EEN STEEN VIEL IN DE WILDERNIS
De nieuwe hoedenmode
DWAZE ANNE
vM
Kosmische g erger
dan de atoombom
De K.N.A.C. krijgt gouden kroon
Doodskoppen en sigaretten
De Siberische
Meteoor
Geschiedenis in benzine
Van de drogist naar de Service Stations
Geinspireerd op de oude tijd
Afgrijselijke spookgeschicdenis
door B. de H.
PAG. 4
NIEUW NOORDHOLLANDS DAGBLAD - Dinsdag 6 juli 1948
Op de wielerbaan in het Olym-
pisch Stadion werden Zondag-
middag de kampioenschappen
van Nederland op de baan ver-
reden. Het kampioenschap ach-
tervolging professionals, voor
de eerste maal verreden, werd
gewonnen door Schulte. Schul-
te rijdt met de lauwerkrans om
zijn ererondje.
Op de wielerbaan in het Olympisch Stadion werden Zondag-
middag de kampioenschappen van Nederland op de baan ver
reden. Arie van Vliet werd kampioen professionals. Zijn zoon
Jantje wenst zijn vader geluk met de zege.
Nieuwe E.C.A.-toewijzing
voor ons land
C.P.N.-verkiezingsaffiches
in beslag genomen
Contact-bijeenkomst
Bond zonder Noam
Nieuw Apost. Vicariaat
in Oeganda
4000ste schip fe
Rotterdam
Kampioen 1948 sprint amateurs
werd Hijzelendoorn. Zwaaiend
met zijn bloemen rijdt hij zijn
ererondje.
VROUWENRUBRIEK
FEU ILLETON
DOOR A. DUNCAN
DE ZO STERK lot de menselijke verbeelding sprekende proef-
nemingen met atoombom-explosies, zoals die in luli 1946
bij het Zuidzee-eiland Bikini hebben plaats gehad, hielden de
aandacht van de gehele beschaafde wereld in felle spanning
gebonden. Doch 40 jaar geleden op 30 luni 1908 werd in
de vroege ochtend de stoorloze rust in de Siberische taiga, de
schier ontoegankelijke bosmoerassen ten noorden van het Bai-
kal-meer, verstoord door een serie ontzaglijke ontplofiingen, die,
met hun nevenverschijnselen, deze atoombom-explosies in ge
weld en in vernietigende uitwerking overtrofien.
Paradoxaal genoeg ech'ter begon
de beschaafde wereld eerst dertien
jaar later iets van dit ontzaglijke
gebeuren in de gaten te krijgen en
duurde het zelfs nog een aantal ja-
ren v66r men zich enigszins een
beeld kon vormen van de ontzag
lijke catastroof, die daar op die
dag de verre Siberische wildernis
had getroffen.
Erger dan de atoombom
Op de ochtend van die gedenk-
waardige datum, zo rond een uur
of zeven, acht, zagen Toengoezen,
die in de omtrek van het gebied,
enkele honderden kilometers ten
Noorden van Irkoetsk, waar de Si
berische spoorweg bij het Bailkal-
meer komt, hun rendierkudden
hoedden, een ontzaglijk grote, blauw
-wit lichtende vuurbol, met een
staart van rook en vuur met een
geweldige vaart uit de lucht op de
aarde toevliegen. Op een twee a
driehonderd kilometer straalde het
hemelverschijnsel nog zelfs meer
licht uit dan de voile maan en op
1000 km afstand werd het nog waar-
genomen. Onder donderend geweld
vloog deze vuurbal reeds voor zij
de aarde bereikt had, in stukken
en toen deze brokken de aardbo-
dem troffen, verscheurden een aan
tal ontzaglijke ontploffingen, die
donderslagen in geweld ver over-
troffen, de lucht en over een af
stand van 1400 km nog gehoord
werden. Tegelijkertijd spoot een
enorme vuurkolom van twintig ki
lometer hoogte de lucht in, terwijl
de kracht van de explosies zo groot
was< dat honderden vierkante kilo
meters oerbos vex-nield werd en
door de warmte-ontwikkeling ge-
heel verkoold.
De kracht van de luchtverplaat-
sing was zo groot, dat mensen en
dieren, bijna 600 kilometer van de
plaats des onheils verwijderd, ter
aarde werden geworpen. In een op
driehonderd kilometer afstands ge-
legen dorp werd een gehele kudde
schapen door de uiterst krachtige
windstoot in de rivier geworpen.
Beambten van het station Kansk,
aan de Trans-Siberische spoorlijn,
dat er zevenhonderd kilometer van
daan ligt, waren tegen de grond ge-
smakt.
