvaarder
„Emond", van Duitsland gesleept
met bestemming IJmuiden. Zal
het nog kunnen worden hersteld,
of hebben de roofzuchtige Duit
sers dit Hollandse schip zodanig
geplunderd dat reparatie de
moeite niet meer loont?
Het leven aan boord van een
lichtschip is zwaar. Niet zozeer om
dat de werkzaamheden het uiterste
vergen van de krachten der be-
mannipg, want het onderhoud van
het schip 'enhet wachtlopen Vul
len een normale dagtaak. Maar vier
weken eenzaamheid maken het
voor de opvarenden niet gemakke
lijk,, Zij zijn op elkaar aangewezen,
kunnen luisteren naar de radio en
ontvangen eenmaal per week de
post die als regel door de „Zee
meeuw wordt overgebracht, tegelijk
met de benodigde broden voor 1
week. Want het zou wel wat te veel
van de tanden en kiezen gevergd
zijn wanneer niet minstens eensu
in de zeven dagen vers brood kon
worden gegeten! ©verigens staan
de lichtschepen draadloos in con
tact met de wal, wat vooral van be
lang is om loods-assistentie te kun
nen verzoeken, wanneer een pas
serend schip daarom verzoekt*1
Tot weerziens!
Zonder twijfel werd aan boord
van de „Texel" met verlangen naar
de komst van de „Amsterdam" uit
gezien. De mannen die aan beurt
van aflossing waren hadden hun
plunje al kant en klaar op dek
staan, om direct in de sloep te kun
nen stappen. Kapitein Fillerup be
hoorde ook bij de gelukkigen. Hij
stond de leiding af aan kapitein de
Dreu.
Hoewel van een glad zeetje kon
worden gesproken, bleek het onmo
gelijk te zijn langszij te komen. Met
een kabel kwam de verbinding tot
stand en niet lang duurde het of de
sloep zorgde dat oude en nieuwe
bemanningen werden omgewisseld.
Onnodig te zeggen dat de'familie
leden zich verdrongen om vaders
en mannen na een maand weer te
begroeten, o.f om afscheid te nemen
van hen die zij voor vier weken
zouden moeten missen. Vier weken
zijn echter gauw voorbij en dan
wacjjt weer een vacantie van veer
tien dagen!
De Amsterdam had ook het no
dige drinkwater in de tanken, dat
in de „Texel" werd overgepompt.
Een half uur hadden we tijd om op
het lichtschip de accomodatie, de
machinekamer en de radiohut te be
zichtigen. tNog gauw een klimpar-
tijtje naar de kolossale lichtkoepel
en toen met de sloep terug naar de
Amsterdam.
Drie keer brulde de stoomfluit z'n
afscheidsgroet naar de „Texel", die
op dezelfde manier antwoordde.
Elf paar handen zwaaiden ons een
„tot ziens". En wij, aan boord van
de Amsterdam, wuifden terpg tot
van het lichtschip „Texel" niet meer
was te zien dan een kleine stip, zich
oplossend in de nevelige horizon.
J. T.
Limburg herstelt zijn kerken.
Nergens in ons land zijn zoveel
kerken beschadigd als in Lim
burg. Nu twee jaar na de be
vrijding, komt er eindelijk wat
materiaal om het herstel van
deze kerken ter hand te nemen.
Wederopbouw van de St. Mar-
tinuskerk te Venlo.
De zomer blijjfa ons trouw
Het weer is dez^nomer wel bui
tengewoon fraai .vooral voor die
genen, die naar een zonnige vacan
tie hebben verlangd. Slechts enke
le malen werd het*mooie weer on
derbroken door korte perioden van
minder zonnig weer, waarbij plaat
selijk grote hoeveelheden regen vie
len. Nadat vorige'week een kleine
depressie metvveel regen over ons
land was getrokken, breidde zich
opnieuw een hogedrukgebied over
de Britse eilanden inde richting
van Scandinavië uit, waardoor het
zonnige weer terugkeerde en de
temperaturen geleidelijk hoger wer
den. Het centrum van dit hoogdruk-
gebied trekt langzaam verder in
oostelijke richting.
