m I DE BENELUX EEN STAP VOORUIT Taalejjf) De Katholieken in Amerika BIJ DE JONGENS ONDER DE TROPENZON Omzwervingen en ervaringen in Batavia De Pantservuist van Togliatti Eerste Kamer bespreekt publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie K.V.P. sluit accoord DE SPEURHOND feiten N1EUW NOORDHOLLANDS DACBLAD- Donderdag 22 April 1948 PAG. 3 Oude glorie hersteld. De be- roemde pakjes van de Engelse koninklijke garde zijn weer te voorschijn gehaald, nadat ze in de sombere oorlogsjaren in de kast hebben gehangen. Zorg- vuidig worden ze in orde ge- bracht om aan plechtige gele- genheden weer Itiister bij te aetten. Hier ziet U de matriale uitrusting van de Coldsheam- guard-sergeant. De Engelse meisjesharten kunnen weer sneller kloppen! De opperbevelhebber der Franse bezettingstroepen in Duitsland, generaal Koenig, bezoekt momenteel ons land en hij bracht o.a.* een bezoek aan de Stormschool te Bloemendaal. V.Ln.r. gene raal Kruls, generaal Koenig en de commandant der Stormschool majoor Gualtherie van Wezel. Het ondergrondse leger in Italie De strijd van Kardinaal Faulhaber met zusterpartijen in Belgie en Luxemburg Twee belangrijke De verkiezingen voor het Presidentschap Advocaat Zuid-Limburg levert nog fruit FEUILLETON (Van onze speciale verslaggever) BRUIN IS HET WATER van de kali's die stromen door Batavia, bruin en dik, als koffie met heel veel melk er in. Toch krioe- len de trappen die van de straatkant naar het water leiden van de vrouwen die er de was komen doen, terwijl kleine poedel- naakte kindertjes met bruine bo lie rijstbuikjes onvervaard in het vieze water rondplassen. Een inheemse koopman met zijn draag- baar winkeltje aan een zwiepende bamboe op zijn schouders, zet zijn spulletjes neer, neemt even een meer koele dan frisse duik en verwondert zich niet het minst over zijn buurman, die zich met behulp van overdadig veel zeepschuim in dit vuile water schoon tracht te wassen en zelis in overmaat van zinde- lijkheid zijn tanden niet overslaat Is dit Batavia? Zeker niet. In Amsterdam, Den Haag en Utrecht heb ik in de volksbuurten op war- me zomeravonden genoeg jongens zonder aarzelen zien zwemmen in het gore, grauwzwarte water van onze vaderlandse stadsgrachten, en waarvoor lieden met meer waarde- ring voor hygiene en zuiverheid dan voor schilderachtig steden- schoon, het bedenkelijke woord van „stinksloot" hebben uitgevonden. U verwacht van mij een brief over Batavia. Drie dagen zwerf ik nu pas door deze uitgestrekte stad, die 1.8 millioen mensen herbergt, deze stad van monumentale witte gebouwen en haveloze stadskam- ponghuisjes, deze stad van veel wa ter en veel machtig gekruiqde bo- men, van veel soldaten, deze stad van ontelbare auto's in alle soor- ten en afmetingen, jeeps en leger- trucks, zware tientonners, kleine verwaarloosde straatvlooien en een keur van geruisloze, weelderig glan zende nieuwe sleeen in alle kleuren, die het palet rijk is en niet te ver- geten van de betja's, die lichte, wa- tervlugge driewielers, waarop een zitje voor een of twee personen is gemonteerd, soms vrolijk versierd met vlaggetjes en kleine plumeaus, met een gewillige bruine knaap op blote voeten en onder een breed- gerande strohoed er achterop, be- reid met de kracht van zijn ge- spierde benen u dwars door het ontzaglijke wegverkeer overal heen te brengen waar u wenst onont- beerlijk vervoersmiddel in een stad waar een taxi nemen een vermogen kost! Wat kunt u van mij verwachten? Een oordeel? Een kaleidoscoop zal ik u geven. bont en grillig, zoals de beelden zich afspiegelen op het net- vlies van onze jongens, die ook juist zijn aangekomen. Zij kunnen niet vergelijken. Zij weten niet, hoe het vroeger hier geweest is, in tem- poe doeloe, die ..goeie ouwe tijd", hoe het onder Jap en Republiek geworden is en hoe het er nu weer bovenop aan het komen is. Zij kij- ken slechts en luisteren en drinken al dit vreemde begerig met bei hun ogen op,heel deze verbijsterende, fantastische film, die zich onder het felle zonlicht voor hun verbaasde blikken ontrolt. Ik heb een zonnebril gekocht voor mijn vertrek uit Holland, maar ik heb haar nog niet op ge- had. Ik kan het niet over mijn hart verkrijgen het schone feest van zon en zomer, dit kostelijke bonte fes- tijn voor het oog, achter een don- ker stuk glas te verduisteren. Drie dagen zijn wij in