m I
DE BENELUX EEN STAP VOORUIT
Taalejjf)
De Katholieken in Amerika
BIJ DE JONGENS ONDER DE TROPENZON
Omzwervingen en ervaringen
in Batavia
De Pantservuist van Togliatti
Eerste Kamer bespreekt
publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie
K.V.P. sluit accoord
DE SPEURHOND
feiten
N1EUW NOORDHOLLANDS DACBLAD- Donderdag 22 April 1948
PAG. 3
Oude glorie hersteld. De be-
roemde pakjes van de Engelse
koninklijke garde zijn weer te
voorschijn gehaald, nadat ze in
de sombere oorlogsjaren in de
kast hebben gehangen. Zorg-
vuidig worden ze in orde ge-
bracht om aan plechtige gele-
genheden weer Itiister bij te
aetten. Hier ziet U de matriale
uitrusting van de Coldsheam-
guard-sergeant. De Engelse
meisjesharten kunnen weer
sneller kloppen!
De opperbevelhebber der Franse bezettingstroepen in Duitsland,
generaal Koenig, bezoekt momenteel ons land en hij bracht o.a.*
een bezoek aan de Stormschool te Bloemendaal. V.Ln.r. gene
raal Kruls, generaal Koenig en de commandant der Stormschool
majoor Gualtherie van Wezel.
Het ondergrondse leger in Italie
De strijd van
Kardinaal Faulhaber
met zusterpartijen in Belgie en Luxemburg
Twee belangrijke
De verkiezingen voor het Presidentschap
Advocaat
Zuid-Limburg levert nog
fruit
FEUILLETON
(Van onze speciale verslaggever)
BRUIN IS HET WATER van de kali's die stromen door Batavia,
bruin en dik, als koffie met heel veel melk er in. Toch krioe-
len de trappen die van de straatkant naar het water leiden van
de vrouwen die er de was komen doen, terwijl kleine poedel-
naakte kindertjes met bruine bo lie rijstbuikjes onvervaard in het
vieze water rondplassen. Een inheemse koopman met zijn draag-
baar winkeltje aan een zwiepende bamboe op zijn schouders,
zet zijn spulletjes neer, neemt even een meer koele dan frisse
duik en verwondert zich niet het minst over zijn buurman, die
zich met behulp van overdadig veel zeepschuim in dit vuile
water schoon tracht te wassen en zelis in overmaat van zinde-
lijkheid zijn tanden niet overslaat
Is dit Batavia? Zeker niet. In
Amsterdam, Den Haag en Utrecht
heb ik in de volksbuurten op war-
me zomeravonden genoeg jongens
zonder aarzelen zien zwemmen in
het gore, grauwzwarte water van
onze vaderlandse stadsgrachten, en
waarvoor lieden met meer waarde-
ring voor hygiene en zuiverheid
dan voor schilderachtig steden-
schoon, het bedenkelijke woord van
„stinksloot" hebben uitgevonden.
U verwacht van mij een brief
over Batavia. Drie dagen zwerf ik
nu pas door deze uitgestrekte stad,
die 1.8 millioen mensen herbergt,
deze stad van monumentale witte
gebouwen en haveloze stadskam-
ponghuisjes, deze stad van veel wa
ter en veel machtig gekruiqde bo-
men, van veel soldaten, deze stad
van ontelbare auto's in alle soor-
ten en afmetingen, jeeps en leger-
trucks, zware tientonners, kleine
verwaarloosde straatvlooien en een
keur van geruisloze, weelderig glan
zende nieuwe sleeen in alle kleuren,
die het palet rijk is en niet te ver-
geten van de betja's, die lichte, wa-
tervlugge driewielers, waarop een
zitje voor een of twee personen is
gemonteerd, soms vrolijk versierd
met vlaggetjes en kleine plumeaus,
met een gewillige bruine knaap op
blote voeten en onder een breed-
gerande strohoed er achterop, be-
reid met de kracht van zijn ge-
spierde benen u dwars door het
ontzaglijke wegverkeer overal heen
te brengen waar u wenst onont-
beerlijk vervoersmiddel in een stad
waar een taxi nemen een vermogen
kost!
Wat kunt u van mij verwachten?
Een oordeel? Een kaleidoscoop zal
ik u geven. bont en grillig, zoals de
beelden zich afspiegelen op het net-
vlies van onze jongens, die ook
juist zijn aangekomen. Zij kunnen
niet vergelijken. Zij weten niet, hoe
het vroeger hier geweest is, in tem-
poe doeloe, die ..goeie ouwe tijd",
hoe het onder Jap en Republiek
geworden is en hoe het er nu weer
bovenop aan het komen is. Zij kij-
ken slechts en luisteren en drinken
al dit vreemde begerig met bei hun
ogen op,heel deze verbijsterende,
fantastische film, die zich onder het
felle zonlicht voor hun verbaasde
blikken ontrolt.