De stabiliteit van dit maximum
is zeer groot en daar de lucht te
vens droog is, komen er over uit
gestrekte gebieden bijna nergens
wolken voor. Op de oceaan blijft
de depressieaetiviteit gering en de
storingen trekken op zo grote af-
stand van het vasteland van Euro
pa voorbij, dat verwacht kan wor
den dat de huidige periode met
droog weer met weinig wolken en
veel zonneschijn nog wel minstens
tot en met a.s. Zondag zal voortdu
ren. Daar de hoogste luchtdruk
waarden echter over het Oostzee
gebied zullen komen te liggen,
draait de wind in ons land steeds
meer naar hpt oosten en wordt er
warmere lucht aangevoerd. De tem
peraturen zullen geleidelijk hoger
worden en tengevolge van de' gro
te droogte van de lucht zal vrijwel
nergens onweer ontstaan. Pas tegen
Zondag wordt de kans op enkele
verspreide onweersbuien wat gro
ter. Voor hen die naar droog zon
nig weer verlangen ziet het er dus
nog gunstig uit, minder gunstig is
het weer echter voor de land- en
tuinbouw en fruitteelt, die nu reeds
dringend behoefte hebben aan een
flinke regenval in verband met de
verdere ontwikkeling der gewassen.
Boodschap van
H. M. de Koningin
aan de stad Holland
„Het is met oprechte vreugde,
dat ik en mijn volk verlangen
deel te hebben aan het feest van
een gemeenschap, die honderd
jaar geleden gesticht werd door
de moed, het beleid en de trouw
van een kleine groep mannen
en vrcuwen - uit Nederland en
die thans als bloeiende Ameri
kaanse stad met trots en eer de
raam Holland draagt", aldus
eep boodschap van H.M. de Ko
ningin aan de 100-jarige stad
Holland (in Michigan.
Gaarne zou ik persoonlijk naar
Uw feestelijke stad zijn getogen, te
eerder* daar ik tot mijn spijt niet
in de gelegenheid ben geweest
deze te bezoeken, toen ik geduren
de de oorlog in uw rijk land ver
bleef en het gedenkwaardige voor
recht heb genoten het woord te
mogen richten tot het Congres der
Verenigde Staten van Amerika.
Mijn kinderen bewaren evenwel
prettige herinneringerj_ aan de
vriendschap, aan hun persoon en
aan ons land betoond, bij het be
zoek, dat zij in Juni 1941 aan
Holland in Michigan hebben ge
bracht, bij welke gelegenheid Hope
College aan mijn dochter het ere
doctoraat in de rechten heeft ver
leend Bovenal zijn zij getroffen
geweest door uw verering voor
het land uwer voorvaderen, die
onder meer bleek uit de omstan
digheid, dat u zich met oranje
hebt getooid en de oud-Nederland
se liederen hebt gezongen.
Mogen Holland (Michigan) en
de andere steden en geyieenten
in het Middenwesten, die een eeuw
geleden door Nederlandse piopiers
gesticht zijn, groeien en blosien
door de moed en de geest van de
stichters."
Kleurrijke stoet zal
Maria-Congres besluiten
De stoet op de sluitingsdag van
de Maria-Congresfeesten te Maas
tricht zal een der grootste en mooi
ste worden, welke in dat genre in
Limburg ooit uittrokken.
De plannen, waaraan een reeks
VEfn Maastrichtse kunstenaars mee
werken, zullen tot een kleurige Ma-
riahulde leiden onder de algemene
titel „Wees gegroet". Men is bij de
samenstelling van de stoet uitgegaan
van de gedachte, dat actie, kleur en
lijn sterk op de voorgrond moetqp
treden. De'talrijke groepgn zullen
dan ook niet eentonig langs de stra
ten trekken, maar ze zullen vol
actie, beweging en dramatiek in
goede zin zijn, en de zuidelijke le
vendigheid zal daarbij een niet on
aanzienlijke rol spelen.