Batavia. Drie nachten hebben wij onder de klam- boe geslapen, terwijl de tjitjaks, kleine, sierlijke hagedisjes, tegen 't plafond rondkropen. En buiten in de nacht, onder de hoge bomen, tjirpte een koor van myriaden kre- kels op bijna oorverdovende wijze een machtig lied. De klamboe rook naar flit of hoe dat, de muskie- ten dood en verderf brengende product, waarvan de bereidingswij- ze door de petroleumkoningen na- ijverig wordt bewaard, ook moge heten. Maar muskieteri zijn er niet. Ligt het aan het seizoen of aan iets anders? Ik zou eigenlijk de dienst voor Volksgezondheid moeten op- bellen, om de authentieke verkla- ring daarvoor te vernemen, maar is het misschien het eerste ver- schijnsel van tropische sloomheid, dat ik het nog niet gedaan heb? Batavia is een stad vol soldaten. De hoogmis in de kathedraal had wel iets van een soldatenmis en er is geen straat denkbaar zonder de uniformen. Op de Pasar Baroe zwierven ze Zaterdagmiddag bij honderden. Wat is Batavia? Is het het witte paleis aan het Rijswijk, waar de Landvoogd voor ons, jour- nalisten, de charmante gastheer wilde zijn? Het licht fonkelde in de kristallen luchters in de blanke voorgalerij de avond zou juist invallen en tussen de slanke wit te zuilen door zag men boven de machtige boomkruinen een lugu- bere, noodlotszwangere regenlucht, een tafereel dat herinnerde aan de dreigende over-bewuste sfeer van de schilder Willink. Batavia, is het die kleine wereld van hoge ambtenaren en officieren, is het de chique van Des Indes en de geselecteerde beslotenheid van De Harmonie, waar men Zaterdags- avends weer toilet maakt, is het heel deze wereld, die onweerstaan- baar herinnert aan de sfeer van ons vaderlandse ..grootste dorp van Europa?" Is het de bouwvallige schilderachtigheid van de oude be- nedenstad, met de eeuwenoude Hol- landse huisjes, zoals de Compagnie- dienaren die bouwden, verscholen tussen machtige bankpaleizen en handelskantoren, met het Grote Kanon en Pasar Ikan, de vismarkt waar de ondefinieerbare en onbe- schrijfelijke geurtjes van het Oos- ten drijven op de van hitte trillen- de lucht? Of is het het bonte leven van Pasar Baroe. waar toko zich naast toko schaart en alles wat dit land te bieden heeft, verlokkend wordt ten toon gespreid, leerwerk en kendari-zilver, Siamese byoux, kleren, bazargoed en koffie en waar op Zaterdagmiddag heel Batavia lijkt te komen winkelen. Neen, niet het een of het ander, dit alles te- zamen is Batavia. En het mooiste wat ik in deze dagen zag in deze oude stad, was een avondmarkt. In het duister van de zwoele avond flakkerden walmend talloze rossige olievlam- metjes een leeg bierblikje met een pit er in boven een weelde van vruchten, in kleine stalletjes aan de weg uitgestald. Kammen goudgele pisangs, stapels groene djeroeks, een sinaasappelachtige vrucht met mandarijnensmaak, gro te, groene en oranje-kleurige papa- ja's, die van binnen op meloenen lijken, klappers, manden vol kar- mijn getinte mangistans en grote paren van de rode djeroek bali. In het rossige licht waren de gezich- ten van de kopers en verkopers als gegoten brons. Langs de weg hurk- ten de handelaars in etenswaar, die voor een paar cent een stuk pi- sangblad vol rijst en een visje ver- kopen. Als vuurvliegen schoten de kleine lichtjes van de betja's uit het duister aan en verdwenen weer. Uit de verte klonk de een- tonige roep van de verkoper van sate kleine stukjes gebraden vlees aan een dun stokje geprikt. En als een onzichtbare wolk hing hier om die fantastische tafereel die wonderlijke. prikkelende geur van houtrook, olie en ontelbare andere zaken, die geur en de sleutel tot de quintessens van het Oosten schijnt uit te maken. radiostations, kazernes enz.). Tot slot zijn er de „K"-groepen, bedoeld tegen bepaalde personen, die kost wat kost „geliquideerd" moeten worden. Zij bestaan ieder uit 3 a 5 man, die gekozen zijn on der de meest fanatieke leden van dit ondergrondse leger en een bij- zondere eed moeten afleggen. Er zij de aandacht op gevestigd, dat zij niet alleen hun lidmaatschapskaart van de Italiaanse Communistische Partij moeten inleveren, doch bo- vendien een officieel schrijven krij- gen waaruit moet blijken, dat zij door de Partij geroyeerd zijn; dit alles om geen verdenking te wek- ken ingeval van arrestatie. Doelmatigheid van dit rode ondergrondse leger. De