VERDRONKEN LAND
r
r
HET ZEEPRINSESJE
Waar eens de sikkels flitsten
Voor het eerst hingen dauw
druppels aan het spinneweb
sua a mmB
PAG. 4
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 16 Augustus 1947
brult nu de combine
In memoriom
Prof. Dr. J. Smutser
Onderwijs aan
schipperskinderen
VAN EFFEN EN GEBLOEMDE STOF
Fragmenten uit een soldatendagboek
Dammen
JÉ* _i
jéfimm
M
S
a M
m m
m js i i
3 m m m
jbl_a
m m b awiifc
De Jamboree IQ47 weed
noisson (Fr)geopend.
kapiiein Odom vloog in
recodiljd om de wereld..:
Pe PlanliznkundLgG Dienst
maant tot strijd
V/estFtiesland v'iett weet
vrolijk teams
kkkini^dtömenweet
van bananen, en bananenpap
J
Te Zwolle wordt de nationale tentoonstelling „Hilto" gehouden,
waaraan een concours hippique verbonden is. Een overzicht van
de parade der stermerries. Op de achtergrond het Hilto-terrein.
Als een gloeiende vuurbol hangt
de zon aan de wolkenloze hemel.
Aan de slootkant prutsen een
paar jongens met stokken in het
water. In de schaduw van een
wilgenbosje slaat een koebeest
dromend naar .vliegen.
Aangelokt door dit prachtige zo
merweer zijn wij onze twaalfde
provincie, de Wieringermeer inge
trokken.
Vlak onder Kolhorn tussen de
goudgele korenvelden sukkelde een
oranjekleurige gevaarte luidbrul-
lende vooruit. De gedachte aan een
maaier-zelfbinder direct verwer
pend, trokken we op nader onder
zoek uit.
Neen, een zclfbinder was het heel
beslist niet. Wel vormde de trekker
er voor het maaien een overeen
komst. Maar deze machine bond 't
graan niet. Integendeel hij dorste
het.
Daan Kaan, de rijzige flinke Nrd.-
Hollandse boer van de Waardweg
verhaalde niet zonder enige vol
doening. hoe hij het gepruts met de
oogst 1946 hartelijk zat zijnde, te-
samen met zijn buurman de Veer
deze machine had weten te kopen.
Hoe ging het immers vorig jaar?
Afgewisseld met een enkele dro
ge dag ging de zomer in regenbuien
heen. Een grote ploeg arbeiders liep
meestentijds doelloos om het bedrijf,
wijl zij geen vat op het gewas kon
den krijgen. Toen ten laatste het
slotbedrijf bij de loondorsmachine
in de landbouwschuur werd ge
speeld, kon de boer constateren dat
deze oogst ruim 3750 gulden onkos
ten had. Zijn buurman kon met
f 2000.volstaan.
En dan te moeten horen, dat in
de Noord-Oostpolder machines
werkten, die met 'slechts enkele
krachten onmetelijke oppervlakten
hadden afgewerkt.
Louter op deze berichten afgaan
de bestelden de mannen zulk een
machine. Het was een waagstuk.
Wie kende immers de werking^ en
waar was deskundige bediening te
vinden?
Maar durvers kennen geen angst.
De machine kwam in kisten aan en
werd te Slootdorp alleen met be
hulp van de gedrukte beschrijving
door gewone automonteurs in el-
kandqr gezet. Op het bedrijf slapte
Kaan met een arbeider die zich
evenmin zorgen over het welslagen
maakte op de machine en sedert
dien werd er gemaaid en gedorst.
En het liep prachtig, ondanks het
onervaren personeel.
Kaan en zijn mannen zijn enthou
siast over de Allis-Calmers, met 11/9
meter werkbreedte. De motor wordt
aangezet, alles draait en trilt, een
oorverdovend lawaai vervult de
lucht als daarnaast ook de trekker
zijn partijtje meezingt, maar het
maait. Het gemaaide graan komt
direct op een transportband die het
in de dorsmachine brengt. Het zaad
wordt vervolgens door de geweldi
ge windstroom die de machine ver
oorzaakt van kaf en ongerechtig
heden gezuiverd om vervolgens via
een elevator in de zakken op het
platform, waar de bedienende ar
beider staat, terecht te komen.
