IN DE WERELD DER BLINDEN DE ERFENIS UIT MONT-DORE Rechten der Christenheid in het Heilige Land Op verkenning in vacantie-land r PINKSTEREN Bij het 100-jarig van Huize „De PINKSTEREN Feest van vuur en liefde J Pinksterverhaal door Wim van Eekeren Wat zal de toekomst brengen Natuur in feesttooi J NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD - Zgterdog 15 Mei 1948 |N EEN WERELD, dwalend tussen hoop en vrees, tus- sen angsten en vreugden, op- geschrikt door geruchten en weer gekalmeerd door een schone belofte, maken wij ons op om weer het Pinksterfeest te gaan vieren. Pinksteren, het feest van het wonder der vu- rige tongen, van de Stichting der Kerk, van de genade van de H. Geest. Het is een feest, waarvan de betekenis juist in onze dagen van verwarring, tijden, waarin het voor velen moeilijk is de juiste keus te maken, ons scherper voor de geest moet staan. Met recht kunnen wij op deze dag bid den, meer met het hart dan met de lippen. Veni Creator Spiritus, Kom Heilige Geest. Want als er ooit een tijd is geweest waarin wij de hulp, de verlichting van de H. Geest nodig hadden, dan is 't zeker wel de onze. En in 66n adem kunnen wij er aan toevoegen dat schone gebed van de H. Kerk: Vervul de harten van Uw gelovigen en ontsteek in hen het vuur Uwer liefde. Toen de Apostelen verzameld waren binnen de hoge zaal, toen is de vrees in hen gevaren, hun hoofd en hun hart werd vaal, alleen Maria vreesde niet, die zat daar stil en schoon, die hoorde nog het leeuwerikslied naast haar Verrezen Zoon. Toen is opeens een storm ontstaan, die trillen deed het huis, toen is over hen heengegaan een wonderlijk geruis, en vlammen kwamen op ieders hoofd, een flonk'rend vuren feest, zoals de Heer hun had beloofd verscheen de Heilige Geest. De Kerk ontstond uit Petrus' woord en elkeen werd het klaar, de Meed, de Parth heeft het gehoord, Jood en Egyptenaar; de Elamiet, de Arabier verstonden wat hij zei, zo bloeide uit dit Pinkstervier Gods aardse heerschappij. JOS. PANHUYSEN ONDERSCHRIFT BIJ FOTO'S: 1. Ze schrijven, lezen, reke- nen en typen op hun eigen manier, maar niet minder vlug of accuraat dan de zienden. 2. De meisjes van Grave hebben hun eigen orkest Radiotoespraak Proclamatie Joodse Staat QE APOSTELEN en leerlin- gen van Christus, die, zo als wij op de Eerste Pinkster- dag uit het Evangelie verne- men, vergaderd waren in de zaal van het Laatste Avond- maal, hoorden een gedruis als van een hevige wind. Het was tien dagen na de Hemelvaart van Christus, die beloofd had hun een Trooster te schenken. Er waren in die zaal ongeveer honderdtwintig mensen ver zameld en er zullen er zeker wel onder hen geweest zijn, die daar met gemengde ge- voelens gezeten hebben. Ge- zien de houding van de wereld rondom hen, zullen ze met een bevreesd gemoed de toekomst tegemoet hebben gezien. Ge- sterkt door het voorbeeld van de Apostelen hebben zij stand gehouden, maar of hun krach- ten in de toekomst toereikend zullen geweest zijn, wie zal het zeggen. Christus heeft ook van hen het onmogelijke niet verlangd, Hij heeft hun een steun gegeven, hun moed ge- sterkt en hun alien gezonden de Geest Gods. Die vurige tongen waren daar uiterlijke kentekenen van. ^LS WE ACHTERAF het Evangelieverhaal beschou- wen, dan moet het ons toch wonderbaar voorkomen, hoe deze schare mannen en vrou- wen plotseling bezield werd met een heilig vuur. Dat kwam niet uit hen zelf voort, het was de H. Geest, die in hen werkte. Op die dag werd in de eigenlijke zin des woords Gods Kerk gesticht. Toen breidde het Rijk van Christus zich gestadig over de wereld uit. Er zijn tijden geweest van grote bloei en van diep ver- val. Hoe het nu met Gods Rijk op deze wereld staat, is niet met een paar woorden te zeg gen. Geslachten