Had deze ramp zich voorgedaan, -
niet in dfe afgelegen Siberische
woestenij, maar in de dichterbe-
woonde streken van Azie, Europa
of Amerika, dan had de geweldige
catastroof het mensdom geteisterd
en waarschijnlijk een aantal steden
of dorpen met al hun inwoners van
de aardbodem weggevaagd. Dan zou
een ontzettende gruwel een of an-
dere natie dus getroffen hebben en
zouden de voorpagina's van alle
dagbladen der wereld wekenlang
volgestaan hebben over deze tra-
gische wereldramp. Nu was er
slechts een nagenoeg onopgemerkt
rapport van een Russische weten-
schappelijke commissie, die zich
met de bestudering van aardbevin-
gen bezighield en waarin heel nuch-
ter enkele berichten stonden opge-
tekend omtrent een aardbeving in
de buur van het Baikal-meer en een
aldaar waargenomen meteoor en
daarnaast een paar notities van
Europese seismografische instituten
en van Britse microbarografische
waarnemingen, die door niemand
met elkaar in verband gebracht
werden en verklaard.
Een taai gerecht
Door niemand, totdat in 1921 de
Russische geleerde prof. Kulik op
grond van het eerstgenoemde rap
port op onderzoek uittoog.
Dat klinkt eenvoudiger, dan het
in werkelijkheid was. Want zijn ex
pedite naar de onherberg'zame, bij
na voortdurend dichtgevroren moe-
rasgebieden ontsnapte ternauwer-
nood aan de hongerdood. Het werd
een taai gerecht, want prof. Kulik
gaf zijn pogingen niet op en in 1927
ging 'n nieuwe expedite onder zijn
leiding op pad. die ditmaal meer
succes had. Na moeizame tochten
kwam zij in een bosgebied, waar,
bijna twintig jaar na de ramp, de
sporen van het geweld in al hun
barre afschrikwekkendheid nog
volop zichtbaar waren.
Hij trof namelijk een uitgestrekt
gebied aan, waar ontzaglijke ver-
woestingen waren aangericht, en de
bomen, zware dennen en berken,
waren ontworteld of afgeknapt en
tegen de grond geslagen. In het hart
van deze streek, het middengedeel-
te, ongeveer 15 kilometer in middel-
lijn, was alles volkomen vernield
en verbrand. Op het terrein was la
ter weer bos gegroeid, maar die
bomen waren in 1927 niet ouder dan
een twintigtal jaren. Hier vond men
ook een aantal kratergaten, die
grote overeenkomst hadden met
reusachtige granaattrechters. Kulik
liet in deze trechters in de hard
bevroren grond graven, in de hoop
stukken meteoor-ijzer te vinden,
doch hij had geen succes.
Rond dit centrale terrein was een
gebied van ongeveer 30 km middel-
lijn, waar de bomen alle waren af
geknapt als lucifers. In een kring
van 60 km middellijn waren. hoe-
wel niet alle, toch nog vele bo
men geveld en in een nog t wijdere
kring, van zowat 120 km middellijn
waren hier en daar nog bomen neer
geslagen.
In het jaar 1929 heeft prof. Kulik
nog een derde expeditie in elkaar
gezet, met het doel om zo mogelijk
uit een vliegmachine overzichts-
foto's van het gebied te maken. De
Russische poolvlieger Chudnovsky,
eens redder van Nobile, werkte aan
deze expeditie mede. Het slechte
weer deed echter alles mislukken.
Erst in 1937 is men er in geslaagd
ht getroffen woudgebied vanuit een
vliegtuig op de fotografische plaat
vast te leggen.
Een meteoor vlel
Uit alles wat prof. Kulik heeft
kunnen ontdekken en uit medede-
lingen van ooggetuigen is aan de
weet gekomen, heeft hij kunnen af-
leiden, dat een ontzagiijk gevaarte
met een gewicht van naar schatting
zoiets van 130 ton, dat in een mete-
oorzwerm was uiteengesprongen,
met 'n snelheid van ongeveer 72 km
per seconde dat is niet minder
dan het liefelijke bedrag van een
259.200 km per uur op de aarde
is afgekomen. De plotselinge afrem-
ming van deze enorme vaart bij de
botsing met de aardkorst deed de
enorme hitte ontstaan, die het woud
in de omgeving verzengde en ver-
koolde en de geweldige luchtdruk,
die de bomen ontwortelde en af-
knapte.
