Pasen in de eerste tijden der Kerk m WAAR HANDWERK DE MENS HELPT s OM ERIC'S LIEFDE De Paashaas in moeilijkheden baande zich een weg Het Levensbesef der OPSTANDING OOK IN ONZE TIJD m NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Zaterdog 27 Maart 1948 4 Paas-Zaterdag ALS BOLSJEWISERING VAN EUROPA MISLUKT Dan maar in Azie proberen VOOR DE JEUCD Eieren niet alien gekleurd ,,Het is te veel opeens!" fen onbaatzuchtigwerker Pottenbakker Gillissen heeft zojuist hit een brok klei met een paar handgrepen het begin van een kan te voor schijn geroepen. Markos protesteert bij Rode Kruis China geeff milliard voor de kinderen Nederlands schip biedt hulp FEUILLETON door HARRIS BURLAND £eClr "I -"d-eteZeveS4 ^kl^wM Wn - pASEN, eens het feest bij uit- stek der Christenheid, is in de wereld van heden van veel minder betekenis geworden. Om Kerstmis heen heeft zich een groot aantal gebruiken en fees- ten gehandhaafd* die zelfs door ongelovigen ten dele worden medegevierd, voor Pasen is de belangstelling van de mensen, ook zelfs van de gelovigen, ver- minderd. En toch,'zoals Th. van Vugt in zijn zo helder en leerzaam werk „Medeverrijzenis", waaruit we hier een en ander ontlenen, uit- eenzet, is Pasen, in wezen on- veranderd, de bekroning van het leven der Kerk, Pasen immers betekent de voleinding van onze verlossing. Het hele jaar door vindt men de herinnering aan de Verrijzenis. Uit de herdenking van de Verrijzenis immers ontstond in de allereerste tijden der Kerk de Zondag, die iedere week weerkeert. „Op de eerste dag der week, vroeg in de morgen, gingen zij met spece- rijen naar het graf", zegt de Heilige Lucas in zijn evangelie, over de eerste dag der week spreken ook Mattheus, Marcus en Johannes. Over de eerste dag der week horen we in de brieven van Sint Paulus. De Evangelist Johannes, toen hij zijn brief aan de Zeven kerken, de Apo- calyps begon, zegt dat hij op de dag des Heeren in extase geraakte. De dag des Heeren, de Kuriakfc, de Do minica, werd de naam voor de eer ste dag der week, de dag, waarop men Jezus' Opstanding uit het graf herdacht. Men sprak zelfs direct over Anastasimos, dat is Verrijzenisdag. Die eerste dag was de Zondag en de Heilige Justinus in zijn Geloofs- verdediging tot de heidenen gericht schrijft: ,,Wij komen juist op Zon dag alien bij elkaar, omdat dit de eerste scheppingsdag is, omdat God toen de wereld schiep uit de duis- ternis en de baaierd, de dag, waarop Jezus Christus, onze Verlosser, uit de doden is opgestaan." En de H. Ambrosius, toen de Kerk eindelijk bevrijd was van achtervol- ging, wijst er op, dat christenen die dag niet Zondag noemen in verband met de planetenweek, maar omdat het de dag des Heeren is, de dag der Opstanding. „De dag des Heren is voor ons een waardige feestdag. Na de ver- drijving der helleduisternis, straalde Christus toch als de rijzende zon, in het licht van de Opstanding. Daar- om noemen wij deze dag Zondag, omdat Christus zijn licht is, omdat Christus, de Zon der gerechtigheid, rees op die dag." Op die wijze wordt iedere Zondag tot een Pasen, en bij hoeveel gelovi gen is dit besef tegenwoordig leven- dig? Hoe kan het, dat de afname in betekenis in de opinie der mensen ontstaan is? Ook hiervoor heeft Th. van Vugt in zijn boek een verkla- ring. De viering van Pasen, de voorbe- reiding op het Hoogfeest, had in de eerste tijden een sprekender karak- ter. omdat het nauw verbonden was met de voorbereiding der Doopleer lingen op het Doopsel, dat hun, in- dien zij uitverkoren werden tot dit Sacrament, op Pasen werd toege- diend. De doopleerlingen leefden nog in de duisternis van het heidendom, zij waren als het ware dood en in het graf, zij waren nog in de sla- vernij des duivels; op zijn best ge- leek hun positie geestelijk op dat van de zielen in het