na ons zullen misschien kunnen beoordelen wat onze generatie voor het Christendom heeft betekend. Aan ons echter is de taak, het vuur van de H. Geest, mede- gedeeld aan een handjevol mensen, een twintig eeuwen geleden, voort te dragen. piNKSTEREN Is de dag waar- op Christus Zijn verlos- singswerk afgesloten heeft. Van die dag af is, met behulp van Zijn genade, het woord aan ons. Meer dan ooit hebben wij verlichting nodig, de kleine man, die moet kiezen tussen wereldsystemen, evengoed als de staatsman en als presiden- ten en koningen van wereld- rijken. Dat wij, vooral op de Eerste Pinksterdag, maar ook daarna, ons hele leven blijven gedenken, dat Christus ons een steun gezonden heeft in Zijn H. Geest. En bidden wij, niet alleen op die wondere feestdag, maar ook daarna: Omtsteek in ons het vuur LTwer liefde. Want daaraan immers, zo staat er geschre ven, zal men ons moetdn her- kennen, aan de liefde tot onze naaste en bovenal aan de liefde tot God. (Van onze reporter) VOOR VELEN is Grave slechts een vriendelijk vestingstadje. Grave heeft echter meer gezichten, het was bijvoorbeeld een der eerste bolwerken van de Katholieke emancipatie op or.derwijsgebied na de vemederende tijden van Brabant als Generaliteitsgebied. En zo kan het gebeuren, dat ge in de on- middellijke nabijheid van de oude wgllen, waar twee bronzen vuurmonden zich in de zachtjes voortvliedende Maas weerspie- gelen, een modern gebouw aantreft, nieuw van buiten, oud en eerbiedwaardig van instelling. Wij bedoelen het instituut voor vrouwelijke blinden „De Wijnberg", dat op 4 Augustus a.s. hon- derd jaar geleden door de Zusters van Tilburg betrokken werd. Het waren ook toen moeilijke tijden. De Katholieke kinderen moesten naar neutrale scholen, armen en zieken konden niet voldoende geholpen worden en de burgerlijke overheid werkte de vooruitstrevende Katholieken veelal in alles tegen. Het was in die tijden, dat Mgr. Joannes Zwijsen, toen nog pastoor van Tilburg, de congregatie der dusters van Liefde" stichtte, en op 4 Augustus 1848 vestigden zich de eerste vier zusters in De Wijn berg te Grave.. PAG. 3 Bezuiniging op alle Departementen De Pauselijke lijfwacht werd versterkt. Nieuwe recruten zijn aangenomen voor de Zwitserse Garde. Hier ziet men de plech- tige eedaflegging van een der manschappen. Met de hand op de vlag zweert hij trouw aan het corps, dat de Pausen al eeuwenlang bescherming biedt. De voorzitter van de Nederlandse Zionistenbond, dr. S. Kleerekoper, zal hedenavond na de laatste nieuwsuitzending over Hilversum I een radiotoespraak houden over de proclamatie van de Joodse staat. Het waren geen bergen goud, die ik van mijn reis naar Mont-Dore thuisbracht. Slechts enkele souve nirs uit dit stadje, waar nog steeds familie van mijn vader woonde. Mont-Dore. Geen vrediger plaatsje in geheel Frankrijk kan men zich voorstellen dan dit bergdorpje, dat zomaar als door een onzichtbare hand tegen de hellingen van Puy de Sancy is geplakt en waar de heldere bellen van het grazend vee op de plateau's klanken voortbrengen, die als recht uit de hemel neertuimelen. Het had me goed gedaan weer enkele dagen op mijn geboortegrond te vertoeven. Herinneringen werden in mijn geheugen losgeslagen en kwamen opnieuw tot leven. Ik be- leefde opnieuw mijn jeugd met de jongens-emoties, de kameraadschap en ook de liefde en romance uit de tijd, dat ik me man voelde worden en ik bezocht weer de plekjes. die nauw met belevenissen uit mijn jeugd verbonden zijn. Niets was er veranderd. Het torentje van de dorpskerk stak nog even eigenwijs de lucht in als vroeger en Monsieur Gadillare, de onderwijzer, droeg nog altijd hetzelfde door de zon verschoten calotje en al waren zijn haren grijzer geworden, zijn