Sprookje van de Gouden Koets werd werkefijkheid KRONINfeSSPEL besloot de huldigingsdagen KONINGIN Nederland moet zelf zijn koers bepalen HULDIGT HAAR MOEDER EEN ECHTE KON EN EEN ECHTE Honderdduizenden longs de weg hebben het gezien en de nieuwe Koningin bejubeld Het hoogtepunt Sportbonden presenteerden zich in een feesteliik Stadion „Gij stond als een rots in de woedende golven" v_. Feest van Nederlandse eenheid J Prinses Margret Uur der historie Inhuldigingsrede Sportieve hulde aan Koningin Juliana Prof. Kranenburg onderscheiden NIEUW NOORDHOLLANDS DACBLAD DINSDAG 7 SEPTEMBER 1948 TEMIDDEN VAN HAAR GOEDE EN GETROUWE STATEN-GENERAAL, talrijke vorstelijke gasten, die buitenlandse dvnastieen vertegenwoordigden, gezan- ten, diplomaten, alle leden van het Nederlands Episco- paat, met de Aartsbisschop, Z.E. Joannes Kardinaal de Jong, Aartsbisschop van Utrecht, aan het hoofd, een waarlijk vorstelijke stoet van leden der hofhouding in groot tenue, die alien tezamen een onvergetelijk kleur- rijk tafereel vormden temidden van de charmante en tedere figuur der Koningin, aan de zijde van de Prins der Nederlanden, klonk gisterenmorgen bij de plechtige inhuldiging van Koningin Juliana haar stem, die na enkele woorden reeds aller vertrouwen en sympathie had verworven. Het was de stem van een vrouw, die zeer vertrouwde dingen besprak en die aan het impo- sante ceremonieel een zeer menselijk karakter gaf. Het was een lieve, moederlijke stem en dat werd aanstonds gefluisterd op alle tribunes. Men zag het oude vergrijsde staatslieden elkaar in de oren zeggen en de radiorepor- ters, die in vele talen hun ooggetuigeverslagen stonden door te geven naar alle delen van de wereld, waren er vervuld van. Het ontroerde misschien het meest de vele dames, die met hun fraaie toiletten het feest van kleur en praal nog hoger glans van schoonheid gaven en mis schien hebben zij er ook wel het meest juiste woord voor gevonden. Het zal wel het eerst van deze zijde zijn doorgegeven, wat als een soort wachtwoord de ronde deed in het hoge kerkgebouw: „Wat is zij lief, wat is zij een ecbte moeder. ik MSTERDAM, dat daar bont en bewegelijk lag onder de grauw-grijze Septemberhemel liet de schittering om en in de Nieuwe Kerk een tikkeltje onverschillig. De Kroonstedelingen wilden wat zien en deze wens kon niet vervuld worden door de plechtigheid der plechtigheden in de oude Nieuwe Kerk. De pracht en praal in dit gebouw ten toon gespreid, raakten hen niet omdat hun oog immers niet kon wijden over het goud van de uniformen, de flonkerende kleurenschakeringen in de eiken- houten kerkebanken en het flikkeren van edelgesteente in het kleed der jonge Koninginne. VAN DE VOORZITTER DER VERENIGDE VERGADERING Leden van de Staten-Generaal. Dat ik hier op het ogenblik in uw midden ben om de eed op de Grondwet af te leggen, vervult mij met weemoed. Want het is een gevolg van het feit, dat mijn lieve moeder een halve eeuw lang haar krachten in dienst van het vaderland en het rijk heeft gegeven in een mate, dat zij nu eindelijk de zware last niet langer dragen kan, Maar het vervult mij ook met de troost, dat ik haar mag verlichten door die last met mijn on- ervaren handen, maar sterkere want jongere kracht, over te nemen en dat ik daarmee iets voor mijn moeder doen kan voor haar, aan wie ik samen met de goede mens die mijn vader was, het levenslicht en alles.te danken heb. Sedert eergisteren ben ik geroepen toit een taak, die zo zwaar is, dat niemand, die zich daarin ook maar een ogenblik heeft ingedacht, haar zou be- geren, maar ook zo mooi, dat ik alleen maar zeg gen kan: wie ben ik, dat ik dit doen mag. De mogelijkheden, die mij hierdoor worden ge geven, om in het algemeen welzijn werkzaam te kunnen wezen, zijn zo groot, dat ik na veel inner- lijke