Ik heb een zonnebril gekocht
voor mijn vertrek uit Holland,
maar ik heb haar nog niet op ge-
had. Ik kan het niet over mijn hart
verkrijgen het schone feest van zon
en zomer, dit kostelijke bonte fes-
tijn voor het oog, achter een don-
ker stuk glas te verduisteren. Drie
dagen zijn wij in Batavia. Drie
nachten hebben wij onder de klam-
boe geslapen, terwijl de tjitjaks,
kleine, sierlijke hagedisjes, tegen 't
plafond rondkropen. En buiten in
de nacht, onder de hoge bomen,
tjirpte een koor van myriaden kre-
kels op bijna oorverdovende wijze
een machtig lied. De klamboe rook
naar flit of hoe dat, de muskie-
ten dood en verderf brengende
product, waarvan de bereidingswij-
ze door de petroleumkoningen na-
ijverig wordt bewaard, ook moge
heten. Maar muskieteri zijn er niet.
Ligt het aan het seizoen of aan iets
anders? Ik zou eigenlijk de dienst
voor Volksgezondheid moeten op-
bellen, om de authentieke verkla-
ring daarvoor te vernemen, maar
is het misschien het eerste ver-
schijnsel van tropische sloomheid,
dat ik het nog niet gedaan heb?
Batavia is een stad vol soldaten.
De hoogmis in de kathedraal had
wel iets van een soldatenmis en er
is geen straat denkbaar zonder de
uniformen. Op de Pasar Baroe
zwierven ze Zaterdagmiddag bij
honderden. Wat is Batavia? Is het
het witte paleis aan het Rijswijk,
waar de Landvoogd voor ons, jour-
nalisten, de charmante gastheer
wilde zijn? Het licht fonkelde in de
kristallen luchters in de blanke
voorgalerij de avond zou juist
invallen en tussen de slanke wit
te zuilen door zag men boven de
machtige boomkruinen een lugu-
bere, noodlotszwangere regenlucht,
een tafereel dat herinnerde aan de
dreigende over-bewuste sfeer van
de schilder Willink.
Batavia, is het die kleine wereld
van hoge ambtenaren en officieren,
is het de chique van Des Indes en
de geselecteerde beslotenheid van
De Harmonie, waar men Zaterdags-
avends weer toilet maakt, is het
heel deze wereld, die onweerstaan-
baar herinnert aan de sfeer van ons
vaderlandse ..grootste dorp van
Europa?" Is het de bouwvallige
schilderachtigheid van de oude be-
nedenstad, met de eeuwenoude Hol-
landse huisjes, zoals de Compagnie-
dienaren die bouwden, verscholen
tussen machtige bankpaleizen en
handelskantoren, met het Grote
Kanon en Pasar Ikan, de vismarkt
waar de ondefinieerbare en onbe-
schrijfelijke geurtjes van het Oos-
ten drijven op de van hitte trillen-
de lucht? Of is het het bonte leven
van Pasar Baroe. waar toko zich
naast toko schaart en alles wat dit
land te bieden heeft, verlokkend
wordt ten toon gespreid, leerwerk
en kendari-zilver, Siamese byoux,
kleren, bazargoed en koffie en waar
op Zaterdagmiddag heel Batavia
lijkt te komen winkelen. Neen, niet
het een of het ander, dit alles te-
zamen is Batavia.
En het mooiste wat ik in deze
dagen zag in deze oude stad, was
een avondmarkt. In het duister
van de zwoele avond flakkerden
walmend talloze rossige olievlam-
metjes een leeg bierblikje met
een pit er in boven een weelde
van vruchten, in kleine stalletjes
aan de weg uitgestald. Kammen
goudgele pisangs, stapels groene
djeroeks, een sinaasappelachtige
vrucht met mandarijnensmaak, gro
te, groene en oranje-kleurige papa-
ja's, die van binnen op meloenen
lijken, klappers, manden vol kar-
mijn getinte mangistans en grote
paren van de rode djeroek bali. In
het rossige licht waren de gezich-
ten van de kopers en verkopers als
gegoten brons. Langs de weg hurk-
ten de handelaars in etenswaar, die
voor een paar cent een stuk pi-
sangblad vol rijst en een visje ver-
kopen. Als vuurvliegen schoten de
kleine lichtjes van de betja's uit
het duister aan en verdwenen
weer. Uit de verte klonk de een-
tonige roep van de verkoper van
sate kleine stukjes gebraden
vlees aan een dun stokje geprikt.
En als een onzichtbare wolk hing
hier om die fantastische tafereel die
wonderlijke. prikkelende geur van
houtrook, olie en ontelbare andere
zaken, die geur en de sleutel tot de
quintessens van het Oosten schijnt
uit te maken.
radiostations, kazernes enz.).
Tot slot zijn er de „K"-groepen,
bedoeld tegen bepaalde personen,
die kost wat kost „geliquideerd"
moeten worden. Zij bestaan ieder
uit 3 a 5 man, die gekozen zijn on
der de meest fanatieke leden van
dit ondergrondse leger en een bij-
zondere eed moeten afleggen. Er zij
de aandacht op gevestigd, dat zij
niet alleen hun lidmaatschapskaart
van de Italiaanse Communistische
Partij moeten inleveren, doch bo-
vendien een officieel schrijven krij-
gen waaruit moet blijken, dat zij
door de Partij geroyeerd zijn; dit
alles om geen verdenking te wek-
ken ingeval van arrestatie.