Voorgeborchte, die Christus eerst na Zijn dood op het Kruis uit hun eeuwenlange bal- lingschap bevrijdde. Uit de hulpeloosheid der grafschrif- ten der heidense Romeinen kan men bemerken, uit welk een wereld die doopleerlingen of catechumenen voortkwamen: QNZE HEER IS GESTORVEN. Hij rust nu in het graf. Maar morgen zal het Pasen zijn, en zal Hij verheerlijkt opstaan uit de doden. U hebt het mysterie van Christus mee-gevierd in de Liturgie. We leefden met de Kerk mee in Vasten- en Passie- tijd. Nu mogen we ook Pasen vieren. Wij wensen elkander een Zalig Pasen. Wat betekent dat? Dit: dat wij deelachtig mo gen worden aan de Verrijzenis van Christus. D.w.z. dat wij open mogen staan voor de in- vloed en de werking die van Hem. uitgaat, nu Hij verrezen en verheerlijkt is. Sluit u niet voor Hem! Mochten er beletselen in ons zijn, ruim ze op, ga vandaag nog een goede Paas-biecht spre ken. Dan zult ge morgen die blijde en gelukkige vrede in u hebben, die zo alles zo wonder- lijk doet zijn op Paas-dag. Zalig Pasen aan u en aan de uwen! MARCUS Het Franse socialistische blad ..Populaire" schrijft, dat de komin- form zich actief tot de onbegrens- de rijkdommen en de talryke be- volking van Azie zal wenden, in- dien zij gedwongen zou worden haar optreden in Europa te beper- ken. ,,Sowjet-Rusland is niet al- leen een Europese, doch ook en voornamelijk een Aziatische mo- gendheid. Azie is waarschijnlijk een veel beter arbeidsterrein voor de intrigues van de kominform" aldus het blad. Zowel de „Populaire" als de ..Franc Tireur" laten de mogelijk- heid van een oorlog tussen de Sov- jet-Unie en de V.S. buiten reke- ning. Volgens beide bladen is de Sovjet-Unie niet sterk genoeg om een oorlog te beginnen. „De V.S. willen geen oorlog en zullen deze alleen beginnen, indien zij er toe gedwongen worden", aldus de ..Po pulaire". (Van onze dierkundige medewerker) Het zijn altijd drukke dagen ge- weest voor de familie Knarp, zo tussen Palm-Zondag en Pasen. Va- der Knarp, een haas op leeftijd, die echter nog zo vlug is als water als de nood aan de man komt, heeft in deze week zoveel te doen. dat hij het werk alleen niet meer af kan. De hele familie moet een handje helpen om voor de Pasen alle be- stellingen gereed te kunnen hebben. Jullie moet weten, dat de familie Knarp wijd en zijd bekend staat om de kunst van het eieren kleuren. Dat is namelijk een werkje, dat heel nauwkeurig moet gebeuren en bij Knarp verstaan ze dat vak. Ze ma- ken er zich daar niet met een Jantje van Leiden vanaf, neen, ieder ei, dat Knarp aflevert, mag gezien worden! Meestal gaat de oude haas zelf naar de grote eiermarkten. veilingen noemen ze die, in Barneveld en aan verschillende voorwaarden be- antwoorden, voor hij werd toegela- ten. Hij moest daarna een reeks leringen aanhoren, en ceremonien meemaken. Bij die ceremonien nam de duivelbezwering een grote plaats in; de duivel moest uitgedreven en overwonnen worden. De Blazingen werden over hem gedaan, de Uitbla- zing betekende de uitdrijving van de boze, de Inblazing de afroeping van de Heilige Geest. De nieuweling merkte zich ook met het kruis; deze kruismerking was al heel vroeg in een wereld, die afkerig was van het kruis, het herkenningsteken der christenen. De doopleerlingen werd ook de handen opgelegd en hem werd zout aangeboden als een geneesmiddel tegen de duivel en een symbool der wijsheid. De bezweringen en de les sen volgden elkaar op. Van de dag, dat de doopleerlingen zijn uitgeko- zen, schrijft Hippolytus, moeten hun zelfs iedere dag de handen opgelegd en moeten zij iedere dag bezworen worden. Hun gang naar Pasen werd een voortdurend bannen van de duivel, een afsterven van de wereld. Maar in hun leefde en groeide met iedere dag de hoop. Zij zouden verrijzen met Christus op de dag van