kraal- oogjes bekeken de wereld nog even levendig als vroeger. Boduit, de garde-champfitre van het dorp, had zijn zwarte hangsnor nog niet afge- dankt al trilde zijn bovenlip meer dan vroeger en liep hij niet meer zo hard achter de dorpskwajongens als in mijn tijd. Slechts 6en ding in Mont-Dore was anders dan in mijn zonovergoten jeugd. Het grote huis aan de Dordogne. het watertje, dat vlug sljpelend zich naar beneden spoedt om daar een grote rivier te worden, was verlaten en de blinden waren toe, toen ik stoffig en moe aankwam. De bewoonster, tante Ho- nor6 was niet meer. De eenvoud, die gedurende haar gehele leven de boventoon voerde, kenmerkte haar begrafenis en alle neven en nichten, die zo vaak de gasten waren geweest bij tante Ho- nor6, waren naar Mont-Dore geko- men om haar de laatste eer te be- wijzen. Tante had zware tijden gekend, doch ze was deze doorgekomen en niemand kon vermoeden, welk een diepe tragiek over het witgemutste mensje heen was gegaan voor tante Honors zich in het grote huis aan de Dordogne vestigde om haar neef- jes en nichtjes elke vacantie te ont- vangen. Wat zielsellende niet had bereikt. gelukte de ouderdom. Zacht voor immer ingeslapen had men tante Honors gevonden in de oude schommelstoel tegenover het P°rtret van onkel Gaston, die niemand van ons had gekend. Nu was alles voorbij en een voortsjokkende trein was drukdoen- de de rust van het vredige Mont- Dore, waar we tante Honors op het kleine kerkhof hadden achtergela- ten, te verwisselen voor het drukke gewoel van de wereldstad Parijs. Ergens in mijn portefeuille had ik mijn erfenis opgeborgen. Een eigen- dom, dat geen der erfgenamen me had betwist, doch dat voor mij een heilige waarde vertegenwoordigde. Een ruw stuk vergeeld karton, met een gedroogde Pinksterbloem, waar- onder de op onbeholpen wijze ge- schreven woorden: Ben krijgsgevan- gene. Wacht op mij, Gaston. Het was dezelfde kaart, die ik op een regenachtige middag tijdens een verblijf bij tante Honor6 uit een la van een antiek kabinet te voorschijn had gebracht en die mijn jongens- fantasie onmiddellijk levendig had gemaakt. Na lang aanhouden van mijn kant was tante aan het vertel- len geslagen en ze verhaalde van de kaart met de Pinksterbloem, die ik nu huiswaarts bracht. Het was in de tijd, dat Keizer Na poleon de Derde zijn macht be- dreigd zag door de Pruis Bismarck. Frankrijk trok na het befaamde „zugespitzte Emser Depeche" ten aanval en op 19 Juli 1870 begon de meest rampzalige oorlog, die het land ooit heeft gekend. De goed uit- geruste Pruisische legers onder Hel- muth von Moltke sloten onmiddel lijk Straatsburg in, Sedan capitu- leerde, waarna spoedig Metz en ook Parijs volgden. 10 Mei 1871 werd in Frankfort de vrede getekend. De oorlog schrikte ook het anders zo rustige Mont-Dore op. en had de mannen van het dorp opgevorderd, die wegtrokken om onder het ba- nier van de keizer hun plicht te doen. Vrouwen en meisjes waren stil schreiend achtergebleven en ook in het grote huis aan de Dordogne snikte een meisje van amper twin- tig haar groot verdriet uit. Niets vermocht haar tranen te stuiten, want Honors had ook haar Gaston, een eenvoudige boerenzoon, die zij liefhad, vaarwel gewuifd en het af- scheid drukte zwaarder op haar dan op de andere meisjes omdat zij eenzaam en verlaten achterbleef tussen familieleden, die Gaston vij- andig gezind waren. Vader en Moe- der hadden zich tegen hem gekeerd, daar hij in hun ogen maatschappe- lijk niets betekende en zij lieten tel- kens en telkens maar al te duidelijk merken, dat ze de voorkeur gaven aan de beter gesitueerde Edouard d'Assignon, het bleke fatterige dok- terszoontje, dat de moed niet had bezeten zich te scharen in de groep vrijwilligers. die het dorp