Het staat hier wel zo eenvoudig,
maar op zichzelf is deze inrichting
een juweeltje van machinebouw
kunst. Laten we gerust ons petje
afnemen voor de Amerikanen die
dit hebben uitgevonden. Alles is er
compleet, de machine kan zelfs als
gewone stationaire „dorskast" dienst
doen, en toch'is het gewicht uiter
mate gering. Een licht luchtbanden
trekkgrtje kan het zonder moeite
op de gewenste snelheid door het
maaiveld voeren.
Op bepaalde punten in het maai-
traject duwt de arbeider met een
enkele voetbeweging de volle
dichtgebonden zakken consumptie-
klaar graan buiten het platvorm,
vanwaar ze dan per landbouw-
wagen in de schuur worden gere
den.
Het verslag van de radioraaö
over 1946 wijdt de volgende woor
den aan de nagedachtenis over
prof. dr. J Schmutzer, katholiek
lid van die raad die in dat jaar is
overleden:
Professor Schmutzer was sedert
Juli 1930 lid van de radio-raad.
Zijn doorzicht, vooral wanneer
hogere geestelijke belangen in de
gedachtenwisseling betrokken wa
ren, was zeer opvalend. Holheid
van leuzen en theorieën, welke
buitenstaanders soms uitten, kon
hij met fijne ironie aan de kaak
stellen. Zijn betoog was vrijwel
altijd betekenend' en bijzonder
doordacht. Met zeldzame moed en
uithoudingsvermogen heeft deze
fijnbewerktuigde man de vernede
ring en de afschuwelijkheid van
gevangenschap in de bezettingstijd
verdragen. Verzwakt naar het
lichaam, maar fier van geest ge
bleven, is hij naar de vrijheid te
ruggekeerd' en toen hem tamelijk
kort daarna gevraagd werd een
zeer verantwoordelijke post te ver-^
vullen (van minister van het ka
binet Gerbrandy red.) heeft hij
zich na snel beraad daarvoor ge
heel gegeven. De ernst en het ge
loof, die aan de grote algemene
vakkennis van professor Schmut
zer bijzondere voornaamheid ga
ven, hebben steeds diepe indruk
gemaakt. Het land heeft een eer-
ste-rangs leidsman verloren. De
Radio-raad' betreurt bij het heen
gaan van prof. Schmutzer een
trouwe medewerker van zuiver
gehalte. De nagedachtenis van pro
fessor Schmutzer zal bij de Radio-
raad in er<S zijn.
Het stro
Ja dat stro vormt, zoals wij vori
ge winter tijdens de behandeling
van het onderwerp „Combine" reeds
schreven het enigste probleem. De
heer Kaan zou proberen het op een
of andere wijze bijeen te harken en
te persen. Hoofdzaak zijn echter de
korrels, en die komen, mede dank
zij de voortreffelijke zomer keurig
op tijd en kurkdroog binnen.
In natte jaren komt de combine
evengoed in actie. Maar dan gaat
het kletsnatte graan zo van de ma
chine weg in zakken naar een der
drooginstallaties waarvan de Wie
ringermeer er thans 7 rijk is.
Het korrelverlies bij deze wijze
van werken is onbeduidend en in
elk geval aanzienlijk minder dan
maaien peb zelfbinder, vervoer naar
het bedrijf en latere dorsing.
Naast dit grote voordeel spreekt
evenwel het duidelijkst de gewel
dige besparing op arbeidslonen,
omdat zeker 5 a 6 arbeiders mindpr
nodig zijn voor het binnenhalen van
dezelfde oogst, in dezelfde tijd, van
pl.m. 3 uur per ha. Ook egn „gele
gerd" gewas wordt prima verwerkt,
terwijl opvoorzichten in het geheel
niet nodig is.
Een alles eter
Zo zouden we de combine wel
kunnen noemen, want volgens de
heer Kaan maait en dorst de ma
chine vrijwel elk gewas, dus niet
alleen granen, maar ook spinazie,
erwten, bonen, blaumanen, karwij,
tot zelfs gras en bloemzaden toe.
In de Wieringermeer lopen ook
andere combines, in totaal op het
ogenblik 20 maar de meeste zijn
aanzienlijk zwaarder als deze. Er
zijn daar zelfs met een werkbreed
te van 3.50 m. 'Maar allen hebben
ze dezelfde bovengenoemde voorde
len gemeen.