geheime communistische strijd- krachten ten Noorden van de lijn LivornoAncona tellen iets meer dan 100.000 man. Noord-Italie is dan ook het gebied. waarvoor-de Komin- form en haar Italiaanse agenten de meeste, zo niet alle aandacht heb ben. Indien de Communistische Partij in Italie en haar hogere buitenland- se lastgevers werkelijk konden re- kenen op een 100.000 man, die goed bewapend en doelmatig gebruikt konden worden, zou het zeer moei- lijk zijn om hun het hoofd te bieden. De werkelijkheid is echter geheel anders. Merendeels betreft het hier weinig getrainde en gebrekkig ge- wapende manschappen, behoudens dan de hierboven genoemde spe ciale commando's. Zo beschikken zij b.v. over mortieren, die vaak geen richtapparaten hebben of over Duits pantserafweergeschut waar nie- mand het gebruik van kent. De Italiaanse communistische partij weet zeer goed en dit is herhaal- delijk tot uiting gekomen tijdens geheime vergaderingen dat zij slechts op deze gewapende macht kan rekenen, nadat een beginsucces haar als het ware geelectriseerd zou hebben en daardoor de gebrekkig- heid grotendeels zou hebben opge- heven. De Partij rekent dus hoofd- zakelijk op de kleine stoottroepen van het hierboven omschrevIV type, die kundig gecamoufleerd zijn en zo goed als steeds door buitenfandse fanatieke elementen worden aange- voerd (het schijc.t n.l. moeilijk te zijn om dit soort bloeddorstige lie den onder de Italianen te recrute- ren). Eerste voorwaarde is dus. dat de uitgezochte, goed bewapende stoot troepen een beginsucces oogsten, dan slechts zal er een sterke druk van het ondergrondse leger en daar- na pas een massaal optreden van de rode, thans nog niet bewapende pro- letarische massa's te vrezen zijn. Volgens e'en beschikking van het uitvoerend bestuur der Communis tische Partij in Italie zijn, in volko- men overeenstemming met de fu- sionisten Nenni en Basso, alle ge heime strijdgroep'en van het Demo- cratisch Volksfront en de para-mi- litaire organisaties van de Rode Garibaldi-brigades met ingang van 7 April 1948 onder het rechtstreek- se gezag geplaatst van Luigi Longo. Alle door voornoemde organisaties te nemen interne beschikkingen moeten eerst ter controle worden voorgelegd aan Longo, zonder wiens goedkeuring geen enkele dier be- schikkingep van kracht is. Rome, 20 April. (Speciale correspondentie). Over de ondergrondse gewapende macht van de communisten in Italie zijn over het algemeen slechts de tails bekend, die elkaar vaak tegen- spreken. Tot nu toe hebben de best geinformeerde persinstanties zich er b.v. meestal toe moeten beperken opgave te doen van de getalssterkte en de bewapening der betreffende organisaties. Het bleef meestal slechts bij onbetrouwbare benade- ringen en het interessantste van de zaak is, dat de communisten vaak zelf de gegevens hiervoor in omloop brachten. Thans zijn wij echter in staat op grond van inlichtingen uit diverse bronnen een overzicht te geven van de fundamentele aspecten van het rode ondergrondse leger in Italie. Het algemene kader. Het algemene kader van deze geheime strijdmacht omvat in de eerste plaats het Centrale Leidende Orgaan; dit draagt de naam van „Comitato di Emergenza". Het werd opgericht te Rome op 28 Januari j.l. de voorzitter is Luigi Longo, com mandant van alle Italiaanse commu nistische strijdkrachten. De secreta- ris is Giuseppe Di Vittorio. De al gemene politieke commissaris is Pietro Secchia: de leider van het Jeugdfront: Giuliano Pajetta. De militaire deskundigen zijn Walter Audiso, Vincenzo Moscatelli en Ar- rigo Bodrini; de coordinerende le den: Corettien Ruggero Grioco. Om dit toporgaan zijn de z.g. „Co- mitati Segreti" (geheime comite's) gegroepeerd. In geval van optreden van het ondergrondse rode leger zullen deze comite's worden aange- duid als ..Comite's voor het Open- bare Welzijn". Zij zijn gevormd uit alleszins betrouwbare communisti sche elementen. doch hun samen- stelling en activiteit moet zelfs voor alle partijleden. behalve dan de on- middellijk betrokkenen, geheim blij- ven. Zij zijn belast met het geven van de eerste rechtstreekse en or- ganisatorische stoot aan de even- tuele gewapende opstand, door mid- del van speciale eenheden welke rechtstreeks onder hen ressorteren. Als eerste daad moeten zij de vitale punten en installaties in het land bezetten en het dagelijkse