Zwervers onder Gods vrije heme! HET ZEEWIER-MYSTERIE De Belgische Koningskwestie Naar het schip, dat op zee de koers bepaalt De vrouwen willen klare taal NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 16 Augustus 1947 PAC. 3 denstands- aar e.o. 1937 in begin Oct. Veel geschrijfmaar de oplossing is nog niet in zicht Elf mannen als wachters in de nacht FILMNIEUWS Hollandse films op stapel Over geinterneerden in Indonesië Op bezoek bij kampbewoners E. H. B. O. ND 3 2.80; 11-12 3.—; cen- D 1.50—1.70, 11-12 0.80— Sutt 12 op 4—4.20, 11-12 of Haarlem 12 op 2.60, arrara 12 op 3.104.40, .50; Coplands Rival 12 i, 11-12 3—3.40; Crown op 0.30—0.60, 11-12 tot Huil 12 op 0.80, 11-12 Queen 12 op 4.604.70, .60; Eros 12 op 1.11- ncombe Yellow 12 1. 'antasy 12 op 5.305.40, •5.40; Grenadier 11-12 Harvest 0.10—0.40, 11- l; Indian Chief 12 op as 12 op 2.70; Krel. op 0.40—1.—, 11-12 0.60 an Zijl 12 op 2.60, 11-12 Srullemans 11-12 2.10; .•oriet 12 op 2.302.50, lount Erebus 12 op 3.50, Nlvea 12 op 5.30—5.90; Issi Oswalde 12 op 2.50; 12 op 1.50—1.90; Pres. >p 2.20; Ph. Snowden 12 11-12 1.40; Pruper Cop- 80; Paul Grampel 12 op 90; Rose Copland 12 op 11-12 3.70—4.30; Red 2 op 8—10.30; Red Pitt -12 1.30; Sünkist 12 op 50; Scarlet Sensation 12 12 1.30; Telescopium 12 mis 11-12 2.90; The Sul- Ursa Mior 12 op 0.30, 1.40; Viet. d'Oliveira 12 let Queen 12 op 2.80 .603.60; Will. Onland i.—, 11-12 2.60; Will. Pitt -1.90, 11-12 0.60—0.90; 12 op 2.80—2.90. 11-12 ber 11-12 0.70; Yellow 0.500.90; Zwanenburg -4.50. 11-12 3.60—4.20. 0 stuks. snbonenij X20; 2500 kg .60; 4000 kg rode kool 1, 17 Aug. Andijvie ïazie 8; postelein 412; 19; tomaten 1625; gr. de kool 4.206.50; uien 3.606.50; druiven 1.63 iebonen 640, stoksnij- 1, pronksnijbonen 612 A 48—56; X 35—45; II tommers 421; meloe- wortelen 1119; selde- terselie 6.508; sla 1.60 s aardapp. 79; kleine EN, 15 Aug. Aangev. uigen: 15.441 pond kuil- 1262 .pond lennaa/ 2.68-- ïd snoekbaars 6069; saai 2.853.25; 438 pond r pond. IK, 15 Aug. Andijvie kool 2550; bospeen 4 n .2010; dubb. stamb. 3. 4560; snijbonen 15 len 615; doperwten 50 ommers 413; postelein 3 812; sla 314; toma- :roten 315, groenekool [appelen 710; bramen iOGGE". HEM. Mid- >tsen 77.20; grove 6.80- nh. 7,608.20; bloemkool len 6—24; stoksnijbonen 8.50—10; sla 1.60—4.00; '0; rode kool 4.20—5.00; precos 2035; Franse 513; Zigeunerin 2052 i36; Elly Victorie 12-16 10. JK, 14 Aug. Aangev. •dappelen: grove schot- .70; eerstel. 78.10; 7.80—8; driel. 5.10; j.10; 42.000 rode kooi kg gele kool 4.206; >nen 627.50; 400 kg to- )0; B 19. IN, 14 Aug. Aangev. ove Schotse 7.108.70; e Schotse 7.50—9; 425 ïotse 4.805; 10.550 kg -8.10; 1800 kg Koopm. -8.80; 50.000 kg rode 90; 675 kg gele kool en: 1200 kg grote maat kg gew. maat 15.90— g nep 12.90—19.70; 15100 m I 3.10—5.20; 3950 kg 175 kg blauwe pruimen g Triumphe 16; 925 kl 5.90—10.40; 80 kg 18; 1700 kg slabonen 1.053.80; snijbonen 18; 1700 zak slabonen (een I 7.20; 1350 kg peen g Claps Fav. 1421; 150 nep 40.90; 300 kg zil- lRSPEL, 14 Aug. 8—8.70; Geelblom 7.20 ter 8.30; Deva 7.30; Be- 0—7.40; Blauwe 8.60— bl. 8.50—8.70; Eigenh. aal 3300 baal; 1200T}aal 80; 650 kg augurken: »0 kg fijnbast 31; 3400 10; 3300 kg grof I 12.70; 40; 250 kg fijn stek 28.10 stek 5; 250 kg slabonen l kg dubb. slabonen 0.10 koop: ima DAMESRIJWIEL der banden. - Landstr. 19, Alkmaar. te ronde kachel, kl. lel; 4 binnenb. 28xl'/i, ronde luidspreker; 2 p. a.n. damessch. mt 39 en Kerklaan 12, Heiloo Adverteert in dit blad ijn 83 pet, van onze Dit zegt U alles. het artikel: lenstandsopleiding?" ischieden bij de heer ïkhandel P.0.A., Pay- Haakman. Zittings- n nog nader bekend :hauüeur) Telefoon 3444 (Van onze Brusselse correspondent) I. ^INDS het rapport-Seryais is gepubliceerd, gaat er geen week voorbij, zonder dat een of andere krant met nieuwe teksten te voorschijn komt. Al deze publicaties zijn ongetwijfeld zeer in teressant, maar zij dragen er helaas niets toe bij de Konings kwestie .ook maar een stap dichter bij de oplossing te brengen. Wel werpen zy dikwijls een scherp licht op de personen, die bij de Koningskwestie betrokken zijn, zij het dan, dat dit licht hen niet altijd voordelig doet uitkomen. Pierlot), de oud-eerstevminister der oorlogsregering, zette de reeks publicaties in met enkele artikelpn. die hij niet zonder pretentie „pages d'histoire" noemde. Hij vertelt er in kleuren en geuren in hoe hij handelde tijdens de oorlog, welke zijn houding was tegenover de Ko ning en wat hij, Pierlot, eerste mi nister, voor'aandeel gehad heeft in de_ gebeurtenissen. Terloops