Pasen in de eerste tijden der Kerk
m
WAAR HANDWERK DE MENS HELPT
s
OM ERIC'S LIEFDE
De Paashaas in moeilijkheden
baande zich een weg
Het Levensbesef der
OPSTANDING OOK IN ONZE TIJD
m
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdog 27 Maart 1948
4
Paas-Zaterdag
ALS BOLSJEWISERING
VAN EUROPA
MISLUKT
Dan maar in Azie
proberen
VOOR DE JEUCD
Eieren niet alien gekleurd
,,Het is te veel opeens!"
fen onbaatzuchtigwerker
Pottenbakker Gillissen
heeft zojuist hit een
brok klei met een paar
handgrepen het begin
van een kan te voor
schijn geroepen.
Markos protesteert bij
Rode Kruis
China geeff milliard
voor de kinderen
Nederlands schip
biedt hulp
FEUILLETON
door HARRIS BURLAND
£eClr "I -"d-eteZeveS4
^kl^wM Wn -
pASEN, eens het feest bij uit-
stek der Christenheid, is in
de wereld van heden van veel
minder betekenis geworden. Om
Kerstmis heen heeft zich een
groot aantal gebruiken en fees-
ten gehandhaafd* die zelfs door
ongelovigen ten dele worden
medegevierd, voor Pasen is de
belangstelling van de mensen,
ook zelfs van de gelovigen, ver-
minderd.
En toch,'zoals Th. van Vugt in
zijn zo helder en leerzaam werk
„Medeverrijzenis", waaruit we
hier een en ander ontlenen, uit-
eenzet, is Pasen, in wezen on-
veranderd, de bekroning van
het leven der Kerk, Pasen
immers betekent de voleinding
van onze verlossing.
Het hele jaar door vindt men de
herinnering aan de Verrijzenis. Uit
de herdenking van de Verrijzenis
immers ontstond in de allereerste
tijden der Kerk de Zondag, die
iedere week weerkeert.
„Op de eerste dag der week, vroeg
in de morgen, gingen zij met spece-
rijen naar het graf", zegt de Heilige
Lucas in zijn evangelie, over de
eerste dag der week spreken ook
Mattheus, Marcus en Johannes. Over
de eerste dag der week horen we
in de brieven van Sint Paulus. De
Evangelist Johannes, toen hij zijn
brief aan de Zeven kerken, de Apo-
calyps begon, zegt dat hij op de dag
des Heeren in extase geraakte. De
dag des Heeren, de Kuriakfc, de Do
minica, werd de naam voor de eer
ste dag der week, de dag, waarop
men Jezus' Opstanding uit het graf
herdacht.
Men sprak zelfs direct over
Anastasimos, dat is Verrijzenisdag.
Die eerste dag was de Zondag en
de Heilige Justinus in zijn Geloofs-
verdediging tot de heidenen gericht
schrijft: ,,Wij komen juist op Zon
dag alien bij elkaar, omdat dit de
eerste scheppingsdag is, omdat God
toen de wereld schiep uit de duis-
ternis en de baaierd, de dag, waarop
Jezus Christus, onze Verlosser, uit
de doden is opgestaan."
En de H. Ambrosius, toen de Kerk
eindelijk bevrijd was van achtervol-
ging, wijst er op, dat christenen die
dag niet Zondag noemen in verband
met de planetenweek, maar omdat
het de dag des Heeren is, de dag
der Opstanding.
„De dag des Heren is voor ons
een waardige feestdag. Na de ver-
drijving der helleduisternis, straalde
Christus toch als de rijzende zon, in
het licht van de Opstanding. Daar-
om noemen wij deze dag Zondag,
omdat Christus zijn licht is, omdat
Christus, de Zon der gerechtigheid,
rees op die dag."
Op die wijze wordt iedere Zondag
tot een Pasen, en bij hoeveel gelovi
gen is dit besef tegenwoordig leven-
dig?
Hoe kan het, dat de afname in
betekenis in de opinie der mensen
ontstaan is? Ook hiervoor heeft Th.
van Vugt in zijn boek een verkla-
ring.
De viering van Pasen, de voorbe-
reiding op het Hoogfeest, had in de
eerste tijden een sprekender karak-
ter. omdat het nauw verbonden was
met de voorbereiding der Doopleer
lingen op het Doopsel, dat hun, in-
dien zij uitverkoren werden tot dit
Sacrament, op Pasen werd toege-
diend.