Toch kunnen wij ons hoofd voort-
aan des avonds onbezorgd op onze
peluw neervlijen, want dergelijke
kosmische gebeurtenissen zijn ui-i
terst zeldzaam. zo zelfs. dat ons
slechts een geval bekend is, waar-
op dit de aarde nog eens is over-
komen. 1
In de Amerikaanse staat Arizona
kent men namelijk nog zulk een
meteoorkrater van ruim een kilo
meter in doorsnee en hier moet dus
eens in een tijd, waarvan de hi-
storie zelfs geen heugenis meey
heeft, een dergelijk gebeuren
hebben plaats gehad.
Paul Hoffman heeft Zaterdag
nieuwe aankoopvergunningen voor
Nederland, Oostenrijk, Frankrijk,
Italie en de drie Westelijke zones
van Duitsland, bekend gemaakt.
Deze vergunningen belopen in to-
taal een bedrag van 31.963.147 dol
lar. Voor Nederland is een bedrag
van 6.156.045 dollar uitgetrokken,
verdeeld als volgt: tarwe 4.348.945
dollar, tawemeel 1.275.000 dollar, ta-
bak 400.000 dollar en veekoeken
132.100 dollar.
B. en W. van Utrecht hebben Za
terdag verkiezingsafficHes van de
CPN in beslag laten nemen, waarop
vermeld stond, dat de Nederlandse
regering plannen zou hebben tot
hervatting van een militaire actie
in Indonesia.
In de Bossche veemarkthallen
heeft de Bond zonder Naam .Zondag
een zogenaamde D-day belegd,
waarop enkele duizenden belang-
stellenden uit alle delen des lands
aanwezig waren. De vergadering
droeg een huishoudelijk karakter en
was speciaal bedoeld als contactbij-
eenkomst voor de propagandisten.
De Commissaris van .de Koningin
in Noord-Brabant, prof. dr. J. E. de
Quay, bracht, vergezeld door mr.
H. J. Loeff, burgemeester van den
Bosch, een bezoek aan de vergade
ring. Pater Henri de Greeve be-
groette hen hartelijk en prees bei-
den als mannen van grote en goe-
de initiatieven. Prof, de Quay be-
tuigde grote dank voor de'pleister-
actie van vorig jaar. waaraan een
groot aantal boerderijen ten offer
viel, 85000 gulden werd bijeenge-
bracht.
Op het Missiehuis van de fathers
van Mill Hill te Roosendaal kwam
het bericht binnen, dat door een
decreet van Rome van het vicariaat
,van de Boven Nijl (Oeganda), be-
stuurd door de Nederlandse bis-
schop mgr. J. Reesinck een gebied
afgescheiden is. In dit gebied is op-
gericht het nieuwe Apostolisch Vi
cariaat van Kampala. Ook het nieu
we Apostolisch Vicariaat werd toe-
vertrouwd aan de Missionarissen
van Mill Hill en tegelijkertijd werd
father Vincent Billington benoemd
tot Apostolisch Vicaris en titulair
Bisschop van Avissa. Mgr. Billington
die de vierde Mill Hill-Eisschop is
binnen een jaar, werd geboren te
Blackbyrn in Engeland. Hij werd
in 1930 tot priester gewijd, na zijn
opleiding in Roosendaal genoten te
hebben. Sinds 1930 werkte de nieu
we Bisschop in het Missiegebied
van de Boven Nijl.
Ruim twee maanden vroegei- dan
verleden jaar is Zaterdag j.l. het
4000ste schip de Rotterdjnmse ha
ven binnengelopen. Het is ditmaal
het Ned. 274 bruto reg. ton metende
m.s. ..Antares". Verleden jaar kwam
het 4000ste schip op 12 September
aan.
TOEN in het jaar 1898 de toen reeds bestaande Franse Auto-
I mobiel Club een snelheidswedstrijd ParijsAmsterdam
Parijs uitschreef, bleek het noodzakelijk voor wat het gedeelte
van deze wedstrijd op Nederlands gebied betrof, een regelings-
commissie in het leven te roepen. Dat is de feitelijke aanleiding
geweest tot de oprichting van de Nederlandse Automobiel Club,
welke in een vergadering gehouden op 3 Juli van genoemd jaar
te Utrecht haar beslag kreeg. Dat betekent tevens, dat de ge
schiedenis van deze Club die in 1913 het praedicaat Konink-
lijke verkreeg eveneens de geschiedenis is van het automo-
bilisme in ons land. Dit blijkt overigens duidelijk uit het feit dat
de eerste rijvergunning van het departement van Waterstaat
onder scherpe voorwaarden als b.v. een maximum snelheid van
20 km. per uur en een voorgeschreven snelheid van 8 km. per
uur bij het afgaan van hellingen, in bochten, bebouwde kommen
enz. op 26 April 1898 werd uitgereikt aan de heer W. A. van
Dam te Groningen.