leven lam leggen. Voornoemde comite's vormen de schakel tussen de top- leiding en de uitvoerende organen in algemene militaire zin. Vooral in verband hiermede moet er aan her- innerd worden, dat het hij de par- tisanen gebruikelijk is, om hun een heden aan te duiden met namen die licht kunnen leiden tot overschat- ting van hun wezenlijke sterkte. Deze organisaties ressorteren recht streeks onder tien legerstaven met hoofdkwartieren te Milaan. Turijn, Genua, Pistoia, Livorno, Bologna, Florence, Ancona. Venetie en Udine. Aan deze staven is steeds een hoge re Russische of Joegoslavische offi- cier als assistem toegevoegd, als- mede politieke elementen en louter militaire deskundigen. Zij staan dus onmiddellijk aan het hoofd van de ondergrondse communistische strijd macht. Deze omvat 3 of meer divi- sies elk van 1000 tot 3000 man, on- derverdeeld in brigades van 100 man en kleinere eenheden. Voorts is er een varierend aantal z.g. volksbatal- jons, welke een reserve vormen. De stoottroepen omvatten 30 z.g. ,.Rode Ster" brigades, ieder van 800 man, van wie talrijke Joegoslaven. Hun bewapening bestaat uit modern uit Joegoslavie komend materiaal. Zij i>eschikken over anti-tankge- schut en gepantserde voertuigen. Specialistencorpsen moeten bij het begin van de opstand de vitale pun- ten bezetten (verkeersinstallaties, KARDINAAL FAULHABER, Aarts- bisschop van Miinchen en de oudste der Duitse Bisschoppen, heeft zich sinds de zomer van 1945 steeds weer met ernstige verzoeken, moties en voorstellen gericht tegen de onrecht- vaardige en onbillijke resultaten van de denazificatie", aldus ver- klaarde de wijbisschop van Miin chen. Dr. Johann Meuhausler, ten aanzien van de uitlatingen van ver- scheidene politici en persorganen, volgens welke van Duitse zijde een wijziging der wet op de invrijheid- stelling van de politieke gedeti- neerden niet met de nodige nadruk geeist zou zijn. In hun critiek steun- den genoemde personen en organen op de bekendmaking van de Ame- rikaanse militaire regering naar aanleiding van de onlangs door haar bewerkte wijziging van die wet, waardoor het denazificatie-proces vergemakkelijkt wordt, Mgr. Dr. Neushausler wees met bijzondere nadruk op de uitvoerige voorstel len tot verbetering van de „Wet op de Bevrijding van het Nationaal- Socialisme en met Militairisme", welke de Kardinaal-aartsbisschop van Miinchen op 4 Maart 1947 aan de Beierse regering heeft gedaan. Op 27 Juli heeft de Kardinaal na- mens alle katholieke Bisschoppen in de Amerikaanse zone aan de opperbevelhebber generaal Clay 'n verzoek gericht om verlichting en herziening van de denazificatiewet. Tenslotte heeft Kardinaal Faulha ber op 31 November 1947 'n Kerst- boodschap aan 't Amerikaanse volk mede ondertekend, waarin nadruk- kelijk en met redenen omkleed, ver- zocht werd, de gedetineerden zo snel mogelijk opnieuw aan een on- derzoek te onderwerpen in het bijzonder hen, die z.g. z.g. automa- tisch gearresteerd werden. Daar- naast heeft Kardinaal Faulhaber in talrijke voorstellen aan Duitse en Amerikaanse instanties verzocht om aan het bestaande gebrek van een juiste wetgeving op het gebied der denazificatie een einde te maken. De bewering, dat van Duitse zijde in deze niet genoeg initiatief werd getoond, kan dus zeker niet gelden voor de Kerk. De behandeling van de begroting van Economische Zaken is gisteren in de Eerste Kamer aangevangen met een aantal beschouwingen, waarin weinig nieuwe gezichtspun- ten naar voren kwamen. De heer Stikker (Vrijheid) gaf het advies om een coordinerend interdeparte- mentaal orgaan met de vraagstuk- ken, die Duitsland betreffen te be- lasten, zodat men hierbij niet langs elkaar heenwerkt, terwijl men weer verschillende klachten hoorde over de taak van de Rijksbureaux, die te veel de papiermolen en te weinig de productie stimuleren. Een ac- tueel onderwerp, dat door alle spre. kers naar voren werd gebracht was het nog steeds niet ingediende wets- ontwerp over de publiekrechtelijke bedrijfsorganisatie. Men zal zich af- vragen wat de Kamer nu wel te zeggen had over een wetsontwerp dat er nog niet eens is, maar de be- langrijkheid van deze materie is zo evident en het verschijnen van het ontwerp nu zo vlak voor de deur, dat men niet Son nalaten er een groot deel van de discussie reeds aan te wijden. Van verschillende zijden werd de minister