wordt er" oojc nog in gesproken over de houding van de Koning, maar dan altijd nog in direct verband met de houding van Pierlot. Zijn betoog is zeer kleingeestig en kenmerkt de schrijver. Het werd geschreven, naar aanleiding van het verwijt door de Partijraad der C.V.P., dat hij een duistere en egoïstische houding had aangeno men tegenover de Koning. Dit ver wijt had hij nmt beter kunnen be vestigen dan juist door deze publi caties, die als verdediging bedoeld zijn. Er is in heel zijn betoog slechts één passage van werkelijk belang, namelijk die waarin hij vertelt over het besluit van de Koning na de capitulatie om in het land te blijven. Dit is immers de zwakke plek in de Koningskwestie als het hoofd 'van de regering. Pierlot voelt dit zwakke punt aan en tracht zorgvuldig deze daad in een ongunstig daglicht te stellen. Hij hoopt dat zijn betoog bewezen heeft, dat deze, daad ofwel verre gaande onzin, ofwel defaitisme is. In zijn artikelen toont hij aan dat de Koningduizend en een kansen heeft gehad om met het leger naar het Zuiden uit te wijken, daar de strijd voort te zetten of naar Enge land te gaan. Natuurlijk voegt hij er hele bladzijden aan toe met op sommingen van de goede raadge vingen, die hij, Pierlot, de Koning gegeven heeft, maar die deze eigen zinnige man in de wind heeft ge slagen. De ondergrond van Bierlots be-, toog is eenvoudig wrok en haat te gen een hoogstaand staatsman, die weigerde mee te spelen in de are na der kleinzielige en kortzichtige partijpolitiekers van destijds. Deze wrok, die ook gekoesterd wordt door lieden, die thans in de rege ring zitten, maken de Koningskwes tie juist zo moeilijk op te lossen. Maar toch heeft deze ondergrond een positieve waarde. Wanneer een man als Pierlot, wiens motie ven niet direct edel te noemen zijn, van' de Koning getuigt, dat deze nooit tegen de belangen van bet land handelde, staat dat ge lijk met een vrijspraak, vooral wanneer men bedenkt wie dit Een potig antwoord Graaf Pierlot rekende echter bui ten de waard toen hij, rustig rus tend op zijn buiten in de Ardennen zijn schampere publicaties over de Koning schreef. Deze waard was Generaal van Overstraeten, de vleu geladjudant van de tijdens de oorlog. In een opei«brief gaf hij in zeer scherpe woorden een ant woord aan Pierlot, dat in de Ko ningsgezinde bladen natuurlijk "L geuren en kleuren werd gepubli^ ceerd. De generaal beantwoordt feit voor feit. Hij noemt de ^voorstelling van zaken arglistig, berekend en vol aanmatiging. Hij laakt de rede, die Bi er lot te Limoges hield en waarin hij het leger en de Koning op een laffe wijze aanviel, terwijl beide op dat ogenblik morele steun broodnodig hadden. Ook logenstraft de generaal Pierlots bewering als zou de Koning in militaire aange legenheden gehandeld hebben bui ten medeweten van de regering. Steeds is de Minister van Lands verdediging op de hoogte gest^i van de genomen beslissingen. Waar Pierlot zegt, dat de Koning weiger de de troepen naar het Ruiden te laten 'evacueren op voorstel van Generaal Weygand, verklaart Ge neraal van Overstraeten dat de Ko ning op dit voorstel niet kon ingaan daar op dat ogenblik de terugweg reeds afgesneden was door de inna me van Abeville, Het slot van des generaals betoog is afdoende: „weet dan mijnheer Pierlot, dat er eens een tijd was, dat gij mij beschuldigde van lage ambities, terwijl gij, door de Franse nederlaag het hoofd verlo ren,voetstappen aanwendde bij de vijand om te onderhandelen. Reeds liggen mijn nota's klaar. De geschiedenis wordt niet ge schreven door snoeverijen maar door documenten". Van de^e verklaring van Pierlot blijft niet anders over, dan het be toog, dat de Koning een eigen poli tiek wilde volgen, los van de toen malige regering,' en. dat de Koning, naar Pierlot letterlijk verklaarde, nooit tegen de belangen van het land handelde. Leopold's Politiek Testament Kort na de publicatie van deze verklaringen verscheen in de „Li bre Belgique" het politiek testament des Konings. Het is door de Koning geschreven gedurende de laatste bezettingsjaren en was bedoeld voor de Belgische regering. Het werd aan Montgomery overhandigd. In dit stuk zette de Koning kort en klaar uiteen, waarom hij in het land was gebleyen en hoe hij ge handeld had tegenover de Duitsers. Nieuws staat er niet in. Slechts de raadgeving aan de regering vóór alles te zorgen voor de' eendracht tussen Vlamingen en Walen. De tijd heeft geleerd, dat ook in deze kwestie het inzicht vap de Koning bewonderenswaardig is. "j"WAALF MIJL ten Noordwesten