Pasen. En als deze dag was gekomen, beseften zij in de glorie van de op- gang, dat nu eerst het wezenlijke leven, het leven voor alle eeuwig- heid. voor hen begonnen was. Pasen betekende voor hen inderdaad Op standing. Th. van Vugt wijst er op. dat wij het besef, dat deze catechumenen bezielde, weer terug moeten winnen dat wij werkelijk vanuit het Paas- feest ons leven moeten zien, juist in deze tijd, nu het nieuwe heidendom overal doordringt en zijn slacht- offers maakt, nu de wereld in zo veel opzichten weer gelijkt op de wereld van Hippolytus. SCHE YE WAT IEDERE VREEMDELING, die Hoorn, de stad van J. Pz. Coen, bezoekt het eerste opvalt dat zijn de vooroverhan- gende huizen. Er is geen straat in de binnenstad of er staan een paar van die eigenwijze gevels, die hun buik inhouden en een ietwat stijve buiging maken voor de mensen die voorbijgaan. Soms is zo'n hele straat aan het buigen, zoals bijvoorbeeld het Oost. En als men daar dan lang naar kijkt, lijkt het wel of al die klok- en hals- en trapgevels steeds maar dichter bij elkaar komen en er tenslotte van de hemel niets meer overblijft dan een smalle streep licht, waardoor de wolken drijven als door de nauwd bedding van een bergrivier. Vanzelfsprekeiid willen de vreemdelingen .die de stad's zomers gewapend met rugzak en camera bezoeken, gaarhe weten waarom die Hoornse huizen zulke dronkemans- manieren hebben. Zij denken na- tuurlijk, dat zij verzakt zijn Hoe Eens was ik er niet, Nu ben ik er wel, Straks ben ik er niet meer, Ik tob er niet over. Aan een leven hiernamaals werd nauwelijks geloofd, het leven hier was het enige, waarop men hopen kon, daarom betekende het graf een einde. Verheug u in wijn en in liefde. De aarde toch, het vuur En al wat bestaat, Is er niet meer na de dood. Om zoiets op een graf te zetten lijkt niet alleen verschrikkelijk, het is verschrikkelijk. Een dergelijke opvatting kan een mens een ogen- blik van zorgen vrij maken, maar slechts een ogenblik, de vertwijfe- ling omringt het aan alle zijden. Uit deze vertwijfeling traden de catechumenen. Men kan begrijpen hoe zij zich voelden, een nieuwere hoopvolle en schonere wereld ging voor hen open. Men begrijpt hoe het doopsel voor hen een andere bete kenis had dan voor de katholiek van heden het Doopsel van zijn kind, dat immers nog geen besef heeft. Het was een geweldige, alles ver- anderende instelling voor hen, het was een omwenteling van hun be- staan. Geen wonder, dat ze er voor terugschrikten, dat sommigen onder hen er jaren over dachten vdor zich beslissend aan te melden. En natuurlijk moesten zij ook be- proefd worden, zij moesten worden uitgekozen, men moest tot de erken- ning zijn gekomen, dat ze wezenlijk bereid en rijp waren om in de Kerk van Christus te worden opgenomen, men moest er zeker van kunnen zijn dat zij inderdaad de duivel en al zijne werken de grote verleidingen ener heidense wereld vaarwel wil len zeggen en voorgoed. De gebruiken, de gedachten, de gebeden in verband met deze voor bereiding gaan terug naar de tijd der Apostelen. Men kan dit bemerken uit de geschriften van een geleerd priester van de Romeinse Kerk. die omstreeks het jaar 200 leefde, Hip polytus, bij wie men een uitgewerkt rituaal kan lezen. „De nieuwelingen, die zich komen voorstellen om het woord te horen, moeten, vodrdat het volk er by komt, eerst naar de leraars worden geleid. Men moet hun de reden vra- gen, waarom zij het geloof zoeken. Zij, die hen brachten, moeten ge- tuigenis afleggen over hun bescher- meling, of hij in staat is het woord te horen.' De nieuweling moest inderdaad (Speciaje verslaggever) HOE VAAK beschouwen we taxi- chauffeurs, bioscoop- en hotelpor- tiers, kruiers en zovele anderen niet als maatschappelijk mislukten, nietsnutters en bovendien als dege- nen, die uit