VERDRONKEN LAND r r HET ZEEPRINSESJE Waar eens de sikkels flitsten Voor het eerst hingen dauw druppels aan het spinneweb sua a mmB PAG. 4 NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdag 16 Augustus 1947 brult nu de combine In memoriom Prof. Dr. J. Smutser Onderwijs aan schipperskinderen VAN EFFEN EN GEBLOEMDE STOF Fragmenten uit een soldatendagboek Dammen JÉ* _i jéfimm M S a M m m m js i i 3 m m m jbl_a m m b awiifc De Jamboree IQ47 weed noisson (Fr)geopend. kapiiein Odom vloog in recodiljd om de wereld..: Pe PlanliznkundLgG Dienst maant tot strijd V/estFtiesland v'iett weet vrolijk teams kkkini^dtömenweet van bananen, en bananenpap J Te Zwolle wordt de nationale tentoonstelling „Hilto" gehouden, waaraan een concours hippique verbonden is. Een overzicht van de parade der stermerries. Op de achtergrond het Hilto-terrein. Als een gloeiende vuurbol hangt de zon aan de wolkenloze hemel. Aan de slootkant prutsen een paar jongens met stokken in het water. In de schaduw van een wilgenbosje slaat een koebeest dromend naar .vliegen. Aangelokt door dit prachtige zo merweer zijn wij onze twaalfde provincie, de Wieringermeer inge trokken. Vlak onder Kolhorn tussen de goudgele korenvelden sukkelde een oranjekleurige gevaarte luidbrul- lende vooruit. De gedachte aan een maaier-zelfbinder direct verwer pend, trokken we op nader onder zoek uit. Neen, een zclfbinder was het heel beslist niet. Wel vormde de trekker er voor het maaien een overeen komst. Maar deze machine bond 't graan niet. Integendeel hij dorste het. Daan Kaan, de rijzige flinke Nrd.- Hollandse boer van de Waardweg verhaalde niet zonder enige vol doening. hoe hij het gepruts met de oogst 1946 hartelijk zat zijnde, te- samen met zijn buurman de Veer deze machine had weten te kopen. Hoe ging het immers vorig jaar? Afgewisseld met een enkele dro ge dag ging de zomer in regenbuien heen. Een grote ploeg arbeiders liep meestentijds doelloos om het bedrijf, wijl zij geen vat op het gewas kon den krijgen. Toen ten laatste het slotbedrijf bij de loondorsmachine in de landbouwschuur werd ge speeld, kon de boer constateren dat deze oogst ruim 3750 gulden onkos ten had. Zijn buurman kon met f 2000.volstaan. En dan te moeten horen, dat in de Noord-Oostpolder machines werkten, die met 'slechts enkele krachten onmetelijke oppervlakten hadden afgewerkt. Louter op deze berichten afgaan de bestelden de mannen zulk een machine. Het was een waagstuk. Wie kende immers de werking^ en waar was deskundige bediening te vinden? Maar durvers kennen geen angst. De machine kwam in kisten aan en werd te Slootdorp alleen met be hulp van de gedrukte beschrijving door gewone automonteurs in el- kandqr gezet. Op het bedrijf slapte Kaan met een arbeider die zich evenmin zorgen over het welslagen maakte op de machine en sedert dien werd er gemaaid en gedorst. En het liep prachtig, ondanks het onervaren personeel. Kaan en zijn mannen zijn enthou siast over de Allis-Calmers, met 11/9 meter werkbreedte. De motor wordt aangezet, alles draait en trilt, een oorverdovend lawaai vervult de lucht als daarnaast ook de trekker zijn partijtje meezingt, maar het maait. Het gemaaide graan komt direct op een transportband die het in de dorsmachine brengt. Het zaad wordt vervolgens door de geweldi ge windstroom die de machine ver oorzaakt van kaf en ongerechtig heden gezuiverd om vervolgens via een elevator in de zakken op het platform, waar de bedienende ar beider staat, terecht te komen. Het staat hier wel zo eenvoudig, maar