Er zijn in de loop der jaren vele
voorschriften en regelingen onstaan,
welke het gevolg waren van de ont-
wikkeling van het automobielver-
keer, zowel in de steden, als buiten
de bebouwde kommen. En te dien
aanzien heeft de K.N.A.C. haar ar-
beidsveld ruimer zien worden,
steeds en met kennis van zaken ge-
ijverd voor een uniforme regeling
van het verkeer in dee grote ste
den. en wat minstens zo belangrijk
is, voor de instelling van voorrangs-
wegen, zowel voor de buitenwegen
als de voornaamste doorgangswegen
in de steden.
Er waren echter ook andere moei-
lijkheden, waarvoor de K.N.A.C. een
oplossing moest trachten te vinden.
Er bestonden b.v. in de eerste 4l»ren
van 't automobilsme geen benzine-
pompen of Service Stations. De
benzineleverancier was de drogist.
Maar niet iedere drogist was in
staat benzine te leveren. En dus
moest de K.N.A.C. voor haar leden
een lijst samenstellen van de adres-
sen van die drogisten, die benzine
konden leveren. En dat was wel no-
dig ook, want in de meeste gemeen-
ten gold een verbod voor automo-
bilisten om meer dan 10 liter ben
zine in voorraad te hebben.
Arvti-lawaai
Na een moeilijke na-oorlogse pe-
riodde van 1918 volgde tenslotte 'n
ongekend grote opbloei, welke de
automobiel een belangrijke plaats
in ons zakenleven verschafte en 't
mensdom duidelijk maakte, dat de
moderne samenleving niet meer
denkbaar is zonder de auto. Het
moet voor de K.N.A.C. een grote
voldoening zijn te weten, dat zij
tot die bloei in' niet geringe mate
heeft bijgedragen.
Zij heeft om enige voorbeelden
te noemen. de verbetering onzer
wegen en de bouw van bruggen
gepropageerd, acties gevoerd tegen
de verkeersgevaren en geijverd
voor de opvoeding van de nieuwe
automobilisten in het met de dag
moeilijker wordende verkeer. Haar
acties voor veilig verkeer hebben
zeer zeker hun nut afgeworpen.
Door cursussen voor haar leden,
door veilig verkeersweken, het
houden van een jaarlijkse wegver-
keersdag, de reizende Veiligheids-
laan door middel waarvan een
ieder zijn auto kon laten onderzoe-
ken op eventuele fouten, de verto-
ning van een veilig verkeers-film,
het op de weg brengen van een
verkeerspaedagoog en een veilig-
heidspropagandawagen, en niet in
de laatste plaats door instelling
van commissies als het Permanent
Anti Lawaai Comite, het Medisch
Psychologisch Verkeerstechnisch
College, dit in samenwerking met
de Ned. Mij tot bevordering der
Geneeskunst en het Juridisch Eco-
nomisch Verkeerstechnisch College,
is zij nog steeds doende, de veilig-
heid van het verkeer te bevorde-
ren.
S.O.S.-dienst
Van de laatste tijd is de K.N.A.C.-
S.O.S.-Dienst welke ten doel heeft
de leden, die hetzij overdag, dan
wel 's avonds of 's nachts gestrand
zijn, op de snelste en eenvoudigste
wijze hulp te doen verschaffen.
Door een overeenkomstmet de
Bovag is het mogelijk geworden
ongeveer twaalf honderd garagebe-
drijven in alle delen des lands in
deze hulpdienst in te schakelen, zo-
dat door middel van telefonische
oproepen, waartoe o.m. de Rode
Kruis hulpposten hun telefoon be-
schikbaar hebben gesteld, de ge-
strande automobilist direct de zo
dichtstbijzijnde garage of werk-
plaats om hulp kan verzoeken.
Op sportgebied heeft de K.N.A.C.
snelheidswedstrijden te Schevenin-
gen en Hilversum gehouden. be-
trouwbaarheidsritten voor dames,
nachtritten en heuvelritten in Lim-
burg en kort voor Wereldoorlog
no. II een snelheidswedstrijd voor
racewagens
Van de toeristische gebeurtenis
sen noemen wij de toertochten in
binnen- en buitenland, sterritten
ter gelegenheid van de in gebruik-
stelling van belangrijke bruggen,
als die aan de Moerdijk en Zalt-
bommel, of de opening van de Zui-
derzeedijk. en niet in de laatste
plaats grote clubreizen, waarvan
die naar Nederlands Oost-Indie wel
het glanspunt vormde.