weinig arbeid veel geld trachten te slaan? Hoe vaak echter vergeten we niet dieper in te gaan op hun vroegere bestaan en de factoren, die hen fi- nancieel op de knieen dwongen en hen deden grijpen naar baantjes, zoals hierboven opgesomd? De eeuw van de grote technische vooruitgang, van de mechanisatie in de industrie en de landbouw, zo als de twintigste ongetwijfeld is, heeft de vele handwerkers het laat- ste stuk brood uit de mond gerukt en hen beroofd van de laatste le- venskansen, die de beoefening van nun beroep, dat jarenlange vaardig- heid naast kennis en ervaring vroeg nog bood. De producten werden en masse op grote lopende banden te voorschijn geroepen en van de arbeider wer den slechts eenvoudige automatische handgrepen verlangd. terwijl eigen scheppingskracht geheel overboord werd geworpen. De concurrentie vlamde hoog op, de prijzen daalden en de arbeiders moesten tegen steeds lagere lonen gaan werken om zich nog te kunnen handhaven. Het is de laatste wereldoorlog ge weest, die fabrieken vernietigde verkeerswegen barricadeerde en op, alle Kebied veroor- zaakte. Een der weinig nuttige fa- cetten, die er aan een oorlog kun nen kleven, is ongetwijfeld de te- rugkeer van het handwerkersam- bacht. De schaarste der ruwe grond- stoffen en het ontbreken van«steen- kool en arbeidskrachten deden vele fabrieken stilleggen; terwijl andere omgebouwd werden tot oorlogsin- dustrieen. De kans van de hand- werker kwam en de chauffeurspet werd afgezet, de witkiel en de 6Ste portiersias uitgetrok- Zo deed ook de heer Gillissen, die als foyer-portier van het Bergen op Zoomse Luxortheater had staan terugdenken aan de goede oude tijd, toen zijn vaardige handen liefkozend de natte klei had kunnen strelen en de genngste beweging, voorwerpen hadden doen ontstaan van de groot- ste verscheidenheid. In een klein loodsje is dit lid van het oude pottenbakkersgilde aan het werk gegaan. Met zijn voeten het grote vliegwiel in beweging hou- dend, maakte hij schaal na schaal, pot na pot en alles, wat moeder de huisvrouw maar nodig kon hebben om haar breekwaarkast aan te vul- jen. Met vasthoudendheid en een wil lets te willen bereiken, heeft Gillis sen dag en nacht gewerkt. Zijn voorwerpen door hemzelf gegla- Ye^den. naar een draineer- buizenfabriek in de buurt vervoerd om gebakken te worden. Vandaar gingen ze, vooral vlak na de oor log. voornamelijk naar Zeeland waar Zuid-Beveland. Walche'ren en Zeeuws Vlaanderen geholpen werden en zich rijen vormden om een van Gillissen's gebruiksvoor- werpen te pakken te krijgen, Zijn primitieve middeien bleken spoedig remmend te werken op zijn productie. Aan de vraag kon hij op de duur niet meer voldoen en naar andere mogeliikheden werd uitge- zien. Al spoedig bleken deze te be staan in de verbrandingsoven van de gemeentebelt. die door welwil- lende medewerking van het ge- meentebestuur aan de pottenbakker werd verhuurd. Eerst toen pas is Gillissen in ware ijver begonnen. kan men dat anders verwachten in een land van polders en water, waar alles op palen gebouwd is. En toch Hij bouwde zelf de oven en voorzag zijn schijf van een electrische mo tor. Enkele jonge helpers gingen glazuren en leerden hoe oren aan de bekende en 's nachts veelge- bruikte potten moesten worden ge- zet. Kommen en schotels, potten en kannen. dat alles werd op de draaiende schijf gevormd uit een nietszeggend brok klei. Na in de zon gedroogd te zijn werd de gla- zuur erop aangebracht en werd alles in de oven getast. Hier open- baart zich dan ten tweede male het vereiste vakmanschap van de pot tenbakker. Het tasten geschiedt op een be- paalde wijze en met behulp van stenen, doch de verhitting van het vuur veroorzaakt een beweging, die door een kleine onnauwkeurig- heid bij het tasten grote stapels in- een zou kunnen