had ver laten. Honors had zich echter onmiddel lijk tot Gaston aangetrokken ge- voeld. Zijn oprechte genegenheid voor haar en zijn edel karakter had den het gewonnen en toen op die lichte Pinkstermorgen in 1870 zij het plateau van Puy de Sancy waren opgewandeld en op de bergwei sa- men bloemen hadden geplukt, was hun geluk voorgoed geboren en hadden zij een eeuwig verbond van trouw gesloten. Nu was het zomer geworden, een zomer zonder Gaston. „Ik moet gaan Honor£", had Gaston gezegd en be- seffend dat ze het hem kwalijk zou hebben genomen, indien hij achter bleef, had ze hem aangekeken en gestameld: „Het is goed zo, Gaston". Het werden lange dagen, weken en maanden van wachten op de brieven van Gaston. Ze kwamen met lange tussenpozen en bevatten bloemen van de velden, waar hij legerde. „Deze komt van Sancerre, deze van de C6te d'or en deze van Bourbonnes les Bains", zo schreef hij. En telkens vertelden die bloe men haar van zijn liefde, maar ook dat hij steeds meer het front na- derde. Het is einde van dat rampzalige jaar 1870 geweest, dat Honors in twee maanden geen brieven meer ontvangen had en ze sterk verma- gerde. Weggevluchte soldaten kwa men uitgeput en in lompen gekleed in Mont-Dore aan en deden verha- len over de bloedige veldslagen, die ze hadden meegemaakt en die tel kens door de Fransen waren ver- loren. Als in een droom snelde Honors elke keer naar het dorp en smeekte de nieuw-aangekomenen om nieuws over Gaston, doch niemand had hem gezien. Hun veelzeggende blikken sneden door haar hart en benauw- den haar adem. Het ging weer len- te worden en de natuur ontplooide haar nieuwe pracht. Honors echter bleef het te vroeg verwelkt bloem- pje, dat zonder lust het hoofd liet hangen. Ze -was ongevoelig voor de woor den van haar familieleden, voor de gebeurtenissen in het dorp en het opdringerig hofmaken van Edouard d'Assignon werd door haar met geen enkel vriendelijk woord beant- woord. Totdat op een dag Edouard een man met zich mee naar het grote huis aan de Dordogne bracht, die haar de ramptijding kwam vertel- len, waarvoor zij diep in haar hart reeds zolang had gevreesd. De vreemde soldaat, Emille Pou- lardine had Gaston bij Metz leren kennen! In de slag voor de capitulatie was hij gevallen. Honor6 vroeg niet meer. Wezen- loos bleef ze met droge ogen voor zich uitstaren, als kon ze en wilde ze het ongeluk, dat haar trof, niet verwerken. GastondoodHet scheen haar onmogelijk, dat het leven uit dat krachtig lichaam was wegge- rukt, dat zijn trouwe ogen nooit meer zouden zien, zijn trouwe stem niet meer klinken. Weken heeft Honor6 met hoge koortsen gelegen. Bange dromen be- stormden haar. Zij zag Gaston be- dreigd door duivelse gedaanten. Ze wilde hem te hulp Snellen, doch een diepe afgrond opende zich tus sen haar en werd breder naarmate ze voortholde. Toen ze eindelijk tot de wereld van het bewustzijn terugkeerde was ze te zwak om weerstand te kunnen bieden aan haar vader, die haar verloving met Edouard d'As signon aankondigde. Het huwelijk zou op Dinsdag na Pinksteren van dat jaar 1871 voltrokken worden. Hoe meer Honore in sterkte toe- nam en hoe meer Pinksteren nader- de begon ze het onmogelijke van haar toestand in te zien en wilde zij zich tegen het huwelijk verzet- ten. Haar ouders wisten van geen wijken en noemden het breken van een belofte een blamage, die de fa milie niet dulden kon. Een vreemd gevoel bleef in haar hart kloppen. dat pas bevredigd werd. toen ze na in de Pinkstermis de H. Geest om een wonder te heb ben gebeden, thuis een vreemde op haar wachtende vond. die de kaart bracht met de verdroogde Pink sterbloem en de woorden, die voor Honors de wereld weer openden en het geluk binnen haar bereik brachten. Groot is de verontwaardiging