strijd bereid ben deze roeping te volgen, waarop mijn ouders mij met zorg hebben voor- bereid. Overeenkomstig de bepalingen van de Grond wet ben ik tot het koningschap geroepen, maar de moed om deze roep te volgen vind ik in ver trouwen op God ei*in de grote liefde, waarmede ons volk mij tegemoet treedt. Deze liefde heeft mij mijn hele leven begeleid. Ik leefde in de warmte daarvan in tijden van voorspoed en geluk, maar nooit bleek de kracht daarvan sterker, dan in tijden van tegenspoed en verdriet. Daarnaast ben ik gelukkig in mijn man een levensgezel naast mij te hebben, die, een grote ste'un voor mij is en hebben wij het voorrecht zelf al onze zorgen te mogen wijden aan onze vier kinderen. Ik wil hier met nadruk vaststelleh, dat voor een koningin haar taak als moeder even belangrijk is als voor iedere andere Nederlandse vrouw. Lieve moeder, geleid door de liefde, de wijsheid en het verstand van groot.moeder, zijt gij uw zware taak begonnen met later naast u vaders gezegende persoonlijkheid. Hoe moeilijk ge het hebt gehad In een wereld van conventionele vooroordelen, waardoor spefliaal de tijd waarin ge begon, zich kenmerkte, weet ik nog maar alleen, en dat zeer ten dele. Met uw scherpe visie en uw in de grond van uw hart zo sterke verbondenheid met de mede- mens, hebt gij echter onverstoord voor het heil der gemeenschap gewerkt. Ik zelf en alien hadden altijd het gevoel dat gij er w a a r t, als een rots. Toen de stormen kwamen, merkte men dat pas goed. Want die rots stond daar onwrikbaar: „sae- vis 'tranquillus in undis", rustig temidden der woedende golven. Ik weet dat ge in uw overgrote bescheidenheid en nederigheid, na een halve eeuw van offeren en dienen en nooit uzelf zoeken, van onafgebro ken werken, zwoegen en scheppen, zegt: maar ik heb toch immers niets gedaan. Waarvoor dan al deze dank? Nederland en de rijksdelen overzee hebben u een halve eeuw als ,,de koningin" gekend en zelfs reeds acht moeilijke jeugdjaren daarvoor. Nu hoopt ge op een welverdiende rust, het geven van eigen zinvolle vorm aan uw levens avond. Een uiterlijk zinnebeeld, hoe ontoereikend ook, moge u nog sterker gevoel van verbondenheid ffeven met de besten uwer wapenbroeders in da grote strijd. In de hoop dat uw bescjieidenheid u niet zai beletten, het te aanvaarden, worde u thans als symbool van het hoogtepunt van uw regering, uw leiderschap in de zware tijd van oorlog en onder- drukking, het Ridderkruis der Militaire Willems- orde, eerste klas, aangeboden. Het tekenen van dit besluit was mijn eerste regeringsdaad als koningin. Leden van de Staten-Generaal, Wij bevinden ons op dit ogenblik van de we- reldgeschiedenis in een toesfand, .waarin alles aankomt op onze houding tegen het onheil van het jongste verleden en tegen de dreiging van nieuwe onheilen. Nederland moet niet alleen drijvende blijven op de wilde golven van het wereldgebeuren. Het moet zelf zijn koers bepalen, en bovendien trachten met de andere volken samen de koers uit te zetten van de ganse wereld- vloot.- Wij moeten er niet op zien of dat offers kost. Als het nodig blijkt, moeten wij bereid zijn ballast uit te werpen. Alle hens aan dek: ,,een- dracht en nog eens eendracht", heeft Koningin Wilhelmina ons op het hart gebonden. Veel goede voornemens worden geuit, veel plannen worden gemaakt. Zullen wij ze oojc waar maken: bij het nastreven van sociale rechtvaar- digheid, culturele ontwikkeling en economische welvaart in ons kleine land met zijn grote bevol- king, in het regelen op voet van vrijheid, zelf- standigheid en gelijkwaardigheid vah onze ver- houding tot de volkeren van Indonesie, Suriname en de Nederlandse Antillen, in het vervullen van onze taak tussen de volken, in de wijde ruimte der wereldverhoudingen? Ja, wij kunnen en zullen waar