doen zakken. Nadat de oven door een muur is afgesloten begint het stoken en de pottenbakker moet dan een gehele nacht bij zijn oven vertoeven ter controle en voor het stoken van het vuur. Het argusoog van een kennersblik is nodig om te weten, wanneer alles „gaar" is en eerst dan kan men de inhoud te voor schijn halen om de laatste bewer- king te ondergaan. De lezer zal zich waarschijnlijk afvragen, waarom hier speciaal pot tenbakker Gillissen uit Bergen op Zoom en zijn werk wordt beschre- ven. Het is omdat hier een goede vakman blijkt zich in te willen zet ten om aan de noden van onze be- volking tegemoet te komen. Im mers hoe vaak is het ons niet dtii- delijk geworden, dat de mensen. die het handwerk van het pottenbak- ken beoefenden. zich uitsluitend beperkten tot het vervaardigen van nutteloze vazen. pullen en wat nog meer als ..kunst." in de etalages van onze luxe-winkels staat te pron- De „Vrije Griekse regering" van generaal Markos heeft bij het Inter nationale Rode Kruis er tegen ge- protesteerd, dat Amerikaanse offi- cieren onlangs deel zouden hebben genomen aan een „bloedbad". dat zou zijn aangericht door de Griekse regeringstroepen, onder gevangenen. De ..Vrije Griekse regering" pro testeert ook tegen het ..dagelijks bombarderen door monarcho-fascis- tische vliegtuigen van vreedzame dorpen en het doden van strijders van het vrije leger, die zelfs wan neer zii ernstig gewond zijn. wor den afgeslacht. indien zij gevangen worden genomen". ken. Slechts hun eigen geldelijk voordeel, gevolg van het feit dat voor luxe nog altijd meer geld op de toonbank wordt gelegd, dan voor verbruiksartikelen, deed hen de draaiende schijf zijn toeren maken om luxevoorwerpen te kunnen creeren. De Bergenaar Gillissen echter heeft zich niet onder deze collega's geschaard, doch met hart en ziel zijn kunde gegeven om nut tige voorwerpen te scheppen en dat geld niet zijn grootste doel was bewijst het eenvoudige schuurtje, dat noodwoning heet en waar hij met zijn gezin een gelukkig bestaan leidt. Dat Gillissen wel ..kunst" kan fa- briceren bewijzen zijn stukken, die zelfs voor een expositie in Londen werden gevraagd. doch deze maakt hij slechts in een verloren uurtje, niet vbor de kunsthandelaar. doch voor een paar van zijn goede vrien- den, die hij een plezier wil doen. v. E. is dat niet de oorzaak, althans niet de hoofdoorzaak. Dat weten zelfs de meeste Horinezen wel. De gevels staan schuin om de eenvoudige en voor de hand liggen- de reden, dat zij schuin gebouwd zijn. Waren zij immers door de wer king van de grond uit het lood „ge- zakt", dan moest ofwel het hele huis mee zijn gekanteld en de ach- termuur achterover hellen, ofwel er moest een opening ontstaan zijn tussen gevel en zijmuren. En dat is nu geen van beiden het geval. Blijft dus de vraag, waarom de toenmalige bouwheren zo'n loopje namen met de thans geldende wet- ten der architectuur en waarom zij de gevels welbewust en met een vooropgezette bedoeling uit het lood lieten hangen. Er zijn meerdere antwoorden, zo als op vele bizarre vragen meer dere antwoorden te geven zijn. De grote „Men" neemt over het alge- meen aan, dat een dergelijke bou- werij op zuivere utiliteitsgronden gebeurde. Wanneer de muren im mers schuin stonden en dus over hun voet heen hingen, behoedde dit het bouwsel voor een te sterke in- werking van het regenwater. De muur ..weerde af" en droogde snel op. Het water kreeg lang niet zo veel gelegenheid zich in te vreten als wanneer de muur recht stond. De „geleerden" zijn echter van oordeel, dat er nog andere redenen geweest zijn, waarom men er in vroeger tijden zulke revolution- naire ideeen op het gebied van de architectuur op na hield. De beken de deskundige op het gebied van de stedebouwkundige geschiedenis van Hoorn, de heer