der dorpelingen van Mont-Dore ge weest, toen Edouard d'Assignon zich bewust van zijn ontdekte zwende- larij uit het dorp wegvluchtte. Groot was ook de vreugde in Honoris hart toen ze in het grote huis aan de Dordogne op Gaston kon wach ten. Het heeft jaren geduurd eer Gas ton uit krijgsgevangenschap terug keerde, maar de eerlijkheid en de liefde hadden gezegevierd. Nooit was het dorpskerkje met het eigen- wijze torentje voller dan op de dag, Hoe het groeide Bij een jubileum hoort nu eenmaal een „blik terug". Daartoe zijn we een dezer dagen naar Grave geto- gen, om ons licht eens op te ste- ken bij de rector van De Wijnberg, de ZeerEerw. Heer Corn, van der Heijden. Zie hier dan het prille begin van het instituut: Voor een eeuw woonde er te Grave de schatrijke en liefdadige familie De la Geneste. Een van haar leden nu, Mgr de la Geneste, toen nog kapelaan te Velp, kocht in 1845 het huis De Wijnberg met de bedoeling er een stichting voor het algemeen welzijn van te ma ken Op 4 Augustus 1848 reed door de stille Oliestraat van Grave de equipage van Mgr. de la Geneste, die de eerste zusters naar De Wijn berg bracht. Aanvankelijk werd dat Honors en Gaston in de echt werden verbonden. Tien jaar heeft hun geluk ge duurd, toen brachten ze Gaston dood thuis na een val in de bergen. Honor£ betrok weer het huis van haar ouders aan de Dordogne en werd het goede tantetje, dat in de vacantie neefjes en nichtjes rond zich verzamelde. Haar huis vulde zich met kinderstemmen. wat zij in het huwelijk nooit had mogen bele- ven. Een vergeeld stuk karton met een verdroogde Pinksterbloem bleef het enige teken van tante's moei lijke jeugd. Het opende eens haar mond en zij vertelde haar verhaal aan een jongen, die later terug zou komen om de kaart mee naar Parijs te nemen. Geen gouden bergen bracht ik thuis, maar het souvenir uit Mont-Dore, dat weggeplakt ligt tegen de hellingen van Puy de San cy, is me oneindig meer waard. begonnen (het kath. onderwijs was nauwelijks vrij) met een burger- bewaarschool en handwerkschool, weldra gevolgd door scholen voor iedere beurs. Panden werden bij- gekocht en toen Henricus de la Geneste in 1880 stierf, liet hij een groot deel van zijn bezittingen aan de Zusters van De Wijnberg, tot instandhouding en uitbreiding van de liefdewerken, bijvoorbeeld met een inrichting, voor blinde meisjes. (Er was toen reeds een instituut voor mannelijke blinden gesticht door een tante van Mgr.). De eerste blinden komen Om meer bekendheid aan dit streven te geven, verschenen er twee artikelen in „Het Huisgezin" benevens een advertentie en op 10 October 1882 meldde de eerste blinde zich aan. In 1888 waren er rqeds meer dan 30. Het jaar 1898 bracht de eerste rijkssubsidie en 1934 (we moeten zevenmijlsstappen nemen) een gloednieuw gebouw en een klein doch schoon kapelleke. Onnodig te zeggen, dat De Wijn berg en zijn bewoners een grote plaats in het hart van de Grave- naars innemen, en dat ook velen buiten Grave van hun belangstel- ling deden blijken. Ook prinses Juliana bezocht, op een van haar tochten door Brabant, het insti tuut, H.K.H. was zo enthousiast over hetgeen ze te zien en te horen (het orkest!) kreeg, dat de prin- selijke stoet bijna 2 uur te laat in de volgende plaats arriveerde. De wijsvinger Is het oog der blinden Zij die ..Schoolstad" bezochten, hebben al met de blinden van Gra ve kennis gemaakt, hun „stand" als ik dat zo mag zeggen was wel de meest gezochte van de ten- toonstelling. Kom-, laten we een* een klas binnengaan. Alles is nor- maal, de banken, de lessenaar, de surveillerende zuster, de meisjes. Ja, de meisjes eigenlijk ook, ge- zellig zitten ze in groepjes bijeen en laten onder gezellige kout de breinaalden vrolijk tikken, ook in