De sterk-sprekende groepen, be
trekking hebbende op de rozenkrans
en op de aanroepingen uit de litanie
van O. L. Vrouw, zullen uitbeeldin
gen geven van bijbelse figuren, hei
ligen van stad en land, gebeurtenis
sen uit oud- en nieuw testament,
all.es betrekking hebben op de Ma-
ria-figuur, daarbij zullen kudden
schapen, ossen en eze.ls en zelfs ka
melen, een verrassende entourage
vormen. Niet minder dan 15 grote
praalwagens trekken mee in de
stoet, w,aaraan duizenden mannen,
vrouwen en kinderen in kleurige
kleedij, zullen deelnemen. Het slót
stuk vormt een reusachtige praalwa
gen voor de Sterre der Zee, waar
van de verzorging door de R.K. aan
nemer^ van Maastricht voor hun
rekening is genomen.
De „Gemeenschappelijke actie van
Nederlandse Vrouwen" heeft zich
met het volgende schrijven tot dr.
Beel gewend:
„Excellentie,
Ondergetekenden, vertegenwoor
digend de Nationale Vrouwenraad,
de Nederlands Christen Vrouwen
bond, het Katholieke Vrouwengilde,
de Unia van Vrouwelijke Vrijwil
ligers, de Bond van Vrouwen werk
zaam in bedrijf en beroep, de Ned.
Vereniging van Huisvrouwen en de
Indo-Europese Vrouwenorganisatie,
tezamen vormende de Gemeenschap
pelijke actie van Nederlandse Vrou
wen, veroorloven zich de aandacht
van Uwe Excellentie te vragen voor
de volgende punten:
1. Het lot van de gijzelaars.
Met klem verzoeken wij U, te
willen bevorderen, dat deze Neder
landse onderdanen, die zuchten on
der een ondragelijk juk en reikhal
zend uitzien naar hun bevrijding,
van de zijde der regering die aan
dacht en daadwerkelijke hulp ver
krijgen, waarop zij en hun familie
leden in Nederland rechWiebben.
2. Het lot van de geïnterneerden.
Op 16 iy!ei jl. werd ons door de
Minister van Overzeese Gebiedsde
len medegedeeld, dat op 1 Mei nog
circa 1800 geïnterneerden zich in
gevangenschap bevonden en dat deze
nog in de loop van de maand Mei
bevrijd zouden zijn. De Nederlands-
Indische Evacuatiedienst publiceer
de echter in Juni, dat zich toen nog
duizenden mensen in gevangenschap
bevonden. Ook in Uwe, op 20 Juli
ji. gehouden, radiorede, waarin U
de politionele actie aankondigde, zei
U, dat „nog duizenden mensen ge
vangen zitten".
Aangezien door een en ander in
brede kringen ongerustheid is ont
staan, mogen wij U dringend ver
zoeken thans de juiste stand van
het evacuatievraagstuk bekend te
willen maken.
Het lot van Nederlandse vrouwen
en zelfs kinderen, die in het bin
nenland gedwongen met Indonesiërs
leven.
Tijdens de politionele actie heb-
bij'wij met grote spanning het ver
loop gevolgd, dankbaar dat nu ein
delijk de mogelijkheid kwam onze
gijzelaars en geïnterneerden te be
vrijden en vooral ook een einde te
maken aan het beschamende en
mensonterende feit, dat Nederlandse
vrouwen als blanke slavjnnen leven.
Nu de politionele actie gestaakt is
en wij noch van bevrijding onzer
gijzelaars en geïnterneerden noch
van die onzer arme gemartelde zus
ters in grote getale gehoord hebben,
wenden wij ons tot Uwe Excellentie
in bange twijfel en met kommer in
het hart, met de vraag in naam van
Christus, wat voor deze mensen is
gedaan.
(Speciale reportage)
y^AN DE RAND van iedere stad, waar geiten, hitten en ander
kleinvee de streepjes gras sieren, ligt meestal het zgn. woon
wagenkamp, waar de zwervers in Gods natuur vronen. Hun huisje
staat op wielen, kinderen kruipen erop of er onder door en het
plein tussen.de wagentjes ligt vol met hooi en stro. Daar heerst
een heel apart leven, het is een eigen wereldje met eigen moraal
en wetten. De grote stadsmens kijkt even schuw en peddelt haas
tig voorbij, want het krioelt er van spelende kinderen, die eeuwig
op de weg zitten, van honden, schijnbaar afgericht op hef
nablafien. En op de achtergrond die mensen, die, heet het, zo
slecht zijn, zo sielen en zo vloeken.