op zichzelf is deze inrichting een juweeltje van machinebouw kunst. Laten we gerust ons petje afnemen voor de Amerikanen die dit hebben uitgevonden. Alles is er compleet, de machine kan zelfs als gewone stationaire „dorskast" dienst doen, en toch'is het gewicht uiter mate gering. Een licht luchtbanden trekkgrtje kan het zonder moeite op de gewenste snelheid door het maaiveld voeren. Op bepaalde punten in het maai- traject duwt de arbeider met een enkele voetbeweging de volle dichtgebonden zakken consumptie- klaar graan buiten het platvorm, vanwaar ze dan per landbouw- wagen in de schuur worden gere den. Het verslag van de radioraaö over 1946 wijdt de volgende woor den aan de nagedachtenis over prof. dr. J Schmutzer, katholiek lid van die raad die in dat jaar is overleden: Professor Schmutzer was sedert Juli 1930 lid van de radio-raad. Zijn doorzicht, vooral wanneer hogere geestelijke belangen in de gedachtenwisseling betrokken wa ren, was zeer opvalend. Holheid van leuzen en theorieën, welke buitenstaanders soms uitten, kon hij met fijne ironie aan de kaak stellen. Zijn betoog was vrijwel altijd betekenend' en bijzonder doordacht. Met zeldzame moed en uithoudingsvermogen heeft deze fijnbewerktuigde man de vernede ring en de afschuwelijkheid van gevangenschap in de bezettingstijd verdragen. Verzwakt naar het lichaam, maar fier van geest ge bleven, is hij naar de vrijheid te ruggekeerd' en toen hem tamelijk kort daarna gevraagd werd een zeer verantwoordelijke post te ver-^ vullen (van minister van het ka binet Gerbrandy red.) heeft hij zich na snel beraad daarvoor ge heel gegeven. De ernst en het ge loof, die aan de grote algemene vakkennis van professor Schmut zer bijzondere voornaamheid ga ven, hebben steeds diepe indruk gemaakt. Het land heeft een eer- ste-rangs leidsman verloren. De Radio-raad' betreurt bij het heen gaan van prof. Schmutzer een trouwe medewerker van zuiver gehalte. De nagedachtenis van pro fessor Schmutzer zal bij de Radio- raad in er<S zijn. Het stro Ja dat stro vormt, zoals wij vori ge winter tijdens de behandeling van het onderwerp „Combine" reeds schreven het enigste probleem. De heer Kaan zou proberen het op een of andere wijze bijeen te harken en te persen. Hoofdzaak zijn echter de korrels, en die komen, mede dank zij de voortreffelijke zomer keurig op tijd en kurkdroog binnen. In natte jaren komt de combine evengoed in actie. Maar dan gaat het kletsnatte graan zo van de ma chine weg in zakken naar een der drooginstallaties waarvan de Wie ringermeer er thans 7 rijk is. Het korrelverlies bij deze wijze van werken is onbeduidend en in elk geval aanzienlijk minder dan maaien peb zelfbinder, vervoer naar het bedrijf en latere dorsing. Naast dit grote voordeel spreekt evenwel het duidelijkst de gewel dige besparing op arbeidslonen, omdat zeker 5 a 6 arbeiders mindpr nodig zijn voor het binnenhalen van dezelfde oogst, in dezelfde tijd, van pl.m. 3 uur per ha. Ook egn „gele gerd" gewas wordt prima verwerkt, terwijl opvoorzichten in het geheel niet nodig is. Een alles eter Zo zouden we de combine wel kunnen noemen, want volgens de heer Kaan maait en dorst de ma chine vrijwel elk gewas, dus niet alleen granen, maar ook spinazie, erwten, bonen, blaumanen, karwij, tot zelfs gras en bloemzaden toe. In de Wieringermeer lopen ook andere combines, in totaal op het ogenblik 20 maar de meeste zijn aanzienlijk zwaarder als deze. Er zijn daar zelfs met een werkbreed te van 3.50 m. 