Doelmatigheid van dit rode
ondergrondse leger.
De geheime communistische strijd-
krachten ten Noorden van de lijn
LivornoAncona tellen iets meer
dan 100.000 man. Noord-Italie is dan
ook het gebied. waarvoor-de Komin-
form en haar Italiaanse agenten de
meeste, zo niet alle aandacht heb
ben.
Indien de Communistische Partij
in Italie en haar hogere buitenland-
se lastgevers werkelijk konden re-
kenen op een 100.000 man, die goed
bewapend en doelmatig gebruikt
konden worden, zou het zeer moei-
lijk zijn om hun het hoofd te bieden.
De werkelijkheid is echter geheel
anders. Merendeels betreft het hier
weinig getrainde en gebrekkig ge-
wapende manschappen, behoudens
dan de hierboven genoemde spe
ciale commando's. Zo beschikken zij
b.v. over mortieren, die vaak geen
richtapparaten hebben of over Duits
pantserafweergeschut waar nie-
mand het gebruik van kent. De
Italiaanse communistische partij
weet zeer goed en dit is herhaal-
delijk tot uiting gekomen tijdens
geheime vergaderingen dat zij
slechts op deze gewapende macht
kan rekenen, nadat een beginsucces
haar als het ware geelectriseerd zou
hebben en daardoor de gebrekkig-
heid grotendeels zou hebben opge-
heven. De Partij rekent dus hoofd-
zakelijk op de kleine stoottroepen
van het hierboven omschrevIV type,
die kundig gecamoufleerd zijn en
zo goed als steeds door buitenfandse
fanatieke elementen worden aange-
voerd (het schijc.t n.l. moeilijk te
zijn om dit soort bloeddorstige lie
den onder de Italianen te recrute-
ren).
Eerste voorwaarde is dus. dat de
uitgezochte, goed bewapende stoot
troepen een beginsucces oogsten,
dan slechts zal er een sterke druk
van het ondergrondse leger en daar-
na pas een massaal optreden van de
rode, thans nog niet bewapende pro-
letarische massa's te vrezen zijn.
Volgens e'en beschikking van het
uitvoerend bestuur der Communis
tische Partij in Italie zijn, in volko-
men overeenstemming met de fu-
sionisten Nenni en Basso, alle ge
heime strijdgroep'en van het Demo-
cratisch Volksfront en de para-mi-
litaire organisaties van de Rode
Garibaldi-brigades met ingang van
7 April 1948 onder het rechtstreek-
se gezag geplaatst van Luigi Longo.
Alle door voornoemde organisaties
te nemen interne beschikkingen
moeten eerst ter controle worden
voorgelegd aan Longo, zonder wiens
goedkeuring geen enkele dier be-
schikkingep van kracht is.
Rome, 20 April.
(Speciale correspondentie).
Over de ondergrondse gewapende
macht van de communisten in Italie
zijn over het algemeen slechts de
tails bekend, die elkaar vaak tegen-
spreken. Tot nu toe hebben de best
geinformeerde persinstanties zich er
b.v. meestal toe moeten beperken
opgave te doen van de getalssterkte
en de bewapening der betreffende
organisaties. Het bleef meestal
slechts bij onbetrouwbare benade-
ringen en het interessantste van de
zaak is, dat de communisten vaak
zelf de gegevens hiervoor in omloop
brachten.
Thans zijn wij echter in staat op
grond van inlichtingen uit diverse
bronnen een overzicht te geven van
de fundamentele aspecten van het
rode ondergrondse leger in Italie.
Het algemene kader.
Het algemene kader van deze
geheime strijdmacht omvat in de
eerste plaats het Centrale Leidende
Orgaan; dit draagt de naam van
„Comitato di Emergenza". Het werd
opgericht te Rome op 28 Januari j.l.
de voorzitter is Luigi Longo, com
mandant van alle Italiaanse commu
nistische strijdkrachten. De secreta-
ris is Giuseppe Di Vittorio. De al
gemene politieke commissaris is
Pietro Secchia: de leider van het
Jeugdfront: Giuliano Pajetta. De
militaire deskundigen zijn Walter
Audiso, Vincenzo Moscatelli en Ar-
rigo Bodrini; de coordinerende le
den: Corettien Ruggero Grioco.
Om dit toporgaan zijn de z.g. „Co-
mitati Segreti" (geheime comite's)
gegroepeerd. In geval van optreden
van het ondergrondse rode leger
zullen deze comite's worden aange-
duid als ..Comite's voor het Open-
bare Welzijn". Zij zijn gevormd uit
alleszins betrouwbare communisti
sche elementen. doch hun samen-
stelling en activiteit moet zelfs voor
alle partijleden. behalve dan de on-
middellijk betrokkenen, geheim blij-
ven. Zij zijn belast met het geven
van de eerste rechtstreekse en or-
ganisatorische stoot aan de even-
tuele gewapende opstand, door mid-
del van speciale eenheden welke
rechtstreeks onder hen ressorteren.