„En ik ken geen be
tere lieden
Voor dezulken is
slechts een raad, ma^kt
u met ons eens kennis
met deze mensen. Ja,
zeker, ze zullen u niet
met u of uw aanspre
ken, maar, we ver
namen het uit de mond
van een der bekendste
aalmoezeniers uit het
kampleven, Pater van
de Burgt O.P. te Neer
bosch bij Nijmegen,
ze zullen u meevallen.
Voor onderwijs-■ voe
len ze niet veel en niet
dan met de grootste
moeite krijgt men ze
's .winters op de 'dag
school. Doch trouwe
kerkbezoekers zijn het,
tenminste als de pater
ook eens een kracht
term vanaf de „preek-
kuip" durft te slinge
ren in de vaak zo
gauw verhitte gemoe
deren.
Men nopmt ze gauw
vies en vuil, doch de
wagens, die we zagen,
waren schoner dan
velen vermoeden.
Een kampbewoner
vertelt.
En dan spreken we
zo'n kampbewoner aan,
samen gezeten bij moe
der Griet op het trapje.
„Ja kijkt u eens,
mijnheer, we lijden h'et
meeste onder die voor
oordelen. Onze ge
bruinde gezichten, onze
ruw,e koppen, zo zal ik
het maar zeggen, boe
zemen een afkeer in.
Maar, we kunnen toch
piet als heer gaan ven
ten of bedelen."
We moeten onze zegs
man daarin gelijk ge
ven.
Gezqpd volk is het,
oersterk met een ge
voel voor eerlijkheid en
rechtvaardigheid. De
zwerversnatuur zit hen
sterk in 't bloed en als
de buren te lastig zijn,
als het je niet zint,
vertrek je.
We binden ons aan
een huisje op wielen,
doch waar de wereld
schoon is, is het onze
woonplaats.
Geleidelijk aan wordt
het kringetje rond ons
groter. Er zijn er bij,
die een orgel hebben,
anderen spelen in het
zomerseizoen in circus
sen'of in kermis-attrac-
jles, weer anderen slij
pen messen en"scharen
en wie enigszins nog
wat zigeunerbloed voelt
die handelt in violen
of.in paarden.
Deze laatste catego
rie trekt door Europa.
Ons werden passen ge
toond, die stempels be
vatten van Balkanlan-
den e.d. In de wagens
der zigeuners hangt het
portret van de laatste
zigeunerkoning, in de
oorlog gestorven en
begraven te Nijmegen.
En als we afscheid
En als we afscheid
nemen, moeten we
meedrinken op het
trapje bij moeder Griet
waar juist 'n '„wagen-
volk" afscheid neemt.
Maar vlug, want op de
weg staat het „gerij"
van een nieuw gezin,
dat hier bivakkeren wil
Terug naar huis is er
weemoed en gepeins.
Hoe anders vaak dat
leven dan de voorstel
ling, die wij er van
hebben. Hoe funest
vaak die vooroordelen.
Maar op route in de
stad enkele dagen Ja-
ter, doet het me toch
vreemd aan, als pen
kampbewoners me aan
spreekt, ergens naar in
formeert en me ver
trouwelijk goededag
zegt. In stilte verheug
ik me, als ik be
merk, dat geen beken
den me er zien; en ben
ik kwaad op die
dwang, die conventie
heet.
Doch zo gaat 't vaak.
De geest is gewillig,
maar het vlees
Enfin, lezers, de rest
kent ge. Doch, wat ik
ervan zag en hoorde,
daar blijf ik bij. Een
eerlijk volk in een
eigen wereld met eigen
wetten en opvattingen.
JOGEMA.
In ons geh k land organiseren de grote zuivelfabrieken ^gn.
rr.elkcursusseij om te komen tot een hogere melkopbrengst en
zindelijk melken, opdat de melk zonder vuil en smetstoffen aan
de fabriek komt, hetgeen een betere zuivelproductie oplevert
Foto tijdens het examenmelken.