maken, wij kunnen en zullen verwezenlijken, wat in onze macht is om te bereiken. God helpt hen, die zich- zelf helpen. Doen wij dit niet en zien wij te veel op de offers, die het ons kosten zal, dan lopen wij het gevaar in de golven onder te gaan. In de laatste twintig jaren hebben in de wereld- gemeenschap misaaden plaats gegrepen zo groot, da)t men zich die niet te voren had kunnen voor stellen. Als een kwaadaardige besmetting heeft deze misdadigheid om zich heen gegrepen en een verwildering der geesten ten gevolge gehad, die ook ons volk ondanks een heldhaftig verweer niet geheel onaangetast heeft gelaten, Geen betere wijze om dit kwaad te bestrijden dan het opvoeden van onze jeugd tot vrije men- sen met een geestelijk fundament, met een sterk verantwoordelijkheidsgevoel voor de medemens, met eerbied voor alles wat leeft en groeit en voor eens anders diepste overtuiging. Ons volk is zeer onderscheiden naar godsdienst en wereldbeschouwing. De Staten-Generaal geven daarvan een weerspiegeling en kennen, om met Willem van Oranje te spreken: „die gelegenheyt de lands ende de humeuren van de ingesetenen het best", Het is daarom aan hen te verwezenlijken die eenheid in verscheidenheid, het in eendracht be- hartigen van 's lands belang. Zo dddelijk zal ik mijh eed afleggen in honderd jaar oude bewoordingen. Daarbij' zal mij voor ogen staan het zinnebeeld, waarmede ik de rege ring van mijn moeder kenmerkte, en dat voor mij het wezen van het Nederlandse koningschap weergeeft: de rots temidden der woelige baren. Leden der Staten-Generaal, tezamen zullen wij werken voor het heil van Nederland en het Rijk. Moge God onze arbeid zegenen. Gedragen door leden der ver- schillende jeugdorganisaties werd het symbool der souvereinlteit in de glans van de ondergaande zon, plechtig van het Damplantsoen naar het Olympisch Stadion te- ruggebracht. De belangstelling was vooral in het centrum, waar tienduizenden langs de weg ston den geschaard, bijzonder groot, doch ook in Zuid uijpnclen de mensen nog vaak twee rijen dik op de trottoirs. Op de Rozen- gracht moest de stoet ongeveer 5 minijten stoppen. omdat het pu- bliek tot aan de rand van lie trambaan was opgedrongen en er voor de kroon geen ruimtri meer was om te passeren. In allertjl werd politieve'rsterking opgeroe- roepen en zo kon verder de lange stoejt, waarin enkele muziekcorp- sen en afdelingen der verschillen- de Jeugdorganisaties met hun vlaggen meeliepen, de tocht naar het stadion volbrengen. In het stadion zelf waren inmid- dels 50.000 toeschouwers bijeen, die vanaf 9 uur wachtten op het grote moment dat koningin Juliana haar intrede zou doen. Inmiddels aris- veerde de een na de ander de ver- schillende buitenlandse gasten. Eerst het Deense kroonprinselijk paar. daarna prinses Margaret Rose, die in gezelschap was Van de graaf en gravin van Athlone en die door het eivolle stadion langdurig werd toegejuieht. Vervolgens arriveerden de Noorse en Zweedse gasten, prins George van Griekenland en aarts- hertog Jan van Luxemburg. Nog feven werd het geduld op^de proef gesteld en toen reed de elegante Cadillac waarin Koningin Juliana. Z. K. H. Prins Bernhard en Hare Doorluchtige Hooghcijfi Prinses Armgard binnen. Twaalf volgauto's prachten talrijke andere gasten. Glorleus entree Koningin Juliana droeg een bij zonder fraaie. witte avondjurk met witte bontcape. Z. K. H. was gesto- kefi in het gala-uniform van vice- admiraal met steek. Nadat het Wil- helmus was gespeeld. meegezongen door het gehele stadion, nam het huldigingsspel een aanvang. Een vlaggenparade, gevolgd door een wapenschouw van de diverse stadswapens opende het snel en "daarna betraden wederom de Lim- burgse vendelzwaaiers de grasmnt, die weer met bloerqen. planten en fonteinen in een lusttuin was her- schapen. Een