Als eerste daad moeten zij de vitale
punten en installaties in het land
bezetten en het dagelijkse leven
lam leggen. Voornoemde comite's
vormen de schakel tussen de top-
leiding en de uitvoerende organen
in algemene militaire zin. Vooral in
verband hiermede moet er aan her-
innerd worden, dat het hij de par-
tisanen gebruikelijk is, om hun een
heden aan te duiden met namen die
licht kunnen leiden tot overschat-
ting van hun wezenlijke sterkte.
Deze organisaties ressorteren recht
streeks onder tien legerstaven met
hoofdkwartieren te Milaan. Turijn,
Genua, Pistoia, Livorno, Bologna,
Florence, Ancona. Venetie en Udine.
Aan deze staven is steeds een hoge
re Russische of Joegoslavische offi-
cier als assistem toegevoegd, als-
mede politieke elementen en louter
militaire deskundigen. Zij staan dus
onmiddellijk aan het hoofd van de
ondergrondse communistische strijd
macht. Deze omvat 3 of meer divi-
sies elk van 1000 tot 3000 man, on-
derverdeeld in brigades van 100 man
en kleinere eenheden. Voorts is er
een varierend aantal z.g. volksbatal-
jons, welke een reserve vormen.
De stoottroepen omvatten 30 z.g.
,.Rode Ster" brigades, ieder van 800
man, van wie talrijke Joegoslaven.
Hun bewapening bestaat uit modern
uit Joegoslavie komend materiaal.
Zij i>eschikken over anti-tankge-
schut en gepantserde voertuigen.
Specialistencorpsen moeten bij het
begin van de opstand de vitale pun-
ten bezetten (verkeersinstallaties,
KARDINAAL FAULHABER, Aarts-
bisschop van Miinchen en de oudste
der Duitse Bisschoppen, heeft zich
sinds de zomer van 1945 steeds weer
met ernstige verzoeken, moties en
voorstellen gericht tegen de onrecht-
vaardige en onbillijke resultaten
van de denazificatie", aldus ver-
klaarde de wijbisschop van Miin
chen. Dr. Johann Meuhausler, ten
aanzien van de uitlatingen van ver-
scheidene politici en persorganen,
volgens welke van Duitse zijde een
wijziging der wet op de invrijheid-
stelling van de politieke gedeti-
neerden niet met de nodige nadruk
geeist zou zijn. In hun critiek steun-
den genoemde personen en organen
op de bekendmaking van de Ame-
rikaanse militaire regering naar
aanleiding van de onlangs door haar
bewerkte wijziging van die wet,
waardoor het denazificatie-proces
vergemakkelijkt wordt, Mgr. Dr.
Neushausler wees met bijzondere
nadruk op de uitvoerige voorstel
len tot verbetering van de „Wet op
de Bevrijding van het Nationaal-
Socialisme en met Militairisme",
welke de Kardinaal-aartsbisschop
van Miinchen op 4 Maart 1947 aan
de Beierse regering heeft gedaan.
Op 27 Juli heeft de Kardinaal na-
mens alle katholieke Bisschoppen
in de Amerikaanse zone aan de
opperbevelhebber generaal Clay 'n
verzoek gericht om verlichting en
herziening van de denazificatiewet.
Tenslotte heeft Kardinaal Faulha
ber op 31 November 1947 'n Kerst-
boodschap aan 't Amerikaanse volk
mede ondertekend, waarin nadruk-
kelijk en met redenen omkleed, ver-
zocht werd, de gedetineerden zo
snel mogelijk opnieuw aan een on-
derzoek te onderwerpen in het
bijzonder hen, die z.g. z.g. automa-
tisch gearresteerd werden. Daar-
naast heeft Kardinaal Faulhaber in
talrijke voorstellen aan Duitse en
Amerikaanse instanties verzocht om
aan het bestaande gebrek van een
juiste wetgeving op het gebied der
denazificatie een einde te maken.
De bewering, dat van Duitse zijde
in deze niet genoeg initiatief werd
getoond, kan dus zeker niet gelden
voor de Kerk.
De behandeling van de begroting
van Economische Zaken is gisteren
in de Eerste Kamer aangevangen
met een aantal beschouwingen,
waarin weinig nieuwe gezichtspun-
ten naar voren kwamen. De heer
Stikker (Vrijheid) gaf het advies
om een coordinerend interdeparte-
mentaal orgaan met de vraagstuk-
ken, die Duitsland betreffen te be-
lasten, zodat men hierbij niet langs
elkaar heenwerkt, terwijl men weer
verschillende klachten hoorde over
de taak van de Rijksbureaux, die
te veel de papiermolen en te weinig
de productie stimuleren. Een ac-
tueel onderwerp, dat door alle spre.
kers naar voren werd gebracht was
het nog steeds niet ingediende wets-
ontwerp over de publiekrechtelijke
bedrijfsorganisatie. Men zal zich af-
vragen wat de Kamer nu wel te
zeggen had over een wetsontwerp
dat er nog niet eens is, maar de be-
langrijkheid van deze materie is
zo evident en het verschijnen van
het ontwerp nu zo vlak voor de
deur, dat men niet Son nalaten er
een groot deel van de discussie
reeds aan te wijden.