Is het wonder dat de Wieringer-
meerders zo opgetogen de loftrom
pet over deze aanwinsten steken?
Bij het afscheid vertrouwde de
heer Kaan ons danook met een
glans van voldoening over zijn door
weer en wind gebruind gelaat toe,
dat deze perfecte machine niet meer
koste van aanschaffing, dan alleen
hun oogst van 1946 had gevergd. En
dat spreekt boekdelen.
Ver van het lawaai van de com
bine trokken schilders vorse halen
over de wijdopenstaande schuur
deuren en langs de goten. Aan de
behuizing werd de laatste hand ge
legd. Het grote Wieringermeerbe-
drijf heeft zich van de zware slagen
hersteld, de boer glimlacht, want
straks zal ditzelfde bedrijf, mede
door de combine, als voorheen
bloeien. En voor aan de weg in de
stralende zomerzon dartelden kin
deren, nog onbewust van het vele
£at in hun belang tot stand kwam.
22 Bucherwold-beulen
ter dood veroordeeld
Het Amerikaans militair gerechts
hof te Dachau heeft het doodvonnis
uitgesproken over twee-cn-twintig
van de een-en-dertig nazi-dokters en
-bewakers van het beruchte kamp
Buchenwald, als schuldig aan misda
den tegen de mensheid. Vijf der be
schuldigden zijn tot levenslange ge
vangenisstraf veroordeeld.
Over het onderwijs aan schip
perskinderen hoorden wij voor het
eerst in 1870, toen in Terhoroe dr.
H. G Dornseeffer een schoolfonds
stichtte, dat jaarlijks 56 kinderen
^n de doopsgezinde gemeente uit
besteedde
Sindsdien heeft dit onderwijs
een grote evolutie doorgemaakt.
Thans ontvangen vele r.k. kin
deren onderwijs op internaten, ter
wijl daarnaast verschillende va
rende kinderen normale scholen
bezoeken. Allen komen zij in aan
merking voor rijkssteun. In ons
land zijn thans 13 continuscholen
met 49 leerkrachten en 1250 leer
lingen en 11 ligplaatsscholen, bo
vendien nog klassen voor lig-
plaatsonderwijs aan 17 gewone
scholen voor GLO samen met 48
leerkrachten en ruim 800 leerlin
gen.
Over het algemeen is het oor
deel dat men de resultaten van het
ligplaatsonderwijs niet moet over
schatten. Dat is niet de schuld van
gebrek aan ijver of toewijding van
leerkrachten en leerlingen, doch
het gevolg van de zeer ongunstige
omstandigheden bij de zwervende
kinderen, die slechts zeer onregel
matig het onderwijs kunnen vol
gen.
De grote massa van deze leer
lingen komt in het algemeen
niet verder dan de 3e of 4e klas
se van een school voor GLO.
Bij de continuscholen is het
beeld veel gunstiger en deze scho
len leveren met succes leerlingen
af aan vakscholen en ULO. Dit
onderwijs heeft goede resultaten
en de belangstelling is dan ook zo
sterk gegroeid, dat de aanvragen
het aantal beschikbare plaatsen
overtreffen. De oplossing is hierbij
t.e vinden in uitbreiding van de
huisvestingsmogelijkheden door
het stichten van internaten.
De heer Taselaar, Insp. van het
lager onderwijs in alg. dienst,
wees op het gebrek aan inner
lijke samenhang in het thans ge
groeide onderwijssysteem voor
schipperskinderen.
Juist op dit gebied bestaat de
mogelijkheid van totale onderwijs
vernieuwing en de eerste pogingen
zijn reeds gedaan. Er zal eenheid
moeten komen in didactische op
zet en eenheid in methode voor
alle soorten scholen. Het driejarig
leerplan der continuscholen moet
worden uitgebreid met b.v. 'onder
wijs in vreemde talen. Verder zal
mon gelijktijdige vacanties moe
ten vaststellen, uniformiteit van
schooltijden, en geijke eis^n voor
de einddiploma's. Dan zullen de
resultaten stijgen, waarvan het
schipperskind zal profiteren.
1025. De japon van
gebloemde stof, welke
wij voor onze lezeres
sen lieten tekenen,
heeft de zo gewilde
blousemouw, die aan
het geheel een ge
kleed effect geeft. De
middenvoorgaan van
de rok die in een
brede platte plooi
eindigt, loopt toch
boven de taille door.