optocht van fakkels, die zich. evenals de stadswapens langs de rand en de trommels langs de rand van het stadion verspreid- de, vormde de entree voor de kapel en de trommelslagers van het gar- deregiment grenadiers, die hierna, gevolgd door een detachement ma- trozen van H M. ..Karel Doorman" het garderegiment jagers en do gardetroepen van 't regiment Irene hun entree maakten De kanel stel- de zich op voor de Koninklijke loge (Vervolg van pagina 1) laatste „Dat beloof ik", van ir Vos, geklonken heeft, zWaait de oudste Koning van Wapenen, j)hr Six, zijn scepter en roept met luider stemrne: „Hare Majesteit de Koningin Juli ana is ingehuldigd, leve de Konin gin!" Driemaal herhaalt zich die roep uit de duizenden monden der hevoorrechten, die deze onvergete- lijke plechtigheid mochten meema- ken. De oudste heraut van wapenen verricht diezelfde plechtigheid but- Jen, waar het volk de roep herhaald. Het orgel speelt koraalmuziek, de koninklijke stoet wordt opnleuw ge- vormd. de Koningin verheft Zich van Haar zetel en als het koor in- zet: Gezang 184: „De Heer is mijn Herder", vertrekt de stoet weer in hetzelfde slepende tempo, dat de in- druk slechts verhoogd. Dan vertrekt ook Prinses Wilhelmina, de vorBte- RJke gasten worden weer uitgeleide gedaan, de bezoekers haasten zich naar de Dam, waar na weinig ogen- blikken de koninklijke familie Ver- schijnt, luide toegejuieht door dege- rlen, die op de Dam aanwezig moch ten zijn. De gelukkigen, die een plaats konden innemen op invitatie en degenen, die er een hele nacht- rust voor over hadden, om van dich- ter bij iets te zien. Koningin Juliana wuift met Haar rechterhand, Prins Bernhard doet het eveneens en Beatrix wulft tnee. Zij torst enige ogenblikken de klei- ne Marijke en dan zwaait haar rrtoe* der Zich in al de pracht Van Haar statiegewaad om en neemt Marijke Op Haar met hermelijn bedekte arm NEeuwe toajuichingen barsten los en dan, na vijf minuten voor Haar volk te hebben gestaan, trekt H.M. zich in het paleis terug, om des middags door het volk in al zijn ge- ledingen en in weergaloze massa onbelemmerd te' worden gehuldigd en toegejuieht op de Sflcht met de Gouden Koets. en voor de ogen van de entheusias- te toeschouwers ontrolde zich een militair schouwspel in, dezelfde kleur en pracht als de garde van de koninklijke stoet, die hedenmiddag door de Amsterdamse straten trok. Ernst en vreugde Hierna droegen verpleegsters van het Rode Kruis als hulde aan hun oud-voorzitster de kroon, die door de jeugd naar het stadion was ge- bracht, binnen en brachten Oost en West hun groet van eerbied en hul de aan de jonge vorstin. Een groot feest op het middenterrein, ingeleid door een vuurwerk, besloot dit spel, dat een waar symbool was van ener- zijds de ernst en anderzijds de vfeugde, waarmede de nieuwe vor stin der Nederlanden door haar volk is ontvangen. Kort voor het einde van dit schouwspel had Koningin Juliana met haar gasten, het sta dion onder luid pekiteh verlaten. De jongste Engelse primes Mar garet Rose was ongetwijfeld de Re veling van het publiek. Zij heeft de stoet met de gouden koets be- wonderd vanuit een der ramen van het hotel 1'Europa. Op weg naar 't Paleis, voor het diner, inspecteerde Zij de erewacht der studftnten en Ret zich Voorstellen aan de com mandant, die tot de Engelandvaar- ders behoorde. De prinses is door Koningin Juliana benocmd tot rid- dcr in de orde van het Grootkruis van de Nederlandse Leeuw. De Amsterdammers wilden wat zien. Daarvoor alleen waren zij bij duizenden en tienduizenden de bre- de straten van de binnenstad, waar- over straks de blinkende wielen van de onvolprezen gouden koets zouden wentelen, binnengetrokken, de buitenwijken achterlatend in de eenzaamheid van een druilerige herfstdag. Zij waren gekomen om