'Maar allen hebben ze dezelfde bovengenoemde voorde len gemeen. Is het wonder dat de Wieringer- meerders zo opgetogen de loftrom pet over deze aanwinsten steken? Bij het afscheid vertrouwde de heer Kaan ons danook met een glans van voldoening over zijn door weer en wind gebruind gelaat toe, dat deze perfecte machine niet meer koste van aanschaffing, dan alleen hun oogst van 1946 had gevergd. En dat spreekt boekdelen. Ver van het lawaai van de com bine trokken schilders vorse halen over de wijdopenstaande schuur deuren en langs de goten. Aan de behuizing werd de laatste hand ge legd. Het grote Wieringermeerbe- drijf heeft zich van de zware slagen hersteld, de boer glimlacht, want straks zal ditzelfde bedrijf, mede door de combine, als voorheen bloeien. En voor aan de weg in de stralende zomerzon dartelden kin deren, nog onbewust van het vele £at in hun belang tot stand kwam. 22 Bucherwold-beulen ter dood veroordeeld Het Amerikaans militair gerechts hof te Dachau heeft het doodvonnis uitgesproken over twee-cn-twintig van de een-en-dertig nazi-dokters en -bewakers van het beruchte kamp Buchenwald, als schuldig aan misda den tegen de mensheid. Vijf der be schuldigden zijn tot levenslange ge vangenisstraf veroordeeld. Over het onderwijs aan schip perskinderen hoorden wij voor het eerst in 1870, toen in Terhoroe dr. H. G Dornseeffer een schoolfonds stichtte, dat jaarlijks 56 kinderen ^n de doopsgezinde gemeente uit besteedde Sindsdien heeft dit onderwijs een grote evolutie doorgemaakt. Thans ontvangen vele r.k. kin deren onderwijs op internaten, ter wijl daarnaast verschillende va rende kinderen normale scholen bezoeken. Allen komen zij in aan merking voor rijkssteun. In ons land zijn thans 13 continuscholen met 49 leerkrachten en 1250 leer lingen en 11 ligplaatsscholen, bo vendien nog klassen voor lig- plaatsonderwijs aan 17 gewone scholen voor GLO samen met 48 leerkrachten en ruim 800 leerlin gen. Over het algemeen is het oor deel dat men de resultaten van het ligplaatsonderwijs niet moet over schatten. Dat is niet de schuld van gebrek aan ijver of toewijding van leerkrachten en leerlingen, doch het gevolg van de zeer ongunstige omstandigheden bij de zwervende kinderen, die slechts zeer onregel matig het onderwijs kunnen vol gen. De grote massa van deze leer lingen komt in het algemeen niet verder dan de 3e of 4e klas se van een school voor GLO. Bij de continuscholen is het beeld veel gunstiger en deze scho len leveren met succes leerlingen af aan vakscholen en ULO. Dit onderwijs heeft goede resultaten en de belangstelling is dan ook zo sterk gegroeid, dat de aanvragen het aantal beschikbare plaatsen overtreffen. De oplossing is hierbij t.e vinden in uitbreiding van de huisvestingsmogelijkheden door het stichten van internaten. De heer Taselaar, Insp. van het lager onderwijs in alg. dienst, wees op het gebrek aan inner lijke samenhang in het thans ge groeide onderwijssysteem voor schipperskinderen. Juist op dit gebied bestaat de mogelijkheid van totale onderwijs vernieuwing en de eerste pogingen zijn reeds gedaan. Er zal eenheid moeten komen in didactische op zet en eenheid in methode voor alle soorten scholen. Het driejarig leerplan der continuscholen moet worden uitgebreid met b.v. 'onder wijs in vreemde talen. Verder zal mon gelijktijdige vacanties moe ten vaststellen, uniformiteit van schooltijden, en geijke eis^n voor de einddiploma's. Dan zullen de resultaten stijgen, waarvan het schipperskind zal profiteren. 