J. C. Kerkmeijer met wie wij over deze materie enige tijd geleden een onderhoud mochten hebben, bracht nog twee andere in- zichten naar voren. Hij was van mening, dat men wel degelijk mocht aannemen, dat ook hier motieven van aesthetische aard in het spel waren. Een straat, die ..dichtge- dekt" is, door de naar elkander toe- gebogen toppen der huizen, demon- streert een zekere geslotenheid, een intimiteit en een eenheid van bouw sel in vormen en kleuren. Daar- naast werd nog op een andere mo- gelijkheid gewezen. Er is een tijd in de geschiedenis van Hoorn geweest, dat de uitge- bouwde bovenverdleping in de mode was. Toen de rechte voorge- vel naderhand meer en meer in zwang kwam, voelden verschillen de huiseigenaren behoefte met hun tijd mee te gaan en het exterieur van hun womng aan de veranderde opvattingen aan te passen. Men kon echter deze uitgebouwde bovenver dleping met het daarboven over- hangende dak niet zo maar wegsnij- den alsof het een koek was. Men zat er nu eenmaal mee en wanneer men een rechte voormuur wilde hebben. zat er niets anders op, dan dat men deze vooroverboog en uit het lood liet hangen. De pasbenoemde directeur van het Zuiderzee-museum, de heer S. J. Bouma, met wie wij in de na- herfst van het vorig jaar een woe- lige IJselmeertrip maakten. vertel- de ons bij die gelegenheid tussen neus en lippen, dat hij het daar niet mee eens was, maar de voorkeur gaf aan de opvatting, dat men de gevels schuin gebouwd had om ze hechter in de ankers te doen han- gen; ,Dat was natuurlijk ook een verklaring, doch ze bevredigde evenmin voor honderd procent. Na tuurlijk zal ook hier, zoals zo vaak elders, de waarheid wel in het mid den liggen. Het gaat er alleen maar om hoe wij met al deze uiteenlo- pende oplossingen het juiste mid den moeten vinden. Hoe het zij; Hoorn heeft zijn schuine gevels, waarvan er sommi gen 1.50 meter uit het lood hangen De toeristen en de vreemdelingen. die des zomers tussen de wallen van de oude veste ronddwalen. vermaken zich met deze ..dronken" huizen en zii denken er niet eens aan, dat heel wat straten van Am sterdam en de steden lanes de Zui derzee zich al evenmin om de cri- tiek van een moderne tijd hekom- meren. v. de J. Roermond. Een paar watervlugge eekhoorntjes uit de buurt komen dan altijd met een karretje voor en rijden Knarp naar de plaatsen waar hij de eieren, tegen een zacht prijsje natuurlijk. inkoopt. Maar* dit jaar liep alles anders. De eekhoorntjes lieten verstek gaan, zonder vooraf een boodschap te stu- ren. Niet erg netjes natuurlijk, maar Knarp zat er mee. Wat nu? Wie zou hem nu naar Roermond bren- gen? Op voorstel van kennissen uit de vogelwereld besloot vader Knarp maar met de trein te gaan. Het was wel een heel waagstuk, maar hij had al eens gehoord, dat bij die grote huizen, waar de treinen stop- pen, borden stonden, waarop te le zen stond: „Vlug, veilig en goed- koop". En als de, mensen dat schrijven, dan is het toch ook wel zo. Alleen de veiligheid trok de familie Knarp wat in twijfel. Op feestdagen im mers zijn de mensen niet de groot ste vrienden van de hazen en menig hazenleven vindt dan een treurig einde in de braadpan. Het was dus zaak een vrijgeleide te krijgen, opdat Knarp en de zijnen, want de kinderen moesten mede, veilig tussen de mensen heen en weer naar Roermond konden. Een inspecteur van de dierenbe- scherming werd in de arm genomen en deze zorgde voor een behoorlijk legitimatiebewys, dat is een papier, met een heleboel stempels, waarop staat wie en wat je bent. En zo gebeurde het dat de mensen. die Donderdagmorgen met de trein van 7 uur 20 (kijk maar na in het spoorboekje, dat deed ik ook om te zien of dit verhaal waar is!) uit Amsterdam naar Maastricht ver- trokken, een oude haas met vier jongere hazen in de trein zagen