de Gouden Koets te zien met de nieuwe Koningin, de glanzende paarden en de schitterende pracht van de uniformen der berijders. Daarvoor en daarvoor alleen ston den zij vele rijen dik, deinend en dringend, als maar wachtend op die stoet, waarvan zij de gelijke nooit hadden gezien en waarschijnlijk nooit meer in hun leven zouden zien. Naarmate de wijzers van alle klokken en klokjes die nooit tevoren in Amsterdam zo veel ge- raadpleegd werden als deze dag de twaalf en 'de drie naderden, het uur waarop Koningin haar rijtoer zou beginnen door het hart van Amsterdam, groeide de spanning. Het gonsde en bruiste, het geruis van die duizenden stemmen steeg hoog boven de gevels van Amster- dams statige huizen. Even ging een zucht van vervulde verwachting door de dichte rijen, toen het doffe geroffel van trommels hoorbaar werd. Het was loos alarm, want geen Gouden Koets kwam daar aangegleden. En toch bracht het geen teleurstelling teweeg voor de wachtenden, want er was weer wat te zien! De troepen, die de ere-af- zetting vormden, gingen hun plaat- sen innemen, de luchtstrjjdkrachten in hun grijzig-blauwe uniformen, de mannen van de landmacht in hun khaki battle-dress en niet te ver- geten de krijgshaftige marine met de ene tamboer voorop, rode bie- zen op de broek en de blinkende trompet achter op de rug: de offi- cieren stram, de glinsterende sabel over de schouder, de pet glanzend van goud en wit. Dat bracht leven in de brouwerij, soms wat herrie omdat zij zich posteerden het geweer aan de voet voor degenen, die dikwijls al uren langs de stoep waren ge- zeten, maar meer nog leven, echt bruisend leven. omdat deze aanblik hoop gaf en de schaduw was, die de grote gebeurtenis vooruitwiep. Er kwam beweging in de rijen. Nu moest het sprookje aan hun oog voorbiitrekken. Men rekte de hal- zen. En ja, daar heel in de verte bewoog zich iets op de rijweg. Trommels werden hoorbaar, de spanning stljgt tot het ongelooflijke. Dit is het ogenblik, waarop ieder heeft gewacht. Een daverend ge- juich raast door de straten, het plant zich voort hoog tegen de ge vels, van de daken raast het neer, en daar is de kop van de stoet, vier politieruiters, deinend op hun dan- sende paarden, dan de rijtuigen van de Amsterdamse hoofdeommis- saris en burgemeester d'Ailly, ge- heel alleen gezeten in zijn open rijtuig, een zwarte steek op het hoofd, de zilveren ambtsketen rond zijn hals. glinsterend afstekend te gen het zwart van zijn costuum. En daarachter stapt dan de stoet na- derbij in een machtige cadans, een beweging, een gloed, een glans. Het hoefgetrappel ratelt op de straat- stenen. Het publiek kijkt zijn ogen uit. Het wordt er stil van, bij dit sprookje, want dit is het woord voor deze stoet, het moge afgezaagd zijn dit woord, maar er is geen ander, dat zeggen kan hoe deze stoet was, Daar komen de mariniers, de ma- trozen en de landmacht, strak en martiaal, de beste tradities van het militaire leven voortzettend met dit mrfrcheren en dan naderen daar de grenadiers. Dit is niet te be- schrijven, dit schouwspel, dit kleu- rengamma. Hoog rijzen de harige berenmutsen boven de pracht van hun uniformen, fonkelend en gloei- end in de zachte glans van de zon, die plots over de straat glijdt en dit spel van kleur en charme hon- derd malen feestelijker maakt. En dan gaan de handen bij dui zenden de lucht in, het gejuich wordt oorverdovend, want daar komt datgene, wat Nederland jaren heeft moeten missen: De Gouden Koets. zes schimmels trappelen vu- rig voor deze fonkelende en schit terende wagen. De vonken slaan er olio v-H - VO1--OV, schieten uit de langzaam wentelen- ae wiei^n, maar v. at de mensen buiten zich zelf doet zijn. dat is het- geen deze koets in zich houQt: de Gezeten aan een langwerpige tafel, met rechts Prinses Juliana en