Grave gaat „praten en breien" sa- men! Kijken we echter wat scher per toe, dan ziet ge hoe de meisjes van tijd tot tijd het patroottje raadplegen, met.... de wijsvinger, dat breipatroon staat natuurlijk in braille-schrift. Wellicht denkt ge. dat deze patronen uiterst eenvou- dig zijn. Mis! Ik zag hoe meisjes handwerkjes van drie en meer kleuren onder handen hadden, vaak met ingebreide motieven. En zo is er nog veel meer: de grote kasten met leermiddelen, het ko- peren rekenbord, de prikbordjesi (voor de blinde de lei ukt onze kinderjaren), de landkaart.Die is van hout en in relief liggen daar de landen bovenop. Koperen dra- den stellen spoorlijnen voor koordjes zijn rivieren; die dikke punaises zijn steden. Luister, daar is er een met Frankrijk bezig, zon der haperen zegt ze haar lesje op. En om te bewijzen, dat het met een van buiten geleerd kunstje is, mag ook de bezoeker eens vragen. ..Marseille" zeggen wij. En meteen schieten de fijne handen naar om- laag en de „alziende" wijsvinger heeft de plaats keurig opgezocht! Typen leren de meisjes even vlug als een ziende en zingen en musi- ceren beter! De blinde heeft een apart gehoor en gevoel voor mu- ziek. De meisjes van Grave hebben een eigen orkest! Toch bill! Wat u hier direct opvalt, dat is de opgewektheid, die in dit huis heerst. In de kleuterafdeling zitten de kleintjes te lachen en proesten achter hun tafeltjes. Over de hand- werkklas sprak ik reeds en dan is daar de speelplaats. Hier krioelt alles dooreen, zodat men zich af- vraagt: zijn dit wel blinden? Hier komt echter het uiterst fijn gehoor de blinde te hulp, alsook dat on- definieerbare iets, waardoor de blinde de nabijheid bespeurt van muur, paal of mens, NatuurlyK heeft ook het blinde meisje haar ..donkere dagen", maar de zusters zorgen voor zoveel mogelijk aflei- ding: toneel, hoorspel, muziek, zang en dans zijn voor deze kinde ren dan ook van onschatbare waarde. Maar ook lezen doen ze graag. De Wijnberg heeft de beschik- king over de beroemde braille- bibliotheek van St. Henricus. Deze boekerij omvat ongeveer 35000 ban- den! Het zijn alle knapen van boe- ken, want het brailleschrift vraagt veel ruimte Een voorbeeldje? Men heeft „De Klop op de Deur" van Ina Boudier-Bakker ..vertaald" of beter: geprikt in brailleschrift en men kreeg toen.. 19 banden, elk van 7 cm. dik! Als we tegen de avond langs de tere pracht van bloesemende fruit- bomen huiswaarts keren, is het ons ietwat vreemd te moede. We den- ken aan onze broeders en zusters, de blinded, die dit alles moeten missen. We denken ook aan de zus ters van De Wijnberg, we bewon- deren haar grote liefde en einde- loos geduld. Hoeveel leken zouden dit klaarspelen? Maar tja, daarvoor zul je dan ook ..Zusters van Liefde" moeten heten! Naar het A.N.P. verneemt zijn of worden op alle departementen com- missies ingesteld met het doel ver- schillende taken te doen afkappen en de diensten, met name die, welke uit de oorlogs- en bevrijdingsperiode stammen, op korte termijn te doen inkrimpen of verdwijnen. SB®®?* Wj tentoonstelling wordt opgebouwd en de ttmmer- lieden, etaleurs en elec- triclens de genelllgde ruimte nog vullen met hun luidruchtige bedrij- vigheid, of wanneer er een feest op komst is, en het comite in een exclu- sleve persconferentte de journalisten om zich heen verzamelen om hen in te wij den in de geheimen van de komende festlvi- teiten, dan staan de pers- mensen voor de soms niet aangename taak al dit schoons in wording reeds in kleuren en fleuren aan de lexers te moeten op- dlssen, doorspekt met hun weelderige fantasie en ge- garneerd met de tierlan- tijnen van hun schrijvers- brio, nog voor zij ook maar lets van een feest gezien hebben. Heel anders is het. wan neer de reporter