Van verschillende zijden werd de
minister een verwijt gemaakt, dat
hij aan het rapport van de commis-
sie-Van der Ven, waarop de minis
ter in zeer belangrijke mate steunt
bij het vaststellen van de definitie.
ve tekgt van het ontwerp, op een
eigenaardige wijze bekendheid heeft
gegeven. De pers mocht het niet
publiceren, maar wel is de minis
ter er mee naar de verschillende
hoofdgroepen van- de commissie-
Wolterson gegaan en heeft hun ad
vies gevraagd. Hierover waren ook
de anti-revolutionnairen niet te
spreken, omdat het rapport nu aan
het oordeel van het bedrijfsleven
en de pers is voorbijgegaan. De heer
Stikker wilde gaarne weten, wat
het oordeel van de om advies ge-
vraagde hoofdgroepen is.
Van verschillende zijde werd er
voorts op aangedrongen, dat de mi.
nister zijn ontwerp zo zal inrichten
dat er niet een boekenkast vol ju-
risdictie over verzameld hoeft te
worden om het met vrucht te kun
nen toepassen. Ten slotte vroeg de
heer Wijffels (KVP) de minister, of
hij al iets kon loslaten omtrent de
gevolgen van het zelfstandig wor
den van de bedrijfstakken, waartoe
het ontwerp zal moeten leiden. Zal
de directe staatsbemoeilng hierdoor
worden teruggedreven, ook wat be
treft pensioenregelingen enz.? En
komt door deze wet straks niet een
goed deel van de wetgeving die de
laatste jaren met veel moeite tot
stand is gebracht, op losse schroe-
ven te staan?
Dezelfde katholieke afgevaardig.
de drong er op aan, dat naar meer
openbaarheid zou worden gestreefd
ten aanzien van de kwesties die de
Benelux en het Marshall-plan be
treffen, terwijl bij alle economische
kwesties het inschakelen van het
bedrijfsleven sterker moet worden
bevorderd. Hij vroeg voorts de aan
dacht van de minister voor de be-
langen van een eeuwenoude speci-
fiek Nederlandse industrie, de
klompenmakerij te St. Oedenrode.
Een goede vakschool is daarvoor
onmisbaar, alsmede een hogere toe-
wijzing van hout.
De heer Van Santen (communist)
betoogde, dat deze regering een ge
heime en geenszins een geleide
economie voorstaat. Men gaat te
weinig uit van een centraal plan.
Indien men een dergelijk plan zou
ontwerpen, moet men het ook tot
gemeengoed van het werkende volk
maken.
Hierna nam minister Van den
Brink het woord en begon met een
(Van onze bijzondere medewerker).
Hoe langer hoe meer begint Be
nelux aan betekenis te winnen. Bij
de definitieve goedkeuring van het
pact van Vijf, die deze week in de
Tweede Kamer wordt behandeld, is
al gebleken. dat het de Kleine Drie
zijn geweest, die het verdrag in de
ze vorm hebben doorgezet. Zij heb
ben Engeland en Frankrijk er van
overtuigd, dat een nieuwe opzet
moest worden gekozen. Zij hebben
zich er tegen verzet, dat dit verdrag
enkel zou zijn een uitbreiding van
het alleen tegen Duitsland gerichte
pact van Duinkerken.
Nog in een ander opzicht is
deze week belangrijk geworden in
de geschiedenis der Benelux. De
Nederlandse K.V.P. en haar beide
zusterpartijen in Belgie en Lu
xemburg maken deze week een
accoord bekend, dat tussen hen
op 15 en 16 April j.l. te Brussel is
gesloten en dat van verstrekkende
betekenis kan zjjn.
Natuurlijk moet dit accoord nog
worden goedgekeurd door de be-
voegde partij-instanties, maar het is
belangrijk genoeg, om er reeds nu
de hoofdlijnen van aan te geven.
K.V.P. nam initiatief.
De besprekingen hadden plaats Op
voorstel van het presidium der Ne
derlandse K.V.P. Zij werden met
grote hartelijkheid, vlotheid en
openhartigheid gevoerd en leidden
tot de slotsom, dat het beleid der
drie partijen in zo ruim mogelijke
mate gecoordineerd moet worden.
Daartoe zal een coordinatie-
commissie in het leven worden
geroepen, die minstens eenmaal in
de twee maanden bijeen komt,
om beurten in een der landen. In
spoedeisende gevallen kan dit
lichaam onmiddellijk bijeen ko
men. Bijzondere onderwerpen
kunnen worden bestudeerd, voor-
bereid of uitgewerkt door speciale
werkgroepen. Het secretariaat zal
worden gevoerd door de leden der
drie partijsecretariaten.
Allereerst zal men elkaar nauw-
keurig op de hoogte houden'van de
politieke ontwikkeling in elk der
drie landen. Vervolgens zijn er twee
terreinen, waarop de partijen hun
beleid inzonderheid op elkaar zul
len trachten af te stemmen. In de
eerste plaats natuurlijk over de
vraag: hoe kan Benelux zo spoedig
mogelijk voltooid worden tot een
werkelijke economische unie. Maar
vervolgens ook over de vraag:
welke houding moeten de Kleine
Drie aannemen tegenover mogend-
heden en organisaties. die niet tot
Benelux behoren. Dus b.v. ten op-
zichte van de West-Europese Vijf,
de Zestien van het Marshallplan,
het vraagstuk Duitsland en de
U.N.O.