links de Prins, hield H.M. Ko ningin Wilhelmina een korte toe- spraak em droeg de directeur van het kabinet, mej. mr. M. A. Telle- gen, op de akte van afstand voor te lezen. Om 11 uur 33 min. en 20 sec. plaatste Koningin Wilhelmina ver volgens haar handtekening onder deze akte. waarmede de troons- afstand een feit was geworden. De nieuwe koningin tekende de akte als tweede, waarna Prins Bernhard en alle aanwezigen het historische document van hun handtekening voorzagen. nieuwe koningin. Juliana. Zij buigt en wuift onafgebroken met een zachte glimlach om haar lippen en naast haar zit, de prins in zijn goud- bestikte uniform en daar zitten ook de prinsesjes, vriendelijk en onver- moeibaar wuivend tegen al die dui zenden op de straten, achter de ra men en op de straten, de kleine Margriet wuift dapper mee, gezeten op de schoot van Beatrix, haar neusje tegen de ruit gedrukt. Er valt een stilte als de koets voorbij is, Het i§ iets, wat niemand, die het gezien heeft, ooit zal vergeten en onbewust schijnen de toeschouwers het te voelen. De rijtuigen van de hofhouding en de ruiters er achter rijden voorbij in een stilte die na het massale gejuich van zoeven on- wezenlijk is, maar nog even klatert het hoog op als de roemruchte Ja gers aangestapt komen in hun zacht groene jassen, witte hand- schoenen zwaaien heen en weer als- of ze bevestigd zijn aan een mecha- niek. Maar nog is dit niet voorbij of daar verblind het vurige schar- laken de starende ogen van de toe- schouders. En als dan tenslotte de luchtstrijdkrachten voorbij zijn, dan is ook het einde gekomen van een schouwspel, dat hen, die het mee hebben mogen maken altijd in de herinnering zal blijven. Het hoogtepunt in staatsrech. telijke zin in de Nieuwe Kerk was ongetwijfeld het moment waarop Koningin Juliana de eed aflegde met de woorden: „Ik zweer het Nederlandse volkdat Ik de onafhankelijk- heid en het grondgebied van de staat met al Mijn vermogen zal verdedigen en bewaren; dot ik de algemene en bijzondere vrij- heid en de rechten van al Mijn onderdanen zal beschermen en tot instandhouding en bevorde- ring van de algemene en bijzon dere welvaart alle middelen zal aanwenden welke de wetten te Mijner beschikking stellen, zo- als een goed koning schuldig is te doen. „Zo waarlijk helpe Mij God Almachtig." Deze eedsaflegging werd ge volgd door de verschillende le den der beide Kamers van de Staten-Generaal. In enkele ge. vallen werd het ,.Zo waarlijk helpe mii God almachtig" ver- vangen door de formule „Dat beloof ik''. Het ceremonieel. dat in de kern zeer eenvoudig is en waar- bij van een kroning, zoals b.v. in Engeland nog gebruikelijk is, geen sprake is, was door talrijke bijkomende details toch tot een waarlijk imposant geheel ge- maakt. Prof. mr. R. Kranenburg, voor- zitter van de Verenigde Vergadering der Staten-Generaal, heeft ter ge- legenheid van de beediging en in huldiging van H.M. Koningin Ju liana op 6 September 1948, in de Nieuwe Kerk de volgende rede ge- houden: Majesteit, De Verenigde Vergadering der Staten-Generaal is in dit plechtige uur bijeengekomen krachtens het voorschrift onzer Grondwet, ter inhuldiging van onze Koningin. Het Nederlandse Volk, dat wij verte- genwoordigen, beleeft dit uur met diepe ontroering. Een regerings- periode van 50 jaren is thans be- eindigd. Vijftig jaren, een halve eeuw; en welke jaren! Jaren van voorspoed, van een ongekende ont- wikkeling op welhaast elk gebied; jaren van diepe bezorgdheid voor een toekomst vol donkere dreiging; jaren van harde en wrede onder- drukking, vol van zwaar leed en diepe ellende; jaren eindelijk van moeitevolle arbeid en inspanning ter verheffing uit diepten van nood en vernedering. Is er wel ooit na de wording en bevestiging van onze staat een tijdperk geweest van zo sterke