Wij zouden niet volledig zijn,
wanneer wij niet wezen op de eer.
die de K.N.A.C. in 1903 ten deel
viel, toen wijlen Z.K.H. Prins Hen-
drik het Beschermheerschap aan-
vaardde; na zijn verscheiden in '35
verklaarde H.M. de Koningin zich
bereid als Beschermvrouwe op te
treden. H.K.H. Prinses Juliana werd
in 1935 als lid ingeschreven, welks
voorbeeld in 1936 door Z.K.H.
Prins Bernhard werd gevolgd. En
in 1937 aanvaardde Prins Bernhard
het Beschermheerschap.
BIJ ONZE POGINGEN in ons toi
let een harmonie te bereiken
vervult de hoed een grote en be
langrijke rol. Het is zelfs zo, dat de
harmonie in ons toilet staat of valt
met 't al of niet geslaagd effect
dor de hoed teweeggebracht. Deze
immers moet zich niet alleen voe-
gen naar ons figuur en onze per-
soonlijkheid. maar hij moet zich
evenzeer schikken naar onze japon
of mantel en naar de tijd waarop en
de gelegenheid waarbij hij gedra-
gen wordt.
Tegen beide regels wordt veel
gezondigd en overtredingen van de
eerste regel zijn even erg als die
van de laatste. Immers evenmin als
een grote rijzige vrouw sierlijk ge-
kleed gaat met een klein lieftallig
hoedje, evenmin ook gaan we onze
dagelijkse boodschappen doen uit-
gedost met een door vele bloemen
getooide hoed of slaan we een doek
om ons hoofd, wanneer we een
avondje uitgaan.
Waar de hoed dus zulk een be
langrijke rol speelt, spreekt het
vanzelf, dat de veranderingen. die
de nieuwe mode gebracht heeft bij
japon, mantel en silhouet de hoed
niet ongemoeid hebben gelaten. En
evenais bij de japon grijpt men ook
hier weer enige tientallen jaren
terug en is men naar hartelust gaan
grasduinen in de talloze variaties
van die tijd. Men heeft gezocht naar
'n charmante bekroning van het
rijke en statige en zo vrouwelijke
silhouet zoals dit door de nieuwe
lijn gevormd wordt.
Langs vele wegen is men hiertoe
gekomen en het resultaat is dan ook
een grote - verscheidenheid - van
zwierige en gedistingeerde, bekoor-
lijke en nuffige, lieftallige, roman-
tische en pikante hoeden en hoed-
jes, waaruit we zeer zeker die hoed
sullen kiezen. die past bij onze per-
soon en bij de gelegenheid, waarbij
we van plan zijn hem te dragen.
Natuurlijk zijn er echter wel bij
al deze variaties enige eigenschap-
pen aan te wijzen, die karakteristiek
(e noemen zijn voor een nieuwe
mode op het gebied der voorjaars-
hoeden. Op de eerste plaats kunnen
we constateren, dat de hoed niet
meer achter op het hoofd gedragen
wordt, zijn plaats is nu boven op het
hoofd met veelal een brede rand
naar voren en om deze hoeden met
succes te kunnen dragen, moet men
het haar opsteken, hetgeen met een
paar kammetjess vlug gebeurd is.
Verder valt op te merken, men
kan het als een gevolg van het eer
ste beschouwen, dat de hoeden wei-
nig volumineus zijn. de meeste zijn
ondiep en plat. Bij vele hoeden
worden voiles gedragen, strak voor
het gezicht en onder de kin samen-'
gestrikt; tijdens de namiddag- en
avonduren sieren vaak linten en
zeer lieftallige en toch voorname
strikken van ragfijne tule of mous-
seline de keel.
Voor de morgen- en boodschap-
uren brengen de ateliers dit jaar
eenvoudige ongecompliceerde, rus-
tige en toch frisse hoedjes, zeer ge-
schikt te dragen bij mantelpak of
sportieve jas. Deze hoedjes zijn
zeer geschikt te dragen bij mantel
pak of sportieve jas. Deze hoedjes
zijn veelal van licht stro, gecombi-
neerd met donker vilt, fluweel of
ander soepel materiaal en een
lichte garnering van bijv. enige
kwieke veertjes. Vodral tij een
elegante tailleur is het effect, dat
verkregen wordt met een even strak
en elegant van lijn gehouden hoedje
vervaardigd van licht stro en zwart
vilt, wonderbaarlijk.
Vanzelfsprekend zijn de hoedjes
voor de middaguren en de visite's
veel levendiger. flatteuzer en vrou-
welijker. In dit genre schijnt 't
vooral de kapothoedjes te zijn, die
aan de jongeren onder ons een bij-
zondere gratie zullen verlenen. Ik
moet zeggen, dat deze nauw om het
hoofd sluitende hoedjes, dikwijls
van fijn zwart stro en zwart flu
weel en met een band onder de kin
gestrikt, om een jong en open ge-
zichtje allerliefst staan.. Dit ech-
is lang niet voor ons alien wegge-
legd en gelukkig zijn er ook vele
modellen van een minder jeugdig
en naief allure, en wel vooral in het
genre, dat we dragen als we een
avondje uit of ter receptie gaan.