De doopleerlingen leefden nog in
de duisternis van het heidendom,
zij waren als het ware dood en in
het graf, zij waren nog in de sla-
vernij des duivels; op zijn best ge-
leek hun positie geestelijk op dat
van de zielen in het Voorgeborchte,
die Christus eerst na Zijn dood op
het Kruis uit hun eeuwenlange bal-
lingschap bevrijdde.
Uit de hulpeloosheid der grafschrif-
ten der heidense Romeinen kan men
bemerken, uit welk een wereld die
doopleerlingen of catechumenen
voortkwamen:
QNZE HEER IS GESTORVEN.
Hij rust nu in het graf. Maar
morgen zal het Pasen zijn, en
zal Hij verheerlijkt opstaan uit
de doden. U hebt het mysterie
van Christus mee-gevierd in de
Liturgie. We leefden met de
Kerk mee in Vasten- en Passie-
tijd. Nu mogen we ook Pasen
vieren. Wij wensen elkander
een Zalig Pasen. Wat betekent
dat? Dit: dat wij deelachtig mo
gen worden aan de Verrijzenis
van Christus. D.w.z. dat wij
open mogen staan voor de in-
vloed en de werking die van
Hem. uitgaat, nu Hij verrezen en
verheerlijkt is. Sluit u niet voor
Hem! Mochten er beletselen in
ons zijn, ruim ze op, ga vandaag
nog een goede Paas-biecht spre
ken. Dan zult ge morgen die
blijde en gelukkige vrede in u
hebben, die zo alles zo wonder-
lijk doet zijn op Paas-dag. Zalig
Pasen aan u en aan de uwen!
MARCUS
Het Franse socialistische blad
..Populaire" schrijft, dat de komin-
form zich actief tot de onbegrens-
de rijkdommen en de talryke be-
volking van Azie zal wenden, in-
dien zij gedwongen zou worden
haar optreden in Europa te beper-
ken. ,,Sowjet-Rusland is niet al-
leen een Europese, doch ook en
voornamelijk een Aziatische mo-
gendheid. Azie is waarschijnlijk een
veel beter arbeidsterrein voor de
intrigues van de kominform" aldus
het blad.
Zowel de „Populaire" als de
..Franc Tireur" laten de mogelijk-
heid van een oorlog tussen de Sov-
jet-Unie en de V.S. buiten reke-
ning. Volgens beide bladen is de
Sovjet-Unie niet sterk genoeg om
een oorlog te beginnen. „De V.S.
willen geen oorlog en zullen deze
alleen beginnen, indien zij er toe
gedwongen worden", aldus de ..Po
pulaire".
(Van onze dierkundige medewerker)
Het zijn altijd drukke dagen ge-
weest voor de familie Knarp, zo
tussen Palm-Zondag en Pasen. Va-
der Knarp, een haas op leeftijd, die
echter nog zo vlug is als water als
de nood aan de man komt, heeft in
deze week zoveel te doen. dat hij
het werk alleen niet meer af kan.
De hele familie moet een handje
helpen om voor de Pasen alle be-
stellingen gereed te kunnen hebben.
Jullie moet weten, dat de familie
Knarp wijd en zijd bekend staat om
de kunst van het eieren kleuren. Dat
is namelijk een werkje, dat heel
nauwkeurig moet gebeuren en bij
Knarp verstaan ze dat vak. Ze ma-
ken er zich daar niet met een Jantje
van Leiden vanaf, neen, ieder ei,
dat Knarp aflevert, mag gezien
worden!
Meestal gaat de oude haas zelf
naar de grote eiermarkten. veilingen
noemen ze die, in Barneveld en
aan verschillende voorwaarden be-
antwoorden, voor hij werd toegela-
ten. Hij moest daarna een reeks
leringen aanhoren, en ceremonien
meemaken. Bij die ceremonien nam
de duivelbezwering een grote plaats
in; de duivel moest uitgedreven en
overwonnen worden. De Blazingen
werden over hem gedaan, de Uitbla-
zing betekende de uitdrijving van
de boze, de Inblazing de afroeping
van de Heilige Geest. De nieuweling
merkte zich ook met het kruis; deze
kruismerking was al heel vroeg in
een wereld, die afkerig was van het
kruis, het herkenningsteken der
christenen.
De doopleerlingen werd ook de
handen opgelegd en hem werd zout
aangeboden als een geneesmiddel
tegen de duivel en een symbool der
wijsheid. De bezweringen en de les
sen volgden elkaar op. Van de dag,
dat de doopleerlingen zijn uitgeko-
zen, schrijft Hippolytus, moeten hun
zelfs iedere dag de handen opgelegd
en moeten zij iedere dag bezworen
worden.