een verwijt gemaakt, dat hij aan het rapport van de commis- sie-Van der Ven, waarop de minis ter in zeer belangrijke mate steunt bij het vaststellen van de definitie. ve tekgt van het ontwerp, op een eigenaardige wijze bekendheid heeft gegeven. De pers mocht het niet publiceren, maar wel is de minis ter er mee naar de verschillende hoofdgroepen van- de commissie- Wolterson gegaan en heeft hun ad vies gevraagd. Hierover waren ook de anti-revolutionnairen niet te spreken, omdat het rapport nu aan het oordeel van het bedrijfsleven en de pers is voorbijgegaan. De heer Stikker wilde gaarne weten, wat het oordeel van de om advies ge- vraagde hoofdgroepen is. Van verschillende zijde werd er voorts op aangedrongen, dat de mi. nister zijn ontwerp zo zal inrichten dat er niet een boekenkast vol ju- risdictie over verzameld hoeft te worden om het met vrucht te kun nen toepassen. Ten slotte vroeg de heer Wijffels (KVP) de minister, of hij al iets kon loslaten omtrent de gevolgen van het zelfstandig wor den van de bedrijfstakken, waartoe het ontwerp zal moeten leiden. Zal de directe staatsbemoeilng hierdoor worden teruggedreven, ook wat be treft pensioenregelingen enz.? En komt door deze wet straks niet een goed deel van de wetgeving die de laatste jaren met veel moeite tot stand is gebracht, op losse schroe- ven te staan? Dezelfde katholieke afgevaardig. de drong er op aan, dat naar meer openbaarheid zou worden gestreefd ten aanzien van de kwesties die de Benelux en het Marshall-plan be treffen, terwijl bij alle economische kwesties het inschakelen van het bedrijfsleven sterker moet worden bevorderd. Hij vroeg voorts de aan dacht van de minister voor de be- langen van een eeuwenoude speci- fiek Nederlandse industrie, de klompenmakerij te St. Oedenrode. Een goede vakschool is daarvoor onmisbaar, alsmede een hogere toe- wijzing van hout. De heer Van Santen (communist) betoogde, dat deze regering een ge heime en geenszins een geleide economie voorstaat. Men gaat te weinig uit van een centraal plan. Indien men een dergelijk plan zou ontwerpen, moet men het ook tot gemeengoed van het werkende volk maken. Hierna nam minister Van den Brink het woord en begon met een (Van onze bijzondere medewerker). Hoe langer hoe meer begint Be nelux aan betekenis te winnen. Bij de definitieve goedkeuring van het pact van Vijf, die deze week in de Tweede Kamer wordt behandeld, is al gebleken. dat het de Kleine Drie zijn geweest, die het verdrag in de ze vorm hebben doorgezet. Zij heb ben Engeland en Frankrijk er van overtuigd, dat een nieuwe opzet moest worden gekozen. Zij hebben zich er tegen verzet, dat dit verdrag enkel zou zijn een uitbreiding van het alleen tegen Duitsland gerichte pact van Duinkerken. Nog in een ander opzicht is deze week belangrijk geworden in de geschiedenis der Benelux. De Nederlandse K.V.P. en haar beide zusterpartijen in Belgie en Lu xemburg maken deze week een accoord bekend, dat tussen hen op 15 en 16 April j.l. te Brussel is gesloten en dat van verstrekkende betekenis kan zjjn. Natuurlijk moet dit accoord nog worden goedgekeurd door de be- voegde partij-instanties, maar het is belangrijk genoeg, om er reeds nu de hoofdlijnen van aan te geven. K.V.P. nam initiatief. De besprekingen hadden plaats Op voorstel van het presidium der Ne derlandse K.V.P. Zij werden met grote hartelijkheid, vlotheid en openhartigheid gevoerd en leidden tot de slotsom, dat het beleid der drie partijen in zo ruim mogelijke mate gecoordineerd moet worden. Daartoe zal een coordinatie- commissie in het leven worden geroepen, die minstens eenmaal in de twee maanden bijeen komt, om beurten in een der landen. In spoedeisende gevallen kan dit lichaam onmiddellijk bijeen ko men. Bijzondere onderwerpen kunnen worden bestudeerd, voor- bereid of uitgewerkt door speciale werkgroepen. Het secretariaat zal worden gevoerd door de leden der drie partijsecretariaten. Allereerst zal men elkaar nauw- keurig op de hoogte houden'van de politieke ontwikkeling in elk der drie landen. Vervolgens zijn er twee terreinen, waarop de partijen hun beleid inzonderheid op elkaar zul len trachten af te stemmen. In de eerste plaats natuurlijk over de vraag: hoe kan Benelux zo spoedig mogelijk voltooid worden tot een werkelijke economische unie. Maar vervolgens ook over de vraag: welke houding moeten