1025. De japon van gebloemde stof, welke wij voor onze lezeres sen lieten tekenen, heeft de zo gewilde blousemouw, die aan het geheel een ge kleed effect geeft. De middenvoorgaan van de rok die in een brede platte plooi eindigt, loopt toch boven de taille door. De ruimte van de blouse wordt inge haald en onder het middenvoorstuk van de rok verwerkt. De twee voorzij banen worden glad aan de taille gezet. De tail- lelijn van het lijfje is overblousend. Aan de hals wordt Voor af werking een schuin geknipt reepje stof gestikt. De ruimte van de mouw wordt aan de kop in plooien gelegd. Aan de onder kant wordt de mouw ingehaald en in een smal manchetje ver werkt. 1026. Dit model is heel geschikt om van effen en gebloemde stof te worden gemaakt. Het is tevens bijzonder geschikt voor om van twee oude jurken een nieuwe, mcdeTr.e te maken. Heel apart is de mouw. Onder het gladde, gebloemde kapje wordt de effen mouw met veel ruimte ingezet Aan de onderkant van de mouw wordt een zoom ge stikt, waardoor een elastiek kan worden geregen. Dit geeft het ef fect van een pofmouwtje, 't Voor pand heeft gpn moderne schuine lijn. Evenals bij model 10?5 wordt ook hier de middenvoorbaan der rok tot boven de taille geknipt. Tot op heuphoogte wordt de ruim te in ingesti'kte plooitjes ver werkt. Een breede ceintuur wordt over het midde.l gedragen. De patronen van deze modellen zijn a f 1,per stuk bij onze ad ministratie verkrijgbaar. Een Belgisch dichter de naam is me ontschoten, vertelt ergens in een van zijn gedichten, hoe hij op zekere morgen in Augustus wak ker werd' en droef te moede werd, toen hij zag hoe de eerste dauw druppels hingen aan de tedere draden van een spinneweb. Enkele versregels schoten me deze morgen weer door het hoofd, toen ik bij het wakker worden zag, hoe ook aan mijn raam de dauw parelde aan de tengere dra den van een spinneweb, dat voor heen droog was, droog, iedere morgen. Naar buiten was de morgen eveneens droevig. Wel is het weer opgeklaard, heeft de zon geschit terd aan de azuren hemel, maar toch was er iets stuk in dat tere binnenste. Wat?; daarover heb ik even moeten peinzen, want het is nog hoogzomer, de graanoogst geelt op De aanvoer van haring in IJmuiden is gedurende de laatste tijd bijzonder groot. Vrijwel alle binnenkomende trawlers maken zeer hoge besommingen. APRIL. Altijd maar hetzelfde, iedere dag. Het zijn telkens andere posten, waarin je het meemaakt, Lotsy of Bill, Allan of Ernest, heel de front lijn langs,van de Zeeuwse eilanden. Ik geloof niets meer, van wat er in oorlogsboeken staat. Heel de oorlog is een macaber spel. Er bestaat geen heldenmoed of su per-prestatie. Alles"is eender. Uren en uren wacht, je vingers verstijfd rond een geweer, patrouilles onder riemen of patrouilles opvangen, jon ge kerels, die sterven en anderen, die praten over thuis en over wat ze gaan doen als de oorlog over is. Je voelt het leven hier nutteloos worden onder je handen. Avond Het is laf zo te kankeren. Toch blijft het moeilijk, te blijven geloven. 4 MEI Ik heb telefoondienst vandaag. Wel een baantje, zo in een bunker zitten en wachten op berichten. Muf is het hier. Het ruikt juist als thuis in de aardappelenkelder. Welke im beciel noemde deze bunker „Droom land"? Ik volg een vlieg, die over de staf kaart kruipt. Hij zit aan de Schelde, net als wij. Beveiliging Scheldemond. Mooie naam vopr een taai en tam baantje. Buiten schreeuwt iemand. Waar schijnlijk de ongeduldige wacht. Kalm aan, kerel! Beter in de zon op wacht, dan hier in die pestbunker, waar niemand komt. P. R. zit natuurlijk te tekenen. Avond