EFFECTEN MOGEN
BELEEND WORDEN
De afdeling Effectenregistratie
van de Raad' voor het Rechtsher
stel verleent hiermede een alge
mene vergunning voor het in pand
geven en nemen van effecten mits:
a. de te verpanden effecten zijn
aangemeld overeenkomstig art. 44
Besluit Rechtsverkeer;
b. het inleveringskantoor geen
reden heeft aan te nemen, dat de
tegenwoordige bezitter niet als
eigenaar zal worden erkend, en
voorts
c. tussen pandgever en pand-
nemer wórdt overeengekomen, dat
het pandrecht slechts geldig zal
zijn voorzover de pandgever tot
het in pand geven van het effect
gerechtigd' is;
en bepaalt dat de algemene ver
gunning tot belening van effecten
d.d. 1 October 1945, zoals aange
vuld in de mededeling- der afde
ling no. 21, met ingang van heden
buitenwerking treedt.
QIE IS AL OUJD en eerbied
waardig. Het Evangelie van
morgen kent de praktijk*er al
van: een reiziger ligt langs de
weg, half dood en uitgeplunderd
en de barmhartige Samaritaan
helpt hem. De dood loert langs
de,weg, staat er op borden aan
de wegen. De droeve feiten be
vestigen dit helaas. In ons land
gemiddeld 4 doden per dag door
snelverkeer. En tientallen ge
wonden. Mapr nog altijd is er
ook de barmhartige Samaritaan
Het Wit'Gele Kruis heeft op
bijna 200 plaatsen zijn posten.
Dat is prachtig. Maar het is nog
veel te kort.m Is er, waar U
woont, geen E.H.B-O., stelt U
dan in verbinding met de Natio
nale Commissie (Postbus 19,
Overschie). Het kost U niet meer
dan deze kleine moeite. Maar U
doet het werk van de barmhar
tige Samaritaan. MARCUS
31.
De man in het bruin wees naar
mijn krukken en zei een woord
„Binbonnet". En „Binbonnet" stap
te snel naar mijn bed, nam de
krukken en beugels weg en legde
ze ver buiten mijn bereik op de
vloer. Toen sprak de man in het
bruin opnieuw. „Ja, wij heb.ben in
derdaad uw brief ontvangen, Mon
sieur Weavair", zei hij met een
kort lachje. „Daar moet ik u harte
lijk voor bedanken. Juist die brief
deelde ons mede, dat wij u waar
schijnlijk op uw kamer zouden vin
den."
„Juist." Een pracht idee van mij,
die brief! Ik kon het gezicht van de
man in het bruin niet zien. Het was
bedekt met een witte zakdoek. Al
leen zijn'ogen waren tussen de zak
doek en de rand van zijn hoed zicht
baar. Hij had een bruine overjas
aan en hield zijn rechterhand op een
bepaalde manier, welke mij niet
verbaasde, in zijn jaszak verborgen.
Ik keek hem scherp aan. Dit was
dus de man van wie ik tot nu toe
slechts een glimp had opgevangen.
Het bruine iets dat ik door de deur
in Binbonnet's kantoor had gezien.
De bruine rug, die ik in het - café
had gezien. De gedaante, waarvan
ik het silhouette tegen de hemel van
Touraine had gezien, terwijl) hij een
stok of een steen wegwierp, een han
deling, die leidde tot de vermorze
ling van Faust. Jln nu, evenals te
voren, was alles wat ik kon zien
bruin. Maar deze keer kon ik iets
FEUILLETON
door DAVID KEITH
horen. Zijn stem. Wat een wellui
dende stem! Wat een prachtige stem!
Wat een schitterend Frans! Als deze
man mij in het verleden had ver-
.teld, dat hij van Touraine kwam, zou
ik hem hebben geloofd. Want had
hij niet van die arme Binbonnet zelf
die werkelijk uit Tourair^p kwam,
de taal leren spreken' Mademoiselle
Denise had mij dat verteld; zijn
stem bewees mij, dat haar verhaal
waar was.
„Binbonnet" had niets voor zijn
gelaat. Vandaag keek hij zelfs niet
somber. Wel scheen hij nerveus en
opgewonden. Niet in zijn manieren
meer in de uitdrukking van zijn
ogen. Zijn ogen schilderden. Waar
om zouden' zij ook niet? Vandaag
zouden zij mij voor de laatste keer
zien, nietwaar? Dat was toch het
doel van mijn twee bezoekers.