Hun gang naar Pasen werd een
voortdurend bannen van de duivel,
een afsterven van de wereld. Maar
in hun leefde en groeide met iedere
dag de hoop. Zij zouden verrijzen
met Christus op de dag van Pasen.
En als deze dag was gekomen,
beseften zij in de glorie van de op-
gang, dat nu eerst het wezenlijke
leven, het leven voor alle eeuwig-
heid. voor hen begonnen was. Pasen
betekende voor hen inderdaad Op
standing.
Th. van Vugt wijst er op. dat wij
het besef, dat deze catechumenen
bezielde, weer terug moeten winnen
dat wij werkelijk vanuit het Paas-
feest ons leven moeten zien, juist in
deze tijd, nu het nieuwe heidendom
overal doordringt en zijn slacht-
offers maakt, nu de wereld in zo
veel opzichten weer gelijkt op de
wereld van Hippolytus.
SCHE YE
WAT IEDERE VREEMDELING, die Hoorn, de stad van J. Pz.
Coen, bezoekt het eerste opvalt dat zijn de vooroverhan-
gende huizen. Er is geen straat in de binnenstad of er staan een
paar van die eigenwijze gevels, die hun buik inhouden en een
ietwat stijve buiging maken voor de mensen die voorbijgaan.
Soms is zo'n hele straat aan het
buigen, zoals bijvoorbeeld het Oost.
En als men daar dan lang naar
kijkt, lijkt het wel of al die klok-
en hals- en trapgevels steeds maar
dichter bij elkaar komen en er
tenslotte van de hemel niets meer
overblijft dan een smalle streep
licht, waardoor de wolken drijven
als door de nauwd bedding van een
bergrivier.
Vanzelfsprekeiid willen de
vreemdelingen .die de stad's zomers
gewapend met rugzak en camera
bezoeken, gaarhe weten waarom die
Hoornse huizen zulke dronkemans-
manieren hebben. Zij denken na-
tuurlijk, dat zij verzakt zijn Hoe
Eens was ik er niet,
Nu ben ik er wel,
Straks ben ik er niet meer,
Ik tob er niet over.
Aan een leven hiernamaals werd
nauwelijks geloofd, het leven hier
was het enige, waarop men hopen
kon, daarom betekende het graf een
einde.
Verheug u in wijn en in liefde.
De aarde toch, het vuur
En al wat bestaat,
Is er niet meer na de dood.
Om zoiets op een graf te zetten
lijkt niet alleen verschrikkelijk, het
is verschrikkelijk. Een dergelijke
opvatting kan een mens een ogen-
blik van zorgen vrij maken, maar
slechts een ogenblik, de vertwijfe-
ling omringt het aan alle zijden.
Uit deze vertwijfeling traden de
catechumenen. Men kan begrijpen
hoe zij zich voelden, een nieuwere
hoopvolle en schonere wereld ging
voor hen open. Men begrijpt hoe het
doopsel voor hen een andere bete
kenis had dan voor de katholiek van
heden het Doopsel van zijn kind,
dat immers nog geen besef heeft.
Het was een geweldige, alles ver-
anderende instelling voor hen, het
was een omwenteling van hun be-
staan. Geen wonder, dat ze er voor
terugschrikten, dat sommigen onder
hen er jaren over dachten vdor zich
beslissend aan te melden.
En natuurlijk moesten zij ook be-
proefd worden, zij moesten worden
uitgekozen, men moest tot de erken-
ning zijn gekomen, dat ze wezenlijk
bereid en rijp waren om in de Kerk
van Christus te worden opgenomen,
men moest er zeker van kunnen zijn
dat zij inderdaad de duivel en al
zijne werken de grote verleidingen
ener heidense wereld vaarwel wil
len zeggen en voorgoed.
De gebruiken, de gedachten, de
gebeden in verband met deze voor
bereiding gaan terug naar de tijd der
Apostelen. Men kan dit bemerken
uit de geschriften van een geleerd
priester van de Romeinse Kerk. die
omstreeks het jaar 200 leefde, Hip
polytus, bij wie men een uitgewerkt
rituaal kan lezen.
„De nieuwelingen, die zich komen
voorstellen om het woord te horen,
moeten, vodrdat het volk er by
komt, eerst naar de leraars worden
geleid. Men moet hun de reden vra-
gen, waarom zij het geloof zoeken.
Zij, die hen brachten, moeten ge-
tuigenis afleggen over hun bescher-
meling, of hij in staat is het woord
te horen.'