de Kleine Drie aannemen tegenover mogend- heden en organisaties. die niet tot Benelux behoren. Dus b.v. ten op- zichte van de West-Europese Vijf, de Zestien van het Marshallplan, het vraagstuk Duitsland en de U.N.O. Staatkunde in Katholieke geest Twee hoofdredenen waren er voor de samenwerkende partijen, om de handen ineen te slaan en him krachten samen te voegen. Vooreerst de plaats, die Benelux reeds nu in- neemt in Europa en in de wereld en de rol, die zij er nog heeft te vervul- len. Het is de Kleine Drie er niet om te doen, samen een Grote Mo- gendheid te worden in de zin van de oude, maar nog steeds al te gang- bare machtspolitiek. Benelux wil wel een sterke kracht zijn tot vre- WASHINGTON (K.N.P.). Al- hoewel de katholieken in de Ver. Staten slechts een vijfde van de bevolking uitmaken, oefenen de katholieke politici een aanzienlijke invloed op het Amerikaanse open- bare leven uit. In het bijzonder zullen zij bij de a.s. presidentsver- kiezingen een belangrijke rol ver- vullen. Dit was reeds het geval in 1928 toen de katholiek Alfred Smith door de democraten als candidaat voor het presidentschap gesteld werd. En het waren de katholieken die sinds 1932 de vier triomfante- lijke verkiezingscampagnes van Roosevelt leidden. De katholiek James Farley was dan ook voorzit ter van de Democraten van 1932 1940; hij werd opgevolgd door Frank Walker en deze op zijn beurt door weer een katholiek, Robert Hanne- gan.. Ook dit jaar is een katholiek, James Mac Grath, tot voorzitter der Democraten gekozen. Hij is 44 jaar, senator, advocaat en procureur, en heeft achtereenvolgens drie keer de Staat Rhode Islland als gouver- neur bestuurd. Mac Grath beschikt over een aanzienlijk vermogen; hij is eigenaar van een radiozender, 'n renbaan en een verkoopagentuur voor automobielen. Niettemin is hij actief lid van verscheidene katho lieke organisaties. Zijn assistent Gael Sullivan heeft gestudeerd aan het Seminarie St. Thomas van Aquino in Illinois en zou Domini- caan worden. Het kwam echter anders uit en hij doceerde aan ka tholieke universiteiten politieke economie en administratie. Daarna de, vrijheid en welvaart in de we reld en tot de vorming van ware rechtsgemeenschappen in de inter- nationale samenleving. Vooral echter zijn de samen werkende partijen het er over eens dat hun eendracht nodig is om forser tot gelding te brengen de idealen die hen alien bezielen, de staatkunde in katholieke geest, die zij gelijkelijk willen voeren, en de geestelijke grondslagen van Gods scheppingsplan en de Chris- telijke Openbaring, waarop zij gedrieen bouwen. Het moet niet meer kunnen voor- komen. dat zoals nog onlangs is geschied in de te Geneve verga- derende U.N.O. commissie voor de mensenrechten alleen enige verre Zuid-Amerikanen de vertolkers zijn van onze levensbeschouwing en de Belgische vertegenwoordiger rustig stemt voor ontwerp-besluiten, die niet slechts voor de katholieke meerderheid in zijn land, maar ook voor de grote meerderheid in de drie lage landen niet te aanvaarden zijn. Moge deze stap der drie partijen ook een stap voorwaarts zijn voor de Benelux. werd hij raadgever van verschil lende vooraanstaande politici en trad op zijn beurt na de oorlog in het openbare leven. toen hij werd benoemd als tweede adjunct van de Minister van P.T.T. Onder diegenen, die dit jaar mo gelijk in aanmerking zullen komen voor het vice-presidentschap der V. S. bevindt zich de katholieke senator Joseph O'Mahoney. De Katholieken in het Amerikaanse Congres Van de 95 senatoren en 432 afge- vaardigden, die tezamen het hui- dige, 80ste Congres vormen, zijn er in totaal 82 katholiek, van wie 53 democraten en 29 republikeinen. Ingedeeld volgens de geloofsbelij- denissen omvat het Amerikaanse Congres: 109 methodisten, 82 katho lieken, 69 presbyterianen. 68 bap- tisten. 