in de week v66r Pinksteren er op uit wordt gestuurd om de streken te gaan ver- kennen. waar in de zomer duizenden landgenoten de vacantie zullen gaan door- brengen, streken door de natuur begenadigd met de wilde gloed van bos- sen. i^pnnpn, heuvels en wijde glanzende vlakten. streken met meren voor hen die van watersport houden. met vergezichten en wolkentorens voor hen, die louter om schoon- heidsgenieten komen. Want dan heeft die repor ter al vacantie en dan geniet hij reeds in de wij de eenzaamheid van het nog ongerepte land. Welnu: De Friese en Hol- landse meren, de duinen, het Gooi, de Veluwe, de Brabantse vennen en bos- sen, in het land van het „bronsgroen eikenhout" hebben hun schoonste kleed reeds aan, en wach ten op de duizenden, die per trein, fiets en touring- car deze zomer de stof- fige bureaux van hun kan- toren en de rumoerige machinehallen van fabrie- ken en werkplaatsen zul len verlaten om weer eens even voor honderd pro- cent mens te zijn temid- den van bloemen en zon overgoten heuvels en me ren. In Zuid-Limburg zet de zomer, zoals ieder jaar, het eerst voet aan wal. Wij hebben het in alle richtingen doorkruist. Van Sittard naar Beek en over Bunde naar Maas tricht. Van Maastricht nog verder het Zuiden in, maar ook naar Margraten heide en naar Vaals, het en Gulpen en de Epener- Vierlandenpunt, het mooi- ste gedeelte van Neder- lands tuin, waar de heu vels nu eens als muren op de weg staan, dan weer naar de verte open- zwaaien als waaiers van een middeleeuwse jonk- vrouw. Waar de Meibloe- sem als een flarde sneeuw op de doornhagen ligt en de beken al zingen diep onder het groen van weel derige varens en water- kant-planten. Waar des avonds iets in de lucht hangt van een vrede uit de oude verhalen, toen de mensen nog leefden op de cadans der seizoenenwis- seling en niet op die der robotten en atoomprojec- tielen, die de oerkrachten oproepen uit de afgrond van vernieling en onder- gang. Vacantie-land, land van de lach en het bier. Land ook van de Lieve Vrouw- kes en de hardstenen en handgesmede crucifixen langs de weg en aan de voet van iedere heuvel, waar het pad omhoog gaat naar een kluis of een kapel of een stuk open hsmel. Die houdt van een meer vol zeilen of de plechti- ge openheid van de Hol- landse polder, moet in dit miniatuur bergenland niet zijn. Maar die licht wil ademen en houdt van ver- metele klimpartijen en gaarne de aarde in feest tooi ziet, die moet even de grote rivieren overste-. ken en op de Kruisberg uitstappen om het oude Maastricht in de diepte van de Maasvallei te groeten, de stad waar cul- turen elkander ontmoeten en Gods lach over de da- ken ligt. V. de J. DE STEEDS IN OMVANG toene- mende strijd in het H. Land, waarbij de laatste tijd in ruime mate gebruik wordt gemaakt van zware wapens en vliegtuigen, ver- oorzaakt terecht bij vele christenen een grote vrees. Naast het oprechte gevoel van leedwezen met de slachtoffers van de oorlog, gaat hun deernis vooral uit naar de Heilige Plaatsen, die gevaar lopen in deze .burgeroorlog voorgoed te worden vernield. En menigeen vraagt zich af: .Wat zal er van de rechten der christenfieid op de Heilige Plaatsen over blijven?" Een blik op het verleden De eerste kerken en gebouwen boven de H. Plaatsen, waaraan voor ieder gelovige een dierbare herin- nering is verbonden, verrezen in de bloeiperiode van het Christendom in het Nabije Oosten, tussen de vierde en de zevende eeuw. De tijd waarin de macht in handen lag van de Byzantijnse keizers. Toen de Perzen en later de Arabieren en andere Oosterse volkeren het H. Land in bezit namen, werden de meeste kerken verwoest. Bij de eerste in val der Arabieren in 614 en 615 werden honderden kerken, kloosters en andere gebouwen in de as