Staatkunde in Katholieke geest
Twee hoofdredenen waren er
voor de samenwerkende partijen,
om de handen ineen te slaan en him
krachten samen te voegen. Vooreerst
de plaats, die Benelux reeds nu in-
neemt in Europa en in de wereld en
de rol, die zij er nog heeft te vervul-
len. Het is de Kleine Drie er niet
om te doen, samen een Grote Mo-
gendheid te worden in de zin van
de oude, maar nog steeds al te gang-
bare machtspolitiek. Benelux wil
wel een sterke kracht zijn tot vre-
WASHINGTON (K.N.P.). Al-
hoewel de katholieken in de Ver.
Staten slechts een vijfde van de
bevolking uitmaken, oefenen de
katholieke politici een aanzienlijke
invloed op het Amerikaanse open-
bare leven uit. In het bijzonder
zullen zij bij de a.s. presidentsver-
kiezingen een belangrijke rol ver-
vullen. Dit was reeds het geval in
1928 toen de katholiek Alfred Smith
door de democraten als candidaat
voor het presidentschap gesteld
werd. En het waren de katholieken
die sinds 1932 de vier triomfante-
lijke verkiezingscampagnes van
Roosevelt leidden. De katholiek
James Farley was dan ook voorzit
ter van de Democraten van 1932
1940; hij werd opgevolgd door Frank
Walker en deze op zijn beurt door
weer een katholiek, Robert Hanne-
gan.. Ook dit jaar is een katholiek,
James Mac Grath, tot voorzitter der
Democraten gekozen. Hij is 44 jaar,
senator, advocaat en procureur, en
heeft achtereenvolgens drie keer de
Staat Rhode Islland als gouver-
neur bestuurd. Mac Grath beschikt
over een aanzienlijk vermogen; hij
is eigenaar van een radiozender, 'n
renbaan en een verkoopagentuur
voor automobielen. Niettemin is hij
actief lid van verscheidene katho
lieke organisaties. Zijn assistent
Gael Sullivan heeft gestudeerd aan
het Seminarie St. Thomas van
Aquino in Illinois en zou Domini-
caan worden. Het kwam echter
anders uit en hij doceerde aan ka
tholieke universiteiten politieke
economie en administratie. Daarna
de, vrijheid en welvaart in de we
reld en tot de vorming van ware
rechtsgemeenschappen in de inter-
nationale samenleving.
Vooral echter zijn de samen
werkende partijen het er over
eens dat hun eendracht nodig is
om forser tot gelding te brengen
de idealen die hen alien bezielen,
de staatkunde in katholieke geest,
die zij gelijkelijk willen voeren,
en de geestelijke grondslagen van
Gods scheppingsplan en de Chris-
telijke Openbaring, waarop zij
gedrieen bouwen.
Het moet niet meer kunnen voor-
komen. dat zoals nog onlangs is
geschied in de te Geneve verga-
derende U.N.O. commissie voor de
mensenrechten alleen enige verre
Zuid-Amerikanen de vertolkers zijn
van onze levensbeschouwing en de
Belgische vertegenwoordiger rustig
stemt voor ontwerp-besluiten, die
niet slechts voor de katholieke
meerderheid in zijn land, maar ook
voor de grote meerderheid in de
drie lage landen niet te aanvaarden
zijn.
Moge deze stap der drie partijen
ook een stap voorwaarts zijn voor
de Benelux.
werd hij raadgever van verschil
lende vooraanstaande politici en
trad op zijn beurt na de oorlog in
het openbare leven. toen hij werd
benoemd als tweede adjunct van
de Minister van P.T.T.
Onder diegenen, die dit jaar mo
gelijk in aanmerking zullen komen
voor het vice-presidentschap der
V. S. bevindt zich de katholieke
senator Joseph O'Mahoney.
De Katholieken in het
Amerikaanse Congres
Van de 95 senatoren en 432 afge-
vaardigden, die tezamen het hui-
dige, 80ste Congres vormen, zijn er
in totaal 82 katholiek, van wie 53
democraten en 29 republikeinen.
Ingedeeld volgens de geloofsbelij-
denissen omvat het Amerikaanse
Congres: 109 methodisten, 82 katho
lieken, 69 presbyterianen. 68 bap-
tisten. 63 episcopalen, 28 leden van
de ..Christian Church", 27 congre-
gationalisten, 21 Lutheranen, 7 Is-
raelieten, 6 unitariers, 6 mormonen,
4 gereformeerden, 3 Quakers, 3 le
den van de ..Christian Science", 2
leden van de ..Community Church",
2 universalisten, 1 lid van de „Evan-
gelical United Brethren", 1 protes-
tant die niet behoort tot een kerk-
genootschap, 13 niet bij een kerk-
genootschap aangeslotenen en 2
niet geclassificeerden, 231 congres-
leden zijn democraten, 295 republi
keinen.