van Den Helder ligt de „Texel" verloren in de oneindigheid van water en lucht. Aan boord verrichten elf opvarenden hun verantwoordelijke taak. Zy zijn de verkeersagenten van.de zee en met hun lichtsignalen waarschu wen ze in de nacht voorbijvarende schepen de juiste koers te houden. Het dienstrooster voor de bemanning van het lichtschip luidt: vier weken aan boord, twee weken vrij. Gisteren bracht de Amsterdam vijf mannen van de „Texel", die hun „vrije torn" achter de rug hadden, naar boord, om tevens eenzelfde aantal voor een welverdiende vacantie naar de wal over te brengen. Sedert enige tijd heeft de J. Arthur Rank-organisatie het plan opgevat om in Nederland enige korte films te laten produceren en verstrekte de opdracht hiertoe 'aan de welbeken de filmcriticus Paul Kijzer, tevens Directeur van het Nederlands Histo risch Film Archief en het studen tentheater Kriterion' te Amsterdam. De heer Kijzer is als producer*ver- antwoordelijk voor het vervaardigen van deze filmpjes. De regie is in handen van het team H. M. Josephson en C. A. Hu guenot van der Linden, die in 1937 reeds de film „Jonge Harten" maak ten, een film, wr/ rover de pers zeer gunstig oordeelde. H. M._ Jo sephson maakte na de oorlog tevens Friesland 1945, Op Drift en Zes Ja ren drie korte films,welke de reputatie van de regisseur ten volle gevestigd hebfien. De montage wordt verzorgd door Mevrouw Rita Roland, die 'ook bo vengenoemde- filrru heeft gemon teerd. De titels van de te maken shorts zijn: „Ballade van de boer",rnaar 'n gedicht van Weremeus Buning; ..Dorp aan de Grens,,; „Portret of a Dutchman";,, Een Heldenleven", dagdroom van 'n mievrig mannetje. Verder zullen medewerken Ne-' derlandse cameramensen en musici; de films worden geheel in Holland opgenomen, terwijl ze door de Eagle-Lion Film Mij, niet alleen in Nederland, maar over de gehele we reld gedistribueerd zullen worden. De Pieterman was het wachten Waard. „Woensdagmorgen om half negen vertrekken we" had schipper Koet man gezegd. Dus zorgden we om die tijd aan boord te zijn, waar we niet alleen de bemanning van de Amsterdam en de aflosploeg van het lichtschip troffen, maar ook een aantal familieleden, die ver gunning hadden gekregen de tocht mee te maken. Op het dek lagen kisten en koffers, bagage van de mannen die voor vier weken de eenzaamheid van de Noordzee gin gen opzoeken. Het was r-ustig in de haven. Een enkele maal joé'g een marinesloep voorbij, een sleepboot trok een diepgeladen bak met leem uit het IJsselmeer. maar overigens was er niets dat de aandacht trok van de opvarenden van de Amster dam, die nog geen aanstalten maak te voor het vertrek. We wachten een half uur en toen begrepen we waarom dit nodig was. De Pieter man voer langszij. Een bittere teleurstelling Wellicht kan alleen een gezin dat elfgezonde kindpren telt, zich een voorstelling vormen van het geen elf gezonde zeelieden nodig hebben om"'gedurende enkele we ken de inwendige mens naar beho ren te versterken. Met de motor sloep Pieterman werden de levens middelen aangevoerd. Kisten met brood, bussen jam, boter, vet, kort om een halve inventaris van een comestibleszaak werd overgebracht op de Amsterdam. Als een wan-' hoopskreet klonk het over onze hoofden: „Er Is geen bier!" Vanaf de brug keek een matroos teleurge steld neer oo de levensmiddelen- voorraden. We konden z'n ontgoo cheling begrijpen en hoopten met hem dat op de Texel nog zoveel was overgebleven dat hij behalve zijn droogje ook zijn natje op tijd zou kunnen ontvangen De ruimte tegemoet. De Amsterdam voer de haven uit, de kabbelende golijm van 't Mars diep tegemoet. Wat een uitgezochte dag voor een zeereisje! De zon to verde de zee tot een onafzienbare, aljijd bewegende flonkering die de ogen verblindde. En over dat zil-' veren watertapijt droeg ons de Amsterdam. Niemand v.an de op varenden vertoonden ook maar de minste .tekenen van zeeziekte, alle grapjes' van de bemanning ten spijt.. Stel je voor, zeeziek worden met zo'rrzeetje! Langz'aam vergleed de kustlijn van Den Helder. Het Texelse strand schoof ons voorbij en niet lang duurde het of we wa ren in volle zee. Snuivend van wel behagen duwde de Amsterdam zijn neus in de golven. En de gelegen heids-zeelieden maakten het zich gemakkelijk op een kabpltros ol knoopten een gesprek aan met de bemanning. Koffie met prut, maar lekker! Het zou overdreven zijn te bewe ren dat nergens zulke lekkere kof fie wordt gezet als aan boord van de Amsterdam. Maar dat de Groot er slag van heeft staat als een paal boven water. AKis zijn