De ruimte van de
blouse wordt inge
haald en onder het
middenvoorstuk van
de rok verwerkt. De
twee voorzij banen
worden glad aan de
taille gezet. De tail-
lelijn van het lijfje is
overblousend. Aan de
hals wordt Voor af
werking een schuin
geknipt reepje stof
gestikt. De ruimte
van de mouw wordt
aan de kop in plooien
gelegd. Aan de onder
kant wordt de mouw
ingehaald en in een
smal manchetje ver
werkt.
1026. Dit model is heel geschikt
om van effen en gebloemde stof
te worden gemaakt. Het is tevens
bijzonder geschikt voor om van
twee oude jurken een nieuwe,
mcdeTr.e te maken.
Heel apart is de mouw. Onder
het gladde, gebloemde kapje
wordt de effen mouw met veel
ruimte ingezet Aan de onderkant
van de mouw wordt een zoom ge
stikt, waardoor een elastiek kan
worden geregen. Dit geeft het ef
fect van een pofmouwtje, 't Voor
pand heeft gpn moderne schuine
lijn. Evenals bij model 10?5 wordt
ook hier de middenvoorbaan der
rok tot boven de taille geknipt.
Tot op heuphoogte wordt de ruim
te in ingesti'kte plooitjes ver
werkt. Een breede ceintuur wordt
over het midde.l gedragen.
De patronen van deze modellen
zijn a f 1,per stuk bij onze ad
ministratie verkrijgbaar.
Een Belgisch dichter de naam
is me ontschoten, vertelt ergens in
een van zijn gedichten, hoe hij op
zekere morgen in Augustus wak
ker werd' en droef te moede werd,
toen hij zag hoe de eerste dauw
druppels hingen aan de tedere
draden van een spinneweb.
Enkele versregels schoten me
deze morgen weer door het hoofd,
toen ik bij het wakker worden
zag, hoe ook aan mijn raam de
dauw parelde aan de tengere dra
den van een spinneweb, dat voor
heen droog was, droog, iedere
morgen.
Naar buiten was de morgen
eveneens droevig. Wel is het weer
opgeklaard, heeft de zon geschit
terd aan de azuren hemel, maar
toch was er iets stuk in dat tere
binnenste.
Wat?; daarover heb ik even
moeten peinzen, want het is nog
hoogzomer, de graanoogst geelt op
De aanvoer van haring in IJmuiden is gedurende de laatste tijd
bijzonder groot. Vrijwel alle binnenkomende trawlers maken
zeer hoge besommingen.
APRIL.
Altijd maar hetzelfde, iedere dag.
Het zijn telkens andere posten,
waarin je het meemaakt, Lotsy of
Bill, Allan of Ernest, heel de front
lijn langs,van de Zeeuwse eilanden.
Ik geloof niets meer, van wat er in
oorlogsboeken staat.
Heel de oorlog is een macaber spel.
Er bestaat geen heldenmoed of su
per-prestatie. Alles"is eender. Uren
en uren wacht, je vingers verstijfd
rond een geweer, patrouilles onder
riemen of patrouilles opvangen, jon
ge kerels, die sterven en anderen,
die praten over thuis en over wat
ze gaan doen als de oorlog over is.
Je voelt het leven hier nutteloos
worden onder je handen.
Avond
Het is laf zo te kankeren. Toch blijft
het moeilijk, te blijven geloven.
4 MEI
Ik heb telefoondienst vandaag.
Wel een baantje, zo in een bunker
zitten en wachten op berichten. Muf
is het hier. Het ruikt juist als thuis
in de aardappelenkelder. Welke im
beciel noemde deze bunker „Droom
land"?
Ik volg een vlieg, die over de staf
kaart kruipt. Hij zit aan de Schelde,
net als wij.
Beveiliging Scheldemond. Mooie
naam vopr een taai en tam baantje.
Buiten schreeuwt iemand. Waar
schijnlijk de ongeduldige wacht.
Kalm aan, kerel! Beter in de zon op
wacht, dan hier in die pestbunker,
waar niemand komt.
P. R. zit natuurlijk te tekenen.
Avond
Gek, hoe zo'n gewone dag kantelen
kan naar iets verhevens.