De nieuweling moest inderdaad
(Speciaje verslaggever)
HOE VAAK beschouwen we taxi-
chauffeurs, bioscoop- en hotelpor-
tiers, kruiers en zovele anderen
niet als maatschappelijk mislukten,
nietsnutters en bovendien als dege-
nen, die uit weinig arbeid veel geld
trachten te slaan?
Hoe vaak echter vergeten we niet
dieper in te gaan op hun vroegere
bestaan en de factoren, die hen fi-
nancieel op de knieen dwongen en
hen deden grijpen naar baantjes,
zoals hierboven opgesomd?
De eeuw van de grote technische
vooruitgang, van de mechanisatie
in de industrie en de landbouw, zo
als de twintigste ongetwijfeld is,
heeft de vele handwerkers het laat-
ste stuk brood uit de mond gerukt
en hen beroofd van de laatste le-
venskansen, die de beoefening van
nun beroep, dat jarenlange vaardig-
heid naast kennis en ervaring vroeg
nog bood.
De producten werden en masse op
grote lopende banden te voorschijn
geroepen en van de arbeider wer
den slechts eenvoudige automatische
handgrepen verlangd. terwijl eigen
scheppingskracht geheel overboord
werd geworpen. De concurrentie
vlamde hoog op, de prijzen daalden
en de arbeiders moesten tegen steeds
lagere lonen gaan werken om zich
nog te kunnen handhaven.
Het is de laatste wereldoorlog ge
weest, die fabrieken vernietigde
verkeerswegen barricadeerde en
op, alle Kebied veroor-
zaakte. Een der weinig nuttige fa-
cetten, die er aan een oorlog kun
nen kleven, is ongetwijfeld de te-
rugkeer van het handwerkersam-
bacht. De schaarste der ruwe grond-
stoffen en het ontbreken van«steen-
kool en arbeidskrachten deden vele
fabrieken stilleggen; terwijl andere
omgebouwd werden tot oorlogsin-
dustrieen. De kans van de hand-
werker kwam en de chauffeurspet
werd afgezet, de witkiel en de
6Ste portiersias uitgetrok-
Zo deed ook de heer Gillissen, die
als foyer-portier van het Bergen op
Zoomse Luxortheater had staan
terugdenken aan de goede oude tijd,
toen zijn vaardige handen liefkozend
de natte klei had kunnen strelen en
de genngste beweging, voorwerpen
hadden doen ontstaan van de groot-
ste verscheidenheid.
In een klein loodsje is dit lid van
het oude pottenbakkersgilde aan het
werk gegaan. Met zijn voeten het
grote vliegwiel in beweging hou-
dend, maakte hij schaal na schaal,
pot na pot en alles, wat moeder de
huisvrouw maar nodig kon hebben
om haar breekwaarkast aan te vul-
jen. Met vasthoudendheid en een wil
lets te willen bereiken, heeft Gillis
sen dag en nacht gewerkt. Zijn
voorwerpen door hemzelf gegla-
Ye^den. naar een draineer-
buizenfabriek in de buurt vervoerd
om gebakken te worden. Vandaar
gingen ze, vooral vlak na de oor
log. voornamelijk naar Zeeland
waar Zuid-Beveland. Walche'ren
en Zeeuws Vlaanderen geholpen
werden en zich rijen vormden om
een van Gillissen's gebruiksvoor-
werpen te pakken te krijgen,
Zijn primitieve middeien bleken
spoedig remmend te werken op zijn
productie. Aan de vraag kon hij op
de duur niet meer voldoen en naar
andere mogeliikheden werd uitge-
zien. Al spoedig bleken deze te be
staan in de verbrandingsoven van
de gemeentebelt. die door welwil-
lende medewerking van het ge-
meentebestuur aan de pottenbakker
werd verhuurd. Eerst toen pas is
Gillissen in ware ijver begonnen.
kan men dat anders verwachten in
een land van polders en water, waar
alles op palen gebouwd is. En toch
Hij bouwde zelf de oven en voorzag
zijn schijf van een electrische mo
tor. Enkele jonge helpers gingen
glazuren en leerden hoe oren aan
de bekende en 's nachts veelge-
bruikte potten moesten worden ge-
zet. Kommen en schotels, potten en
kannen. dat alles werd op de
draaiende schijf gevormd uit een
nietszeggend brok klei. Na in de
zon gedroogd te zijn werd de gla-
zuur erop aangebracht en werd
alles in de oven getast. Hier open-
baart zich dan ten tweede male het
vereiste vakmanschap van de pot
tenbakker.
Het tasten geschiedt op een be-
paalde wijze en met behulp van
stenen, doch de verhitting van het
vuur veroorzaakt een beweging,
die door een kleine onnauwkeurig-
heid bij het tasten grote stapels in-
een zou kunnen doen zakken.