63 episcopalen, 28 leden van de ..Christian Church", 27 congre- gationalisten, 21 Lutheranen, 7 Is- raelieten, 6 unitariers, 6 mormonen, 4 gereformeerden, 3 Quakers, 3 le den van de ..Christian Science", 2 leden van de ..Community Church", 2 universalisten, 1 lid van de „Evan- gelical United Brethren", 1 protes- tant die niet behoort tot een kerk- genootschap, 13 niet bij een kerk- genootschap aangeslotenen en 2 niet geclassificeerden, 231 congres- leden zijn democraten, 295 republi keinen. Sinds 1789 heeft het Amerikaan se congres zijn aalmoezeniers. Op het o'genblik is de aalmoezenier van de Senaat de presbyteriaan Ds. Pe- korte herdenking van zijn overle- den voorganger, oud-minister Huys- mans. Overgaande tot de beant- woording der sprekers betuigde de minister zijn dankbaarheid aan de Ver. Staten voor de verleende Marshall-hulp. Hij wees er op, dat nu eerst de strijd voor de herwin- ning van welvaart in Nederland kan beginnen. De situatie is thans niet meer zonder uitzicht. De minister deelde mede, dat hij met een zijner Belgische college's besprekingen had gevoerd betref fende het inschakelen van het be drijfsleven in de voorbereidingen der economische unie met Belgie en Luxemburg. Betreffende de situatie in de zuid-oost-hoek van Drenthe verze- kerde de minister, dat de hierbij betrokken problemen zijn voile aan dacht nebben. Het ligt in zijn be- doeling de turfcentrale bij het uit- brengen van advies aan de minister in te schakelen. De minister besloot zijn rede met een principieel antwoord op het be- toog van de heer Van Santen, waar in hij verklaarde. waarom en in hoeverre hij „geleide economie" kon aanvaarden. Na nog enige re- pliek werd de beraadslaging geslo. ten en de begroting z. h. s. aange- nomen. QE PLAATS, die hem in de krant wordt toegewezen, wil Marcus niet uitbuitdn voor reclame voor een of ander pro duct uit een zaak in gedistilleerd en dergelijke. Maar wel wil hij graag het zijne bijdragen tot het welslagen van de actie, die mede via onze bureaux is ondemomen ten bate van noodlijdend Hon- garije. We kunnen op alle moge lijke manieren helpen. Ook u. Dao.r bent u nu b.v. in een of ander moeilijk geval, in nood, in ziekte, in beproeving. Doe dan eens een goed werk. U roept de voorspraak van een Heilige in, die uw advocaat moet zijn. Maar die moet u toch ook „betalen"l Doe dat door een gift te zenden aan ons Hongaars hulp-comite. Een betere advocaat dan uw aalmoes aan de noodlijdenden is niet te vinden. MARCUS In verband met de sterfgeval- len van kinderen aan boord van de „Volendam" (10 babies zijn reeds aan darmstoornissen ges'torven) vertrok per K.L.M. naar Cairo dr. H. Broekema, een Haags kinderarts, om hulp te gaan bieden. Juist voor zijn vertrek ontving dr. Broekema een Zwitsers preparaat tegen darmstoornissen. ter Marshall, en die van het Huis van afgevaardigden de methodist ds. James Shera Montgomery. Nooit is er een katholieke aalmoezenier aan 't Congres verbonden geweest. Doch aangezien het congres zijn openingszitting steeds begint met 'n gebed. dat ieder jaar door een geestelijke van een der erkende geloofsbelijdenissen wordt uitge- sproken, kwam dit jaar een katho liek pfiester aan de beurt. De eerw. Ottavio Silvestri, een Amerikaans priester van Italiaanse afkomst, die verbonden is aan de St. Jozefskerk te Brooklyn, sprak op 18 Maart j.l. dit gebruikeli.ike gebed voor het Congres uit. Hij smeekte God. „de Natie te zegenen, opdat zij steeds de rechten en de waardigheid van de menselijke persoon zou eerbie- digen". Ook zijn gebed is opgeno- men in de Annalen van 't Congres. In de tweede helft van April le vert Zuid-Limburg nog steeds vrij grote hoeveelheden bewaard fruit aan de veilingen. Gronsveld's vei ling voerde in de afgelopen week nog ruim 150.000 kilo appelen aan. De prijzen waren constant. Oorspronkelijke roman uit het Russische spionnenleven 17. Ik wil weten. wie de man is, die je correspondentie per slede vervoerde, ik wil weten op welk punt die over de grenzen ging, ik wil de namen weten van de personen uit de departementen, die jou die pracht-gegevens verstrekt hebben. Ik zal jou en je lieve se- cretaresse, die zulki; mooie rokjes dragen kan, nog een paar dagen adem gunnen, om samen "een rap port op te stellen, een rapport, waarin beschreven staan al jouw evoluties, vanaf het ogenblik van je vestlging hier tot aan dat, waarop wij samen gezellig gedineerd heb ben. Hoe oud ben je?" ,.Zeven en veertig jaar." ,,'n Jaar ouder dan ik.... aardig is dat." Toen wendde hij zich tot de jonge man: „En jij, vrijster, jij blijft in gezelschap van je meester. om hem tot rede te brengen, als hij aan- vechtingen mocht krijgen om te lie- gen. Jij moet alles netjes op je schrijfmachientje opnemen en als er e6n onware letter in je rapport staat, laat ik eerst je vader en moe- der en dan je vrouw voor je ogen ophangen. Jullie moet