gelegd. Alleen al in Jeruzalem vielen meer dan honderdduizend christenen als slachtoffer aan de woede der Saracenen. Wat er nog overbleef, werd rond 1000 nog eens grondig aangepakt, zodat er bij het begin der Kruistochten weinig over was van de monumenten der chris tenheid. Op het einde der twaalfde eeuw kwam Palestina opnieuw in handen der Mohammedaanse volke- keren en ware het niet, dat Sint Franciscus, die zelf ook de sultan bezocht, zijn volgelingen uitstuurde naar het H. Land om de H. Plaat sen te bewaken, er zou in latere eeuwen niet gesproken kunnen wor den van rechten der christenen in Palestina In het midden van de veertiende eeuw kocht de Koning van Napels de H. Plaatsen voor 17 millioen goudstukken van de Sultan van Egypte, waarna hij deze bezittingen aan de H. Stoel overgaf. De Fran- ciscanen bleven de trouwe wachters en de Osmanen hielden zich, zij het niet zonder strubbelingen, waarbij menige monnik het leven verloor, vrij goed aan de afspraken. Toen in de zestiende eeuw echter de Mame- lukken de macht in handen kregen, veranderde de toestand ten nadele. De rechten der Franciscanen wer den bestreden, zij moesten genoe- gen nemen met een verblijf in Jeru zalem en na de slag van Lepanto zochten de Turken toenadering met de schismatieke Grieken en Arme- niers, die hun kans schoon zagen en zich van verscheidene privileges meester maakten. Daaraan kon ko ning Lodewijk XIV in 1673 weinig veranderen, toen hij het bescherm- recht over het H. Land kreeg. Vooral de Grieken wisten hun vermeende aanspraken te handha- ven en in de achttiende eeuw wis ten zij in het bezit te komen van het groqtste deel van de Kerk van het H. Graf. Ook de Mariakerk te Bethlehem werd voor een groot deel aan hen toegewezen, terwijl zij voorts in het bezit kwamen van een der sleutels van de Geboortegrot. In 1808 ging de Kerk van het H. Graf in vlammen op. De Grieken bouwden snel een andere en waren nu meester van het terrein. Napoleon wist ten dele de rech ten der Westerse christenen te her- stellen en de Franse consul werd met het oppertoezicht belast. Dat bleef zo tot de wereldoorlog in 1914. Toen de Engelsen het gezag der Turkerf overnamen, verkeerden vele kerken in groot verval. Er kwam geen verbetering, want Engeland hield zich vrij afzijdig en de ver- schillende confessies konden niet tot overeenstemming komen, ja tus sen 1918 en 1928 vonden er ver- schillende vechtpartijen plaats, die natuurlijk aan het onderhoud der H. Plaatsen niet ten goede kwamen. In 1938 was het zelfs zo ver geko- men, dat de Kerk van het H. Graf wegens verregaande bouwvalligheid moest worden gesloten. Intussen is de toestand in het H. Land er niet beter op geworden. Het is moeilijk te zeggen hoe de oorlog zich zal ontwikkelen. Zullen de Verenigde Naties genoeg kracht en genc«» prestige kunnen opbren- gen om nun plannen tot verdeling van Palestina in een Joodse en in een Arabische staat tot uitvoering te brengen, of zal een der strijdende partijen, en op de duur zal dat zeker de Arabische zijn, het H. Land in bezit nemen? Het is nog moeilijk te zeggen. Alleen is het wel zeker, dat de christenen weinig baat zul len vinden noch bij een Joodse noch bij een Arabische overheersing. Ook al hebben beide partijen toegezegd de rechten der christenen op de H. Plaatsen te zullen eerbiedigen. De meeste waarborgen voor het behoud der H. Plaatsen voor de christenheid is een sterk herenigd Christendom. Slechts als de ruim honderdduizend christenen in Pales tina zich gesteund weten door een machtig blok van meer dan 800 millioen geloofsgenoten, zal er van een voortbestaan van de huidige status en zelfs van een verbetering daarin sprake kunnen zijn. L. S.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 3