Nadat de oven door een muur is
afgesloten begint het stoken en de
pottenbakker moet dan een gehele
nacht bij zijn oven vertoeven ter
controle en voor het stoken van
het vuur. Het argusoog van een
kennersblik is nodig om te weten,
wanneer alles „gaar" is en eerst
dan kan men de inhoud te voor
schijn halen om de laatste bewer-
king te ondergaan.
De lezer zal zich waarschijnlijk
afvragen, waarom hier speciaal pot
tenbakker Gillissen uit Bergen op
Zoom en zijn werk wordt beschre-
ven. Het is omdat hier een goede
vakman blijkt zich in te willen zet
ten om aan de noden van onze be-
volking tegemoet te komen. Im
mers hoe vaak is het ons niet dtii-
delijk geworden, dat de mensen. die
het handwerk van het pottenbak-
ken beoefenden. zich uitsluitend
beperkten tot het vervaardigen van
nutteloze vazen. pullen en wat nog
meer als ..kunst." in de etalages van
onze luxe-winkels staat te pron-
De „Vrije Griekse regering" van
generaal Markos heeft bij het Inter
nationale Rode Kruis er tegen ge-
protesteerd, dat Amerikaanse offi-
cieren onlangs deel zouden hebben
genomen aan een „bloedbad". dat
zou zijn aangericht door de Griekse
regeringstroepen, onder gevangenen.
De ..Vrije Griekse regering" pro
testeert ook tegen het ..dagelijks
bombarderen door monarcho-fascis-
tische vliegtuigen van vreedzame
dorpen en het doden van strijders
van het vrije leger, die zelfs wan
neer zii ernstig gewond zijn. wor
den afgeslacht. indien zij gevangen
worden genomen".
ken. Slechts hun eigen geldelijk
voordeel, gevolg van het feit dat
voor luxe nog altijd meer geld op
de toonbank wordt gelegd, dan voor
verbruiksartikelen, deed hen de
draaiende schijf zijn toeren maken
om luxevoorwerpen te kunnen
creeren. De Bergenaar Gillissen
echter heeft zich niet onder deze
collega's geschaard, doch met hart
en ziel zijn kunde gegeven om nut
tige voorwerpen te scheppen en
dat geld niet zijn grootste doel was
bewijst het eenvoudige schuurtje,
dat noodwoning heet en waar hij met
zijn gezin een gelukkig bestaan
leidt.
Dat Gillissen wel ..kunst" kan fa-
briceren bewijzen zijn stukken, die
zelfs voor een expositie in Londen
werden gevraagd. doch deze maakt
hij slechts in een verloren uurtje,
niet vbor de kunsthandelaar. doch
voor een paar van zijn goede vrien-
den, die hij een plezier wil doen.
v. E.
is dat niet de oorzaak, althans niet
de hoofdoorzaak. Dat weten zelfs
de meeste Horinezen wel.
De gevels staan schuin om de
eenvoudige en voor de hand liggen-
de reden, dat zij schuin gebouwd
zijn. Waren zij immers door de wer
king van de grond uit het lood „ge-
zakt", dan moest ofwel het hele
huis mee zijn gekanteld en de ach-
termuur achterover hellen, ofwel
er moest een opening ontstaan zijn
tussen gevel en zijmuren. En dat is
nu geen van beiden het geval.
Blijft dus de vraag, waarom de
toenmalige bouwheren zo'n loopje
namen met de thans geldende wet-
ten der architectuur en waarom zij
de gevels welbewust en met een
vooropgezette bedoeling uit het lood
lieten hangen.
Er zijn meerdere antwoorden, zo
als op vele bizarre vragen meer
dere antwoorden te geven zijn. De
grote „Men" neemt over het alge-
meen aan, dat een dergelijke bou-
werij op zuivere utiliteitsgronden
gebeurde. Wanneer de muren im
mers schuin stonden en dus over
hun voet heen hingen, behoedde dit
het bouwsel voor een te sterke in-
werking van het regenwater. De
muur ..weerde af" en droogde snel
op. Het water kreeg lang niet zo
veel gelegenheid zich in te vreten
als wanneer de muur recht stond.
