RADIO
DERODEPAARDEN
Regering voert besprekingen
met de Indonesische federolisten
Amerikaanse hulp
aan ons land
De oorlog zal niet
onverwacht komen
Bezinning
111111
Onze delegatie te Parijs
FAMILIEROMAN VAN MORTEN KOCH
\/OOR VERREWEG de mees-
ten van ons verloopt het le-
ven in een druk geroezemoes
van de vroege morgen tot de
late avond. Het zijn onze werk-
zaamheden die ons opeisen.
Maar daarnaast wordt de sjeer
nog doorbroken, van buiten af,
door allerlei gejacht en gedraaf
en drukdoenerij. Het tempo van
onze dag is koortsachtig en ge-
haast. En wij verliezen ons in
allerlei beslommeringen, zodat
tijd voor ons zelf, voor de ver-
zorging, van ons hogere, betere
deel zo goed als onmogelijk
wordt. Wij gunnen ons zelden 'n
rustig ogenblik, waarin we be-
zonken in onszelf kunnen keren
of aandacht hebben voor andere,
geestelijke dingen. Moeten we
zo op de duur niet verarmen,
verminderen? Waarom houden
we dan niet een paar minuten,
een kwartiertje vrij voor stille,
ingetogen bezinning?
MARCUS
Uit het Deens vertaald
besprekingen .n~» de rer- k=. w..r,n MtQgSSS
Anders dan in een eerder berieht
werd gemeld, is de Nederlandse
delegatie voor de algemene verga-
dering der V.N. reeds sedert Don-
derdag te Parijs. Alleen de minister
van buitenlandse zaken, mr. D. U.
Stikker, wordt nog tegen het einde
van deze week te Parijs verwacht.
passen was hij bij de trap. Boven
op de overioop zag hij een toneel.
dat t.ij niet gauw vergeten zou.
Een lange dame, van koninklijke
gestalte, stond op het portaal, en
vlak voor haar stond Bente. Blijk-
baar wilde de vreemde dame Munks
kamer binnengaan, maar Bente ver-
sperde haar de toegang.
Geen van de twee vrouwen zag
hem het eerste ogenblik, zo geheel
werden ze in beslag genomen door
hun strijd.
„Het helpt U rilets, U komt niet
binnen," zei Bente. Ole kon zien hoe
haar wangen brandden, haar stem
klonk scherp en hoog.
„Ben je gek, meid! Denk je dat jij
me kunt verbieden, mijn man te
zien. Nog ben ik mevrouw Munk.
en dat zul je ondervinden ook",
antwoordde de ander. Ole begreep
direct, dat het mevrouw Zita was.
Ze was vreselijk opgewonden en
greep Bente driftig bij een arm.
Bente uitte een lichte kreet, maar
nog v66r deze verklonken was,
stond Ole aan haar zijde. In weinige
sprongen was hij de trap opgerend.
„Ik veronderstel dat U mevrouw
Zita Munk bent", zei hij, naast Ben
te staand.
„Ja, die ben ik, en U bent zeker
meneer Offer. Gelukkig dat er ein-
delijk een verstandig mens komt."
Mevrouw Zita deed een paar stap-
pen terug en nam Ole van het
hoofd tot de voeten op. „U bent
immers degeen, die van plan is het
landgoed te kopen?"
(Wordt vervolgd)