wisseling. van z6 grote ver- andering, van zo snelle ontwikke- ling? Wel zwaar is de last der rege- ring geweest in deze halve eeuw vol' lotswisselingen en grote, ver- strekkende gebeurtenissen. en eer- biedig buigen wij, Nederlanders, thans het hoofd, het gemoed ver vuld van een diepe dankbaarheid voor de draagster der Kroon, die 50 jaren geleden de zware last der Regering op Haar schouders nam, en deze heeft gedrggen al die jaren door met onbezweken moed, met hoog plichtsbesef en waardigheid, met een onwrikbaar geloof, met vast vertrouwen, ook in de donker- ste uren, in de kracht van Haar Volk, en in de toekomst van onze Staat. Nooit was rust meer ver- diend. Moge God Haar levensavond zegenen! Een tijdperk is afgesloten, een nieuw tijdperk is aangevangen. Het Nederlandse Volk treedt Uwe Ma jesteit tegemoet, vol vertrouwen en met warme genegenheid. Wij weten dat het leven van ons volk in al zijn vertakkingen uw voile belang stelling heeft, dat zijn welzijn Uwe Majesteit na aan het hart llgt. Wij zijn overtuigd, dat onze staatsinstel- lingen in Uwer Majesteits handen veilig ziin; wij weten. dat de vrij- heid u dierbaar is, en wij weten ons daarin een; de grote- en edele tra- ditie van geestelijke vrjjheid van Oranie is ook het geestesmerk van het Nederlandse Volk. Zo staat dit volk thans eensgezind om Uwe troon, vervuld van liefde voor uw persoon, voor uw gezin en uw ge- slacht. met in het hart de innige bede. dat Gods zegen op Uwer Ma jesteits Regering moge rusten. en dat het U gegeven moge zijn Uw volk weer in voorspoed te zien ge- dijen, het tot hogere ontwikkeling van zijn recht en ziin cultuur, tot waardevolle ontplooi'ing van zijn gaven te zien komen. Zo mogen dan de Staten-Gene raal thans overgaan tot de huldi- sing in naam van het Nederlandse Volk. in artikel 54 der Grondwet voorgeschreven. Daarna las prof. Kranenburg de vereiste verklaring voor. zelf be- finnende deze te bevestigen door de belofte. Van de 145 aanweziee leden de*- h°ide Kamers legden 122 de eed af, 23 volstonden met de be lofte. (Van onie verslaggever) Waarschijnlijk zal het stadion wel nimmer meer zulk een demonstratie van lenigheid, kleur en elegance in zich verenigen, zoals het dat nu deed op deze wonderlijke Zaterdagavond, de avond van een der grootste ge beurtenissen uit de Nederlandse ge- schiedenis, waarin een jonge Vrouw het gezag uit handen van Haar Ko ninklijke Moeder overnam. Hier was nu de jeugd van Haar land verza- meld, om Haar op deze eerste dag van haar koningschap alle aanhan- kelijkheid en eerbied te betuigen, die Zij ten voile verdient en die Haar uit de grond van alle harten werd geschonken. En toen, na de stille en plechtige opening van het spel, de vlaggen van de 32 sport bonden werden binnengedragen tot voor de ere-tribune, negen zij uit naam van de achtduizend, die deze avond hier naartoe waren gekomen, om de sportfantasTe tot werkelijk- heid te maken. Als deel van de Kroningsspelen stond ook deze show onder leiding van Carel Briels, terwijl de sport- reporter Aad van Leeuwen de tekst ervan maakte en zelf uitsprak, daar- bij geassisteerd door Henk Schaer. In negen taferelen opgebouwd, vol- trok zich de grote van dit spel, zo als de lichaamsontwikkeling van de mens was uitgegroeid van de eerste bewegingen van de eerste aardbe- woners tot de mechanische mens die met zijn race-auto en sportmotor WOOR de verenigde vergadering van de beide Kamers der Staten-Generaal In de Nieuwe Kerk te Amsterdam heeft H.M. Koningin JuRana de volgende rede uitgesproken: daverend over de wedstrijdbanen vRegt. Achtduizend vertegenwoordigers ervan deden dit alles opnieuw le- vend worden voor de tienduizenden en nog eens tienduizenden toeschou wers die gul waren met hun applaus en enfRousiast in hun bewondering voor de