brouwsel niet gefiltereerd en al moeten we het zonder suiker drinken, het smaakt voortreffelijk. Dat beamen alle mannen van de loodsboot. Maar de Groot heeft als kok reeds egp behoorlijke staat van dienst." Een jaar of tien heeft hij op het lichtschip gediend*en er voor ge zorgd dat de bemanning een sma kelijke hap kon worden voorgezet. Nu staat hij in het nauwe kombuis- Indonesië: Hoe Malang werd aangetroffen door de mariniers Zij passeren het Coenplein in Malang. je van de Amsterdam en uit de enorme koffiepot schenkt hij het hete vocht in de grote stenen kom men. Klanten heeft hij genoeg. Maar altijd goed gehumeurd be dient hij ze tot de bodem droog staat en de pot opnieuw tot de rand wordt gevuld voor de volgende liefhebbers. Ben matroos steekt zijn hoofd om de hoek en houdt voor de derde keer z'n koffiekom bij. „Nog eentje kok". De Groot schenkt m. Hij is tevreden omdat hij op zijn beurt tevredenheid kan brengen. Nogmaals, we hebben misschien wel eens Ipkkerder koffie gedron ken, mét suiker en zónder prut. Maar 'aan de koffie van de Groot bewaren wij dankbare herinnerin gen. De veiligheid ter zee. Anderhalf uur na ons vertrek uit de haven kwam de „Texel" in zicht. Het lichtschip is aan een druk be varen route gelegd. Twaalf mijl ten N.W. van Den* Helder ligt de Texel aan de uiterste rand van het Mo lengat. Er zijn nóg'twee lichtsche pen voor de Hollandse kust. De „Goeree" ligt ter hoogte van^Viis- singen en de „Maas" tegenover Hoek van Holland, Behalve de drie genoemde lichtschepen geven boeien de vaarroute aan. Van Vlis- singen tot Delfzijl liggen de boelen op een afstand van'vijf mijl van elkaar, zodat aan de veiligheid van de schepen en bemanningen de grootst mogelijke aandacht wordt besteed. Altijd zijn de loodsvaar- tuigen op zee om de betonningen te inspecteren of te vervangen. Zo ontmoetten we op weg naar de ..Texel" het loodsvaartuig „Texexl- stroom" onder commando van schipper Jole, die de betonning in het Marsdiep vernieuwde. Interessant was dp ontmoeting met het casco van de kustvaarder „Emond", van Duitsland gesleept met bestemming IJmuiden. Zal het nog kunnen worden hersteld, of hebben de roofzuchtige Duit sers dit Hollandse schip zodanig geplunderd dat reparatie de moeite niet meer loont? Het leven aan boord van een lichtschip is zwaar. Niet zozeer om dat de werkzaamheden het uiterste vergen van de krachten der be- mannipg, want het onderhoud van het schip 'enhet wachtlopen Vul len een normale dagtaak. Maar vier weken eenzaamheid maken het voor de opvarenden niet gemakke lijk,, Zij zijn op elkaar aangewezen, kunnen luisteren naar de radio en ontvangen eenmaal per week de post die als regel door de „Zee meeuw wordt overgebracht, tegelijk met de benodigde broden voor 1 week. Want het zou wel wat te veel van de tanden en kiezen gevergd zijn wanneer niet minstens eensu in de zeven dagen vers brood kon worden gegeten! ©verigens staan de lichtschepen draadloos in con tact met de wal, wat vooral van be lang is om loods-assistentie te kun nen verzoeken, wanneer een pas serend schip daarom verzoekt*1 Tot weerziens! Zonder twijfel werd aan boord van de „Texel" met verlangen naar de komst van de „Amsterdam" uit gezien. De mannen die aan beurt van aflossing waren hadden hun plunje al kant en klaar op dek staan, om direct in de sloep te kun nen stappen. Kapitein Fillerup be hoorde ook bij de gelukkigen. Hij stond de leiding af aan kapitein de Dreu. Hoewel van een glad zeetje kon worden gesproken, bleek het onmo gelijk te zijn langszij te komen. Met een kabel kwam de verbinding tot stand en niet lang duurde het of de sloep zorgde dat oude en nieuwe bemanningen werden omgewisseld. Onnodig te zeggen dat de'familie leden zich verdrongen om vaders en mannen na een maand weer te begroeten, o.f om afscheid te nemen van hen die zij voor vier weken zouden moeten missen. Vier weken zijn echter gauw voorbij en dan wacjjt weer een vacantie van veer tien dagen! De Amsterdam had ook het no dige drinkwater in de tanken, dat in de „Texel" werd overgepompt. Een half uur hadden we tijd om op het lichtschip de accomodatie, de machinekamer en de radiohut te be zichtigen. tNog gauw een klimpar- tijtje naar de kolossale lichtkoepel en toen met de sloep terug naar de Amsterdam. Drie keer brulde de stoomfluit z'n afscheidsgroet naar de „Texel", die op dezelfde manier antwoordde. Elf paar handen zwaaiden ons een „tot ziens". En wij, aan boord van de Amsterdam, wuifden terpg tot van het lichtschip „Texel" niet meer was te zien dan een kleine stip, zich