Zelden stond de mode ons toe bij
deze gelegenheden zulk een rijke
en flatteuze hoofdtooi te dragen als
zij dit jaar van ons eist. Alle hui-
zen brengen kleine hoedjes met 'n
overdadige garnering van bloemen,
sluiers en voiles.
Bij de avondjurken ziet men dit
jaar zeer grote platte hoeden in
zachte feeerieke tinten, gesierd met
veel gaas en enkele bloemen van
een tere kleur, het geheel in har
monie met de lange handschoenen.
Zij, die gewoon zijn met behulp
van eigen fantasie en vaardigheid
een hoofddeksel te maken, hebben
dit voorjaar wel geen gemakkelijke
maar toch een zeer dankbaar en
voldoeningschenkend karweitje voor
de boeg. Zij hebben de keus uit rijk
gevarieerd materiaal en kunnen hun
fantasie bij de garnering in hoge
mate de vrije teugel laten, daar zij
slechts gebonden zijn aan enkele
voorwaarden aangaande het model
en aan de hen door hun eigen ka
rakter opgelegde perken.
ANNEMIEKE
Ik logeerde bij mijn vriend Van
Knuppelstein, wiens vader een bui-
tenplaats bezat dicht bij een Bra-
bants dorp. Het huis had verschei-
dene logeerkamers en daar de fa-
milie zeer gastvrij was, had de
dochter des huizes ook een vrien-
din te logeren.
Nu had ik de stommiteit begaan
op de markt te Tilburg voor twee
gulden twee grote dikke konijnen
te kopen en deze 's avonds vlak
voordat de dames zich ter ruste
begaven in hun bedden te stoppen.
U kunt zich begrijpen hoe de
lieve kinderen te keer gingen, toen
ze hun blote voetjes tussen de la-
kens lieten glijden om daar plotse-
ling iets levends te voelen.
Een enorm gegil vervuide ten-
minste het huis en beide meisjes
vlogen in nachtgewaad de gang op
alsof er minstens een inbreker on
der-hun bed lag.
Papa snelde hen echter te hulp,
gewapend met tandenborstel en
broekenpers en ik veronderstelde
reeds, dat de zaak hiermede was
afgedaan. doch ik had buiten de
„bloedwraak" van deze twee on-
schuldige meisjes gerekend
Het was de avond voor Kerstmis
en terwijl we zo voor de open haard
zaten, de kamer slechts verlicht
door de vlammende houtblokken,
liep het gesprek uiteraard over spo
ken en spookgeschiedenissen, waar
bij ons de koude rillingen over de
rug liepen.
In mijn jeugdig:e overmoed, ik
was sergeant bij de Koninklijke
Landmacht en had dus een zekere
reputatie hoog te houden, beweerde
ik u weet wel, met zo'n min-
achtend glimlachje, dat spoken
natuurlijk niet bestonden.
Plotseling boog zich Anneke, een
schat van een meisje, maar een
katje, dat je beter met rust kon
laten. voorover. Ze legde vertrou-
welijk haar poezele handje op mijn
knie en terwijl de vlammen speel-
den in haar mooie diepblauwe
ogen en over heur goudblond haar,
zei ze:
Welnu mijn dappere landver-
dediger, luister eens goed naar je
oma. In mijn koffer heb ik een
doos met honderd verrukkelijke En-
gelse sigaretten, die zijn voor jou.
Ik wilde reeds mijn dankbaar-
heid tot uitdrukking brengen, toen
ze met donkere stem verder ging:
Ik leg die sigaretten straks op
de laatste grafsteen, op het kerkhof
weet je wel, waarop die spreuk
staat: Is beter van iedereen benijd
dan van God gemaledijd. Klokslag
12 uur ga jij vannacht, als je een
vent bent, die verrukkelijke siga
retten even ophalen.
Met een ruk was ze overeind en
de rechterarm onheilspellend uit
gestrekt, wees ze met haar wijsvin-
ger op mij neer:
Durf je?
Top, zei ik. ik doe het even;
helaas niet wetend wat ik zou gaan
doen.
Maar wacht, !riep het noodlot,
de arm ten tweede male opheffend
dan breng je me ook nog een sche-
del mee van de beenderenhoop in
de hoek van het kerkhof.
Even aarzelde ik, mijn bloed
kookte in mijn aderen, mijn hart
bonste hoorbaar.