De „geleerden" zijn echter van
oordeel, dat er nog andere redenen
geweest zijn, waarom men er in
vroeger tijden zulke revolution-
naire ideeen op het gebied van de
architectuur op na hield. De beken
de deskundige op het gebied van
de stedebouwkundige geschiedenis
van Hoorn, de heer J. C. Kerkmeijer
met wie wij over deze materie enige
tijd geleden een onderhoud mochten
hebben, bracht nog twee andere in-
zichten naar voren. Hij was van
mening, dat men wel degelijk mocht
aannemen, dat ook hier motieven
van aesthetische aard in het spel
waren. Een straat, die ..dichtge-
dekt" is, door de naar elkander toe-
gebogen toppen der huizen, demon-
streert een zekere geslotenheid, een
intimiteit en een eenheid van bouw
sel in vormen en kleuren. Daar-
naast werd nog op een andere mo-
gelijkheid gewezen.
Er is een tijd in de geschiedenis
van Hoorn geweest, dat de uitge-
bouwde bovenverdleping in de
mode was. Toen de rechte voorge-
vel naderhand meer en meer in
zwang kwam, voelden verschillen
de huiseigenaren behoefte met hun
tijd mee te gaan en het exterieur
van hun womng aan de veranderde
opvattingen aan te passen. Men kon
echter deze uitgebouwde bovenver
dleping met het daarboven over-
hangende dak niet zo maar wegsnij-
den alsof het een koek was. Men
zat er nu eenmaal mee en wanneer
men een rechte voormuur wilde
hebben. zat er niets anders op, dan
dat men deze vooroverboog en uit
het lood liet hangen.
De pasbenoemde directeur van
het Zuiderzee-museum, de heer S.
J. Bouma, met wie wij in de na-
herfst van het vorig jaar een woe-
lige IJselmeertrip maakten. vertel-
de ons bij die gelegenheid tussen
neus en lippen, dat hij het daar niet
mee eens was, maar de voorkeur
gaf aan de opvatting, dat men de
gevels schuin gebouwd had om ze
hechter in de ankers te doen han-
gen; ,Dat was natuurlijk ook een
verklaring, doch ze bevredigde
evenmin voor honderd procent. Na
tuurlijk zal ook hier, zoals zo vaak
elders, de waarheid wel in het mid
den liggen. Het gaat er alleen maar
om hoe wij met al deze uiteenlo-
pende oplossingen het juiste mid
den moeten vinden.
Hoe het zij; Hoorn heeft zijn
schuine gevels, waarvan er sommi
gen 1.50 meter uit het lood hangen
De toeristen en de vreemdelingen.
die des zomers tussen de wallen
van de oude veste ronddwalen.
vermaken zich met deze ..dronken"
huizen en zii denken er niet eens
aan, dat heel wat straten van Am
sterdam en de steden lanes de Zui
derzee zich al evenmin om de cri-
tiek van een moderne tijd hekom-
meren. v. de J.
Roermond. Een paar watervlugge
eekhoorntjes uit de buurt komen
dan altijd met een karretje voor en
rijden Knarp naar de plaatsen waar
hij de eieren, tegen een zacht prijsje
natuurlijk. inkoopt.
Maar* dit jaar liep alles anders.
De eekhoorntjes lieten verstek gaan,
zonder vooraf een boodschap te stu-
ren. Niet erg netjes natuurlijk, maar
Knarp zat er mee. Wat nu? Wie
zou hem nu naar Roermond bren-
gen?
Op voorstel van kennissen uit de
vogelwereld besloot vader Knarp
maar met de trein te gaan. Het was
wel een heel waagstuk, maar hij
had al eens gehoord, dat bij die
grote huizen, waar de treinen stop-
pen, borden stonden, waarop te le
zen stond: „Vlug, veilig en goed-
koop".
En als de, mensen dat schrijven,
dan is het toch ook wel zo. Alleen
de veiligheid trok de familie Knarp
wat in twijfel. Op feestdagen im
mers zijn de mensen niet de groot
ste vrienden van de hazen en menig
hazenleven vindt dan een treurig
einde in de braadpan.
Het was dus zaak een vrijgeleide
te krijgen, opdat Knarp en de zijnen,
want de kinderen moesten mede,
veilig tussen de mensen heen en
weer naar Roermond konden.
Een inspecteur van de dierenbe-
scherming werd in de arm genomen
en deze zorgde voor een behoorlijk
legitimatiebewys, dat is een papier,
met een heleboel stempels, waarop
staat wie en wat je bent.