oplossend in de nevelige horizon. J. T. Limburg herstelt zijn kerken. Nergens in ons land zijn zoveel kerken beschadigd als in Lim burg. Nu twee jaar na de be vrijding, komt er eindelijk wat materiaal om het herstel van deze kerken ter hand te nemen. Wederopbouw van de St. Mar- tinuskerk te Venlo. De zomer blijjfa ons trouw Het weer is dez^nomer wel bui tengewoon fraai .vooral voor die genen, die naar een zonnige vacan tie hebben verlangd. Slechts enke le malen werd het*mooie weer on derbroken door korte perioden van minder zonnig weer, waarbij plaat selijk grote hoeveelheden regen vie len. Nadat vorige'week een kleine depressie metvveel regen over ons land was getrokken, breidde zich opnieuw een hogedrukgebied over de Britse eilanden inde richting van Scandinavië uit, waardoor het zonnige weer terugkeerde en de temperaturen geleidelijk hoger wer den. Het centrum van dit hoogdruk- gebied trekt langzaam verder in oostelijke richting. De stabiliteit van dit maximum is zeer groot en daar de lucht te vens droog is, komen er over uit gestrekte gebieden bijna nergens wolken voor. Op de oceaan blijft de depressieaetiviteit gering en de storingen trekken op zo grote af- stand van het vasteland van Euro pa voorbij, dat verwacht kan wor den dat de huidige periode met droog weer met weinig wolken en veel zonneschijn nog wel minstens tot en met a.s. Zondag zal voortdu ren. Daar de hoogste luchtdruk waarden echter over het Oostzee gebied zullen komen te liggen, draait de wind in ons land steeds meer naar hpt oosten en wordt er warmere lucht aangevoerd. De tem peraturen zullen geleidelijk hoger worden en tengevolge van de' gro te droogte van de lucht zal vrijwel nergens onweer ontstaan. Pas tegen Zondag wordt de kans op enkele verspreide onweersbuien wat gro ter. Voor hen die naar droog zon nig weer verlangen ziet het er dus nog gunstig uit, minder gunstig is het weer echter voor de land- en tuinbouw en fruitteelt, die nu reeds dringend behoefte hebben aan een flinke regenval in verband met de verdere ontwikkeling der gewassen. Boodschap van H. M. de Koningin aan de stad Holland „Het is met oprechte vreugde, dat ik en mijn volk verlangen deel te hebben aan het feest van een gemeenschap, die honderd jaar geleden gesticht werd door de moed, het beleid en de trouw van een kleine groep mannen en vrcuwen - uit Nederland en die thans als bloeiende Ameri kaanse stad met trots en eer de raam Holland draagt", aldus eep boodschap van H.M. de Ko ningin aan de 100-jarige stad Holland (in Michigan. Gaarne zou ik persoonlijk naar Uw feestelijke stad zijn getogen, te eerder* daar ik tot mijn spijt niet in de gelegenheid ben geweest deze te bezoeken, toen ik geduren de de oorlog in uw rijk land ver bleef en het gedenkwaardige voor recht heb genoten het woord te mogen richten tot het Congres der Verenigde Staten van Amerika. Mijn kinderen bewaren evenwel prettige herinneringerj_ aan de vriendschap, aan hun persoon en aan ons land betoond, bij het be zoek, dat zij in Juni 1941 aan Holland in Michigan hebben ge bracht, bij welke gelegenheid Hope College aan mijn dochter het ere doctoraat in de rechten heeft ver leend Bovenal zijn zij getroffen geweest door uw verering voor het land uwer voorvaderen, die onder meer bleek uit de omstan digheid, dat u zich met oranje hebt getooid en de oud-Nederland se liederen hebt gezongen. Mogen Holland (Michigan) en de andere steden en geyieenten in het Middenwesten, die een eeuw geleden door Nederlandse piopiers gesticht zijn, groeien en blosien door de moed en de geest van de stichters." Kleurrijke stoet zal Maria-Congres besluiten De stoet op de sluitingsdag van de Maria-Congresfeesten te Maas tricht zal een der grootste en mooi ste worden, welke in dat genre in Limburg ooit uittrokken. De plannen, waaraan een reeks VEfn Maastrichtse kunstenaars mee werken, zullen tot een kleurige Ma- riahulde leiden onder de algemene titel „Wees gegroet". Men is bij de samenstelling van de stoet uitgegaan van de gedachte, dat actie, kleur en lijn sterk op de voorgrond moetqp treden. De'talrijke groepgn zullen dan ook niet eentonig langs de stra ten trekken, maar ze zullen vol actie, beweging en dramatiek in goede zin zijn, en de zuidelijke le vendigheid zal daarbij een niet on aanzienlijke rol spelen. De sterk-sprekende groepen, be trekking hebbende op de rozenkrans en op de aanroepingen uit de litanie van O. L. Vrouw, zullen uitbeeldin gen geven van bijbelse figuren, hei ligen van stad en land, gebeurtenis sen uit oud- en nieuw testament, all.es