Rond half negen belt opstandig de
veldtelefoon. Aan de andere kant
vertelt iemand me doodkalm, dat de
moffen morgen Nederland zullen
ontruimen. Wat zeg je op zoiets? Je
zegt: „Héé" en nog eens komt het
bericht. De hoorn klettert op de
houten tafel en ik tuimePbinnen bij
de sectiecommandant. Weer vertel
len. „Héé..?" Nog eens vertellen.
Samen tuimelen we de verspreide
bunkers in, die onder hun camou-
HET ZIJN FRAGMENTEN
der stilte, deze gedeelten
uit een soldatendagboek.
Stoottroepen zag ik vech
ten in Duitsland, in Zee
land, in Limburg, in 't land
van Maas en Waal, maar
deze/tijd van felle activi
teit smelt samen tot het
grauwe totaalbeeld van
een oorlogsjaar. Slechts
de tijden van plotselinge
rust behouden hun ontroe
ringskracht. Die dagen
der bevrijding b.v
V
flagedek wegkruipen in de schemer.
Er knettert iets los, dat overgaat in
een gejoel van enthousiasme.
Nacht
Hoe is deze avond eigenlijk geweest?
Ik weet het niet. Mijn vrienden in
B. zouden zeggen: „banaal en bur
gerlijk". Ergens las ik: „Het leven
is goddelijk in kleinigheden; in
banaliteiten demonstreert zich de
ontroeringsmogelijkheid van ons
bestaan". Misschien heeft dat deze.
avond mooi gemaakt.
Langs heel de kust van Walcheren,
waar overal stoottroepen liggen,
branden vuren. Het is hel, wit vuur
van kruit, dat we hebben gehaald
uit Duitse granaten. We hebben
daarrond gezeten en gezongen. Sen
timenteel soms.
Later wordt het wilder. Lichtkogels
zwiepen overal rond. Geel. Groen.
Rood. Rood. Soms lijkt de avond
een kerstboom, volg^Jiangen met
cirkelende lichten. De vuren bran
den hoog.
Sergeant J. presteert het, om met de
laatste lichtspoormunitie in twee
lichte mitrailleurs een stralende V
te schieten boven de Schelde.
Ook op Schouwen knetteren scho
ten. De moffen schijnen het ook
pleizierig te vinden.
Nu nog branden de vuren. Alle
zoeklichten van de Engelsen rond
om ons ketsen liniaal-rechte strepen
door de lucht. Overal wordt ge
schoten.
P. R„ de kunstschilder, konjt naast
me zitten. Bitter zegt hij: „Nu zijn
we klaar., We mochten meehelpen
Nederland vrij te maken. Nu gaan
we straks een stel commissies en
sub-commissies vormen tot oprich
ting van zuivere qn niet-zuivere,
linkse en rechtse, ronde en vier-
kante.bonden van oudstrijders. Want
daarvoor stierven onze makkers".
5 MEI
Geluk gehad. Ik mocht naar huis
om mijn gitaar en wat voordrachten
te halen voor een te organiseren
bataljonsfeest.
Gelift door feestelijke steden. De
mensen hees van enthousiasme.
Vreemd gelopen floor de straten van
mijn stad.. Kleurige lichten en flap
perende vlaggen met wimpels van
oranje. Muziek tuimelde aan scher
ven langs de huizenkanten en de
mensen namen we op in hun gehos,
'n Meisje keek vreemd-blij in m'n
gezicht.
Plotseling moest ik denken aan wat
P. me gisteren zei: „Want daarvoor
stierven onze makkers".
In een stillere zijstraat dreunde het
mee op 't stappen van mijn schoe
nen. Een vlag streek als 'n hand
langs m'n gezicht.
Waarom moest ik daaraan denken?
Ik ben binnengelopen bij A„ waar
de zoon sneuvelde in een patrouille-
tocht. Twee oude mensen waren
da%r, die aarzelend over hem praat
ten, alsof hij er nog was.
Hun Stemmen gingen met me mee
irf de avond.
„Want daarvoor stierven onze mak
kers".
Het woord „makkers" is te warm.
Het breekt. Eigenlijk heb ik toch
van alle kerels gehouden, die nu,
langs de dijken of ergens op de hei
een simpel graf hebbpn gekregen.