Waarom zeiden zij niets, en be
wogen zij zich niet?
Öh,' was Pierre nu maar hier! Het
was vijf uur geweest; hij moest er
toch al zijn. Misschien was hij in de
keuken, slechts enkele meters hier
vandaan. Zo dichtbijven toch' znv,er!
Kwam hij toch maar en dezykeer
zonder het bewuste klopje. Als hij
dan heel stil was binnen gekomen,
zou hij wei iets doen. De situatie in
één blik opnemen. Een duik neme?
naar de man in 't bruin. Bellen. Een
geluid maken. Waarom was Pierre
niet gekomen? Kon hij misschien
niet? Mijn bezoekers hadden mijn
deur met een sleutel geopend. Was
de sleutel van Pierre? V/aren zij
soms eerst bij Pierre geweest? Lag
hij misschien soms ergens gebonden
of misschien zelfs dood?
„Binbonnet" keek nu naar de man
in het bruin, zoals een hond naar
zijn meester kijkt in afwachting
van een bevel. Blijkbaar had de man
in het bruin beslist, dat de tijd nu
was gekomen. „Allez, Binbonnet",
zei hij. „Vooruit, Binbonnet."
Uit de zak van zijn overjas haalde
hij een kleine flacon, ontkurkte deze
en stak hem mij toe. Ik herkende
het direct. Prepigs zo'n flapon had ik
in stukken zien vallen in de nacht
trein naar Brest. En toen hij sprak
voor de eerste keer was zijn
stém in overeenstemming met zijn
ogen. „Drink, Monsieur."*Zijn stem
klonk hard even hard als toen
hij in zijn kantoor sprak.
Hier was de definitieve oplossing
van een ander probleem! Die cognac
was wel gevaarlijk geweest! De wijn
niet, waarom het 'één wel en het an
der niet? Beide waren toch gestuurd
door deze pseudo Binbonnet
En nog iets anders; de man in het
bruin gaf hiertoe bevelen! De man
in hgt bruin had ook naar mijn
krukken gewezen; de man in het
bruin had ook gezegd: „Vooruit, Bin
bonnet." En de ander had gehoor
zaamd, waaruit dus bleek, dat de
man in het bruin de baas was en
niet de persoon, die mij over alles
en nog wat had voorgelogen.
En er was nog iets: de man in het
bruin had hem Binbonnet genoemd.
Binbonnet was natuurlijk de naam
die hij gebruikte, of liever mis
bruikte, maar was het niet eigen
aardig, dat zijn medeplichtige hem
ook Binbonnet noemde? Niet alleen
wetende, dat die man Binbonpet
niet was, maar ook dat ik wist, dat
hij 't niet was? Zou het mogelijk
zijn, dat
Maar: „Drink, Monsieur Weavair".
Dit was het tweede bevel om te
drinken. Zijn ogen schitterden nu
nog meer, zijn gelaatsuitdrukking
verried de spanning; zijn stem had
nóg luider geklonken.
Bij dit tweede bevel om te drin
ken werd de spanning zo intens, dat
ik mij afvroeg, of ik het nog langer
zou kunnen verdragen.
Want terwijl ik de twee mannen
aankeek zag ik. dat de deur recht
tegenover mij zich geluidloos open
de. Het was de verbindingsdenr van
de kamer, waarin Gérard had ge
slapen. En terwijl de deur verder
open draaide, zag ik iemand ver
schijnen. Het was niet de aanblik
van de deur, die langzaam openging
noch de aanblik van de persoon, die
ik nu in de opening zag staan, welke
het mij bijna onmogelijk maakte
mijn gelaatsspieren in bedwang te
houden. Wat die persoon in zijn
hand klemde was wat mij zo op
wond, dat ik mij bijna onder dei
spanning voelde breken.
Het was niet Gérard, die daar zo
zwijgend in de deuropening stond.
Gérard was naar Brest gevljicht,
toen het gevaarlijk begon te worden.
Neen; het was de man naar wiens
komst ik zo had verlangd. Het was
Pierre. En Pierre hiel* een revolver
in zijn hand. Wordt vervolgd