Sinds 1789 heeft het Amerikaan
se congres zijn aalmoezeniers. Op
het o'genblik is de aalmoezenier van
de Senaat de presbyteriaan Ds. Pe-
korte herdenking van zijn overle-
den voorganger, oud-minister Huys-
mans. Overgaande tot de beant-
woording der sprekers betuigde de
minister zijn dankbaarheid aan de
Ver. Staten voor de verleende
Marshall-hulp. Hij wees er op, dat
nu eerst de strijd voor de herwin-
ning van welvaart in Nederland kan
beginnen. De situatie is thans niet
meer zonder uitzicht.
De minister deelde mede, dat hij
met een zijner Belgische college's
besprekingen had gevoerd betref
fende het inschakelen van het be
drijfsleven in de voorbereidingen
der economische unie met Belgie en
Luxemburg.
Betreffende de situatie in de
zuid-oost-hoek van Drenthe verze-
kerde de minister, dat de hierbij
betrokken problemen zijn voile aan
dacht nebben. Het ligt in zijn be-
doeling de turfcentrale bij het uit-
brengen van advies aan de minister
in te schakelen.
De minister besloot zijn rede met
een principieel antwoord op het be-
toog van de heer Van Santen, waar
in hij verklaarde. waarom en in
hoeverre hij „geleide economie"
kon aanvaarden. Na nog enige re-
pliek werd de beraadslaging geslo.
ten en de begroting z. h. s. aange-
nomen.
QE PLAATS, die hem in de
krant wordt toegewezen,
wil Marcus niet uitbuitdn voor
reclame voor een of ander pro
duct uit een zaak in gedistilleerd
en dergelijke. Maar wel wil hij
graag het zijne bijdragen tot het
welslagen van de actie, die mede
via onze bureaux is ondemomen
ten bate van noodlijdend Hon-
garije. We kunnen op alle moge
lijke manieren helpen. Ook u.
Dao.r bent u nu b.v. in een of
ander moeilijk geval, in nood, in
ziekte, in beproeving. Doe dan
eens een goed werk. U roept de
voorspraak van een Heilige in,
die uw advocaat moet zijn. Maar
die moet u toch ook „betalen"l
Doe dat door een gift te zenden
aan ons Hongaars hulp-comite.
Een betere advocaat dan uw
aalmoes aan de noodlijdenden is
niet te vinden.
MARCUS
In verband met de sterfgeval-
len van kinderen aan boord
van de „Volendam" (10 babies
zijn reeds aan darmstoornissen
ges'torven) vertrok per K.L.M.
naar Cairo dr. H. Broekema,
een Haags kinderarts, om hulp
te gaan bieden. Juist voor zijn
vertrek ontving dr. Broekema
een Zwitsers preparaat tegen
darmstoornissen.
ter Marshall, en die van het Huis
van afgevaardigden de methodist
ds. James Shera Montgomery. Nooit
is er een katholieke aalmoezenier
aan 't Congres verbonden geweest.
Doch aangezien het congres zijn
openingszitting steeds begint met 'n
gebed. dat ieder jaar door een
geestelijke van een der erkende
geloofsbelijdenissen wordt uitge-
sproken, kwam dit jaar een katho
liek pfiester aan de beurt. De eerw.
Ottavio Silvestri, een Amerikaans
priester van Italiaanse afkomst, die
verbonden is aan de St. Jozefskerk
te Brooklyn, sprak op 18 Maart j.l.
dit gebruikeli.ike gebed voor het
Congres uit. Hij smeekte God. „de
Natie te zegenen, opdat zij steeds
de rechten en de waardigheid van
de menselijke persoon zou eerbie-
digen". Ook zijn gebed is opgeno-
men in de Annalen van 't Congres.
In de tweede helft van April le
vert Zuid-Limburg nog steeds vrij
grote hoeveelheden bewaard fruit
aan de veilingen. Gronsveld's vei
ling voerde in de afgelopen week
nog ruim 150.000 kilo appelen aan.
De prijzen waren constant.
Oorspronkelijke roman uit het Russische spionnenleven
17.
Ik wil weten. wie
de man is, die je correspondentie
per slede vervoerde, ik wil weten
op welk punt die over de grenzen
ging, ik wil de namen weten van de
personen uit de departementen, die
jou die pracht-gegevens verstrekt
hebben. Ik zal jou en je lieve se-
cretaresse, die zulki; mooie rokjes
dragen kan, nog een paar dagen
adem gunnen, om samen "een rap
port op te stellen, een rapport,
waarin beschreven staan al jouw
evoluties, vanaf het ogenblik van je
vestlging hier tot aan dat, waarop
wij samen gezellig gedineerd heb
ben. Hoe oud ben je?"
,.Zeven en veertig jaar."
,,'n Jaar ouder dan ik.... aardig
is dat." Toen wendde hij zich tot de
jonge man: „En jij, vrijster, jij blijft
in gezelschap van je meester. om
hem tot rede te brengen, als hij aan-
vechtingen mocht krijgen om te lie-
gen. Jij moet alles netjes op je
schrijfmachientje opnemen en als
er e6n onware letter in je rapport
staat, laat ik eerst je vader en moe-
der en dan je vrouw voor je ogen
ophangen. Jullie moet de hoofdbe-
waker maar laten weten. wanneer
je rapport gereed is. Elke pagina
meer kan een dag verlenging van je
leven betekenen. Ik heb volstrekt
geen haast.