Vrienden, waar ge ook gevallen zijt,
in Limburg of Zeeland of in Duits
land, dit is jullie feest. Jullie hebben
hierin geloofd. Wij niét altijd. Al
leen bij jullie dood, wisten wij dat
je niet voor niets dood ging en dat
Nederland niet voor niets vocht. Op
jullie bouwen we een beter Neder
land. JOOP VAN DE BROEK.
de hopen, de schetterende bind-
sters roepen me een levendig
„Ahoy" toe, en toch, er bleef iets
weg, van wat gisteren en daarvoor
niet gegaan was.
Droef werd ik wakker deze
morgen,
De dauw hing dicht op het raam.
Er parelde druppels in het webje,
De eerste sporen van de herfst.
i
En toen wist ik, wat er gebeurd
was, temidden van de zomer, had
ik de eerste sporen gezien, de
eerste voorboden van de herfst,
die onmeedogend en met kille be-
reker.iijg alles zal wegvagen, wat
nu leven heet.
Niet zo hoog meer de zon des
middags,
Niet meer zo l},eerlijk kort die
nacht.
Straks roept men „rajnenas"
door de straten.
Hoe schoon is toch eigenlijk de
natuur onzer streken. Vrienden in
Indië schrijven met weemoed, hoe
ze de herfst en de winter en de
lente, de lieve lente vooral missen.
Zij zien niet rond zich de opgang
en neergang van wat leven heet.
Steeds eender, als maar eender,
dat leven. Is het wonder, dat het
eenzaamheid' brengt en sneller af
geleefd zijn? Iets is er stuk sinds
die morgen, want ik weet, dat stil
en heimelijk de herfst nadert.
Toch ben ik dankbaar en heb
even gepeinsd bij dat stille webje,
beeld van het vergankelijke. Want
het is goed, om in het eigen hert
te keren nu en dan, zoals het ook
goed' is, te peinzen bij kruis en
Golgotha; bij Golgotha, de plaats
der schedels der doodshoofden.
Jos van Gemert Jr.
Chinese waardering voor
onze Dienstplichtwet
Dr. To Sin, Attaché bij de Chinese
Legatie in Nederland, is begonnen
een uitgebreide studie te maken van
de Nederlandse Dienstplichtwet. Hij
is tot de conclusie gekomen, dat de
Wet op de dienstplicht hier te lande
het beste is geformuleerd, ook al
omdat N«Ierland een van de wei
nige landen is, waar deze tot in de
uiterste vormen is vervolmaakt.
»Dr. To ontveinsde zich echter niet,
dat China, wat betreft zijn dienst
plicht, nog veel moeilijkheden zal
moeten overwinnen. Het land met
zijn honderden millioenen inwoners,
die door evacuaties, natuurrampen
en levensomstandigheden steeds
weer verplaatst zijn op het onmete
lijke grondgebied, zal niet gemakke
lijk geregistreerd kunnen worden,
doch de mogelijkheden van een goed
doorgevoerd systeem zullen in ieder
geval de moeilijkheden verkleinen.
China heeft niet alleen in onze
dienstplicht-wetgeving zijn bewon
dering uitgesproken. Ook de snelle
wederopbouw, vooral de morele,
trekt de grqte aandacht van het
millioenenrijk en daaruit valt de be-
langstelhng*voor het kleine landje
op te maken.
Correspondentie en oplossingen
onder motto „Damrubriek" in te
zenden aan het Bureau van" dit blad.
Oplossingen van de problemen No.
108 en 109 in te zenden tot uiterlijk
26 Augustus a.s.
Probleem No. 108
van N. C. A. Bastian te Leerdam
tt
®U«L
jb.f sa
JsL
§S
Stand:
Zwart 13 schijven op 6 tot 10 12
14 tot 17, 21 22 en 26.
Wit 13 schijven op 20 23 24 25 29
31 32 33 37 42 43 44 en 48.
Wit speelt en wint.