En zo gebeurde het dat de mensen.
die Donderdagmorgen met de trein
van 7 uur 20 (kijk maar na in het
spoorboekje, dat deed ik ook om te
zien of dit verhaal waar is!) uit
Amsterdam naar Maastricht ver-
trokken, een oude haas met vier
jongere hazen in de trein zagen
stappen. Het was voor die mensen
natuurlijk een gek gezicht. dat snap-
pen jullie, maar vader Knarp zat
zo £a^ellig uit zijn hazenleven te
vertellen. dat de mensen er, voor
ze in Utrecht waren. .niets meer
van merkten, dat ze tegen een ha-
zengezicht aan zaten te kijken. Al
leen een oude juffrouw werd ze-
nuwachtig van het op en neer gaan
van de hazenlipjes en -neusjes, ze
begon zelf ook te trekken met haar
mond, maar kon het niet bijhouden
en op een gegeven moment viel
haar gebit met een kletterende klap
op de grond. Erg naar voor die
juffrouw. want het brak in stukken,
het was nameliik niet van plastic,
je weet wel dat goedje waar ze
tesenwoordig alles van maken.
Het werd een erg leuke reis voor
de jonge haasjes. Er kwam een
conducteur. die gaatjes in de kaart-
jes kmpte en natuurlijk ook raar
keeK, toen hij de hazen zag zitten
en later kwam er een man met
broodies, zonder bon, maar vrese-
li.ik duur. Toen begon een meneer
te vertellen over zwarte handel en
de prijs van de eieren. Nou, daar
kon Knarp over meepraten.
Met manden vol eieren werd des
avonds de terugreis aanvaard. Het
was donker en de mensen merkten
met wie er zo laat nog in de trein
stapten. Sommigen keken slaperig
riaar die lange gezichten, maar ze
hadden bhjkbaar niet door wie in
nun coupe zaten.
De hele nacht hebben vader
Knarp en de zijnen gekleurd en nog
eens gekleurd, tientallen. neen hon-
derdtallen eieren en de volgende
dag en nacht, tot vanmorgen vroeg
zijn de Knarpjes bezig geweest met
rode, gele. bruine, groene, enfin. met
alle kleuren van de regenboog.
Toen ik ze gisteravond ontmoette
de twee jongste Knarpjes. zeiden ze
al. ..Vader komt dit jaar niet klaar
met de eieren kleuren. De distri-
Dutie heeft er opeens zoveel vriige-
w^nd" We Z^n met meer ge-
Als jullie dus vandaag of morgen
of op Tweede Paasdag misschien
eieren krijgen. die niet gekleurd
zyn m sommige gezinnen kan
dat gebeuren - dan moet je maar
Ei 4 u0S Zlj.n °P de Paashaas, hij
heeft heus zijn best gedaan.
Het Chinese comite van het in-
ternationaal noodfonds voor kinde-
,de Vej-enigde Naties heeft
besloten in de komende drie maan-
den een bedrag van 100.000.000.000
Chinese dollars bijeen te brengen
voor dit fonds.
Het 200 ton metende Nederland-
se motorschip „Brinda" heeft Vrij-
dag drie opvarenden gered van een
Brits vaartuig der luchtmacht, de
„Katrine", waarvan een der ketels
ontplofte, toen zij ten oosten van
Engeland nabij Skegness, Lincolns
hire, voer. Een der drie ernstig ge-
wonden overleed later aan wal.
70.
Ik vroeg
de helft als mijn goed recht en toen
ze weigerden, deed ik mijn best, om
zelf het ding in handen te krijgen.
Die penning brak ik doormidden en
ik verborg mijn helft ergens in het
zand, uit vrees, dat ze me in mijn
slaap zouden bestelen. Maar toch
had ik misgerekend. Hun hebzucht
was groter, dan hun bijgelovigheid
en angst.
Op zekere morgen verscheen er
een schip aan de horizon en die
ganse dag onderhielden we een
groot vuur van nat hout, dat veel
rook maakte en we zongen en dans-
ten van blijdschap, toen we zagen,
dat het schip naderbij kwam. In
mijn vreugde vergat ik een ogen
blik op mijn hoede te zijn. Ik kon
me niet voorstellen, dat er nu nog
iets tussen mij en mijn vrijheid zou
kunnen komen. Het was duidelijk
dat het schip onze signalen gezien
had en ons ter hulp kwam.
Rondom het knappende vuur
aten we ons laatste maal en zagen
het schip, scherp afstekend tegen
de gloed van de zonsondergang,
steeds meer naderen. Toen het don
ker werd, stegen de vlammen hoog
op tegen de nachtelijke hemel. We
bleven om 't vuur zitten praten
over de weelde, die ons te wachten
stond. Toen ben ik in slaap geval-
len. Bij mijn ontwaken was het vol-
op dag. Aan handen en voeten ge-
bonden lag ik op het strand en de
golven van de opkomende vloed
spoelden me wakker. Heel in de
verte zag ik nog net het schip.