Je durft niet, bah! sprak de
maagd.
Wat? schreeuwde ik, ik niet
durven, natuurlijk durf ik.
En de schedel? klonk het hoi
en dreigend.
Die breng ik ook mee, al wou
je een kar vol schedels, die maken
mij geen biet, zei ik overmoedig
en we begonnen over iets anders.
Dp nacht was donker, te donker
haast voor spoken. Ik had mijn
zaklantaarn meegenomen, die ik
gebruiken mocht als het zoeken
naar een schedel wat te lang zou
duren.
Eindelijk kwam ik aan het kerk
hof, waar de bleke grafstenen op-
doemden tegen de donkere achter-
grond en werkelijk voelde ik iets
kouds over mijn rug kruipen toen
ik de eerste zerken achter mij
wist.
Na enige malen languit over ijs-
kllle stenen te zijn gevallen, be-
reikte ik tenslotte de plaats waar
de sigaretten zich bevonden
Haastig griste ik ze bij 'elkaar,
zo nu en dan over mijn schouder
kijkend, want het beklemmende
gevoel, dat een sigaretten-liefheb-
bende geest toekeek, wilde me niet
verlaten.
Nu die doodskop nog! Ik nam
mijn lantaarn in de hand en schar-
relde tussen de graven door naar
de beenderenberg. Spoedig had ik
een schedel te pakken, naar ik vu-
rig hoopte van een mak skelet.
Zorgvuldig knoopte ik het doods-
hoofd onder mijn militaire overjas
en rende als een haas naar huis,
waar ik fier de huiskamer binnen-
stapte.
Hoe teleurgesteld was ik evenwel
te moeten constateren- dat degene
voor wie ik dit alleg had gedaan
reeds ter ruste was.
Met smart vervuld, zocht ik ver-
getelheid onder Je -dekens voor de
wisselvalligheden des levens....
Met een kreet van schrik werd
ik wakker en luisterde. De voile
maan zond haar zilveren stralen in
mijn kamer, ik hoorde de gangklok
slaan en plotseling verbeeldde ik
me het geklapper van tanden te
horen.
Met een ruk zat ik overeind. Was
dat geen zwakke vrouwepgii? Ik
lusterde, de adem inhoudend, de
ogen wijd open gesperd. Duidelijk
hoorde ik schuivelen achter het
gordijn. Was dat geen snik?
Neen, het was een schrapend ge-
luid als van een geraamte, dat zich
moeizaam bewoog met stramme le.
dematen.
Angstig klonk het geluid als van
knarsende tanden en stroef schu-
rende gewrichten. Dan. wit en grie-
zelig. beschenen door de manestra-
len, verscheen boven de rand van
mijn bed een doodshoofd.
De zwarte oogholten, zwarter nog
door de diepe schaduwen, staarden
me aan en vol afschuw aanschouw-
de ik een geopende doodsmuil.
Een doffe demonische lach klonk
van onder het bed. Ik gaf een
schreeuw van angst en vertwijfeling
en plofte voorover boven op de
schedel.
Een luid gelach onder mijn bed
gesmoord uitgestoten door twee
jeugdige vriendinnen, bevestigde
mijn stelling dat spoken inderdaad
niet bestaan.
20.
„Kom binnen, mijnheer Morier. Ik
ben echt blij, u te zien. Dit is mijn
compagnon,mijnheer Callon."
„Het ial me een genoegen zijn in
uw zaak te werken, juffrouw HS-
bler", zei Morier glimlachend. „De
drommel mag weten, hoe ik het al
die jaren bij mevr. Pritere heb uit-
gehouden. Maar nu hoop ik op een
prettige werkkring bij u."
Anne keek naar George, om te
zien, hoe hij die woorden zou opvat-
ten. Ze voelde, dat dit een recht-
vaardiging van haar handelwijze
was, al was het alleen, om wat ze
voor Morier gedaan had, die naar
haar mening, evenzeer 'n slachtoffer
van mevrouw Pritfere was, ols zij-
zelf.
George nam zijn hoed op, glim-
lachte tegen Anne en daarna tegen
Morier. „Ik ga er vandoor", zei hij,
„u beiden zult wel heel wat te prS-
ten en te regelen hebben."
Na zijn vertrek gingen Aiyie en
Morier terstond hard aan het werk..
Anne haalde een stapel facturta
voor de dag en noteerde alle goede-
ren voor de laagst mogelijke prij-
zen, die nog een heel kleine winst
overlieten.
„Ik zal nog scherper moeten be-
rekenen", zei Anne, „ik heb veel
kapitaal achter me. Ik kari me zelfs
veroorloven, een poosje met verlies
te verkopen, totdat de zaak goed
loopt."