Gek, hoe zo'n gewone dag kantelen kan naar iets verhevens. Rond half negen belt opstandig de veldtelefoon. Aan de andere kant vertelt iemand me doodkalm, dat de moffen morgen Nederland zullen ontruimen. Wat zeg je op zoiets? Je zegt: „Héé" en nog eens komt het bericht. De hoorn klettert op de houten tafel en ik tuimePbinnen bij de sectiecommandant. Weer vertel len. „Héé..?" Nog eens vertellen. Samen tuimelen we de verspreide bunkers in, die onder hun camou- HET ZIJN FRAGMENTEN der stilte, deze gedeelten uit een soldatendagboek. Stoottroepen zag ik vech ten in Duitsland, in Zee land, in Limburg, in 't land van Maas en Waal, maar deze/tijd van felle activi teit smelt samen tot het grauwe totaalbeeld van een oorlogsjaar. Slechts de tijden van plotselinge rust behouden hun ontroe ringskracht. Die dagen der bevrijding b.v V flagedek wegkruipen in de schemer. Er knettert iets los, dat overgaat in een gejoel van enthousiasme. Nacht Hoe is deze avond eigenlijk geweest? Ik weet het niet. Mijn vrienden in B. zouden zeggen: „banaal en bur gerlijk". Ergens las ik: „Het leven is goddelijk in kleinigheden; in banaliteiten demonstreert zich de ontroeringsmogelijkheid van ons bestaan". Misschien heeft dat deze. avond mooi gemaakt. Langs heel de kust van Walcheren, waar overal stoottroepen liggen, branden vuren. Het is hel, wit vuur van kruit, dat we hebben gehaald uit Duitse granaten. We hebben daarrond gezeten en gezongen. Sen timenteel soms. Later wordt het wilder. Lichtkogels zwiepen overal rond. Geel. Groen. Rood. Rood. Soms lijkt de avond een kerstboom, volg^Jiangen met cirkelende lichten. De vuren bran den hoog. Sergeant J. presteert het, om met de laatste lichtspoormunitie in twee lichte mitrailleurs een stralende V te schieten boven de Schelde. Ook op Schouwen knetteren scho ten. De moffen schijnen het ook pleizierig te vinden. Nu nog branden de vuren. Alle zoeklichten van de Engelsen rond om ons ketsen liniaal-rechte strepen door de lucht. Overal wordt ge schoten. P. R„ de kunstschilder, konjt naast me zitten. Bitter zegt hij: „Nu zijn we klaar., We mochten meehelpen Nederland vrij te maken. Nu gaan we straks een stel commissies en sub-commissies vormen tot oprich ting van zuivere qn niet-zuivere, linkse en rechtse, ronde en vier- kante.bonden van oudstrijders. Want daarvoor stierven onze makkers". 5 MEI Geluk gehad. Ik mocht naar huis om mijn gitaar en wat voordrachten te halen voor een te organiseren bataljonsfeest. Gelift door feestelijke steden. De mensen hees van enthousiasme. Vreemd gelopen floor de straten van mijn stad.. Kleurige lichten en flap perende vlaggen met wimpels van oranje. Muziek tuimelde aan scher ven langs de huizenkanten en de mensen namen we op in hun gehos, 'n Meisje keek vreemd-blij in m'n gezicht. Plotseling moest ik denken aan wat P. me gisteren zei: „Want daarvoor stierven onze makkers". In een stillere zijstraat dreunde het mee op 't stappen van mijn schoe nen. Een vlag streek als 'n hand langs m'n gezicht. Waarom moest ik daaraan denken? Ik ben binnengelopen bij A„ waar de zoon sneuvelde in een patrouille- tocht. Twee oude mensen waren da%r, die aarzelend over hem praat ten, alsof hij er nog was. Hun Stemmen gingen met me mee irf de avond. „Want daarvoor stierven onze mak kers". Het woord „makkers" is te warm. Het breekt. Eigenlijk heb ik toch van alle kerels gehouden, die nu, langs de dijken of ergens op de hei een simpel graf hebbpn gekregen. Vrienden, waar ge ook gevallen zijt, in Limburg of Zeeland of