betrekking hebben op de Ma- ria-figuur, daarbij zullen kudden schapen, ossen en eze.ls en zelfs ka melen, een verrassende entourage vormen. Niet minder dan 15 grote praalwagens trekken mee in de stoet, w,aaraan duizenden mannen, vrouwen en kinderen in kleurige kleedij, zullen deelnemen. Het slót stuk vormt een reusachtige praalwa gen voor de Sterre der Zee, waar van de verzorging door de R.K. aan nemer^ van Maastricht voor hun rekening is genomen. De „Gemeenschappelijke actie van Nederlandse Vrouwen" heeft zich met het volgende schrijven tot dr. Beel gewend: „Excellentie, Ondergetekenden, vertegenwoor digend de Nationale Vrouwenraad, de Nederlands Christen Vrouwen bond, het Katholieke Vrouwengilde, de Unia van Vrouwelijke Vrijwil ligers, de Bond van Vrouwen werk zaam in bedrijf en beroep, de Ned. Vereniging van Huisvrouwen en de Indo-Europese Vrouwenorganisatie, tezamen vormende de Gemeenschap pelijke actie van Nederlandse Vrou wen, veroorloven zich de aandacht van Uwe Excellentie te vragen voor de volgende punten: 1. Het lot van de gijzelaars. Met klem verzoeken wij U, te willen bevorderen, dat deze Neder landse onderdanen, die zuchten on der een ondragelijk juk en reikhal zend uitzien naar hun bevrijding, van de zijde der regering die aan dacht en daadwerkelijke hulp ver krijgen, waarop zij en hun familie leden in Nederland rechWiebben. 2. Het lot van de geïnterneerden. Op 16 iy!ei jl. werd ons door de Minister van Overzeese Gebiedsde len medegedeeld, dat op 1 Mei nog circa 1800 geïnterneerden zich in gevangenschap bevonden en dat deze nog in de loop van de maand Mei bevrijd zouden zijn. De Nederlands- Indische Evacuatiedienst publiceer de echter in Juni, dat zich toen nog duizenden mensen in gevangenschap bevonden. Ook in Uwe, op 20 Juli ji. gehouden, radiorede, waarin U de politionele actie aankondigde, zei U, dat „nog duizenden mensen ge vangen zitten". Aangezien door een en ander in brede kringen ongerustheid is ont staan, mogen wij U dringend ver zoeken thans de juiste stand van het evacuatievraagstuk bekend te willen maken. Het lot van Nederlandse vrouwen en zelfs kinderen, die in het bin nenland gedwongen met Indonesiërs leven. Tijdens de politionele actie heb- bij'wij met grote spanning het ver loop gevolgd, dankbaar dat nu ein delijk de mogelijkheid kwam onze gijzelaars en geïnterneerden te be vrijden en vooral ook een einde te maken aan het beschamende en mensonterende feit, dat Nederlandse vrouwen als blanke slavjnnen leven. Nu de politionele actie gestaakt is en wij noch van bevrijding onzer gijzelaars en geïnterneerden noch van die onzer arme gemartelde zus ters in grote getale gehoord hebben, wenden wij ons tot Uwe Excellentie in bange twijfel en met kommer in het hart, met de vraag in naam van Christus, wat voor deze mensen is gedaan. (Speciale reportage) y^AN DE RAND van iedere stad, waar geiten, hitten en ander kleinvee de streepjes gras sieren, ligt meestal het zgn. woon wagenkamp, waar de zwervers in Gods natuur vronen. Hun huisje staat op wielen, kinderen kruipen erop of er onder door en het plein tussen.de wagentjes ligt vol met hooi en stro. Daar heerst een heel apart leven, het is een eigen wereldje met eigen moraal en wetten. De grote stadsmens kijkt even schuw en peddelt haas tig voorbij, want het krioelt er van spelende kinderen, die eeuwig op de weg zitten, van honden, schijnbaar afgericht op hef nablafien. En op de achtergrond die mensen, die, heet het, zo slecht zijn, zo sielen en zo vloeken. „En ik ken geen be tere lieden Voor dezulken is slechts een raad, ma^kt u met ons eens kennis met deze mensen. Ja, zeker, ze zullen u niet met u of uw aanspre ken, maar, we ver namen het uit de mond van een der bekendste aalmoezeniers uit het kampleven, Pater van de Burgt O.P. te Neer bosch bij Nijmegen, ze zullen u meevallen. Voor onderwijs-■ voe len ze niet veel en niet dan met de grootste moeite krijgt men ze 's .winters op de 'dag school. Doch trouwe kerkbezoekers zijn het, tenminste als de pater ook eens een kracht term vanaf de „preek- kuip" durft te slinge ren in de vaak zo gauw verhitte gemoe deren. Men nopmt ze gauw vies en vuil, doch de wagens, die we zagen, waren schoner dan velen vermoeden. Een kampbewoner vertelt. En dan spreken we zo'n kampbewoner aan, samen gezeten bij moe der Griet op het trapje. „Ja kijkt u eens, mijnheer, we lijden h'et meeste onder die voor oordelen. Onze ge bruinde gezichten, onze ruw,e koppen, zo zal ik het maar zeggen, boe zemen een afkeer in. Maar, we kunnen toch piet als