stappen. Het was voor die mensen natuurlijk een gek gezicht. dat snap- pen jullie, maar vader Knarp zat zo £a^ellig uit zijn hazenleven te vertellen. dat de mensen er, voor ze in Utrecht waren. .niets meer van merkten, dat ze tegen een ha- zengezicht aan zaten te kijken. Al leen een oude juffrouw werd ze- nuwachtig van het op en neer gaan van de hazenlipjes en -neusjes, ze begon zelf ook te trekken met haar mond, maar kon het niet bijhouden en op een gegeven moment viel haar gebit met een kletterende klap op de grond. Erg naar voor die juffrouw. want het brak in stukken, het was nameliik niet van plastic, je weet wel dat goedje waar ze tesenwoordig alles van maken. Het werd een erg leuke reis voor de jonge haasjes. Er kwam een conducteur. die gaatjes in de kaart- jes kmpte en natuurlijk ook raar keeK, toen hij de hazen zag zitten en later kwam er een man met broodies, zonder bon, maar vrese- li.ik duur. Toen begon een meneer te vertellen over zwarte handel en de prijs van de eieren. Nou, daar kon Knarp over meepraten. Met manden vol eieren werd des avonds de terugreis aanvaard. Het was donker en de mensen merkten met wie er zo laat nog in de trein stapten. Sommigen keken slaperig riaar die lange gezichten, maar ze hadden bhjkbaar niet door wie in nun coupe zaten. De hele nacht hebben vader Knarp en de zijnen gekleurd en nog eens gekleurd, tientallen. neen hon- derdtallen eieren en de volgende dag en nacht, tot vanmorgen vroeg zijn de Knarpjes bezig geweest met rode, gele. bruine, groene, enfin. met alle kleuren van de regenboog. Toen ik ze gisteravond ontmoette de twee jongste Knarpjes. zeiden ze al. ..Vader komt dit jaar niet klaar met de eieren kleuren. De distri- Dutie heeft er opeens zoveel vriige- w^nd" We Z^n met meer ge- Als jullie dus vandaag of morgen of op Tweede Paasdag misschien eieren krijgen. die niet gekleurd zyn m sommige gezinnen kan dat gebeuren - dan moet je maar Ei 4 u0S Zlj.n °P de Paashaas, hij heeft heus zijn best gedaan. Het Chinese comite van het in- ternationaal noodfonds voor kinde- ,de Vej-enigde Naties heeft besloten in de komende drie maan- den een bedrag van 100.000.000.000 Chinese dollars bijeen te brengen voor dit fonds. Het 200 ton metende Nederland- se motorschip „Brinda" heeft Vrij- dag drie opvarenden gered van een Brits vaartuig der luchtmacht, de „Katrine", waarvan een der ketels ontplofte, toen zij ten oosten van Engeland nabij Skegness, Lincolns hire, voer. Een der drie ernstig ge- wonden overleed later aan wal. 70. Ik vroeg de helft als mijn goed recht en toen ze weigerden, deed ik mijn best, om zelf het ding in handen te krijgen. Die penning brak ik doormidden en ik verborg mijn helft ergens in het zand, uit vrees, dat ze me in mijn slaap zouden bestelen. Maar toch had ik misgerekend. Hun hebzucht was groter, dan hun bijgelovigheid en angst. Op zekere morgen verscheen er een schip aan de horizon en die ganse dag onderhielden we een groot vuur van nat hout, dat veel rook maakte en we zongen en dans- ten van blijdschap, toen we zagen, dat het schip naderbij kwam. In mijn vreugde vergat ik een ogen blik op mijn hoede te zijn. Ik kon me niet voorstellen, dat er nu nog iets tussen mij en mijn vrijheid zou kunnen komen. Het was duidelijk dat het schip onze signalen gezien had en ons ter hulp kwam. Rondom het knappende vuur aten we ons laatste maal en zagen het schip, scherp afstekend tegen de gloed van de zonsondergang, steeds meer naderen. Toen het don ker werd, stegen de vlammen hoog op tegen de nachtelijke hemel. We bleven om 't vuur zitten praten over de weelde, die ons te wachten stond. Toen ben ik in slaap geval- len. Bij mijn ontwaken was het vol- op dag. Aan handen en voeten ge- bonden lag ik op het strand en de golven van de opkomende vloed spoelden me