BIJ DE PROBLEMEN
Probleem No. 108
De oplossing van sommige pro
blemen wordt wel eens gekarakteri
seerd met de benamipg van „wa
terval-winstsysteem". Ook hier
heeft men nog groeperingen. Er zijn
slagzetten, die met de slotafwikke-
ling joodrecht van boven naar be
neden storten en anderen met een
lichte lijnbuiging. Bovenstaande zijn
het meest demonstratief, maar er
zijn er ook bij waar de val min of
moer iets onderbroken wordt door
plateau-vorming. Deze.laatste geven
het slagspelbeeld meer het aanzien
van een galopperend paard, dat met
korte sprongetjes van het ene trap-
vormige rotsblok naar het andere
springt en alzo een berg of heuvel
opstijgt of afdaalt. Met deze uiteen
zetting zijn we dan, omtrent de \f-.
wikkeling van probleem No. 108,
waarin een buitengewoon fraaie
slotontknoping voorkomt waar
we wezen moeten. Bij de oplossing
van dit probleem denkt men dan
ook aan „de paardensprongzetten"
die vrijwel intendiek zijn. als die
bij het schaken, niet alleen op
gaande, maar ook in neerdalende
lijn. Alleen hier worden de spron
gen weieens iets extra groot geno
men, maar de vorm blijft echter
steeds dezelfde, n.l. iets boogachtige
winkelhaakvorm, met sprongen,
„van rotsblok tot rotsblok (hier dan
schijven) zoals bovenstaande werd
geschetst.
Probleem No. 109
Dit is een probleem, dlit wat mooie
en natuurlijke stand betreft (de op
stelling doet volkomen aan een af
gebroken partijstand denken) als
mede de fraai verborgen afwikke
ling, vrijwel Zeker met een compo-
neerwedstrijd voor een prijs in aan
merking zou zijn gekomen. Dit pro
bleem verheft zich dan ook ver
boven het middelmatige en in bij
zondere mate nogwel door de
uiterst verrassende sleutelontkno-
ping.
OM NA TE SPELEN
Een bravourstukje van
Marcel Vasseur)
Dit reeds veel besproken eindspel
van de bekende Franse problemist
M. Vasseur te Amiens troffen we
aaan in een van de laatste num
mers van „Ons Damjournaal" het
off. Maandorgaari van onze Dam-
bond, waarvan de heer H. v. d. Pol
te Den Bosch, een der deelnemers
aan het pas gehouden landskam
pioenschap, met de rubrieken Par-
tijstudies en Eindspelen (waarin
dit stukje voorkwam), als deskundi
ge redacteur en medewerker de lei
ding op zich heeft genomen.
Onderstaande de stand van dit
eindspel.
Zwart 2 schijven op 22 en 26.
Wit 5 schijven op 31, 39 43 48
en 50.
Wit speelt en forceert de winst
met 7 zetten.
(Voor oplossing zie men elders in
de rubriek).
Probleem No. 109
van J. van Geemen te Amsterdam
H Él H L
Stand:
Zwart 10 schijven op 7 9 12 17 tot
20 22 24 en 30.
Wit 10 schijven- op 28 29 31 33 37
tot 40 43 en 49.
Wit speelt en wint.
Oplossing eindspel van Vasseur
Wit Zwart
1. 39—33! 26 37
2. 33—28 22 37
3. 50—45! 33—39 (A)
4. 43 34 37—41
5. 48—42 41—46 of 41
6. 42—37 of 38 46 of 47 :40
7. 45 34! Gewonnen.
Variant (A). Op 3741 volgdt 43
—38 enz. en 3338 ging ook niet,
dus er bleef niet anders over dan
3399, waarna een nieuwe vang-
stelling werd opgebouwd. Een stuk
je met fijn geforceerd dwangspel!'
1>€ Stt'ijd ma)
Ü1E.Tverslof
pen
Dooit dito
(bloradoket/er
-\
38. Terwijl de walvissen bezig waren de duik
boot weg te slepen, was men rond het paleis van
Vrede aan de slag gegaan om het bevrijdingsfeest
voor te bereiden. Alles kreeg een feestelijk aan
zien. Straten werden schoon geveegd, van ne mu
ren werd al het aangroeisel verwijderd en ook
in de woningen werd duchtig schoongemaakt. Aan
de ingang van de stad stond met grote letters ge
schilderd: „Dank voor de bevrijding". Verder wa
ren er spandoeken, waarop te lezen was: „Leve
Okkie" en „Leve Vrede". Overal werden versierin
gen gemaakt van koraaltakken, zeemos en zee
anjers. Tussen de huizen werden draden gespan
nen, waaraan zeesterren hingen. Lantaarnvisjes
zouden 's avonds voor dp verlichting zorgen.
Kraampjes met allerlei zeelpkkernijen, zoals zee
augurken, verrezen en iedereen had een feestmuts
of sjerp gekocht.
V.