heer gaan ven ten of bedelen." We moeten onze zegs man daarin gelijk ge ven. Gezqpd volk is het, oersterk met een ge voel voor eerlijkheid en rechtvaardigheid. De zwerversnatuur zit hen sterk in 't bloed en als de buren te lastig zijn, als het je niet zint, vertrek je. We binden ons aan een huisje op wielen, doch waar de wereld schoon is, is het onze woonplaats. Geleidelijk aan wordt het kringetje rond ons groter. Er zijn er bij, die een orgel hebben, anderen spelen in het zomerseizoen in circus sen'of in kermis-attrac- jles, weer anderen slij pen messen en"scharen en wie enigszins nog wat zigeunerbloed voelt die handelt in violen of.in paarden. Deze laatste catego rie trekt door Europa. Ons werden passen ge toond, die stempels be vatten van Balkanlan- den e.d. In de wagens der zigeuners hangt het portret van de laatste zigeunerkoning, in de oorlog gestorven en begraven te Nijmegen. En als we afscheid En als we afscheid nemen, moeten we meedrinken op het trapje bij moeder Griet waar juist 'n '„wagen- volk" afscheid neemt. Maar vlug, want op de weg staat het „gerij" van een nieuw gezin, dat hier bivakkeren wil Terug naar huis is er weemoed en gepeins. Hoe anders vaak dat leven dan de voorstel ling, die wij er van hebben. Hoe funest vaak die vooroordelen. Maar op route in de stad enkele dagen Ja- ter, doet het me toch vreemd aan, als pen kampbewoners me aan spreekt, ergens naar in formeert en me ver trouwelijk goededag zegt. In stilte verheug ik me, als ik be merk, dat geen beken den me er zien; en ben ik kwaad op die dwang, die conventie heet. Doch zo gaat 't vaak. De geest is gewillig, maar het vlees Enfin, lezers, de rest kent ge. Doch, wat ik ervan zag en hoorde, daar blijf ik bij. Een eerlijk volk in een eigen wereld met eigen wetten en opvattingen. JOGEMA. In ons geh k land organiseren de grote zuivelfabrieken ^gn. rr.elkcursusseij om te komen tot een hogere melkopbrengst en zindelijk melken, opdat de melk zonder vuil en smetstoffen aan de fabriek komt, hetgeen een betere zuivelproductie oplevert Foto tijdens het examenmelken. EFFECTEN MOGEN BELEEND WORDEN De afdeling Effectenregistratie van de Raad' voor het Rechtsher stel verleent hiermede een alge mene vergunning voor het in pand geven en nemen van effecten mits: a. de te verpanden effecten zijn aangemeld overeenkomstig art. 44 Besluit Rechtsverkeer; b. het inleveringskantoor geen reden heeft aan te nemen, dat de tegenwoordige bezitter niet als eigenaar zal worden erkend, en voorts c. tussen pandgever en pand- nemer wórdt overeengekomen, dat het pandrecht slechts geldig zal zijn voorzover de pandgever tot het in pand geven van het effect gerechtigd' is; en bepaalt dat de algemene ver gunning tot belening van effecten d.d. 1 October 1945, zoals aange vuld in de mededeling- der afde ling no. 21, met ingang van heden buitenwerking treedt. QIE IS AL OUJD en eerbied waardig. Het Evangelie van morgen kent de praktijk*er al van: een reiziger ligt langs de weg, half dood en uitgeplunderd en de barmhartige Samaritaan helpt hem. De dood loert langs de,weg, staat er op borden aan de wegen. De droeve feiten be vestigen dit helaas. In ons land gemiddeld 4 doden per dag door snelverkeer. En tientallen ge wonden. Mapr nog altijd is er ook de barmhartige Samaritaan Het Wit'Gele Kruis heeft op bijna 200 plaatsen zijn posten. Dat is prachtig. Maar het is nog veel te kort.m Is er, waar U woont, geen E.H.B-O., stelt U dan in verbinding met de Natio nale Commissie (Postbus 19, Overschie). Het kost U niet meer dan deze kleine moeite. Maar U doet het werk van de barmhar tige Samaritaan. MARCUS 31. De man in het bruin wees naar mijn krukken en zei een woord „Binbonnet". En „Binbonnet" stap te snel naar mijn bed, nam de krukken en beugels weg en legde ze ver buiten mijn bereik op de vloer. Toen sprak de man in het bruin opnieuw. „Ja, wij heb.ben in derdaad uw brief ontvangen, Mon sieur Weavair", zei hij met een kort lachje. „Daar moet ik u harte lijk voor bedanken. Juist die brief deelde ons mede, dat wij u waar schijnlijk op uw kamer zouden vin den." „Juist." Een pracht idee van mij, die brief! Ik kon het gezicht van de man in het bruin niet zien. Het was bedekt met een witte zakdoek. Al leen zijn'ogen waren tussen de zak doek en de rand van zijn hoed zicht baar. Hij had een bruine overjas aan en hield zijn rechterhand op een bepaalde manier, welke mij niet verbaasde, in zijn jaszak verborgen. Ik keek hem scherp aan. Dit was dus de man van wie ik tot nu toe slechts een glimp had opgevangen. Het bruine