voorsteilingen en kleurscha- keringen. Kiassieke sporten De kiassieke sporten der lichaams- beweging en zelfverdediging werden door zeshonderd meisjes in rhyth- mische dansen verwerkelijkt met 'n grote originaliteit aan uitbeeldingen en met een gratie, die terecht de bewondering verdienden. Daartussen "raden individueel de demonstrates - van het schermen, het boksen en turnen naar voren. De bewegingen vloeiden gezamenlijk ineen tot een elegante voordracht en een feeste- Rjke delning op de helverlichte grasmat. Bewonderenswaardig was vervolgens de souplesse en sierli.jk- heid, waarmede de verschillende groepen van paardrijders -zich kwa men voorstellen eerst aan Koningin Juliana en Prins Bernhard en ver volgens aan alle toeschouwers van 't persoonlijke behendigheidsparcours tot een kleurrijk tafereel van stoe- ten, jachtpartijen en acht- tot zes- tienspanpaarden. „De ncbelste ver- overingen van de mens" vormden wel de hoogtepunten van dit feeste- lijk spel en gaven aan het geheel van de show een aparte bekoring van oorspronkelijkheid en gratie De vroRjke jachtpartij onder de zwie- rige tonen van de Posthoorngaiop en de paardenspannen met reiskoets en diligence sierden het spel in een kunstzinnige stijl, samen met de aristocratische parade van moderne luxe auto's, geSscorteerd door ama- zones en rashonden. Moderne sporten In een massale demonstrate kwa men hierop de voetbalelftallen, de korfballers en kegelaars de regelen van het spel der grote ballen uV> beelden, gevolgd door een lange sliert weg- en baanwielrenners, die in razende vaart over de betonnen baan en de sintelbaan stoven, om daarop te worden gevolgd door de spelers met de kleine bal zoals ten- nissers, hockeyers, die in rhythme hun bewegingen toonden, biljarters en tafeltennissers. Natuurlijk mocht in het volgende tafereel de motor- race en de autocoureur niet ontbre- ken en met daverende en brommen- de motoren stoven zij over de baan, de een na de ander om onder adem- loos toekijken van de duizenden hun ronden te draalen. Wat hierop volgde, na de indruk- wekkende show van moderne en hoogst elegante voertuigen, door de amazones begeleid, waarbij een vier- tal dames een bloemenhulde brach ten, was zo kleurrijk en tegelijk in- drukwekkend van kracht, dat een spontane begroeting van al deze ver tegenwoordigers plaats had: turners, voetballerS, zwemmers, sporters van fiets, motor en auto, tennisspelers en wandelaars, paardrijders en zove- le anderen meer, die alien hun hart aan de sport hadden verpand. Van alle kanten kwamen ze op- zetten en vulden de helgroene speel- ruimte, de betonnen baan en de sin telbaan: zij vlogen achter en door elkaar en marcheerden op naar de ere-trlbune, waarbij de vertegen woordigers uit West-Indie een lang- durig en spontaan applaus in ont- vnngst mochten nemen Toen kwam de Olympische ploeg, die hun goud, zilver en brons met eerlijke cn spor tieve middelen hadden gewonnen en aan het hoofd ervan ging de 20 krachtige equippeleider Karel Lolsy. Daarop sprak, nadat Wim Slijkhuis de brandende toorts door het ver- duisterde stadion had gedragen en het vuur ontstoken was, Fanny Blankers^-Koen, haperend. maar soontaan de woorden uit, die ieder dacht, dat zij alien ook in deze Koningin hun voorbeeld en steun zngen. Toen klonk het Wilhelmus door 't grote stadion en zongen alien, spe lers en toeschouwers de jonge Ko ningin toe en juichten Haar toe, tot Zij van de ere-tribune vertrokken was. Koningin Juliana heeft 't Groot kruis der orde van de Nederlandse Leeuw verleend aan prof. Kranen burg, voorzitter van de Eerste Ka- mer der Staten Geheraal -en voor zitter van de gecombineerde ka mers. f-

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Nieuw Noordhollandsch Dagblad : voor Alkmaar en omgeving | 1948 | | pagina 2