in Duits land, dit is jullie feest. Jullie hebben hierin geloofd. Wij niét altijd. Al leen bij jullie dood, wisten wij dat je niet voor niets dood ging en dat Nederland niet voor niets vocht. Op jullie bouwen we een beter Neder land. JOOP VAN DE BROEK. de hopen, de schetterende bind- sters roepen me een levendig „Ahoy" toe, en toch, er bleef iets weg, van wat gisteren en daarvoor niet gegaan was. Droef werd ik wakker deze morgen, De dauw hing dicht op het raam. Er parelde druppels in het webje, De eerste sporen van de herfst. i En toen wist ik, wat er gebeurd was, temidden van de zomer, had ik de eerste sporen gezien, de eerste voorboden van de herfst, die onmeedogend en met kille be- reker.iijg alles zal wegvagen, wat nu leven heet. Niet zo hoog meer de zon des middags, Niet meer zo l},eerlijk kort die nacht. Straks roept men „rajnenas" door de straten. Hoe schoon is toch eigenlijk de natuur onzer streken. Vrienden in Indië schrijven met weemoed, hoe ze de herfst en de winter en de lente, de lieve lente vooral missen. Zij zien niet rond zich de opgang en neergang van wat leven heet. Steeds eender, als maar eender, dat leven. Is het wonder, dat het eenzaamheid' brengt en sneller af geleefd zijn? Iets is er stuk sinds die morgen, want ik weet, dat stil en heimelijk de herfst nadert. Toch ben ik dankbaar en heb even gepeinsd bij dat stille webje, beeld van het vergankelijke. Want het is goed, om in het eigen hert te keren nu en dan, zoals het ook goed' is, te peinzen bij kruis en Golgotha; bij Golgotha, de plaats der schedels der doodshoofden. Jos van Gemert Jr. Chinese waardering voor onze Dienstplichtwet Dr. To Sin, Attaché bij de Chinese Legatie in Nederland, is begonnen een uitgebreide studie te maken van de Nederlandse Dienstplichtwet. Hij is tot de conclusie gekomen, dat de Wet op de dienstplicht hier te lande het beste is geformuleerd, ook al omdat N«Ierland een van de wei nige landen is, waar deze tot in de uiterste vormen is vervolmaakt. »Dr. To ontveinsde zich echter niet, dat China, wat betreft zijn dienst plicht, nog veel moeilijkheden zal moeten overwinnen. Het land met zijn honderden millioenen inwoners, die door evacuaties, natuurrampen en levensomstandigheden steeds weer verplaatst zijn op het onmete lijke grondgebied, zal niet gemakke lijk geregistreerd kunnen worden, doch de mogelijkheden van een goed doorgevoerd systeem zullen in ieder geval de moeilijkheden verkleinen. China heeft niet alleen in onze dienstplicht-wetgeving zijn bewon dering uitgesproken. Ook de snelle wederopbouw, vooral de morele, trekt de grqte aandacht van het millioenenrijk en daaruit valt de be- langstelhng*voor het kleine landje op te maken. Correspondentie en oplossingen onder motto „Damrubriek" in te zenden aan het Bureau van" dit blad. Oplossingen van de problemen No. 108 en 109 in te zenden tot uiterlijk 26 Augustus a.s. Probleem No. 108 van N. C. A. Bastian te Leerdam tt ®U«L jb.f sa JsL §S Stand: Zwart 13 schijven op 6 tot 10 12 14 tot 17, 21 22 en 26. Wit 13 schijven op 20 23 24 25 29 31 32 33 37 42 43 44 en 48. Wit speelt en wint. BIJ DE PROBLEMEN Probleem No. 108 De oplossing van sommige pro blemen wordt wel eens gekarakteri seerd met de benamipg van „wa terval-winstsysteem". Ook hier heeft men nog groeperingen. Er zijn slagzetten, die met de slotafwikke- ling joodrecht van boven naar be neden storten en anderen met een lichte lijnbuiging. Bovenstaande zijn het meest demonstratief, maar er zijn er ook bij waar de val min of moer iets