iets dat ik door de deur in Binbonnet's kantoor had gezien. De bruine rug, die ik in het - café had gezien. De gedaante, waarvan ik het silhouette tegen de hemel van Touraine had gezien, terwijl) hij een stok of een steen wegwierp, een han deling, die leidde tot de vermorze ling van Faust. Jln nu, evenals te voren, was alles wat ik kon zien bruin. Maar deze keer kon ik iets FEUILLETON door DAVID KEITH horen. Zijn stem. Wat een wellui dende stem! Wat een prachtige stem! Wat een schitterend Frans! Als deze man mij in het verleden had ver- .teld, dat hij van Touraine kwam, zou ik hem hebben geloofd. Want had hij niet van die arme Binbonnet zelf die werkelijk uit Tourair^p kwam, de taal leren spreken' Mademoiselle Denise had mij dat verteld; zijn stem bewees mij, dat haar verhaal waar was. „Binbonnet" had niets voor zijn gelaat. Vandaag keek hij zelfs niet somber. Wel scheen hij nerveus en opgewonden. Niet in zijn manieren meer in de uitdrukking van zijn ogen. Zijn ogen schilderden. Waar om zouden' zij ook niet? Vandaag zouden zij mij voor de laatste keer zien, nietwaar? Dat was toch het doel van mijn twee bezoekers. Waarom zeiden zij niets, en be wogen zij zich niet? Öh,' was Pierre nu maar hier! Het was vijf uur geweest; hij moest er toch al zijn. Misschien was hij in de keuken, slechts enkele meters hier vandaan. Zo dichtbijven toch' znv,er! Kwam hij toch maar en dezykeer zonder het bewuste klopje. Als hij dan heel stil was binnen gekomen, zou hij wei iets doen. De situatie in één blik opnemen. Een duik neme? naar de man in 't bruin. Bellen. Een geluid maken. Waarom was Pierre niet gekomen? Kon hij misschien niet? Mijn bezoekers hadden mijn deur met een sleutel geopend. Was de sleutel van Pierre? V/aren zij soms eerst bij Pierre geweest? Lag hij misschien soms ergens gebonden of misschien zelfs dood? „Binbonnet" keek nu naar de man in het bruin, zoals een hond naar zijn meester kijkt in afwachting van een bevel. Blijkbaar had de man in het bruin beslist, dat de tijd nu was gekomen. „Allez, Binbonnet", zei hij. „Vooruit, Binbonnet." Uit de zak van zijn overjas haalde hij een kleine flacon, ontkurkte deze en stak hem mij toe. Ik herkende het direct. Prepigs zo'n flapon had ik in stukken zien vallen in de nacht trein naar Brest. En toen hij sprak voor de eerste keer was zijn stém in overeenstemming met zijn ogen. „Drink, Monsieur."*Zijn stem klonk hard even hard als toen hij in zijn kantoor sprak. Hier was de definitieve oplossing van een ander probleem! Die cognac was wel gevaarlijk geweest! De wijn niet, waarom het 'één wel en het an der niet? Beide waren toch gestuurd door deze pseudo Binbonnet En nog iets anders; de man in het bruin gaf hiertoe bevelen! De man in hgt bruin had ook naar mijn krukken gewezen; de man in het bruin had ook gezegd: „Vooruit, Bin bonnet." En de ander had gehoor zaamd, waaruit dus bleek, dat de man in het bruin de baas was en niet de persoon, die mij over alles en nog wat had voorgelogen. En er was nog iets: de man in het bruin had hem Binbonnet genoemd. Binbonnet was natuurlijk de naam die hij gebruikte, of liever mis bruikte, maar was het niet eigen aardig, dat zijn medeplichtige hem ook Binbonnet noemde? Niet alleen wetende, dat die man Binbonpet niet was, maar ook dat ik wist, dat hij 't niet was? Zou het mogelijk zijn, dat Maar: „Drink, Monsieur Weavair". Dit was het tweede bevel om te drinken. Zijn ogen schitterden nu nog meer, zijn gelaatsuitdrukking verried de spanning; zijn stem had nóg luider geklonken. Bij dit tweede bevel om te drin ken werd de spanning zo intens, dat ik mij afvroeg, of ik het nog langer zou kunnen verdragen. Want terwijl ik de twee mannen aankeek zag ik. dat de deur recht tegenover mij zich geluidloos open de. Het was de verbindingsdenr van de kamer, waarin Gérard had ge slapen. En terwijl de deur verder open draaide, zag ik iemand ver schijnen. Het was niet de aanblik van de deur, die langzaam openging noch de aanblik van de persoon, die ik nu in de opening zag staan, welke het mij bijna onmogelijk maakte mijn gelaatsspieren in bedwang te houden. Wat die persoon in zijn hand klemde was wat mij zo op wond, dat ik mij bijna onder dei spanning voelde breken. Het was niet Gérard, die daar zo zwijgend in de deuropening stond. Gérard was naar Brest gevljicht, toen het gevaarlijk begon te worden. Neen; het was de man naar wiens komst ik zo had verlangd. Het was Pierre. En Pierre hiel* een revolver in zijn hand. Wordt vervolgd

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 3