de hoofdbe- waker maar laten weten. wanneer je rapport gereed is. Elke pagina meer kan een dag verlenging van je leven betekenen. Ik heb volstrekt geen haast. De namen, die ik vandaag nog nodig heb zal deze heer hier en hij wees op Roemjanzow al wel voor me verzameld hebben." „Die zijn al in handen van Gle- boff," klonk het antwoord. Toen wendde Tegleff zich tot de hoofdbewaker: „En jij, Menshoff. zorg dat ze 'n rustige. ik zeg rustige eel krijgen en belast jezelf met hun bewaking. Denk aan je voorganger, Simonson." De hoofdbewaker bracht, stram- eerbiedig, de hand aan z'n uniform- pet. Hij wist, dat z'n voorganger en diens familie tot dwangarbeid was veroordeeld, omdat hij 'n brief van 'n gevangene gepost had. Hij, die zich Georges Rimond noemde en de jonge Kondratieff, bleven alleen, in een zogenaamde dubbel-cel, die bestond uit 'n ruimte dubbel zo groot als de gewone en die door 'n dikke muur, waarin 'n vierkant traliegat in tweeen was gedeeld. Behalve de houten brits, wat op zichzelf al comfort genoemd mocht worden, zou er nu ook. op bevel van Roemjanzow, 'n tafel en 'n bank aanwezig zijn. Elke ge- dachte aan 'n kans tot ontvluchten moest hier absoluut uitgesloten worden. Er vlel wat ziekelijk licht uit 'n rond getralied venstertje, hoog in de muur en salpetervocht woekerde tegen de muren. In dit oord der verschrikking werd nog de Middeleeuwse strafmethode toege- past: de kromsluiting met boeien, de geseling, de water- en broodstraf. Welke sterveling ter wereld zou niet alles doen wat men van hem eiste, om uit deze eel veriest te worden? En, terwijl in de nu volgende da gen Arthur d'Artillac, alias Georges Rimond, die sedert twaalf jaren, in verschillende gouvernementen woonde en daar als fabrikant zijn vaderland meende te dienen met 't verschaffen van geheime inlichtin gen, terwijl deze ter dood verwe- zene de aanklacht tegen zichzelf dicteerde, wikkelde Tegleff, wat hij cynisch noemde, enkele andere zaakjes af. Hij zond Roemjanzow naar de Wigorgse bakkerij, om in samenwerking met Gleboff de no dige bevelen tot aanhoudingen te doen uitdelen en begaf zich toen naar de woning van Krylow op het ogenblik waarop aldaar de spoed eisende vergadering werd gehou- den. die Krylow voor enkele van z'n vertrouwensmannen had uitgeschre- ven. De besprekingen liepen op 'n eind. Onaangediend ging hij de ver- gaderzaal binnen en verzocht de aanwezigen nog even te blijven zit- ten, omdat hij van deze gelegenheid wenste gebruik te maken. om „'n kleinigheidje" mede te delen. Op koude, zakelijke toon vertelde hij, dat de gevaarlijke bron, waaruit alle ..minder gewenste" gegevens over de grenzen vloeiden, vanaf dit ogen blik was ..opgedroogd". Die bron moest echter blijven vloeien op *n wijze. die hijzelf zou aangeven hadden de heren hem begrepen? Triomfantelijk keek Tegleff de ver gadering rond, en de aanwezigen onthielden hem hun bewondering niet. Zodra de auto's der gasten 't binnenplein hadden verlaten. reikte Krylow hem de hand: ,.Kranig werk kameraadik zie jou nog eens...." „Wat ziet u mij nog eens?" vroeg Tegleff, omdat hij 't heerlijk zou vinden, als ook 'n ander zijn eer- zuchtige plannen eens onder woor- den bracht. „Nee, nee", klonk Krylow's ant woord. „ik heb niets gezegd." Hij kende maar al te goed het wraak- zuchtige karakter van de »speur- hond. als diens plannen onverwe- zenlijkt bleven. Terwijl zij het grote oude patriciersgebouw doorliepen, 'n gebouw. dat veel te mystiek aan- deed voor de grof-materialistische bewoner Krylow, bleef deze bij een groot boogvenster in een der nissen stilstaan en wees Tegleff op 'n ge- daante in het park: „Alweer *n nieuwe gril van Alexandra!" Teg leff geloofde z'n ogen niet: „Wat? De mooie Alexandra in verpleeg- sters-costuum? Hoe komt ze daar bij?" En z'n gezicht met het half ge sloten ooglid vertoonde de grootste verbazing. „Ik zei 't je tochiets nietrws." „Sedert wanneer?" ..Sedert drie dagen." Alexandra liep haastig door 't slecht-onderhouden park. Krylow wilde. voor het onderhoud van de tot z'n ambtswoning behorende tui- nen, geen cent uitgeven. Men deed het voorkomen, alsof hij deze wo ning noodgedwongen betrokken had en of hij alle weelde haatte. In deze tijden van soberheid moest hij 'n voorbeeld geven. Maar Tegleff wist beter. (Wordt vervolgd.)

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3