onderbroken wordt door plateau-vorming. Deze.laatste geven het slagspelbeeld meer het aanzien van een galopperend paard, dat met korte sprongetjes van het ene trap- vormige rotsblok naar het andere springt en alzo een berg of heuvel opstijgt of afdaalt. Met deze uiteen zetting zijn we dan, omtrent de \f-. wikkeling van probleem No. 108, waarin een buitengewoon fraaie slotontknoping voorkomt waar we wezen moeten. Bij de oplossing van dit probleem denkt men dan ook aan „de paardensprongzetten" die vrijwel intendiek zijn. als die bij het schaken, niet alleen op gaande, maar ook in neerdalende lijn. Alleen hier worden de spron gen weieens iets extra groot geno men, maar de vorm blijft echter steeds dezelfde, n.l. iets boogachtige winkelhaakvorm, met sprongen, „van rotsblok tot rotsblok (hier dan schijven) zoals bovenstaande werd geschetst. Probleem No. 109 Dit is een probleem, dlit wat mooie en natuurlijke stand betreft (de op stelling doet volkomen aan een af gebroken partijstand denken) als mede de fraai verborgen afwikke ling, vrijwel Zeker met een compo- neerwedstrijd voor een prijs in aan merking zou zijn gekomen. Dit pro bleem verheft zich dan ook ver boven het middelmatige en in bij zondere mate nogwel door de uiterst verrassende sleutelontkno- ping. OM NA TE SPELEN Een bravourstukje van Marcel Vasseur) Dit reeds veel besproken eindspel van de bekende Franse problemist M. Vasseur te Amiens troffen we aaan in een van de laatste num mers van „Ons Damjournaal" het off. Maandorgaari van onze Dam- bond, waarvan de heer H. v. d. Pol te Den Bosch, een der deelnemers aan het pas gehouden landskam pioenschap, met de rubrieken Par- tijstudies en Eindspelen (waarin dit stukje voorkwam), als deskundi ge redacteur en medewerker de lei ding op zich heeft genomen. Onderstaande de stand van dit eindspel. Zwart 2 schijven op 22 en 26. Wit 5 schijven op 31, 39 43 48 en 50. Wit speelt en forceert de winst met 7 zetten. (Voor oplossing zie men elders in de rubriek). Probleem No. 109 van J. van Geemen te Amsterdam H Él H L Stand: Zwart 10 schijven op 7 9 12 17 tot 20 22 24 en 30. Wit 10 schijven- op 28 29 31 33 37 tot 40 43 en 49. Wit speelt en wint. Oplossing eindspel van Vasseur Wit Zwart 1. 39—33! 26 37 2. 33—28 22 37 3. 50—45! 33—39 (A) 4. 43 34 37—41 5. 48—42 41—46 of 41 6. 42—37 of 38 46 of 47 :40 7. 45 34! Gewonnen. Variant (A). Op 3741 volgdt 43 —38 enz. en 3338 ging ook niet, dus er bleef niet anders over dan 3399, waarna een nieuwe vang- stelling werd opgebouwd. Een stuk je met fijn geforceerd dwangspel!' 1>€ Stt'ijd ma) Ü1E.Tverslof pen Dooit dito (bloradoket/er -\ 38. Terwijl de walvissen bezig waren de duik boot weg te slepen, was men rond het paleis van Vrede aan de slag gegaan om het bevrijdingsfeest voor te bereiden. Alles kreeg een feestelijk aan zien. Straten werden schoon geveegd, van ne mu ren werd al het aangroeisel verwijderd en ook in de woningen werd duchtig schoongemaakt. Aan de ingang van de stad stond met grote letters ge schilderd: „Dank voor de bevrijding". Verder wa ren er spandoeken, waarop te lezen was: „Leve Okkie" en „Leve Vrede". Overal werden versierin gen gemaakt van koraaltakken, zeemos en zee anjers. Tussen de huizen werden draden gespan nen, waaraan zeesterren hingen. Lantaarnvisjes zouden 's avonds voor dp verlichting zorgen. Kraampjes met allerlei zeelpkkernijen, zoals zee augurken, verrezen en iedereen had een feestmuts of sjerp gekocht. V.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1947 | | pagina 4