De namen, die ik vandaag nog
nodig heb zal deze heer hier en
hij wees op Roemjanzow al wel
voor me verzameld hebben."
„Die zijn al in handen van Gle-
boff," klonk het antwoord.
Toen wendde Tegleff zich tot de
hoofdbewaker: „En jij, Menshoff.
zorg dat ze 'n rustige. ik zeg rustige
eel krijgen en belast jezelf met hun
bewaking. Denk aan je voorganger,
Simonson."
De hoofdbewaker bracht, stram-
eerbiedig, de hand aan z'n uniform-
pet. Hij wist, dat z'n voorganger en
diens familie tot dwangarbeid was
veroordeeld, omdat hij 'n brief van
'n gevangene gepost had.
Hij, die zich Georges Rimond
noemde en de jonge Kondratieff,
bleven alleen, in een zogenaamde
dubbel-cel, die bestond uit 'n ruimte
dubbel zo groot als de gewone en
die door 'n dikke muur, waarin 'n
vierkant traliegat in tweeen was
gedeeld. Behalve de houten brits,
wat op zichzelf al comfort genoemd
mocht worden, zou er nu ook. op
bevel van Roemjanzow, 'n tafel en
'n bank aanwezig zijn. Elke ge-
dachte aan 'n kans tot ontvluchten
moest hier absoluut uitgesloten
worden. Er vlel wat ziekelijk licht
uit 'n rond getralied venstertje,
hoog in de muur en salpetervocht
woekerde tegen de muren. In dit
oord der verschrikking werd nog de
Middeleeuwse strafmethode toege-
past: de kromsluiting met boeien, de
geseling, de water- en broodstraf.
Welke sterveling ter wereld zou
niet alles doen wat men van hem
eiste, om uit deze eel veriest te
worden?
En, terwijl in de nu volgende da
gen Arthur d'Artillac, alias Georges
Rimond, die sedert twaalf jaren,
in verschillende gouvernementen
woonde en daar als fabrikant zijn
vaderland meende te dienen met 't
verschaffen van geheime inlichtin
gen, terwijl deze ter dood verwe-
zene de aanklacht tegen zichzelf
dicteerde, wikkelde Tegleff, wat hij
cynisch noemde, enkele andere
zaakjes af. Hij zond Roemjanzow
naar de Wigorgse bakkerij, om in
samenwerking met Gleboff de no
dige bevelen tot aanhoudingen te
doen uitdelen en begaf zich toen
naar de woning van Krylow op het
ogenblik waarop aldaar de spoed
eisende vergadering werd gehou-
den. die Krylow voor enkele van z'n
vertrouwensmannen had uitgeschre-
ven. De besprekingen liepen op 'n
eind. Onaangediend ging hij de ver-
gaderzaal binnen en verzocht de
aanwezigen nog even te blijven zit-
ten, omdat hij van deze gelegenheid
wenste gebruik te maken. om „'n
kleinigheidje" mede te delen. Op
koude, zakelijke toon vertelde hij,
dat de gevaarlijke bron, waaruit alle
..minder gewenste" gegevens over
de grenzen vloeiden, vanaf dit ogen
blik was ..opgedroogd". Die bron
moest echter blijven vloeien op *n
wijze. die hijzelf zou aangeven
hadden de heren hem begrepen?
Triomfantelijk keek Tegleff de ver
gadering rond, en de aanwezigen
onthielden hem hun bewondering
niet. Zodra de auto's der gasten 't
binnenplein hadden verlaten. reikte
Krylow hem de hand: ,.Kranig werk
kameraadik zie jou nog eens...."
„Wat ziet u mij nog eens?" vroeg
Tegleff, omdat hij 't heerlijk zou
vinden, als ook 'n ander zijn eer-
zuchtige plannen eens onder woor-
den bracht.
„Nee, nee", klonk Krylow's ant
woord. „ik heb niets gezegd." Hij
kende maar al te goed het wraak-
zuchtige karakter van de »speur-
hond. als diens plannen onverwe-
zenlijkt bleven. Terwijl zij het grote
oude patriciersgebouw doorliepen,
'n gebouw. dat veel te mystiek aan-
deed voor de grof-materialistische
bewoner Krylow, bleef deze bij een
groot boogvenster in een der nissen
stilstaan en wees Tegleff op 'n ge-
daante in het park: „Alweer *n
nieuwe gril van Alexandra!" Teg
leff geloofde z'n ogen niet: „Wat?
De mooie Alexandra in verpleeg-
sters-costuum? Hoe komt ze daar
bij?" En z'n gezicht met het half ge
sloten ooglid vertoonde de grootste
verbazing.
„Ik zei 't je tochiets nietrws."
„Sedert wanneer?"
..Sedert drie dagen."
Alexandra liep haastig door 't
slecht-onderhouden park. Krylow
wilde. voor het onderhoud van de
tot z'n ambtswoning behorende tui-
nen, geen cent uitgeven. Men deed
het voorkomen, alsof hij deze wo
ning noodgedwongen betrokken had
en of hij alle weelde haatte. In deze
tijden van soberheid moest hij 'n
voorbeeld geven. Maar Tegleff wist
beter.
(Wordt vervolgd.)