Ze bleven de hele dag en een
groot deel van de avond druk aan
het werk.
„Hoe zullen onze prijzen het doen
in vergelijking met die van Pri-
tere?" vroeg Anne, toen ze's avonds
hun werk opruimden.
Morier glimlachte vermoeid.
„Wij zijn over het geheel twintig
percent lager en met sommige arti-
kelen zelfs vijf en twintig percent",
zei hij. „Ik ben bang, dat mevrouw
Pritere een beroerte krijgt, als ze
onze prijzen ziet."
HOOFDSTUK X.
„Ik ben er op uit, haar te gronde te
richten."
Mevrouw Pritere stond voor het
raam van haar zitkamer en staarde
nijdig naar de blauwe, gesloten win-
kelgordijnen aan de overkant. Ze
had er heel wat voor willen geven,
als ze had kunnen zien, wat er ach
ter die gordijnen voorviel.
Het viel haar op, hoe nieuwsgie-
rig de voorbijgangers naar de win-
kel keken. Verschillende vrouwen
bleven voor de spiegelruiten staan
en probeerden door een kiertje in
de winkel te gluren.
Mevrouw Pritere herinnerde zich
hoe slap de verkoop in de paar laat
ste weken geweest was en maakte
daaruit met verbittering op, dat de
stad wachtte op de opening van de
nieuwe zaak. Men spaarde zijn geld
op. in de hoop, koopjes te kunnen
halen.
Ze wendde zich van het venster
af en keek naar Arthur, die met 'n
cigaret in zijn mond de uitslagen
der wedrennen in het ochtendblad
nazag.
„Arthur!" riep ze heftig uit, „we
moeten er achter zien te komen,
wat die Anne Hebler" uitvoert. Ik
kan niet langer afwachten. Het is
best mogelijk dat ze dezelfde arti-
kelen, die wij verkopen, voor veel
lagere prijzen in haar etalage zet!"
..Maar dat kan ze immers onmo-
gelijk doen, moeder?" wierp Arthur
haar tegen.
„Ze kan iemand achter zich heb
ben staan, die zijn geld eraan waagt
en niet geeft om zijn verlies", zei
ze grimmig. „Ik heb George Callon
in de laatste dagen voortdurend
zien in- en uitlopen en al is het mo
gelijk, dat hij de zaak daar alleen
helpt inrichten, het is ook mogelijk,
dat hij er zelf met zijn geld in zit.
Bovendien is Hebler een aantrekke-
lijk meisje.... en Callon is vrijge-
zel."
Arthur stoof op. Hij was vuur-
rood geworden.
„Neen, die grote aap is niet half
goed genoeg voor Anne!" riep hij
uit, maar toen hij de vinnige blik-
ken van zijn moeder ontmoette,
grinnikte hij wezenloos.
„Zo, geef je nog altijd zoveel om
dat meisje, Arthur?" vroeg ze grim
mig.
Hij knikte van ja. „Dat is nu een-
maal zo, moeder," zei hij.
Claire beet zich op de lippen. Ze
keek verbitterd. Ze vocht een in-
wendige strijd uit en ten slotte keek
ze hem strak aan.
„Ga naar Anne Hebler toe en
maak het weer goed met haar", zei
ze. „Ze zal blij zijn als ze van je
hoort dat je haar niet meer min-
acht. Zeg haar, dat je haar graag
met haar pieuwe zaak wilt helpen.
Als je het op een verstandige ma-
nier aanlegt, zal ze best met je best
met je trouwen en kun je zowel
van Hebler als van Pritere eigenaar
worden."
Arthur keek triomfantelijk om
zich heen.
„Dus u meent het, dat ik met
Anne mag trouwen, als ik graag
wil?" vroeg hij gretig.
Claire knikte toestemmend en
wendde zich van hem af.
„Als ze je hebben wil", zei ze,
..maar in het ergste geval, als ze
je weigert dan heb je gelegenheid
gehad, in de winkel te komen en te
zien, wat daar gaande is. Let voor
al op de prijzen, die ze noteert. Als
ik die maar eerst weet, kan ik ver
der plannen maken."
Arthur had verder geen aanspo-
ring nodig. Hij liep naar zijn slaap-
kamer, borstelde zijn haren, deed 'n
andere das om, bekeek zich goed-
keurend in de spiegel en zette zijn
hoed op.
Voor de deur van Hebler staande
glimlachte hij. Toen hij Anne de
laatste keer ontmoet had, was ze
hem voorbij gelopen. Maar toen
had ze waarschijnlijk gemeend, dat
hij haar niet hebben moest.
(Wordt vervolgd.)