Ogenblikkelijk begreep ik mijn toe-
stand. Ze hadden me op het eiland
achtergelaten, om van ellende te
sterven en de golven kwamen hoe
langer hoe dichter bij me. Ik be
gon. wanhopig met mijn tanden aan
de lianen te knagen. waarmee mijn
polsen omwonden waren. lien grote
golf kwam over me heen en sloeg
schuimend uiteen. Ik kroop verder
het strand op, totdat ik buiten be-
reik van het getij was. Daarna
knaagde ik net zo lang, totdat mijn
boeien door waren en sneed die van
mijn voeten met een gebroken
schelp door. Hoe ik de volgende
drie jaar heb doorgebracht. kan ik
met geen woorden omschriiven.
Maar je kunt het wel voorstellen."
..Waren die woorden. die in het
hout van dat schiD gekrast waren,
van jou?" vroeg Tregat.
mij. Ik heb ze er in ge-
grifd in de laatste maanden, voor-
dat ik gek werd. Iedere dag bad ik
zo tot God. ofsehoon ik wist dat ik
Zijn hulp niet verdiende. Ik groef
de halve penning op en bevestigde
hem aan mijn pols. Mijn enige
troost was. dat als de woorden on
die penning waarheid bevatten. de
Vallon's steeds rampen en tegen-
spoed zouden ondervinden. Ik voel-
de dag aan dag, dat de verschrik-
kingen van dat eiland mijn ver-
stand benevelden. Ik zag me zelf
als een dier, dat moest ondergaan
van ellende. Ik begon, op handen en
voeten te lopen. Op zekere dag be-
trapte ik me er op, dat ik bezig
was, een spinneweb uit vezels te
weven. Later, dat ik op insecten
jaagde en ze doelloos in mijn mond
stak. Daarna kwam ik in een toe-
stand van vergetelheid, in een soort
nevelige droom, waarvan ik me
niets meer kan herinneren, dan dat
ik dorstte naar bloed en dat een in-
wendige stem me steeds scheen toe
te roepen: „Sla dood! Sla dood!"
terwijl toch heel mijn ziel verlang-
de naar verlossing uit die afschu-
welijke toestand.
Verder, kan ik mij niets herinne
ren, dan dat ik wakker werd in de
duisternis en dat het water over me
heen sloot. Ik worstelde om mijn le
ven. Ik kreeg een stuk wrakhout
beet. Hoe ik daar ronddreef in het
donker, kan ik niet vertellen. Ik
zag in de verte het licht van je
lantaarn flikkeren en hoorde men-
selijke stemmen. Wat dat zeggen
wil. wakker te worden uit zulk een
droom en dan in zo'n toestand kun
je met begrijpen. Maar nu begrijp
je misschien wel, waarom ik de he
mel dank, dat de Vallon's dood zijn
en Sestorvcn door mijn handen".
Hij hield op met spreken Tregat
keek hem medelijdend aan. Hij was
werkelijk diep ontroerd door het
eenvoudige en toch zo welspreken-
de verhaal van de ongelukkige.
Daartegenover betekende zijn eigen
lijden immers niets. En hij was ten-
minste niet schuldig aan doodslag.
Hij had geen vrouw, die hij zou
meeslepen in zijn schande en ellen
de. Daarentegen zou voor Landes de
toekomst al even vreselijk worden
als het verleden. Alleen de dood zou
hem er van kunnen verlossen.
,,Was je getrouwd?" vroeg Tregat
na een poosje, ,,Waar is je vrouw?"
Landes begroef zijn ruig hoofd in
zijn handen.
,,Mijn vrouw?Mijn vrouw'"
De woorden klonken bijna teder
laten?" h3ar immers achterge-
„Ja, ik kon haar toch niet mee-
nemen op mijn zwerftocht? Ik ben
slecht voor haar geweest. Ze heeft
W,MV.an4e(te.!ijden ®ehad- En ze
ilE onlzettend veel van mij..
haar armband gedra-
®fV hlj. was mijn enige troost.
vanV" miJn hart hield ik toch ook
van haar.ik heb haar nog lief
maar misschien is ze al dood
gestorvem" T^gat' "miSSchien is ze
HOOFDSTUK XXIX
c i VriU
Solange had zich naar Lafihan be-
n?,Y8n' en eerste trein naar Tre-
tou genomen. Ze was onder haar
kennissen teruggekeerd, als iemand
die uit de dood is opgestaan Van
kwam^ot3^3^26?11 he"'^ion
Li norivau xwerd ze overstelpt" met
SpTeToS|inng6dVragrn en honderden
hEfrdnhanaaPe4Een kwamen
mons^ tZoerTen
(Wordt vervolgd)