wakker. Heel in de verte zag ik nog net het schip. Ogenblikkelijk begreep ik mijn toe- stand. Ze hadden me op het eiland achtergelaten, om van ellende te sterven en de golven kwamen hoe langer hoe dichter bij me. Ik be gon. wanhopig met mijn tanden aan de lianen te knagen. waarmee mijn polsen omwonden waren. lien grote golf kwam over me heen en sloeg schuimend uiteen. Ik kroop verder het strand op, totdat ik buiten be- reik van het getij was. Daarna knaagde ik net zo lang, totdat mijn boeien door waren en sneed die van mijn voeten met een gebroken schelp door. Hoe ik de volgende drie jaar heb doorgebracht. kan ik met geen woorden omschriiven. Maar je kunt het wel voorstellen." ..Waren die woorden. die in het hout van dat schiD gekrast waren, van jou?" vroeg Tregat. mij. Ik heb ze er in ge- grifd in de laatste maanden, voor- dat ik gek werd. Iedere dag bad ik zo tot God. ofsehoon ik wist dat ik Zijn hulp niet verdiende. Ik groef de halve penning op en bevestigde hem aan mijn pols. Mijn enige troost was. dat als de woorden on die penning waarheid bevatten. de Vallon's steeds rampen en tegen- spoed zouden ondervinden. Ik voel- de dag aan dag, dat de verschrik- kingen van dat eiland mijn ver- stand benevelden. Ik zag me zelf als een dier, dat moest ondergaan van ellende. Ik begon, op handen en voeten te lopen. Op zekere dag be- trapte ik me er op, dat ik bezig was, een spinneweb uit vezels te weven. Later, dat ik op insecten jaagde en ze doelloos in mijn mond stak. Daarna kwam ik in een toe- stand van vergetelheid, in een soort nevelige droom, waarvan ik me niets meer kan herinneren, dan dat ik dorstte naar bloed en dat een in- wendige stem me steeds scheen toe te roepen: „Sla dood! Sla dood!" terwijl toch heel mijn ziel verlang- de naar verlossing uit die afschu- welijke toestand. Verder, kan ik mij niets herinne ren, dan dat ik wakker werd in de duisternis en dat het water over me heen sloot. Ik worstelde om mijn le ven. Ik kreeg een stuk wrakhout beet. Hoe ik daar ronddreef in het donker, kan ik niet vertellen. Ik zag in de verte het licht van je lantaarn flikkeren en hoorde men- selijke stemmen. Wat dat zeggen wil. wakker te worden uit zulk een droom en dan in zo'n toestand kun je met begrijpen. Maar nu begrijp je misschien wel, waarom ik de he mel dank, dat de Vallon's dood zijn en Sestorvcn door mijn handen". Hij hield op met spreken Tregat keek hem medelijdend aan. Hij was werkelijk diep ontroerd door het eenvoudige en toch zo welspreken- de verhaal van de ongelukkige. Daartegenover betekende zijn eigen lijden immers niets. En hij was ten- minste niet schuldig aan doodslag. Hij had geen vrouw, die hij zou meeslepen in zijn schande en ellen de. Daarentegen zou voor Landes de toekomst al even vreselijk worden als het verleden. Alleen de dood zou hem er van kunnen verlossen. ,,Was je getrouwd?" vroeg Tregat na een poosje, ,,Waar is je vrouw?" Landes begroef zijn ruig hoofd in zijn handen. ,,Mijn vrouw?Mijn vrouw'" De woorden klonken bijna teder laten?" h3ar immers achterge- „Ja, ik kon haar toch niet mee- nemen op mijn zwerftocht? Ik ben slecht voor haar geweest. Ze heeft W,MV.an4e(te.!ijden ®ehad- En ze ilE onlzettend veel van mij.. haar armband gedra- ®fV hlj. was mijn enige troost. vanV" miJn hart hield ik toch ook van haar.ik heb haar nog lief maar misschien is ze al dood gestorvem" T^gat' "miSSchien is ze HOOFDSTUK XXIX c i VriU Solange had zich naar Lafihan be- n?,Y8n' en eerste trein naar Tre- tou genomen. Ze was onder haar kennissen teruggekeerd, als iemand die uit de dood is opgestaan Van kwam^ot3^3^26?11 he"'^ion Li norivau xwerd ze overstelpt" met SpTeToS|inng6dVragrn en honderden hEfrdnhanaaPe4Een kwamen mons^ tZoerTen (Wordt vervolgd)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 5